kazerne-onderwijs ook is in het algemeen belangimmers
de meerdere ontwikkeling, die de milicien deelachtig zal
worden, zal hem en anderen zeer ten nutte komen bij zijn
terugkeer in de maatschappij
dat het geven van onderwijs aan militairen door burger
onderwijzers in de practijk tot geen bezwaren aanleiding
behoeft te gevenhetgeen in den voorgaanden winter
bewezen is te Amsterdam, waai', onder medewerking van
het bestuur der school voor volwassenen, door bedoelde
onderwijzers onderricht is gegeven.
Redenen, waarom de ondergeteekenden Uwe Exc. dringend
verzoeken, de noodige maatregelen te willen nemen, opdat
het lager onderwijs in de kazerne voort
aan uitsluitend gegeven worde door
hiertoe volgens de wet bevoegde onder-
w ij z e r s.
Hetwelk doende, enz.
Het Hoofdbestuur voornoemd,
H. Goeman Borgesics, Voorzitter.
Ph. R. Hügenholtz, Secretaris.
Amsterdam, 15 September, 1887.
De Minister van Marine heeft onlangs bepaald, dat
voortaan geen luitenants ter zee 2de klasse meer aan de
Kweekschool voor Zeevaart te Leiden zullen worden gede
tacheerd, terwijl ook het mindere personeel eene aanmerke
lijke inkrimping zal ondergaan.
Te Haarlem is jl. Zaterdag de Militaire School geo
pend, waarvan als directeur optrad de kapitein De Vlaming,
van het 4de regiment infanterie, terwijl als leeraren daarbij
werkzaam werden gesteld de 1ste luitenant Spruijt, van
den staf der infanterie, tot nu toe werkzaam bij het Depar
tement van Oorlog, de 1ste luitenant-adjudant Mensing,
van het éde regiment infanterie, die eervol is ontheven uit
zijne betrekking als adjudant, de 1ste luitenants De Wit
en Van Schilfgaarde, beiden van het éde reg. infanterie.
Met de militaire opleiding van de dit jaar te Haarlem
geplaatste volontairs is belast de 1ste luitenant Van den
Hof, die onlangs bij het éde regiment werd overgeplaatst.
In het „Vaderland" komt een uitvoerig schrijven voor
van den heer W. E. Willink Ketjen, 't welk tot opschrift
draagt: „Open Brief aan het Nederlandsche volk". De
schrijver brengt de ongunstige beschikking in herinnering,
die door de Regeering en later door de Tweede Kamer is
genomen op zijn verzoek om recht en voegt er uitvoerig
bij op welke wijze verschillende Ministers hebben beloofd
hem voort te helpen. Tot een vervulling van de belofte
is het echter niet gekomen. Van de scène op 't Binnenhof
en de bedreiging door den heer W. K. tot den Minister
van Koloniën gericht, om hem met een hondenzweep af te
ranselen als er geen recht geschiedde, wordt meer uitvoerig
gewag gemaakt.
Jl. Vrijdagavond heeft prof. Mannstadt, na afloop
van zijn afscheidsconcert te Scheveningen, een gouden
lauwerkrans en later een lier van bloemen ontvangen. De
harpist Otto Muller ontving een zilveren krans en een
harp van bloemen; de violist Bleuer en de fluitist Ander-
sen kransen van zilveren en vergulde bladeren. Aan het
einde der „Jubel-ouverture" zong het publiek staande het
Volkslied" mede.
Na afloop is Mannstadt door het bestuur van het Kurhaus
en eenige vereerders een prachtig geschenk aangeboden,
namelijk een zwevende genius in zilver, staande op een
zilveren bol, met den lauwerkrans in de rechter- en een
lier in de linkerhand. Het beeld is op een zwart marme
ren voetstuk geplaatst. Voorts een zilveren fraai gedreven
dirigeerstok met ivoren handvat.
Mannstadt dankte natuurlijk allerhartelijkst en verzekerde
Scheveningen en Den Haag nooit te zullen vergeten.
Dit jaar heeft de exploitatie van de „Lutine" geene
schitterende uitkomsten opgeleverd. Van de 103 dagen, waarop
de booten gereed lagen om te werken, was de wind 66
dagen benoorden oost en west; de overige dagen bezuiden
die streken, doch de toestand van het water liet niet toe,
dat meer dan 27 dagen kon worden gewerkt.
De uitkomsten van de tweede haringreis derScheve-
ningsche vloot zijn gunstiger dan die van de eerste reis.
De totale besommingen beliepen voor de tweede reis per
schuit van f 1500 tot f 2000.
