WIJNHANDEL
W. JAGER GERLINGS,
Keizerstraat, nabij 't Heldersche Kanaal,
J. E. DE JONGH, Agent.
Thieme's Muziek-Bibliotheek.
THIEME's Bock- en Mnzielcbandel te Zntpta.
AMSTERDAMSCHE COURANT.
HOLLOWAY'S PILLEN.
Notaris BACKX,
Verkoophuis „DE RQQDE KOUS".
In verschillende houtsoorten,
ook met marmer en koper gemonteerd,
voorbanden:
Aanschroef tafeltjes,
Albumtafels,
JAOQUES VAN R0SENDAEL.
van
(firma J. H. ENSCHEDÉ)
te HAABLEM.
Depót te Helder:
W, GOEDKOOPSTE PIANOMUZIEK. "DB
KV Één Gulden per deel.
Deel 11. (niet moeielijk.) Deel 16. (niet moeielijk.)
Millöcker, Carlotta-Walzer.
Richards, En Absence. Romance,
ij Rixner, Landjügermarsch.
I Millöcker. Kosackenrilt. Galop.
Mnrcailhou, Indiana. Valse.
J Richards, Marie. Nocturne.
P Lefe'bure-Wély.La Retraite Militaire.
Caprice.
Deel 12. (gemakkelijk.)
(voor Piano gearrangeerd door Krug).
5 Abt, Gute Nacht du meiu herziges
Kind.
P Gounod, Marsch ans Faust.
n Meudelssohn, Es ist bestimmt in
Gottes Rath.
Verdi.Miserèreans „der Troubadour."
jj Gumbert, O bitt euch liebe Vögelein.
i Gumbert, Das theure Yaterhaus.
D Der Tyroler und sein Kind.
5 Flotow, Martha.
Deel 13. (niet moeielijk.)
Wallerstein, Jahrmarkts Polka.
Stern, The Musical Box. Plaisanterie
musicale.
Reissiger, Feënreigen-Walzer.
Lanner, Grossmüttercben. Landler.
Langer, Grossvaterchen. Landler.
Wallerstein, Jenny Lind's Polka.
Arditi, II Bacio. Walzer.
Die letzten Walzer eines Wahnsiu-
Deel 14. (niet moeielijk.)
Lange, Zitherkliinge. Lündliches
i Toubild.
Krug, Ein Tag in den Tyroler Alpen.
Romantisches Tonstück.
Jungmann, Heimweh. Melodie.
Lefebure-Wély, les Cloches du Mo-
nastère. Nocturne.
Kuhe, Home sweet Home.
Lange, Blumenlied. Melodie.
Deel 15. (niet moeielijk.)
Strauss, Zigeunerbaron-Quadrille.
Strauss, Kriegsabeuteuer. Schnell
Polka.
Strauss, Schatz-Walzer.
Millöcker, Schitfsjungeu-Marscb.
Millöcker, Posicriptum. Polka-Ma-
znrka.
Elk deel bevat gemiddeld 40 bladzijden en is met prachtige jj
noten zeer duidelijk op zwaar papier gedrukt.
Muziekliefhebbers mogen niet verzuimen kennis te maken j
met deze bijzonder goedkoope en nette uitgaaf van de
meest gezochte Pianomuziek.
Elk deel is voor slechts één gulden afzonderlijk ver- f
krijgbaar bij alle Boek- en Muziekhandelaren. Naar plaatsen j
waar dezen niet gevestigd zijn geschiedt de toezending na
ontvangst van postwissel (waarop de verlangde deelen aan te jj
genen) onmiddellijk en franco door
Strauss, Brautschau. Polka.
Strauss, Einzugsmarsch.
Millöcker, Ein lieber Schatz. Polka jj
fran^aise.
Millöcker, Gilda-Walzer.
Genée, Nauon-Quadrille.
Deel 17. (middelzwaar.)
Pauer, La Cascade. Morceau de
Concert.
Leybach, Les Rameanx. Fantaisie ff
brillante.
