HELDERSCHE
EK KIEIIWEDIEPER COURANT.
!- en Advertentieblad Toor Hollands Noorderiwartier.
1887. N°12ö.
Jaargang 45.
Vrijdag 7 October.
Uitgever A. A. BAKKER Oz.
GESLAAGD.
„Wij huldigen
het goede."
Verschijnt Dinsdag, Donderdag en Zaterdagnamiddag.
Abonnementsprijs per kwartaalf 0.90.
franco per post 1.20.
BUREAU: MOLENPLEIN.
Prijs der Advertentiën: Van 1—4 regels 60 cents, elke
regel meer 15 cents. Groote letters naar plaatsruimte.
Voor winkeliers bij abonnement belangrijk lager.
Binnenland.
De „Standaard" zegt over de aanvraag van den Minister
van Marine van tien millioen in vier jaar voor vier goed
gewapende, snelstoomende, raaar ongepantserde schepen van
oorlog het volgende
„Twee en een half millioen per schip. Niet om ons te
kunnen meten met de „Devastation" of „Inflexible" en wat
zeemonsters er meer zijn, maar om toch ook onzerzijds,
als het eens meenens mocht worden, iets te hebben. De
prudentie van dezen maatregel beoordeelen we thans niet,
al is onze eerste indruk, dat zulk een viertal, op dien voet,
óf te veel óf te weinig zal blijken.
„Maar waar we aanstonds tegen opkomen is het plan
om er weer jaren over te doen eer dit smaldeel uit kan
stoomen. Dit toch heet nu wel vier jaar, maar wordt
stellig zes k zeven jaar. En hiertegen nu bestaan deze
drie bezwaren1. dat in eene periode van zes of zeven
jaar de bouwtrant bij Marine derwijs pleegt te verloopen,
dat men, half klaar, weer omslaat in een ander systeem
2. dat een nieuw opkomend Minister, ook zonder dat wisse
ling van systeem door den stand der Marine-quaestie geboden
is, allicht uit gril weer iets anders kiest, en 3. dat de be
manning te veel tijd noodig heeft om een zoo kostbaren bodem
goed meester te zijn en dus de weerbaarheid, die ons het
viertal kan aanbrengen, niet vóór over tien jaar zal ver
kregen zijn.
„Was nu ons crediet slecht, dan zouden we zeggen
nood maakt wet. Maar nu we evengoed over één jaar als
over zes jaar betalen kunnen, moet o. i. als regel gelden
Bouw deze vier schepen niet, of bestel ze op eenmaal tegelijk.
Halve maatregelen waren tot dusver steeds de dood voor
onze Marine. Er is zoo schande-veel geld vermorst
Door het Hoofdbestuur van de Vereeniging van leer
aren bij het middelbaar onderwijs is aan de Tweede Kamer
en aan de Ministers van Oorlog, Marine, Financiën, Binnen-
landsche Zaken en Waterstaat een adres gezonden waarin,
ingevolge de van de algemeene vergadering der Vereeniging
ontvangen opdrachten, door het Bestuur gewezen wordt op
30)
Door ELISE POLKO.
(Slot.)
De lente was aangebroken met haar ouden pracht en verrukke
lijke schoonheid. Geen hoekje, niet het verborgenste plekje had
zij vergeten, hare lachende oogen hadden alle ontdekt cn hare
handen hadden ze wonderschoon getooid. De tuinen der ryken
en de potplantjes voor de vensters der armen, alles schitterde en
bloeide bosch en weide prijkten met hun bruiloftskleed en de
witte bloesems bedekten het aardryk, als met een bruidssluier.
In het park van het oude heidesloi was ook het jonge, frissche
leven overal merkbaar, aan de wegen stonden tal van viooltjes
en staken de kopjes te zamen en aan den vijver, waarin de groene
bladeren en het jonge gras zoo schoon terugkaatsten, beproefde
dc nachtegaal, nog schroomvallig, zyn eerste minnelied te kweelen.