De Vereeniging „het Nederlandsch Tooneel" heeft in
studie genomen een oorspronkelijk Nederlandsch blijspel in
één bedrijf van een onbekenden schrijver, dat ten titel
voert: „Langs dezen meer en meer gebruikelijken weg".
Door de geheele Betuwe worden driejarige ossen
opgekocht, en wel tegen f 170 f 200; allen zijn bestemd
voor België.
bleek door het huis liep en op het gezicht van den kleinen dia
manten ring, dien de moeder van Miro haar aan den vinger had
geschoven, in tranen uitbrak. Ook vielen heete tranen op het
prachtige bouquet van Miro en het sleutelmandje van Seraphine,
dat een in alle opzichten verongelukt stuk was. Miro toonde
duidelijk slecht gehumeurd te zijn en vertrok dadelijk na het
avondeten, onder het voorwendsel met de finale van het tweede
bedrijf bezig en bijzonder tot den arbeid gestemd te zijn. Toen
namen ook zijne moeder en Seraphine afscheid en Inka gevoelde
zich gelukkig alleen te zijn, toen het cadeau uit den vreemde
gebracht werd. Uit Rome! Was het mogelijk ja, het was
zijne hand, die zij zoolang niet gezien hadGeen andere hand
dan de hare mocht de emballage losmaken, niemand dan zij mocht
het geheim onthullen! Zij weigerde bepaald de hulp van den
ouden huisknecht, die met hamer en nijptang voor haar stond
en ging zelf op de knieën liggen, om met groote moeite het
deksel te openen, bij welken arbeid zij iederen spijker met een
bijna liefderijken blik beschouwde. Hoe voorzichtig werden de
papieren omslagen er afgedaan en netjes weggelegdEindelijk
vond iy een schilderstukje in aquarel, waarvan zij het oog niet
kon afwenden. Het was een tuinmuur, met klimop begroeid,
boomen in herfsttooi, een tuin met slingerpaden en op den
voorgrond eén vlugge meisjesfiguur, met het kopje en profiel,
eenigszins voorover gebogen, de eene hand opgeheven, met een
roos tusschen de vingers, op het punt om haar naar beneden te
werpen.
„Een vaarwel aan mijne zuster InkaPercy."
stond er onder. Verder niets geen regel geen woord.
De jonge oogen, die aan het beeld hingen, hadden een uitdruk
king van onbeschrijfelijke zaligheid en blijmoedigheid, alsof er
stond„tot weêrziensEn toch konden zij niets dan „een
vaarwel" lezen.
„Hij denkt nog aan mij fluisterden hare lippen. „O Percy,
lieve, lieve broeder Percy, nu wensch ik niets meer op aarde
zeide zij toen echter liep Inka met lichten tred, evenals
vroeger, het schilderstukje zorgvuldig in de bevende handen, de
trap af naar de kamer van haar vader. Do deur openwerpend,
snelde zij hem juichend te gemoet„o papa, een kerstgeschenk
uit Rome voor mij Zie eensMijn lieve broeder heeft aan my
gedachtEn de bekoorlyke aquarel op zijn lessenaar leggend,
Men schrijft ons van Texel, dd. 3 dezer:
„De heer Bruinwold Riedel heeft hedenavond aan leden
en verdere belangstellenden een heerlijken Nuts-avond bezorgd
door zijne keurige lezing over maatschappelijke toestanden.
Mochten de in het eerste deel zijner rede voorgestel
de uitersten soms wat ver gezocht zijn en mag de door hem
voorgestelde wijze, om in bestaande toestanden verbetering
te brengen, waarschijnlijk nog lang tot de vrome wensehen
blijven behooren, allen zullen het eens zijn, dat zijne
rede niet anders kan dan bijdragen tot eene gewenschte
oplossing van het vraagstuk van den dag."
f Men schrijft ons van Texel, dd. 3 dezer:
„Het strikken van lijsters in de kreupelboschjes van dit
eiland is weer in vollen gang. Duizenden van die tijdelijke
bewoners der boschjes worden buitgemaakt. Er zijn zelfs
in dezen herfst boschjes verpacht aan lijstervangers. De
meesten der arme woudzangers worden in paardenharen
strikken, waarboven eenige lijsterbessen als lokaas dienen,
gevangen. De gevangen vogels worden bijna uitsluitend
naar elders verzonden en gelden thans 6 a 7 cents per stuk."
Tusschen de verschillende Wielrijders-Yereenigingen
in Noordholland zal op 9 dezer eene onderlinge wegwedstrijd
worden gehouden op den straatweg tusschen Yelsen en
Alkmaar.
