De vermoedelijke dader, zekere Pier Boomsma, een
ongehuwd persoon, was voortvluchtig; Dinsdag echter is
hij te Harlingen aangehouden en gevankelijk naar Leeu
warden overgebracht.
HH. MM. de Koning en de Koningin hebben zich
gisterenmorgen met H. K. H. Prinses Wilhelmina naar
„het Loo" begeven, ten einde tot het laatst van December
aldaar verblijf te houden.
Het Nederlandsch Bijbelgenootschap heeft jl. Dinsdag
te Amsterdam zijn algemeene vergadering gehouden. In
het afgeloopen boekjaar zijn verspreid 14,245, bijbels, 1580
Oude Testamenten, 33,191 Nieuwe Testamenten, 509 afzon
derlijke bijbelboeken, 16,845 kerkboeken, alzoo 66,377
exemplaren.
De heer G. Coolsma te Bandong ging voort met de
herziening van zijn Soendaneesche bijbelvertalingde heer
B. F. Matthes met de uitgaaf zijner Makassaarsche over
zettingen van het Nieuwe Testamentde heer H. C. Klinkert
met de bezorging eener lithographische uitgaaf van den
Maleischen bijbel in Arabisch karakter.
In het hoofdbestuur werden gekozen als leden prof. Place
en mr. A. J. Yan Vollenhoven, en herkozen de heeren P.
J. Hel wig, P. Bierens de Haan en A. A. Bredius.
Een voorstel, om naast den Statentekst ook andere Neder-
landsche vertalingen van den bijbel te verspreiden, mocht
geen bijval verwerven.
In de eendenkooien van Texel werd in de afgeloopen
week voor het eerst in dit jaargetijde jacht, gemaakt op
wilde eenden. Er werden ruim 100 stuks van die vogels
in de pijpen gevangen. De eenden gelden gemiddeld 75 ets.
per stuk.
Een jong meisje, dat op den Kloveniersburgwal te
Amsterdam ventte, werd door een voorbijgaande vigelante
aangegrepen en overreden. Zij was zoo ernstig gewond,
dat de dood spoedig volgde.
Voor 't Hof te Amsterdam stonden jl. Dinsdag in
hooger beroep terecht zekere Fransman en Vet, die, gelijk
men zich herinneren zal, door de Rechtbank wegens diefstal
respectievelijk tot 2 en jaar gevangenisstraf waren ver
oordeeld, ómdat zij een tweetal boerenlieden, die met de
Zwolsche boot te Amsterdam waren aangekomen, op de
bekende wijze der kwartjesvinders voor een goed bedrag
haddén afgezet.
De straf, door de Rechtbank uitgesproken, werd ook nu
weder geëischt.
De heer Max Haan, te Nieuwstad, deelt in de „Wekel.
Landbouw-Kroniek" zijne bevinding mede omtrent den
verbouw van „ShirefFs Square Head" tarwe. Opeen perceel,
groot 70 aren, had hij 15Ö liter „Shireff lste teelt" gezaaid.
De opbrengst daarvan was 6300 kilogram stroo en 2500
liter tarwe. De uitgaven hebben bedragen aan huurwaarde
van het perceel, mest, zaaigraan, bewerking enz. f 180.20,
terwijl de bruto opbrengst was f302.40, zoodat voor zuivere
winst van die 70 aren overblijft" f 122.20.
Als een bijzonderheid kan worden gemeld, dat te Neede
een landbouwer 70 groote aardappelen van één pol heeft
gerooid.
Een melkboer had dezer dagen, naar het „Dagblad"
meldt, de beleefdheid bij het water, dat hij gewoon is zijn-
klanten welwillend in.de melk aan te bieden, een certificaat
van oorsprong te voegen. In driekannen vonden de
klanten even zoovele levende kikvorsqhen. Naar men wil,
waren de klanten niet eens dankbaar voor dit aquarium in
hun melkkan.
