HELDERSOHE MEIJWEDIEPER COURANT. en Advertentieblad voor Hollands Noordertwartier. 1887. N° 116. Jaargang45. Woensdag 28 September. „Wij huldigen het goede." Verschijnt Dinsdag, Donderdag en Zaterdagnamiddag. Abonnementsprijs per kwartaalf 0.90. franco per post 1.20. Uitgever A. A. BAKKER Oz. BUREAU: MOLENPLEIN. Prijs der Advertentién: Van 1—4 regels 00 cents, elke regel meer 15 cents. Groote letters naar plaatsruimte. Voor winkeliers bij abonnemeut belangrijk lager. Binnenland. Te Apeldoorn doet zich eene soortgelijke kwestie voor, als indertijd met den heer Frowein, toen deze nog leeraar was te Goes. De commissie van toezicht op het middelbaar onderwijs heeft namelijk voorgesteld, den heer dr. J. Smit als leeraar in de natuurkunde en de cosmo- graphie aan de Hoogere Burgerschool te Apeldoorn te ontslaan, „op grond dat hij bij herhaling op verschillende plaatsen opgetreden is als politiek agitator, en dat dit door haar niet vereenigbaar wordt geacht met zijne roeping als leeraar en nadeelig voor den goeden naam der school, en zulks omdat ernstige waarschuwing geen gewenscht gevolg heeft gehad.' In „De Amsterdammer' en enkele vakbladen vindt men evenals toen weder beschouwingen omtrent de rechten als staatsburger van de leeraren bij het middelbaar onderwijs. De „Arnh. Crt." stelt in het licht, dat men in deze zaken de practische zijde te veel uit het oog verliest, waarop ook door de Apeldoornsche commissie is gewezen. Of een leeraar, zegt zij, al of niet het recht heeft om als staatsburger zijne beginselen te verkondigen, late men voor een oogenblik rustenwanneer echter door die ver kondiging het vertrouwen in de instelling, waarbij hij geplaatst is, geschokt wordt, haar goede naam in de oogen van vele ouders lijdt, dan meenen wij, dat het zijn eerste plicht is, daarmede op te houden en aan die instelling dit offer te brengen. De „Arnh. Crt." zou aan de leeraren, die in zulke gevallen verkeeren, de vraag durven stellen: Indien die Hoogere Burgerschool uwe instelling ware en haar bloei uw recht- streeksch persoonlijk belang was niet slechts uw geldelijk belang zoudt gij haar dan opofferen aan uwe overtuiging, dat gij als staatsburger het recht had, in openbare ^samen komsten uwe meeningen te verkondigen? Zoo niet, dan is het ook nu uw plicht, allereerst te letten op de belangen der inrichting. Dit is, meent de „Arnh. Crt.", ook het standpunt, waarop 26) GESLAAGD. Door ELISE POLKO. Moeder en dochter waren alleen in de slaapkamer. De moeder had haar kind uit Percy's kamer moeten halen, waar het meisje, in de vensterbank zittend, in den tuin staarde, waarin de maan helder scheen; ook hier scheen zij hare droomerij te willen voortzetten. „Sluit de blinden toch en ga naar bed," gebood de moeder, die zich reeds lang te bed had begeven „wat is er toch?" „Ik heb een vurigen wensch, mama, en zou het gelukkigste schepsel onder de zon zijn, zoo deze vervuld kon worden 1" „Wel, ik heb ook zulk een wensch laat eens hooren, misschien kunnen zij beide vervuld worden." Inka ging naast het bed harer moeder zitten. Het lange haar had zij los gemaakt, om het voor den nacht vaster te vlechten en het viel nu als een lange mantel van gouddraad over hals en schouders. Een ernstige uitdrukking lag op het eenigszins bleeke gelaat, toen zy fluisterend verzocht„Spreek gij eerst, mama, wat zou u gelukkig kunnen maken „Iets zeer eenvoudigs, Inkaje altijd bij mij behouden." Het jonge meisje lachte, het was een zachte, zilveren lach. „Maar ik ben bij u, en zou niet weten, waarom dat veranderen zou, mama „Je zoudt toch kunnen trouwen," antwoordde mevrouw Wol fram en streek in geheime bewondering de gouden lokken terug, die over haar bed vielen. „Maar dat heeft immers nog allen tijd." „Zoo denkt de jongeling er niet over, dien ik mij alleen als schoonzoon zou wenschen." Een plotselinge blos vloog over de teedere wangen. „Meent ge dat, mama?" zeide zij nauwelijks hoorbaar en verward en hare handen, die op haar moeders hand lagen, beefden. „Dwaas kindHoud