Sedert gisteren was het heideslot overgegaan in handen
van een nieuwen eigenaar, wiens naam nog niemand kende. Een
advocaat uit de residentie had het gekocht voor een cliënt, die
voorloopig onbekend wenschte le blijven. Een ander bod, dat
mevrouw Wolfram gedaan had, was te vergeefs geweest en van
de hand gewezen.
Toen men by de familie Wolfram hiervan bericht ontving en
de moeder het voorzichtig aan hare dochter mededeelde, viel
Inka voor het eerst in haar leven flauw. Toen zij in de armen
van mama wéér tot bewustzijn kwam, verlangde zy nog slechts
de vervulling van één laatsten wenschvoor een enkelen dag
naar het heideslot te mogen gaan niet haar moeder, maar haar
vader moest haar vergezellen.
Zoo zagen op dezen lentedag de slingerpaden van het donkere
park een slanke, bleeke meisjesfiguur eenzaam en langzaam rond
wandelen. Zy droeg een wit kleed met blauwe linten en had
de hoed afgenomenhaar neerhangend haar schitterde als gesponnen
goud. Bij de kapel op het kerkhof stond zij stilhet zonne
licht bescheen de glasruiten der Gothische vensters en het kruis
op den koepel straalde tusschen de groene takken. Hoe zoet
moest hier de sluimer des doods zijn
Een mosbank stond onder den boom, van wien3 takken de
kleine wees zeker eens vol brandend verlangen had neêrgezien
op het graf zijner overledene moeder. En daar, dat was zeker
de weg, die naar het kleine poortje leidde, waarbij de heidebron
lag en het oude crucifix, welks klokjes riepen en lokten. Inka
meende iederen stap, ieder plaatsje hier te kennen Percy had
haar vroeger zyn geliefd plekje zoo nauwkeurig geschilderd.
Nu was dit alles verloren voor hem en haar offer zou te vergeefs
gebracht worden Waarom gevoelde zij zich daaronder zoo
ontzettend weêmoedig Hoe vele zusters uit de oude en de nieuwe
wereld zij had het gelezen en men bad het haar verteld,
hadden geen offers, eveneens vergeefsche offers voor hare broeders
gebrachtzonden die allen daarby zulk een smart gevoeld hebbeD,
als zij op dit oogenblik ondervond Het was iets zonderlings,
zulk cene liefde van de zuster tot den broederDeze liefde moest
wel zwak en armzalig zijn, dat zij zich nu zoo mat en ellendig
en terneêrgeslagen gevoelde en slechts het verlangen in zich
omdroeg te sterven. Zij kon haar broeder in niets meer van
dienst zijn waarom zou zij dan op aarde blijven
Hem nog eens zien enkel en alleen om afscheid van hem
te nemen, zeide haar hart haar.
„Percy, waar zijt ge, mijn broeder liet zij onwillekeurig van
hare lippen vallen.
„By jou, Inka," antwoordde een geliefde stem, die zy sinds
langen, langen tyd niet gehoord had. Het meisje schrikte
de weinige waarde der diploma's van eind-examens eener
Hoogere Burgerschool. Bij de toelating voor verschillende
Rijksbetrekkingen, zooals die bij de posterijen, de belastingen,
bet kadaster, de marine, enz., wordt met bet bezit van zulk
een diploma en met den ganscben organisatie van het
middelbaar onderwijs in bet geheel geen rekening gehouden.
Het Bestuur meent, dat daardoor de openbare middelbare
school achterstaat bij de bijzondere en dringt er op aan,
dat de toelating tot tal van takken van openbaren dienst
niet uitsluitend afhankelijk wordt gesteld van de daarvoor
ingestelde speciale examens, maar dat daarbij ook rekening
worde gehouden met bet bezit van een einddiploma eener
Hoogere Burgerschool, hetzij van 3jarigen, hetzij van
5jarigen cursus.
Voorts dringt het adres aan op het benoemen van Rijks
gecommitteerden bij de eind-examens der Hoogere Burger
school met driejarigen cursus, evenals thans bij de gymnasia
plaats grijpt.