Een Amerikaansch schrijver, die een boek heeft ge
schreven over de slapeloosheid, komt tot de slotsom, dat
het beste geneesmiddel daartegen isrumoer. Om deze
paradox te bewijzen beroept hij zich op de ervaring, opge
daan door de bewoners van belegerde steden. Van dezen
is het bekend zegt hij dat zij rustig sliepen onder
het bombardement om plotseling te ontwaken als het schieten
ophield. Hij haalt meer voorbeelden aan: van molenaars,
die het rustigst slapen, als de molen in vollen gang is, en
wondenheid in haar stem.
„Zy vallen werkelijk naast elkaar zeer in het oog en
goed by elkaar."
«Weet je, dat men zegt, dat Heldern deze vrouw bemint
ii Wie zeggen dat vroeg hij toornig. „Zeker laffe leugenaars."
„Waarom geloof je dat?"
„Omdat een man, die eene vrouw als Anna Lore heeft, geen
tijd moet kunnen vinden, om een andere te beminnen."
„O Percy, laat mij spreken, eindelijk eens openhartig mijn
gemoed voor je uitstortenik houd het anders niet uitZ>e,
dit is het verdriet, dat mij kwelt hy bemint my niet! Hij
heeft mij gekocht als een sieraad voor zijn huis hoe zou hij
mij dan kunnen beminnen Van zijne gedachten en gevoelens
verneem ik nooit een woordhij laat mij alleen, hoewei hij
altijd in mijne nabijheid is. Liefde was niet eens de koopprijs
bij zijn koop 1"
„Maar, Anna Lore, heb je dien prijs dan ooit begeerdHeb
je zelf mij niet gezegd...."
„Stil, stil, ik was dwaas. Hoe mijn gevoel zich langzamer
hand meester van mij gemaakt heeft, weet ik niet. Ik geloof,
dat ik hem van den beginne af in het geheim bewonderd heb.
Maar ik was trotsch en vol .schaamte en dacht, dat hij zijn best
moest doen, om de liéfde van zijn gekocht stuk speelgoed te
verwerven, zooals eertijds de mannen hebben gestreden om de
liefde der vrouwen. Hij heeft het niet gedaan. Hij wilde mij
zonder twijfel laten gevoelen, dat hij Anna Lore als slavin had
gekocht. Dat is het, wat mij kwelt. Hy scheurde mij uit
de armen van mijn vader iu mijn ellende!"
Percy glimlachte smartelijk. Hoe onbeteekenend kwam hem
op dit oogenblik de ellende zijner vriendin voor.
„Mij dunkt, deze ellende is te dragen, Anna Lore je hebt
je vader toch gelukkig gemaakt en het ligt in je macht, zelve
ook gelukkig te zijn!"
Zij zag hem een oogenblik bijna verschrikt aantoen zeide zij
zacht: „O, Percy, het is te laat en ook geloof ik, dat wij
nooit voor elkaar zouden passenZie mij eens aan en zie
in welke gestalte ik heden voor je had willen verschijnen! Ik
wilde je elfenkoningin zijn, maar in den grond der zaak eigenlijk
alleen, om mijn man de oogen te openen en jaloersch te maken!"