je onzen lieven Miro voor zoo gevoelloos en onverschillig." Inka sprong op. „Onzen Miro herhaalde zij half lachend, half verschrikt. „Ja, zoo noem ik hem want papa en ik houden van hem, omdat een huwelijk met hem alleen mogelijk is en ons den waarborg geeft, dat je altijd in onze nabijheid blijft en gelukkig zult zijn." „Wie heeft u gezegd, dat ik met Miro Tellheim gelukkig zou kunnen worden?" De stem klonk dof en angstig. „Mijn moederhart! Of zou je misschien gelukkig kunnen zyn, als je van je ouders gescheiden waart ver verwyderd van den armen papa, die je je geheele leven lang, zijn zonnestraal noemde „Neen, neen" ontkende Inka ademloos „Maar „Wat voor maren heb je Geen andere man zou ooit zoo teeder bezorgd voor ons zijn, dat hij beloofde zijn leven naar het onze in te richten. Miro wil als componist hier met je wonen, tot wij dood zijn en dan kunt gij zelf weten, waar ge wonen wilt." „Maar ik wil volstrekt niet met Miro trouwensnikte Inka. „De hemel beware ons, dat we je ooit daartoe zouden dwingen," zeide mevrouw Wolfram. „Ik maak je er echter opmerkzaam op, dat wij ten minste het recht hebben, iederen man af te wijzen, die je van ons wil scheiden. Wij willen en zullen ons niet van je laten scheiden. Je zult dit misschien met je roman tische gevoelens, die ik betreur dat men je heeft ingeboezemd, egoïsme noemen ik noem het liefde. Maar laat ons hierover niet spreken, mijn kindWat is er aan de vervulling onzer wenschen gelegen? Hoe spoedig is het leven voorbij en komt de groote scheiding) die niemand verhinderen kan. Wees dus niet eene commissie van toezicht gehouden is zich te plaatsen. Zij heeft zich verbonden, de belangen der school te bevor deren, en moet dus den leeraar verwijderen, die deze belangen in gevaar brengt, al mochten de leden, individueel, ook dat recht van het vrije woord erkennen. Ook de „Middelb. Crt." spreekt over de quaestie en bestrijdt de „Arnh. Crt." Zij heeft dr. Smit in Middelburg hooren spreken en is getroffen geweest door de kalme wijze waarop hij de zaak behandelde. Stel voegt het blad er nog bij dat een leeraar van streng orthodoxe richting verschillende bijeenkomsten van godsdienstigen aard bij woonde en er toespraken hield, zou men hem dan daarom ook lastig mogen vallen en ontslaan? Na afloop van het thans voor de openbare zitting aan de orde gestelde, zal de Tweede Kamer hare werk zaamheden in de afdeelingen aanvangen. Aan het hoofd daarvan is geplaatst het sectie-onderzoek van de ontwerpen tot vaststelling der Grondwetsveranderingen en dan volgen de Indische begrooting en de Staatsbegrooting, dienst 1888. Met ingang van 1 Octoher a. s. kunnen schepen in zee door tusschenkomst van de kustseinposten te Goedereede, Hoek van Holland, IJmuiden, Scheveningen, Texel, Wester- schouwen en Westkapelle telegrammen wisselen met alle telegraafkantoren, zoo in als buiten Nederland. Die telegrammen worden tusschen het schip en den wal door middel der seinteekens van het Algemeen Seinboek overgebracht, voor welke overbrenging een vast bedrag van f 1 per telegram is verschuldigd. Overigens zijn de gewone tarieven van toepassing. In de maand April of Mei 1888 zal het examen plaats hebben voor de betrekking van surnumerair bij het vak der Posterijen, waarvoor twaalf plaatsen ter vervulling worden opengesteld. Een tweede examen zal in 1888 niet worden gehouden. Het hoofdbestuur der Vereeniging „Volksonderwijs* heeft in een adres aan den Minister van Justitie zijn leed wezen betuigd over de negatieve slotsom, waartoe de com om ons bezorgd. Kies, zooals je wilt. Ik wil je echter alleen nog zeggen, in welk een schoon licht de opoffering van Miro uitkomt, die uit liefde voor jou en uit eerbied voor je ouders aanbood hier in dit kleine stadje, waarvan hij niet houdt, te wonen en te werkenhoeveel schooner is deze opoffering in vergelijking met het gedrag van den beschermeling van je vader, den prins zonder land, Percy von Plcssen, die zonder zich er aan te storen, dat onze zaak hem de eerste toevlucht