De vesting-begrooting is geraamd op f 1,772,000. De
Minister stelt slechts voor die uitgaven, waarvan bet nut,
in elk geval, boven eiken twijfel verheven is, daaronder
voor verbetering van inundatiemiddelen bezuiden de Lek
en in de stelling van Amsterdam, voor het afwerken van
de bovenvlakken der kustforten en voor open loopgraven
en gedekte observatieposten bij twee dier forten. Volgens
den Minister, verkeeren wij ten opziebte der doode weer
middelen in een tijdperk van overgang, tengevolge van de
toepassing van zoogenaamde brisante springstoffen als aan
valsmiddel, waartegen de tegenwoordige weermiddelen
grootendeels niet bestand zijn. Daarom zijn allereerst proef
nemingen met die stoffen noodig, ten einde na te gaan wat
in de naaste toekomst wordt vereisebt.
Bij de verkiezing van een lid der Tweede Kamer in
het hoofdkiesdistrict Winschoten zijn uitgebracht 1018 geldige
stemmen. Gekozen is de heer mr. J. W. J. Baron de Vos
van Steenwijk (liberaal), met 547 stemmen. Voorts zijn
uitgebracht op de heeren A. Winkler Prins (liberaal) 303,
Van Swinderen (anti-revolutionair) 67, dr. Smit 90 stemmen.
echter niet op dit geluid bier in het park van het heideslot
kon elk sprookje waarheid worden maar keerde zich, als in
een droom, om. Daar stond een slank gebouwd man, vreemd
en toch bekend, de Percy van vroeger, maar veel schooner; bij
breidde de armen uit. Zy begreep niet, hoe zij aan zijne borst,
in het zonnelicht zijner oogen, weêr tot zichzelf kwam, maar
fluisterde biddend„SpreekNoem mij zuster, opdat ik weet,
dat het geen droom is
„Niet meer zuster, Inka mijne geliefde, mijne goudlokkige
elfenkoningin, dc vervulde droom mijner jeugdIk heb dit geluk
onbewust vermoed, gezocht, verloren gezocht en eindelijk,
eindelijk voor altijd gevonden
Een kus, gloeiend en kuisch als de kus van den hemel aan de
aarde in de lente, sloot de jonge lippen, toen zij schroomvallig
en bevend zich voor een gelukzalig antwoord wilden openen.
Hoeveel tijd er verloopen was, vóór een tegelijk vroolijke en
teedere stem het oor der minnenden bereiktehoe zouden
zij dit hebben kunnen weten? Het was Wolfram, die beiden
in zijn armen sloot met een„God zij dank," dat uit de
diepte van zijn gerust gesteld vaderhart kwam. „God zij dank,
dat nu alle dwaasheid voorbij is cn gij elkaar gevonden hebt,"
zeide hij, tusschen zijne tranen door lachend. „Ik had nooit
kunnen denken, dat aan mij, den koelbloedigen, den prozaïschen
man, op het wereldtooneel nog eens de rol van een Deus ex
machina zou toebedeeld worden, en dat ik hem met goeden uitslag
ten einde zou spelen. Het was dan ook niet meer aan te zien,
hoe het kind kwijnde en sedert een paar weken weet ik alles;
mijne vronw bekende het mij, beangstigd door de smalle, bleeke
wangen van het dwaze schepseltje, dat volstrekt met haar geheim
wilde sterven. Toen schreef ik je alles, mijn jongen en begreep
dat je zoudt komenEn kom nu meê naar het slot, waar een
dejeuner klaar staat. Het gebouw is werkelijk nog zoo slecht
niet, als ik het mij had voorgesteld en de vrouw van den
bewaarder heeft beloofd alles voor de ontvangst in orde te hebben
„Maar zal dan de nieuwe eigenaar niet komen vraagde Inka
verward en blozend en streek met de handen, die zij nu eerst
vrij gekregen had, het haar dat ecnigszins in wanorde was geraakt,
uit het voorhoofd.