Een oogenblik, terwijl hij in hare oogen zag, terwijl haar adem
zijn wang aanraakte, trilde een zonderling gevoel door al zijne
zenuwen: de koortsachtige begeerte, het schoone schepsel aan
zijn arm naar zich toe te trekken en haar in het oor te fluis
teren „Laat ons beiden vergeten, wat wij lijden, want ik ben
duizendmaal ongelukkiger dan gij laat ons beproeven, ge
lukkig te zijn De wereld weigert ons ons rechtmatig deel aan
het geluklaten wij het van haar en van den hemel nemen
Alles om hem heen was op dit oogenblik geschikt, om hem
op te. winden en zijne gedachten te verbijsteren. De schoone,
schitterende nacht, vol welriekende geuren, de bonte en bloeiende
gestalten uit lang vervlogen tijden of uit de wereld der sprookjes,
de betooverende tonen der muziek, die dan hier dan daar uit de
boschjes zich lieten hooren, de vele verleidelijke blikken, die
wakker worden, als de molen stilstaat; van spoorwegreizigers,
die slapen ondanks het gerommel en gestoot van den trein,
en wakker worden aan de stationsvan kinderen, die door
gezang en muziek in slaap gesust worden. De ware oorzaak
van de verstoring van den slaap noemt hij het verbreken
van de stilte. Vooral zenuwachtige personen, die een
hazenslaap hebben, zijn zeer gevoelig voor elke verstoring
van de stilte. Daarom raadt hij ten gerieve van lijders
aan slapeloosheid het volgende middel aan Een toestel,
dat een gestadig, eentonig geluid maakt, sterk genoeg om
de geruchten van buiten te verdooven, plaatse men zoo
dicht mogelijk bij het hoofdkussen; een werktuig, dat
eene soort van gebrom of licht geroffel laat hooren en dat
zoo is ingericht en opgewonden kan worden, dat het op
een gegeven oogenblik, wanneer de slaper gewekt wil zijn,
stilstaat. Door het ophouden van het geraas wordt hij
dan onvermijdelijk wakker.
Gemeenteraad van Helder.
Zitting van Dinsdag 27 September 1887.
Voorzitter de heer Burgemeester.
Tegenwoordig eerst 14, later 15 leden; afwezig, met
kennisgeving van verhindering, de heer Groen. 1 vacature.
De tribune is matig bezet.
Na de opening der vergadering, worden de aanteekeningen
van het verhandelde in de zitting van 6 dezer voorgelezen
en goedgekeurd.
Aan de orde worden gesteld de benoemingen van twee
onderwijzeressen respectievelijk aan de gemeentescholen
Nos. 6 en 7a en van een onderwijzer mede aan laatstge
noemde school. De voordrachten, door B. en \V. in overleg
met den Arrondissements-Schoolopziener en de betrokken
Hoofden van scholen opgemaakt, zijn samengesteld als volgt:
Voor school No. 6: 1 mej. C. W. Veldhuizen, alhier,
2 A. C. Klots, te Ede,
3 D. E. Du val, alhier.
Voor school No. 7a1 C. C. Beukenkamp, alhier,
2 i, D. E. Duval,
3 A. C. Klots, te Ede.
i, ui/ 1 de heer P. Pieters, alhier,
2 C. Madderom,teSt.Pancras,
3 A. Joman, te Oudkarspel.
De uitslag der stemmingen is deze: mej. Klots wordt
gekozen met het lot tegen mej. Veldhuizen; beiden bekwa
men 7 stemmen. Na deze stemming kwam de heer Hordijk
ter vergadering. Mej. Beukenkamp werd, evenals de heer
Pieters, met algemeene stemmen gekozen. Bij de stemming
ter vervulling der tweede vacature hield de heer Beuken
kamp zich buiten stemming.
Op haar daartoe gedaan verzoek wordt, op voorstel van
B. en W., aan mej. A. M. Prins, met ingang van 15
November e. k„ een eervol ontslag verleend als onder
wijzeres aan de gemeenteschool No. 7a.
Er geschiedt voorlezing van een brief van den Voorzitter
van het College van Gedep. Staten dezer provincie, inhou
dende mededeeling dat, ingeval de Raad ook voor het jaar
1888 bestendiging wenscht van de heffing eener plaatselijke
belasting op het gedistilleerd en van de heffing van een
hoofdelijken omslag, de -daartoe vereischte stukken tijdig
en wel vóór 15 October bij genoemd College moeten zijn
ingezonden. Op voorstel van B. en W. wordt besloten
ook voor genoemd dienstjaar de goedkeuring van Z. M.
den Koning aan te vragen van de heffing der beide belas
tingen. De concept-besluiten, daarop betrekking hebbende,
worden voorgelezen en goedgekeurd, evenals een besluit,
waarop mede 'sKonings goedkeuring moet worden gevraagd,
tot verhooging van het maximum, waarvoor de heffing van
den hoofdelijken omslag voor 1887 is toegestaan, met f 1500.