SidneySmitb,DerFreischütz. Grande jj
Fantaisie de Concert.
Deel 18. (middelzwaar.)
Reinecke, Ein Tanzchen. Ans „Der
Jugendzeit".
Niels W. Gade, Novellette. Ans jj
„Aquarellen".
Schumann, Impromptu. Aus Bilder
aus Osteu".
Beethoven, Türkischer Marsch. Aus jj
„Die Ruinen von Athen".
Niels W. Gade, Miguon. Aus „Phau- <j
tasiestücke".
Chopin, Trauermarsch.
Jadassohu, Elsa's Traum. Aus j
„Lohengrin*.
SchumaDn, Aufschwung. Aus„Phan- G
tasiestfleke".
Moszkowski, Albumblatt.
Deel 19. (niet moeielijk.)
Krng, Abendgebet. Religiöses Ton- jj
stück.
Oesteu, Alpengliiben. Idylle.
Lange, Der Neugierige.
Mendelssohn, „Tcb wollt' meine J|
Lieb' ergösse sich".
Richards, Des Wanderer's Traum. ff
Romance.
Wallace, La Petite. Polka de Concert.
Badarzewska, LaPrièred'uneVierge. jj
Richards, En Absence. Romance.
Deel 20. (middelzwaar.)
Willmers, TJn jour d'été en Norvège.
Grande Fantaisie.
Scharwenka, PolniscbeNationaltanz.
Hiller, Gesang der Nixen. Aus ff
„Loreley" vou Reinecke.
Jadassohn, Salonstück.
Reinecke, Widmnng. Aus „Der g
Jugendzeit".
Tschaïkowsky, Rêverie du Soir.
NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD.
Verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en feostdagen.
De Amsterdamsche Courant zal na nauwgezette
keuze de belangrijkste en belangwekkendste gebeurtenissen
van den dag mededeelen.
De Amsterdamsche Courant is bet goedkoopste
Dagblad van Nederland. Voor Amsterdam per
3 maanden 1.50, franco per post f 1.80.
Niemand kan door den prijs worden afgeschrikt onze
Courant iederen dag alleen of met een vriend gesamen lijk
te ontvangen.
Abonnementen worden dagelijks aangenomen.
Bureau: Lokaal „De Brakke Grond," Nes 53.
Bevredigende uitkomsten. Als het bloed vuil-, de
maag in wanorde is of de ingewanden onregelmatig werken,
blijken deze Pillen onfeilbare geneesmiddelen te zijn. Velen,
die jarenlang geleden hadden, hoewel zij de beste genees
kundige hulp hadden ingeroepen, getuigden menigmaal, dat
zij de uitwerking, die de medicijnen op hen hadden, niet
konden beschrijven. Zij dreven meer gal af en maakten
dat zij zich luchtiger en opgeruimder gevoelden, dan bij
al de medicijnen, die zij vroeger hadden ingenomen. Hol-
loway's Pillen versterken de maag, voorkomen galachtig
heid, zuiveren het bloed, wekken den geest op en geven
veerkracht aan lichaam en geest. In ziekten van het hoofd,
het hart en de nieren zijn deze Pillen onschatbaar, niet
alleen in het verwijderen van gevaarlijke kenteekenen,
maar ook in het afweren van de verschrikkelijke uitwerk
selen, die dikwijls het gevolg zijn van eene verkeerde
behandeling.
Doosjes PILLEN en Potjes ZALF
f 0.80, f 1.85, f 3.—, f 6.75, f 13.50 en f 20.50.
Ze worden verkocht bij de Apothekers.
Veor den verkoop in het groot vervoege men zich bij
den Professor Hqlloway, 533, Oxford-Street, Londen.
gevestigd te Wieringerwaard,
zal publiek verknopen, op 28 KOVCillBEit
1887, des avonds 6 uur, in het Logement
„het Schippershuis",
te Hypolitushoef op Wieringen:
Eene flinke nieuwgebouwde HUISMANS-
WONING, waarin ruime Hooiberging en
Stalling, met verdere GETIMMERTEN. ERF
diverse perceelen WEI- en BOUWLAND,
staande en gelegen te Wicringeu,
kadaster Sectie C, Nos. 2630, 2741, 2742,
A, Nos. 430, 432, 938 en B, N". 80, samen groot 2
hectaren, 29 aren, 10 centiaren.