aanbood, er zoo spoedig mogelyk uittrad en kalmpjes in Italië blijft. Of het zijne kunstenaarsroeping is, of de schoone vrouw van den heer Heldern, dat weet de broeder van den heer Heldern te Milaan, zooals hij zich in een brief aan uw' vader uitlaat, niet te beslissen. Maar laat cr ons, zooals ik reeds zeide, niet meer over spreken, lieveling. En nu, wat was jou wensch Zij zweeg een geruimen tijd toen vroeg zij, met een door tranen verstikte stem „zijn wy werkelijk rijk, mama „Waarom vraag je dit „Omdat u mij dan iets zoudt kunnen geven papa en u maar iets, waarmeê ik zou mogen doen, wat ik wilde." „Wat dan „Mama, lieve, lieve mama, koop het slot op de heide voor mij. Ik behoef dan nooit wcêr zakgeld te hebben. Maar ik zou er meê mogen doen wat ik wilde. Niemand zou er aanmer kingen op mogen maken." „Laten wij wederkeerig over onze wenschen nadenken, mijn kind misschien zijn zy wederkeerig te vervullendat zou de eenige mogelijkheid zijn, want de eene liefde is de andere waard. Ga nu te bed en bewaar ons geheim. Slaap wel Het was zeker de eerste slapelooze nacht van Inka. Angstig staarden de jonge oogen in de duisternis. Haar handen hielden haar kloppend hartje vast. Verwarde gedachten, wakende droomen jaagden door elkaar. Een lied, dat zij in een der boeken van Percy had gevonden en dat een treurige geschiedenis behelsde, die zij vroeger niet begrepen had, schoot haar te binnen en kwelde voortdurend hare gedachten. De titel was „Immensee" en het lied lnidde „Meine Mutter hat 's gewollt, Den Anderen ich nehmen sollt'," Was ich zuvor besessen, Mein Herz sollt' es vergessen, Das hat es nicht gewollt. Meine Mutter klag ich an, Sie hat nicht wohl gethan Was sonst in Ehron stünde Das ist nun worden Sünde Was fang' ich an Für all' mein Stolz und Freud Gewonnen hab' ich Leid, O, wiirc es nie geschehen, O, könnte ich betteln gehen Ueber die braune Haid. Voor haar lag een eindelooze weg, door de zon beschenen, die zich ontzettend ver uitstrekte door sterk geurend heidekruid. Was zy zelf die bedelares, die met doodmoede voeten „de bruine heide" overtrok, vluchtend voor hare moeder en voor dien „andere Zij zag alles duidelijk voor zichzij hoorde de heldere stem van den opgejaagden leeuwerik, die vlak voor haar in de hoogte steeg. In de verte, aan den horizont, doken spookachtigen gestalten op en eindelijk verhief zich een reusachtig kruis voor hare oogen. Kleine klokjes hingen er aan en de wind bewoog deze klokjes. Wonderbare, zoete akkoorden deden haar bedaren en missie van enquête gekomen is ten aanzien van thans reeds noodig en uitvoerbaar gebleken maatregelen tot een betere regeling van den kinderarbeid en de hoop uitgesproken, dat de Regeering eerlang moge toonen verder te willen gaan. Het hoofdbestuur heeft daarbij in herinnering gebracht wat het in December 1885, als samenvatting van de meest bescheidene wenschen der Vereeniging te dezen aanzien, aan de Tweede Kamer heeft kenbaar gemaakt. Er wordt in 1888, evenals voor 1887, gerekend op de uitzending van 2000 militairen uit Nederland naar Indië en op eene bezetting in Atjeh van 203 officieren en 4764 onderofficieren en minderen. Het comité voor de nationale Tentoonstelling van oude en nieuwe Kunstnijverheid, van Mei tot October 1888 te 's Hage te houden, heeft een krachtigen steun gevonden in den Gemeenteraad van 's Hage, die f 5000 subsidie schonk en bij de lands-Regeering, die de zoo uitnemend geschikte Koekamp ten gebruike voor de tentoonstelling heeft afgestaan. Ook particulieren liebben zich niet onbe tuigd gelaten, zoodat het waarborgfonds k f 70,000 op 1 September met meer dan 1100 deelnemers ruim vol- teekend was. De termijn voor de aangifte der inzendingen is tot 1 November a. s. verlengd. Door de Rechtbank te Alkmaar is de heer D. H. vrijgesproken van het hom ten laste gelegde, nl. het zonder verlof oprichten en inrichten aan de Gedempte Nieuwesloot aldaar, van een gebouw, genaamd „Beth-el", tot uit oefening van den openbaren godsdienst, op een afstand van minder dan 