Een hoogst treurig geval vond jl. Zaterdagmorgen te
Delft plaats. Zekere S., in dienst bij den bierhandelaar P.,
viel met wagen en paard in de Houttuinen. S. ging op
zijde van den wagen; het paard ging op hol. S. greep de
teugel, liep nog eenige stappen mede en struikelde, de
wielen gingen over zijn hoofd en de man was oogenblikke-
lijk dood. Hij laat een vrouw met twee kinderen na.
Tot een der meest bekende Amsterdamsche straat
figuren behoort ook een vrouw, zeer schamel gekleed, die
aan de deuren liedjes zingt en steeds van een hondje ver
gezeld is. Dat vrouwtje nu trachtte jl. Donderdagmorgen
in het Vondelpark, door zich te verdrinken, een einde aan
haar treurig leven te maken. Zij werd echter door een
wachter met een dreg, die haar gelaat openscheurde, gered.
Nadat zij bijgebracht was, waren hare eerste woorden:
„Ach, het leven heeft voor mij toch geen waarde meer."
Zij is thans in het Buitengasthuis.
Een agent van politie door drie vrouwen van
een wissen dood gered. Jl. Vrijdag stonden voorde
Arrondissements-Rechtbank te Amsterdam terecht de ge
zusters R., J. en E. Van PI.
Deze drie vrouwen werd ten laste gelegd, dat zij op
16 Augustus jl. een agent van politie der 5de sectie hebben
aangegrepen en onder den uitroep: „Kijk menschen, een
dronken diender. Ja, je bent dronken; nu zullen wij je
overbrengen, net als jij andere menschen doet", hebben
opgebracht naar de politiepost op de Lauriergracht.
Bij het getuigenverhoor werd eene der beklaagden door
agenten van politie herkend, als te hebben gevent met het
blad „Recht voor Allen", terwijl alle drie de beklaagden
bekend staan als steeds de socialistische vergaderingen bij
te wonen.
Op de vraag van den voorzitter, mr. J. Van Eik Jz.,
aan de eerste beklaagde R., of zij het haar ten laste gelegde
erkent, en hoe zij er toe gekomen is den agent van politie
aan te grijpen en vast te houden, hoewel door alle getuigen,
zoowel burgers als politiebeambten, onder eede is verklaard,
dat bij den man geen spoor van dronkenschap te bespeuren
was, zegt zij op brutalen toon:
„Nou, hij was „lazarus", we hebben hem van „een wissen
dood gered", maar als ik geweten had, dat 't een diender
was, had ik hem stiekem in het water laten rollen(Hila
riteit onder beklaagden en het publiek.)
De andere beklaagden zeggen deze woorden met eenige
variatie na, en terwijl eene der beklaagden spreekt tot de
Rechtbank, zegt de eerste weder:
„Mot een diender z'n eigen dan door drie vrouwen laten
oppakken Ik laat me door geen drie kerels wegbrengen
Zoowel de president als de ambtenaar van het Openbaar
Ministerie moesten telkens beklaagden aanmanen zich van
beleedigingen en ongepaste uitdrukkingen te onthouden.
De ambtenaar van het O. M. achtte de feiten wettig en
overtuigend bewezen, meent dat hier animositeit tegenover
den agent in het spel is, en eischte voor iedere der be
klaagden 21 dagen gevangenisstraf.
Blijkbaar maakte deze eisch eenigen indruk op de vrouwen.
Mr. Paap trad als verdediger voor de beklaagden op en
trachtte aan te toonen, dat het O. M. niet-ont vankei ijk
moest worden verklaard wegens een gebrek in de dagvaar
ding en tenlastelegging van „verschillende" feiten, nl. belee-
diging van een ambtenaar in de rechtmatige uitoefening
met zulk een zorg alsof zij er den kostbaarsten schat neervleide,
vloog zij den verbaasden man om den hals en bedekte zijn gelaat
met kussen. „Maar kom nu, en zie eens want dan wil
ik het pastoor nog'even laten zien als u hem schrijft, dan wil
ik er een briefje bij doen, om hem te bedanken. Nu mag ik
hem ten minste wel schrijven, dezen éénen keer nog
Een lange, gelukkige blik was het, dien Wolfram op zijne
dochter liet vallen was dat niet weder zijne vroolijke, oude,
opgewonden InkaWas hier een wonder gebeurd Hoe kon
zulk een kleine teekening, al was zij nog zoo fraai, en dat was
zij inderdaad, zulk eene verandering bewerken Wat was dit
toch een zonderlinge liefde van de „zuster" tot den „broeder"
Maar geen enkele van deze gedachten kwam over zijne lippen.