Eigendom van den Heer PIETER DE VRIES Junior.
Landerijen dadelijk en Gebouwen 1 Mei 1888 te
aanvaarden.
Uitvoerig b ij biljetten.
Bloemt af els,
Boekentafels,
Cr edencetafeltjes,
D a m es werkt a fe l s,
Dientafels,
Etaffèretafels,
Hoekt afe Itj es,
Kleptafels,
Leestafels,
Mackarttaf els,
Muziektafels,
Penanttafeltjes,
Rooktafels,
Salon tafeltjes,
Schaaktafels,
Theetafels,
Toilettafels en
Waschtafels.
H. XV. KT..
Gewone Vergadering, op Vrijdag 2 December
1887, in het lokaal „Tivoli".
Het Bestuur.
VRAGEN VAN DEN DAG.
Populair Tijdschrift, onder hoofdredactie van Dr. II. Blink.
Inhoud van de elfde aflevering:
1. Prof. Adolf Mayer, Bijdragen tot het vraagstuk der
bescherming vooral der landbouwnijverheid.
2. Dr. G. Schouten, Een blik in het verleden en de toe
komst van onze aarde en haar wachter.
3. De roode kleur der ondergaande zon, het avondrood en
het Alpengloeien.
4. Iets uit de geschiedenis en het gebruik der petroleum.
5. Vraagbus.
6. Geschiedenis van de maand. A. Binnenland. B. Buitenland.
7. Alphonsus, Graaf Leo N. Tolstoï.
Arrondissement s-R echtbank.
Behandeling van strafzaken op 15 November 1887.
J. J., te Helder, mishandeling enz., 6 dagen hechtenis
en 14 dagen gevangenisstraf.
L. Z., te 's Gravenhage, wederspannigheid, 14 dagen
gevangenisstraf.
T. W. en C. A., te Hensbroek, mishandeling, f 10 boete,
subsidiair 5 dagen hechtenis.
M. L. V., wed. H. B., te Alkmaar, beleediging, f 12
boete, subsidiair 4 dagen hechtenis.
J. K. en C. V., te Midwoud, verduistering van goederen,
de eerste 1 maand gevangenisstraf, de tweede f 5 boete,
subsidiair 2 dagen hechtenis.
J. v. d. H., te Sloten, verduistering van goederen, 2
maanden gevangenisstraf.
C. L., te "VVognum, verbreking van sluiting, 7 dagen
ge vangen isstra f
J. S. L., te Opmeer, vernieling van goederen, f 50 boete,
subsidiair 12 dagen hechtenis.
W. P., te Berkhout,- mishandeling, 8 dagen gevange
nisstraf.
J. A., te Berkhout, mishandeling, f 15 boete, subsidiair
7 dagen hechtenis.
T. F. en H. J., te Amsterdam, mishandeling, de eerste
7 dagen gevangenisstraf, de tweede f 5 boete, subsidiair 2
dagen gevangenisstraf.
Voorts werden 11 bedelaars tot verschillende straffen
veroordeeld.
Een Rotterdamsch straatfiguur. Een leeftijd
duidt haar uiterlijk niet aan. Misschien is zij 35 jaar,
misschien ook 50alleen hare geboorte-acte zou zulks
kunnen uitwijzen, en die heb ik niet onder de oogen gehad.
Evenmin valt uit hare gelaatstrekken te ontdekken, of zij
ooit schoon is geweest, maar niets is er op haar gelaat,
dat dit onmogelijk maakt. Alleen is het thans niet schoon.
De trekken zijn verwrongen, de huid is grauw, groezelig
en vuil, de neus rood als een vuurbaak, de half dichtge
knepen oogen hebben eene uitdrukking als die van een
onwijs mensch.