Voor kennisgeving wordt aangenomen de mededeeling
des Voorzitters, dat nóg altijd wordt ingewacht de
Koninklijke goedkeuring op het besluit van den Raad tot
gewisseld werden: het was, of allerlei zoete verdoovings-
middelen zijne smarten stilden en een vleiende stem hem fluis
terend smeekte„Vergeet
Waarom zou hij niet kunnen vergeten? Wat was dat kleine,
blonde meisje in het Duitsche vaderland voor hem geweest? Kon
en mocht de gedachte aan haar hem dan werkelijk onontvankelijk
maken voor zooveel schoonheid rondom hem? Hij behoefde nu
de hand slechts uit te strekken en de schoonste roos behoorde
hemAnna Lore. Maar dit gevoel kwam, als lichtende meteoor,
een oogenblik bij hem op, doch werd ook binnen enkele seconden
weder uitgebluscht. Hij herhaalde de woorden van Anna Lore:
„mijne elfenkoningin?" met een diepen zucht en zeide: „Ach,
Anna Lore, die heb ik mij geheel anders voorgesteld en ik zal
haar nooit vinden!"
„En je wilt werkelyk weg van hier, Percy? Je kunt het over
je hart krijgen, mij met mijn strijd alleen te laten?"
„Strijd ik dan ook niet met het lot?" riep hij.
„Arme Percy dat heb ik niet gewildzeide zij plotseling,
bleek en angstig hem aanziende, „jij moogt niet lyden om
mijnentwil; ik had mij slechts zoo schoon voorgesteld, een hart
geheel mijn eigen te mogen noemen! Ik ben zoo alleen, Percy,
sedert vader stierf en ik dacht door jou ook myn man op de
proef te stellen en te beproeven of hij nog jaloersch zou kunnen
worden. Somtijds meen ik, dat het mij gelukt, maar heden: O,
deze juffrouw Belloni!"
„Wees gerust, Anna Lore," viel hij haar in de rede, „jij bent
het niet, die mij leed heeft gedaan, maar vraag mij nu niet meer
ik kan je dat niet vertellen later misschien zeg of schrijf ik
je alles!"
„Mijn lieve, heb je misschien geld noodig?" fluisterde zij op
teederen, zorgvollen toon, terwijl zij zusterlijk zijne hand greep
„zeg mij dan, hoeveel je hebben moet, het kost mij slechts
één woord tot mijn man. Zijne grootmoedigheid is niet te be
schrijven."
Vóór Percy kon antwoorden, werd Anne Lore door een drom
van hen tegemoet komende gasten omringd en in beslag genomen
en de page ontsnapte. Anna Lore verloor hem uit het gezicht
en zag hem eerst ha het souper, dat aan kleine tafeltjes en aan
reusachtige buffetten gebruikt werd, tot hare verwondering, gedu
rende langen tijd, arm in arm met haar man het terras op- en
nedergaan.
Het feest was afgeloopenhet licht van den morgen bestraalde
nog schemerachtig den schoonen tuin, toen de laatste der fantas
tische gestalten, opgewonden door het gesmaakte genot, verdwenen.
Er heersclite tot nu toe slechts één stem over de smaakvolle
pracht der inrichting, de verkwistende weelde van de aangeboden
ververschingen, de beminnelijkheid van den gastheer en de pikante
bekoorlijkheid zijner jonge vrouw. Afgunst en nijd schenen
ingeslapen te zijn of te willen wachten, tot de betooverende in
drukken van dezen nacht verzwakt waren, om de hoofden op te
heffen en de tongen in beweging te brengen.