„Hij is cr al en noodigt ons uit 't ons bij hem zoo aangenaam
mogelijk te maken
„Neen, ik wil hem niet zien!" sprak Inka en de tranen kwamen
haar plotseling in de oogen. „O Percy. hij heeft mij de grootste
vreugde van mijn leven vergald."
„Je meent met Miro von Tellheim te trouwen vraagde de
jongeling, stralend van geluk. „Wie weet of je je nog niet met
den nieuwen eigenaar verzoent. Maak eerst eens kennis met den
man. Hij is nog zoo kwaad niet, geloof ikHier staat hij,
InkaHet is je Percy Papa moest echter een beetje helpen,
anders was het mij nog niet gelukt."
De blik, dien zij nu op den geliefde sloeg, zeide beter dan
duizend woorden, dat er op dit oogenblik op de geheele wijde
wereld geen gelukkiger schepsel was dan de kleine Inka.
De strijd van mevrouw Wolfram tegenover deze feiten was
zwaar maar kort. Toen hare dochter aan den avond van den
zooeven beschreven dag, met tranen van geluk in de oogen, haar
om den hals hing, toen Percy hare handen kuste en Inka her
haaldelijk uitriep „nu eerst kan ik u allen beminnen, want nu
is mijn hart wakker geworden, nu weet ik, hoe weinig liefde ik
tot heden schonk en hoe veel ik geven kan, hoe rijk ik ben aan
liefde 1" toen stierf' het egoïsme een snellen dood en de opofferende,
echte moederliefde, die in het hart van elke vrouw sluimert,
De toestand van den Dierentuin, die een tiental jaren
geleden te Assen door een aantal ingezetenen werd opge
richt en aanvankelijk zeer veel belangstelling trok, is thans
zóó kwijnend, dat in een op 18 dezer te houden vergade
ring der leden een voorstel tot liquidatie zal worden gedaan.
Voor den nieuwen cursus aan de Utrechtsche Univer
siteit hebben zich drie vrouwelijke studenten doen inschrijven
voor de faculteit der geneeskunde.
Als gevolg van de drankwet is het aantal inrichtingen
met „vergunning" hier te lande van 45,000 tot 27,000
verminderd. In 1900 zal dit cijfer moeten zijn ingekrompen
tot 12,000 k 13,000.
De twee kwartjesvinders V. en F. werden door het
Gerechtshof te Amsterdam in hooger beroep ieder tot 2 jaren
gevangenisstraf veroordeeld.
Jl. Maandag is te Amsterdam door de politie gevat
de militair uit Indië, die Zaterdag van eene Suez-boot in
de haven van IJmuiden was ontvlucht.
Zondag a. s. zal de Hoofdcommissie der Tentoonstel
ling van Voedingsmiddelen te Amsterdam op het Marktplein
een volksfeest organiseeren, waarbij allerlei spelen zullen
plaats hebben.
Gelijk men weet, zouden eventuëele baten door de
Commissie voor de Tentoonstelling aan philantrophische
inrichtingen worden overgemaakt. Overeenkomstig dit
beginsel, is dezer dagen aan de Vereeniging „Kindervoeding"
toegezonden de opbrengst van den verkoop van een kalf
en van een varken, door iemand, die onbekend wenscht te
blijven, aan de hoofdcommissie gezonden. De gever had
gewild, dat deze dieren op het terrein, voor behoeftige
kinderen, zouden gereed gemaakt worden, maar daar dit niet
wel mogelijk was, werd besloten de waarde der dieren aan
genoemde Vereeniging uit te keeren.
Men zal na moeilijk meer kunnen beweren, dat de ten
toonstelling niet van philantrophischen aard is geweest!
Men moet wel met hart en ziel van wedstrijden
houden, om pleizier te hebben in een wedstrijd in het
tollen, zooals er een te Woensei gehouden is, die drie en
kwam aan het licht.