Haar toilet vertoont een beeld van jammerlijk verval.
Eene japon, waarvan de kleur niet meer te herkennen is,
deels gevolg van ouderdom, deels van vuilheid. Met die
japon heeft zij herhaaldelijk in de modder gelegen. Eindelijk
is de japon geen japon, maar slechts een fragment daarvan,
namelijk een op vele plaatsen gescheurde rok, die zóó
flodderig om hare beenen hangt, dat er blijkbaar geen
ander kleedingstuk onder zit. Het bovenlijf is bedekt met
eene soort van pellerientje van vaal-groene kleur, dat van
voren openhangt en den toeschouwer vergunt, een blik te
werpen op een vuil en vies gescheurd hemd. Op het hoofd
draagt zij een klein hoedje, waarvan het model tengevolge
van de deuken van het noodlot onkenbaar is geworden.
Van onder dat hoedje hangen eenige korte haren over
haar gelaat, die zij van tijd tot tijd wegstrijkt. Gewoonlijk
heeft zij, al is het laat in den avond, eene dichtgevouwen
parasol in de hand, althans iets, dat in lang vervlogen tijden
op den naam van parasol aanspraak had.
Aldus kon men deze beruchte Rotterdamsche straatfiguur,
algemeen bekend onder den naam „piano-juffrouw", des
avonds tusschen 11 en 12 ure op de Hoogstraat aantreffen.
Soms vond men haar, tegen een huis geleund staan, schrei
ende. Plaagzieke jongens hadden haar moedwillig laten
struikelen, om, als zij daar in de modder lag, zich met
haar vroolijk te maken. Eenige lustige koffiehuisgangers,
op weg naar huis, verzamelden zich dan rondom haar en
kozen haar tot mikpunt var. hun gewoonlijk niet zeer kiesch
of wellevend vernuft. De vrouw ging steeds voort met
schreien, en herhaalde door hare tranen heen telkens opnieuw
het verhaal van de ondeugende jongens, die haar voor
dronken hadden aangezien. Ze was niet dronken; ze was
eene fatsoenlijke vrouw, en wilde er natuurlijk den naam
niet van hebben, dat ze dronken was. „Maar ga dan
naar huis!"Naar huis? Neen, ze ging naar de Zandstraat;
daar moest ze van nacht spelen, hoe zou cr anders gedanst
kunnen worden? //Mag ik het plezier hebben je te
geleiden vraagt er dan spottend een uit den hoop. „Aan
stonds komt er een klabak, die gewoon is haar cavalier te
zijnroept een ander. Op het woord „klabak" kijkt de
piano-juffrouw verschrikt op. „Nee, nee!" roept ze met
een heftig gebaar, „ik wil niet naar de Pauwesteeg!" En
dan doet ze eene wanhopige poging om zich weg te spoeden.
Maar het loopen valt haar moeilijk, en telkens zwaait zij
tegen een huis aan. Inmiddels is het aantal toeschouwers
toegenomen; eene luidruchtige vroolijkheid omringt het
rampzalig schepsel. Eindelijk komen er een paar politie
agenten op het gerucht af, voor wie de vrouw blijkbaar
een oude bekende is. Maar nauwelijks heeft zij de blin
kende helmen in het gezicht gekregen, of zij gilt het uit:
„Nee, nee! niet naar de Pauwesteeg! niet naar de Pauwe
steeg!" En angstig gillend en misbaar makende, wil ze
de agenten ontvluchten naar de overzijde der straat. Zulk
een vlugge flankbeweging kunnen echter hare beenen niet
uitvoeren: zij slaat tegen den grond. De agenten richten
haar op, en onder een hoeratje van de omstanders, afge
wisseld door de wanhoopskreten der vrouw, wordt dan de
tocht naar het politie-bureau aanvaard.