Hij zeide alleen op goedhartigen toon „Ga maar naar de pastorie,
en als ik met nieuwjaar mijn brief verzend, zal ik het je zeggen.
Maar heeft mama je cadeau al gezien
Op deze vraag verdween dadelijk de schitterende vroolijkheid
nit de oogen van het meisjehet was, alsof een koude luchtstroom
haar tot de werkelijkheid terugvoerde. Zij zuchtte diep. „Mama
is nog even naar mevrouw von Tellheim gegaan," stotterde zij,
„dat heeft wel tijd tot morgenmijnheer de pastoor en tante
Josepha zullen echter even blij met het schilderijtje zijn als
u en ik
„Zeg my nu eens oprecht, Inka," zeide Wolfram met grooten
ernst, „wil je werkelijk, zooals mama mij verzekert, Miro Tell
heim trouwen?"
Zij had een oogenblik van heeten strijd, maar antwoordde toen
nauwelijks hoorbaar: „Ja, papa, maar eerst, als hij zijn opera
klaar heeft."
„Nu, een ander mag deze meisjesharten begrijpen, ik niet,"
mompelde Wolfram en liet zijne dochter vertrekken.
Toen met nieuwjaarsdag de brief van Wolfram aan Percy von
Plessen te Rome verzonden werd, bevatte hij een klein biljet van
de hand van Inka, waarop slechts deze woorden stonden „De
zuster bedankt den verren broeder duizendmaal en voegt slechts
één woord bij zijn vaarweltot weerziens in het vaderland. Dat
alle engelen met je zijn! Inka."
(Slot volgt.)
zijner bediening, mishandeling en wederrechtelijk berooven
van diens vrijheid, terwijl z. i. slechts de door beklaagden
gepleegde handelingen als één feit waren aan te merken.
Ook achtte de verdediger het zeer wel mogelijk, dat de
agent van politie om 2f ure beschonken was, en daarom
door de drie vrouwen is aangegrepen, doch door den schrik
en vrees voor straf ontnuchterd is geworden, zoodat om
41 ure aan het bureau van politie niets meer aan hem was
te bespeuren.
Na re- en dupliek werd door de Rechtbank de uitspraak
van het vonnis bepaald op a. s. Vrijdag.
Op het terrein achter het Rijkamuseum te Amsterdam
zijn jl. Zaterdag internationale hardlooperijen gehouden.
Er waren vijf nommers. De vreemdelingen-prijs werd weg
gedragen door den heer A. Mc. Innes uit Huil, die de
verguld zilveren medaille kreeg; tweede was Cri-Cri van
Gent, derde Muiier van Haarlem. Ook de steeplechase-prijs
werd Mc. Innes machtig. In den wedloop om den schaatsen-
rijdersprijs bleef Jurriëns uit Amsterdam overwinnaar, die
ook den eersten prijs voor de hindernissenwedloop won.
Over 't algemeen hielden de Hollandsche mededingers zich
goed.
Het afgeloopen badseizoen was te Scheveningen drukker
dan sedert 1876 het geval is geweest. In genoemd jaar
bedroeg het aantal badgasten er 3016 met 296 dienstboden
sedert nam het bijna elk jaar toe en bedroeg clit jaar 6566,
die 541 dienstboden hadden meegebracht.
De studiereis, door den Groninger prof. Blok, onzen
vroegeren plaatsgenoot, voor de beoefening onzer geschiedenis
ondernomen, is, zegt „de Speet.", ook dit jaar niet zonder
vrucht geweest. De heer Blok heeft 13 archieven en
bibliotheken onderzocht en o. a. te Minister een menigte
oorkonden en andere stukken gevonden over de kerkelijke
toestanden in Groningerland, Gelderland en Overijssel, vooral
met betrekking tot de heerlijkheid Borkelo. Verder ontdekte
hij te Breinen en te Hamburg tal van Nederlandsche
kronieken en oorkonden, waaronder die betrekking, hadden
op de handelsbetrekkingen met Friesland in de léde en
15de eeuw. Een belangrijken oogst leverden de archieven
te Wolfenbuttel en te Berlijn, vooral wat de correspondentie
van de Oranjevorsten met het Pruisisch Koningshuis betreft.
Te Weimar werden eenige stukken, die op De Groot
betrekking hadden, nader onderzocht. Uit deze enkele
mededeelingen kan reeds blijken, dat de hoogleeraar zijn
tijd niet verloren heeft laten gaan.