(Wordt vervolgd.)
verhoogde heffing eener belasting op de honden, en dat
tengevolge hiervan nog niet kan worden overgegaan tot
het vaststellen van het voljaarskohier van de hondenbelasting
voor den dienst van 1887.
Voorlezing geschiedt van een adres van eigenaars van
perceelenin en bewoners van de 2de Molenstraat, inhoudende
het verzoek tot verlichting van die straat bij avond. Op
voorstel van B. en W\, wordt besloten in genoemde straat,
en wel tusschen de Palmstraat en de Keizerstraat, twee
gaslantaarns te plaatsen. Bij de behandeling van dit onder
werp vestigt de lieer over de Linden de aandacht op de
wenschelijkheid, dat nabij het Postkantoor een lantaarn als
geleidelicht geplaatst worde.
Door den Voorzitter wordt aan de orde gesteld de be
noeming van een lid voor de Commissie van Toezicht op
den gemeente-reinigingsdienst, ter vervanging van den heer
Tinkelenberg. Hij vraagt de machtiging der vergadering
een lid voor die Commissie te mogen aanwijzen en deelt
mede, dat hij den heer Verfaille wenscht te benoemen, als
't meest van allen voor die taak geschikt. De heer
Van Neck acht het niet gewenscht, dat aan leden van den
Raad de taak wordt opgedragen om feitelijk aan het hoofd
van de reinigingsdienst te staan. Hij geeft toe, dat het
aanvankelijk niet anders kon, toen men eenmaal voor het
feit stond, dat de gemeente dien dienst in eigen beheer moest
nemen. Thans echter acht spreker de benoeming van een
directeur noodzakelijk. Hij doet uitkomen, dat de leden,
die zich tot nu toe met toezicht enz. belastten, zich zeer
verdienstelijk hebben gemaakt, doch geeft in overweging,
nu van de gelegenheid, dat er eene vacature is, gebruik
te maken, ten einde de zaak op behoorlijke wijze te regelen.
De Voorzitter meent, dat de zaak thans bij wijze van
proef in eigen beheer is, doch de heer Van Neck herinnert
aan een genomen besluit, waarbij de Voorzitter alleen tegen
stemde, om den reinigingsdienst bepaald vanwege de gemeente
te exploiteeren. De heer Maalsteed toont zich gevoelig
over het gesprokene door den heer Van Neck en zou gaarne
zien, dat omtrent het voorstel van dat lid terstond eene
beslissing werd genomen. Ten aanzien van de werk
zaamheid en de zaakkennis der tegenwoordige Commissie,
wijst de heer Maalsteed op de veeljarige ervaring van den
heer Boon, die als Secretaris de Commissie ter zijde staat.
De heer Korver drukt den wensch uit, dat de leden
der Commissie, die tot nu toe de zaak beheerden, daar
mede zullen voortgaan en dat een nieuw lid gekozen worde.
Spreker doet uitkomen, hoe indertijd die Commissie uit
leden der Commissie voor de Gemeentewerken werd samen
gesteld. De heer Jan zen acht het nu de tijd nog niet
om een zoo belangrijk besluit te nemen als door den heer
Van Neck wordt voorgesteld. Z. i. zou daartoe aanleiding
kunnen bestaan als na het tweede jaar een verslag van de
werkzaamheid en van den toestand bij den Raad inkomt.
Hij vreest echter, dat hetgeen wordt aanbevolen der gemeente
veel duurder zou uitkomen. De Voorzitter herhaalt zijne
vraag: Wil de vergadering mij opdragen eene keuze te doen
voor een lid der Commissie, of wenscht zij zelve te kiezen?