200 ellen van een bestaande kerk (de Groote Kerk). Te Randwijk, bij Renkum, is de varkensziekte op verschillende stallen uitgebroken; sommige hokken zijn geheel uitgestorven. De dieren weigeren plotseling het eten, sterven spoedig en worden na den dood geheel blauw. Bij den landbouwer G. zijn er reeds vijf aan deze ziekte bezweken. een gezang van engelenstemmen gaven de rust aan haar gemoed terug. Engelen wenkten haar „Kom, kom „Percyfluisterden hare lippen en de zachte hand van de sluimering daalde neer op het jonge hart, dat onbewust met haar eersten hartstocht streed. „Ik zal onzen jongen vriend een langen brief schrijven," hoorde Inka den volgenden dag, toen zij, als gewoonlijk, naar de pastorie was gegaan, om de arme kinderen meê te helpen voeren, den pastoor zeggen. „Hij moet nu vooral naar Rome, den heiligen bodem der kunst en alle heerlykheid daar zien en bestudeeren ieder, die hem lief heeft, behoort hem dezen raad te geven. Zooals zijn lievelingsbeeld, de adorant, zal Percy nu dankbaar de armen opheffen naar de eeuwige zon, die daar den kunstenaar en den mensch bestraalt. Onze jonge vriend heeft nu zijn waar vaderland gevonden Twee vochtige meisjesoogen zagen naar hem ojf en de kleine hongerige op Inka's schoot maakte van de welkome onoplettend heid der verpleegster gebruik snel het bord met soep aan den mond te zetten en uit te drinken. „Maar zou Percy nooit weêr in zijn Duitsch vaderland terng komen vraagde een jonge bevende stem. „Kind, hij heeft geen vaderland meerHet oude slot op de heide zal in vreemde handen komenEn daar wij hem dat, helaas, niet voor atelier kunnen inrichten," voegde hij er glim lachend bij, „moet hij in het vaderland zyner kunst blijven en de heilige moeder vol genade moge hem steunen en beschermen. Verblijd u, Inka, en bid voor hem. Wy allen zullen eens gelukkig met hem zijn. S t r ij d. Hoe de tijd de dagen, weken en maanden voorbij gevlogen waren, sedert Percy den drempel der villa aan het meer van Como had overschreden, Anna Lore wist het niet. Haar leven had plotseling een arbeidsveld, haar denken eene bepaalde richting gekregen. En welk een heerlijk arbeidsveld, welk eene gelukkige richting: de zorg voor haar voormaligen speelgenoot. Al moest Percy, eenige dagen na de eerste ontmoeting, ook naar Milaan terugkeeren en kwam hij in het vervolg slechts eiken Zaterdag te Bellagio, om er den Zondag door te brengen zij kon hem zeker verwachten en soms zelfs nog wat langer houden door middel van een bestelling, een opdracht voor het een of ander sieraad of voorwerp. Zy kwam nu ook dikwijls te Milaan en trad soms plotseling het atelier van den ouden schilder binnen, wiens leerling de jonge Duitscher was geworden, om den bemin nely ken meester met haar eigenaardige schoonheid te be- tooveren en door hare bevallige levendigheid te boeion. Met de nieuwsgierigheid van een kind ruischte zy met haar zwaar zyden kleed van den eenen ezel naar den andere, vragend, prijzend, bewonderend, om op een lagen tabouret naast Percy's plaats neêr te vallen. Zij wist op zulk een betooverende wijze den maestro te verzoeken, dat hij zich niet om haar zou bekommeren en zoo behoorlijk te dreigen, dat zy dadelijk het atelier zou verlaten, als hij aan haar verzoek geen gehoor gaf, dat de kunstenaar zich inderdaad verwijderde en zij, trots de andere werkendejleerlingen in de nevenzaal en den heen- en weerloopenden meester, met Percy alleen was. Dan was het haar bijna zoo wel, als eens in de koele zaal van de Villa Carlotta voor de groep van Amor en Psyche, waar zij het eerst haar hart had uitgestort. Het waren geen gewichtige gesprekken, die zij voerden, maar de jonge vrouw ondervond hier voortdurend het heerlijk gevoel, een vriend te bezitten, aan wien zij zonder terughouding alles kon zeggen, wat haar op het hart lag en die haar met een half woord ver stond. Daarbij kwam, dat hy haar zoo goed wist te leiden, als

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche en Nieuwedieper Courant | 1887 | | pagina 1