Voor het Kantongerecht te Tilburg is onlangs de
heer S. Achterberg, uit Eindhoven, veroordeeld tot f 75
boete, subsidiair 10 dagen gevangenisstraf, omdat hij zonder
voldoende reden een trein bij het station Tilburg door
middel van de noodrem had doen stilstaan. Hij meende,
dat er gevaar bestond. Tegen dit vonnis in hooger beroep
gekomen, is hij nu door de Rechtbank te Breda vrijgesproken.
Te Bergen-op-Zoom zijn jl. Donderdag de muren van
den nieuwen gasoven der Gasfabriek plotseling ingestort.
Een der werklieden heeft zich niet kunnen redden en werd
door de neervallende brokken metselwerk getroffen, zoodat
de man naar het Gasthuis moest vervoerd worden. Zijn
toestand schijnt niet hopeloos te wezen. Een tweede werk
man bekwam eenige lichte verwondingen.
Een hartelijke gelukwensch kreeg volgens het „Huis
gezin" in de laatste Gemeenteraadszitting te Montfoort de
Voorzitter van een der Raadsleden „Ter gelegenheid uwer
herbenoeming tot burgemeester dezer gemeente," zou hem
zijn toegevoegd, „wensch ik, zoowel in uw eigen belang als
in dat der ingezetenen, dat u in de eerstvolgende zes jaren
niet zooveel domheden zult uithalen als in de zes vooraf
gegane."
Dezer dagen is te Buurmalsen op een jachtpartij een
der jagers, de heer Van E. uit Deil, door een lid van 't
gezelschap, op een patrijs aanleggende, in het rechteroog
getroffen en wel zoo ernstig, dat het gewonde lichaamsdeel
reeds den dag van het ongeval door professor Snellen te
Utrecht moest worden verwijderd.
Vijf koekbakkers vestigden zich in dezelfde straat.
De eerste zette op zijn uithangbord:
„Het beste gebak van Rotterdam!"
„Wacht," zegt de tweede, „dat zal ik je afleeren!" en
met drie voet hooge letterteekens plaatst hij op het uit
hangbord
„Het beste gebak van Nederland
„Mooi," zegt de derde, „maar ik weet wat beters," en
hij laat schilderen:
„Het beste gebak van Europa!!!"
„Neen, maar dat zijn kinderen," zeide de vierde, en
plaatst op de gevel van zijn huis:
„Het beste gebak der geheele wereld!!!!"
Arme vijfde, hooger kan hij niet, hij is ten einde raad,
maar daar vindt hij toch wat, ja, dat zal uitstekend zijn:
„Het beste gebak hier uit de straat!!!!!"
„Ik nam een bad," vertelde een matroos, „maar ik was
nog nauwelijks in 't water of ik zag een haai op mij aan
komen. Wat zou ik doen? Toen hij een pas of vijf van
mij at was, dook ik eensklaps onder hem, greep mijn mes
uit den zak, stak het hem in den buik en haalde het
monster heelemaal open."
„Maar zwom je dan met je kleeren aan?" vroeg een der
verbaasde toehoorders.
„Bah," klonk het verontwaardigd uit den mond van den
matroos, „hoe kun je nu bij zoo'n verhaal op zulke neste-
rijen letten!"
„Heb je gehoord, dat mijnheer Kareis, de groote inanu-
facturier, dat prachtige buitentje heeft gekocht?"
„Ja, 't is verbazingwekkend, vooral als je bedenkt dat
de man altijd verkoopt beneden inkoopswaarde."
Buitenland.
Het belangrijkste buitenlandsche nieuws betreft de samen
komst van den Italiaanschen Minister Crispi met den Duit-
schen Rijkskanselier op Friedrichsruhe.
Men kan allicht begrijpen, dat deze geheel onverwachte
reis groote verrassing heeft verwekt. Volgens sommige
bladen zou in de nog altijd hangende Bulgaarsche kwestie
de reden moeten gezocht worden van het bezoek, maar de
groote meerderheid is een ander gevoelen toegedaan en
brengt de reis in verband met een Duitsch-Oostenrijksch-
Italiaansch verbond, natuurlijk gericht tegen Rusland en
Frankrijk. Het bezoek, onlangs door den Oostenrijkschen
Minister van Buitenlandsche Zaken, Ivalnoky, bijBismarck
gebracht, zou als de eerste stap moeten worden beschouwd.
Er zijn er ook, die meenen, dat de betrekkingen van Italië
met 't Vaticaan aan de orde zullen zijn.