Wolfram zorgde voor de mededeeling van het gebeurde aan de
familie von Tellheim cn Miro gaf hem de verzekering, dat hij
volkomen vrede had met deze oplossing der zaak, daar Inka's
wensch om het huwelijk uit te stellen, totdat zijne opera gereed
was, een zeer ongunstigen invloed op zijn werk had gehad. Een
kunstenaar, en in 't bijzonder een musicus zooals hij, moest steeds
vrij van alle beslommeringen kunnen arbeiden, als het werk iets
grootsch zon worden. Een klein uitspanningsreisje, zou, meende
hij, den overgang tot een vriendschappelijken omgang met de
familie Wolfram kunnen bevorderen en tevens had hij plan een
dor talryke betrekkingen als directeur van een muziekkorps, die
hem aangeboden, ja opgedrongen werden, aan te nemen. Op de
meest kiesche wyze stelde Wolfram hem de middelen ter beschikking
voor het reisje, dat hij dan ook in de uiterste vroolijkheid onder
nam. Het gezicht van Seraphine straalde van blijdschap bij
deze wending der zaken en het viel haar gemakkelijk, haar stief
zuster te overtuigen van het geluk, dat deze ongepaste verbintenis
van het genie met de onbeschaafde, prozaïsche, kleinsteedsche
Inka verbroken wasvoor een Miro von Tellheim stond de
geheele vrouwenwereld open. De oude Sabine was [den
geheelen dag in de keuken met haar ruwe stem aan 't zingen
en liep midden uit baar werk weg, om het jonge bruidje aan den
overkant met den flinken vrijer, „dien zij altijd zoo gaarne had
mogen lijden," zooals zij zich uitdrukte, geluk te wensehen. Het
geheele stadje meende natuurlijk reeds lang iets vermoed te hebben
terwijl in werkelijkheid allen stom van verbazing waren en
op iedere koffievisite de brandende vraag werd behandeld, of de
partij met het genie en familie-ideaal niet veel schitterender
geweest zou zijn dan die met een jongmensch, van wien niemand
eigenlijk iets afwist. Miro zelf fluisterde bij zijn vertrek
zijne moeder in het oor„wees maar gerust, ik zal u een buiten-
landsche schoondochter meêbrcngcn een allerliefste, rijke
brunette, die sedert lang doodelijk verliefd op mij is. Maar zeg
er Seraphine geen woord vanIk behoef nog alleen de toestem
ming van haar mama te vragen. Ik zal beide dames hier dadelijk
te logeeren brengen denk er dus eens over na en bespreek eens
met Sabine, hoe u dat kunt inrichten. Zij moeten natuurlijk
in het hotel logeeren, maar zullen overigens den geheelen dag
bij u zijn. Tot weerziens dus lieve moeder
Het eerste bezoek, dat de gelukkige verloofden maakten, was
bij broeder en zuster in de pastorie. Evenals na Percy's twist
met Miro gingen zy hierheen, maar' ditmaal hand aan hand.
De klank van verschillende stemmen kwam hun te gemoet
het was alsof zy snikken en lachen door elkander hoorden, toen
zy den drempel overschreden. Maar wat was dat? Daar stond
de bekende huisdokter, maar alsof hij jaren jonger was geworden.
Het haar was borsteliger dan ooit, de wangen rood en zijn gansche
gezicht verhelderd door den zonneschijn van een gelukkigen glimlach
hij hield de hand van Josepha vast, die tegen den schouder van
haar broeder leunde. De pastoor, zelf diepbewogen, had het
gelaat over zijne zuster gebogen. Het portret van Cleopatra
stond op tafel, met takken vol bloesems bekranst.
„Zie toch, josepha," riep de dokter met de zachtste uitdrukking,
die hij aan zijn ruwe stem kon geven, „daar is nog een bruids
paar; je meende, dat wij de eenigen in de wereld waren, die zoo
dwaas waren, ons te verloven."
Josepha hief langzaam het beschroomde gelaat op en Inka
om den hals vallend, snikte zij: „Myn broeder wilde zijn grootste
schat, zijn Cleopatra verkoopen aan mijn," hier hield zij stil
„aan mijn trouwen vriend hier, om ons kinderhospitaal te
kunnen behouden; het kon anders niet langer.... cn toen kon ik