Men verlangt tot stemming over te gaan. Gekozen wordt
de heer Verfaille met 8 stemmen. De heeren Korver en
Oudenhoven verkregen ieder 2 stemmen, de heeren Van
Neck en Klik hadden ieder 1 stem bekomen en 1 briefje
was in blanco ingekomen. De heer Verfaille bedankt
voor die betrekking. Hij heeft bezwaar daartegen, omdat
hij zelf meermalen afnemer is van de faecaliën van den
reinigingsdienst en vindt het nu beter geen zitting te nemen
in de bedoelde Commissie. De Voorzitter meent, dat dit
bezwaar niet gelaig is, doch de heer Verfaille blijft bij
zijne meening en wordt daarin versterkt door den heer
Oudenhoven. Eene nieuwe stemming wordt nu gehouden.
Gekozen wordt de heer Korver met 8 stemmen. De heer
Hoogenbosch bekwam 4, de heer Klik 2 stemmen, de heer
Van Neck 1 stem. De heer Korver bedankt, omdat zijne
bezigheden hem niet toelaten, deze functie te aanvaarden.
De derde stemming heeft tot uitslag, dat de heer Hoogen
bosch gekozen wordt met 12 stemmen. De heeren Van
Neck, Van Twisk en Go vers verkregen ieder 1 stem. De
heer Hoogenbosch neemt de benoeming aan.
Voor kennisgeving worden aangenomen de mededeelingen,
dat bij de jongstgehouden verificatie van de boeken en de
kas des Gemeente-Ontvangers een en ander in volkomen
orde is bevonden, in kas zijnde de som van f 17,118.81;
en dat, volgens opgaaf van HH. Gedep. Staten, het aan
deel der gemeente in de kwade posten der grondbelasting
over 1884 en der personeele belasting over 1884/85 be
draagt f 4687.60.
Naar aanleiding van een adres van den heer W. J. Maal
steed, wordt besloten tot afstand van gemeentegrond aan
de Dijkstraat, vóór het perceel Wijk H, No. 408, ter grootte
van 8.40 M2. De koopprijs wordt bepaald op flperM2.
Er wordt voorgelezen een adres van Bestuurderen van
Floralia, inhoudende het verzoek om een subsidie uit de
gemeentekas, ter voorziening in de kosten van de in deze
maand gehouden Bloemententoonstelling en het daarop
gevolgde Volksfeest. De Voorzitter spreekt een woord
ter aanbeveling van 't verzoek en wijst daartoe op het
uitmuntend streven van het Bestuur van Floralia, 't welk
eenige stoffelijke ondersteuning ten zeerste verdient. Hij
stelt voor, terstond hierover te beslissen, de som van f 50
toe te staan en zulks te vinden op de begrooting voor den
dienst van 1888. Na eenige bespreking, wordt de
verdere behandeling van dit adres uitgesteld totdat de
bedoelde begrooting aan de orde komt.
Tot onderzoek van eenige reclames tegen aanslagen in
den hoofdelijken omslag, dienst 1887, wordt daarop de
openbare zitting opgeheven, om over te gaan in eene zit
ting met geslotene deuren.
Na de heropening der openbare zitting doet de Voor
zitter de gewone vraag, of de leden nog 'iets hebben voor
te stellen of in het midden te brengen. De heer Korver
bespreekt de wenschelijkheid, dat bij donkere avonden, als
het slechts volgens den almanak „lichte maan" is, alle
straatlantaarns worden ontstoken. De heer over de Linden
beveelt nauwlettend toezicht aan op het branden der zoo
genaamde waaklichten, 21 in getal, van zonsondergang tot
zonsopgang. De heer Janzen ondersteunt het aangevoerde
door den heer over de Linden. De heer Vos herinnert
aan het gebeurde tengevolge van het gebruik van voor de
gezondheid schadelijk vleesch te Middelburg en dringt op een
zeër voldoend toezicht aan van het ingevoerde geslachte
vee en vleesch. De Voorzitter verzekert, dat de keur
meesters van vee en vleesch op den invoer toezien en dat
dit toezicht nog verscherpt zal worflen. De heer Van
Twisk betoogt het wenschelijke, dat de straatlantaarns des