Ook gebeurde het, dat men haar des avonds laat of in
den voornacht op een stoep vond zitten, met een apothe-
kers-fleschje naast zich, waarin nog een klein restant
jenever was. Tot dien laatsten teug had zij het niet meer
kunnen brengen, maar het fleschje was dan ook herhaal
delijk gevuld geweest. Ineengezakt zat ze daar, met de
armen machteloos langs het lichaam, den blik als wezenloos
voor zich uit gericht. Te vergeefs sprak men haar toe:
zij scheen het niet te liooren; zij keek zelfs niet op. Weder
verzamelde zich van lieverlede een klein publiek om haar
heen, en weder waren er daaronder, die zich zeiven en
anderen vermaakten met hunne kwinkslagen. Maar zij
hadden er ditmaal geen voldoening van, want de vrouw
antwoordde niet. Nu zelfs geen tranen en snikken, als
anders, wanneer zij geplaagd werd. Roerloos bleef zij daar
zitten, en als ten slotte een paar politie-agenten haar op
namen, om haar tusschen zich in naar het politie-bureau
te brengen, dan bleken hare voeten de kracht niet te hebben
om zich te verzetten. Er werd dan een handwagen ge
haald, de vrouw werd daarop gelegd, en weder onder
escorte van een vroolijk en spottend publiek had het
transport naar de politiewacht plaats. Dan gebeurde het
soms, dat de vrouw onderweg plotseling tot bewustzijn
kwam, zich trachtte op te richten en met eene gillende
stem riep: „mijn fleschje! mijn fleschje!" Een ruw ant
woord van een der agenten zoekt haar tot bedaren te
brengen. Het bewustzijn der vrouw wordt levendiger, en
steeds op smartelijken toon roepende om hare flesch, doet
zij wanhopige pogingen om van den wagen te komen....
En de geschiedenis dezer rampzalige vrouw? Het is
weder de eeuwige oude geschiedenis, die altijd nieuw blijft
en die onder eindelooze variatiën zich dagelijks herhaalt.
Het gebeurt niet zelden, dat men de vrouw in hare dronken
schap een naam hoort noemen, nu eens op teederen toon,
dan weder op een toon van afschuw. Karei moet hij
geheeten hebben, de man, die luchthartig en zonder na
denken dit menschelijk wezen, dat hij liefde en trouw
zwoer, tot een ellendig en afzichtelijk voorwerp van den
spot van anderen heeft gemaakt, nadat voor haar een lang
leven van dagelijksche zielesmart was voorafgegaan. „Karei"
in dien naam lag eenmaal voor haar eene wereld van
aardsche zaligheid opgesloten. Zij was jong, misschien
schoon; zij had talent, zij was kunstenareshet menschelijk
leven was voor haar poëzie, en geen andere gedachte dan
die aan eindelooze liefde, aan geluk en zielsweelde rees
ooit bij haar op. „Karei" die naam is voor haar ge
worden eene herinnering aan nameloos lijden, aan verloren
eer, aan misleiding, aan gruwelijke wreedheid, aan moeder
vreugde die eene schande was, aan verlatenheid, armoede
en ellende.
Het lustige, vroolijke straatpubliek, dat zich luidruchtig
vermaakt met dit diepgezonken wezen, dat in dronkenschap
vergetelheid zoekt; het publiek dat zijn spotlust aange
wakkerd ziet, zoo dikwijls een mannennaam op hare lippen
het geheim van haar leven en van haar lijden verraadt,
het zou ook geen mededoogen toonen, wanneer het den
sluier van dat geheim verder opgeheven zag. Wat verdient
ook die dronken todde mededoogen!
Men ziet thans de „piano-juffrouw* niet meer. Naar ik
hoor zit zij op „de Schans", als zoo menige straatfiguur
van gelijke beruchtheid. Maar als zij straks onder ons
terugkeert, dan zal de oude hartstocht voor den drank
zich opnieuw van haar meester maken, zooals hij terug
keerde na elk vonnis, dat deze uitgestootene der samen
leving reeds onderging. (U. D.)
Snelpersdruk van A. A. Bakker Cz., Nieuwediep.