van een goed gebraden biefstuk gelijkt. Men inoet den champignon inzamelen wanneer hij nog jong en versch is. Het Hoofdbestuur der Hollandsche Maatschappij van Landbouw zal eene hengstenkeuring houden, met mede werking van het Bestuur der afdeeling Haarlem en om streken, op Woensdag 14 Maart 1888, te Haarlem. Dooi den Minister van Oorlog is daarvoor één prijs van f 500 toegestaan. Als voorwaarde is gesteld dat de hengsten geschikt moeten zijn tot het voortbrengen van paarden voor de remonte. De prijs zal worden uitgereikt wanneer de hengst gedurende een jaar in Noord- of Zuidholland ter dekking beschikbaar is geweest. Door de afdeeling Haarlem en omstreken wordt f 250 bij den prijs gevoegd, op voorwaarde dat de hengst gedurende 1888 beschikbaar blijve binnen den kring der afdeeling 's Hage. Men schrijft ons uit Alkmaar, dd. 7 dezer: „De Gemeenteraad benoemde heden tot onderwijzer aan de tweede openbare tusschenschool de heer C. Diepsmeer, te Oterleek. Mede stelde de Raad' de jaarwedde van den te benoemen gemeente-architect vast op eene som van f 2000, zonder vrije woning en onder voorwaarde, dat hij geen particulier werk mag uitvoeren.' Te Alkmaar zullen in de zoogenaamde stille zes weken, van 25 December tot 2 Februari, waarin vroeger geen kaasmarkten werden gehouden, nu toch twee kaas markten plaats hebben, en wel op 6 en 20 Januari a. s. Te Hoorn is een Yereeniging tot stand gekomen tot het „conserveeren en exporteeren van melk,' en werd tot directeur benoemd de heer D. Tool. Te Nieuwe Pekela loopen thans eene koe en een kalf in de weide, waarover sinds anderhalf jaar geproce deerd wordt. Het geldt hierbij niet de vraag aan wien de beide dieren toebehooren, maar aan wien zij niet toebe- hooren, daar geen der betrokkenen de dieren als zijn eigendom erkennen wil. De koe is voor ruim anderhalf jaar als vette koe aangekocht door twee handelaren in vet vee. Deze brachten de koe te Amsterdam ter markt, doch later bleek, dat het dier een kalf zou ter wereld brengen. De landbouwer, die haar verkocht had, weigerde haar terug te nemen, te meer nog, daar van hem de kosten van ver voer naar Amsterdam en terug werden gevorderd. Nu ontstond eene procedure, en de koe wordt thans met het inmiddels geboren kalf onderhouden op kosten van dengeen, die de procedure, welke nog niet ten einde is, zal verliezen. Kiesvereeniging „Helder." Vergadering, gehouden op Woensdag 7 December 1887, in een der lokalen van de Sociëteit /Eensgezindheid.' Na de opening der bijeenkomst, waarbij herinnerd werd aan het tot stand brengen der Grondwets-herziening, werden de notulen der vorige vergadering voorgelezen en goedgekeurd. Aan de orde werd gesteld eene wijziging der in eene vorige vergadering vastgestelde Statuten. Deze wijziging bedoelde het weglaten in art. 2 van de keuze van Candidaten voor de Tweede Kamer der Staten-Generaal. De Voorzitter stelde, namens het Bestuur, voor, deze werkzaamheid in het vervolg niet meer te beschouwen als te behooren tot de werkzaamheid van deze Kies vereeniging, maar die over te laten aan eene te stichten Centrale Liberale Kiesvereeniging in dit hoofdkiesdistrict. De bespreking van dit onderwerp werd door den Vice-Voorzitter, den heer Van Voornveld, ingeleid. Spreker wees op do voordcelen, die hierdoor zouden ontstaan, met het oog op de eendrachtige samen werking der liberale kiezers, ook in de andere gemeenten van dit district. Onderscheidene sprekers voerden over dit onder werp het woord. Eenigen ontwikkelden het plan, om de kiezers in de buitengemeenten als buitengewone leden in deze Vereeni ging op te nemen, of deze Vereeniging tot Centrale Vereeniging te verheffen, met afdeelingen in de overige plaatsen van dit hoofdkies district. Op practische gronden werden deze denkbeelden door andere sprekers, inzonderheid door leden des Bestuurs, bestreden. Te midden der discussie werd door den Voorzitter voorgesteld, de verdere behandeling van 't voorstel des Bestuurs tot wijziging van art. 2 der Statuten te verdagen tot nh de bijeenkomst tot stichting eener Centrale Liberale Kiesvereeniging, te houden in het lokaal „Tivoli" alhier, op Zondag 18 dezer. Dit voorstel vond zoowel bestryding als verdediging en werd ten slotte bij meerderheid van stemmen aangenomen. De Vergadering werd hierop door den Voorzitter voor gesloten verklaard. Gemeenteraad van Zijpe. Zitting van Dinsdag 6 December 1887. Afwezig met kennisgeving de heer G. Nobel. Na de opening der vergadering, lezing en goedkeuring van de vrienden schudden het hoofd en enkele goede kennissen waar schuwden mij of deden mij verwijten. Onder dezen allereerst Vigor. «Wat beduidt die vriendschap met dien ouden schavuit Chesham?" vroeg hij mij. „Houdt gij dan niet van hem?" „Houden, Philip. Ik schaam mij over je. Hij behoort tot die lieden, voor wie fatsoenlijke mannen en vrouwen als voor slangen terugdeinzen." „Slangen bezitten het vermogen om menschen te betooveren." „Ja, lafaards en laaghartigen. Maar gij schijnt niet bang te zijn voor het oordeel der wereld, anders zoudt gij dat kruipdier uw vriend niet noemen." „Zacht wat! Ik heb hem niet mijn vriend genoemd." „Maar ge zijt den geheelen dag om en bij hem. Ge spreekt met hem, ge luistert naar zijn gemeene verhalen en schynt daar zelfs vermaak in te vinden. Ik heb u samen gezien en gehoord." „Gij luistert ook met belangstelling, als hij zit te vertellen." „Ja, ik luister en verbaas mij dat er zulke schepsels bestaan, maar nog moer dat zij, door mannen als Philip Norris, op de handen gedragen worden." „Waarom doet ge dit?" ging hij voort. „Misschien hebt ge het er op gezet, het geld terug te winnen, dat ge twee jaren geleden aan hem verloren hebt." „Niemand verliest zulk een greote som, zonder een poging te doen, haar terug te winnen," zeide ik, blijde dat Vigor een ver klaring had geopperd. „Hij zal je ruïneeren, Philip. Ik begrijp niet hoe gy, jonge heethoofden, u verbeelden kunt, dat ge tegen zulk een ouden, geroutineerden speler zijt opgewassen; een speler, die sedert jaren leeft van zwendelen en van het geld dat hy u, dwazen, afzet." „Gij gebruikt harde woorden, Vigor." „Vergeefmij het woord „dwaas" behoeft ge niet op uzelven toe te passen. Maar ik vraag nogeens, waarom zijt ge zoo intiem met hem? Want omdat ge den moed hebt met hem te spelen en verwacht dat ge uw verloren geld zult terugwinnen, behoeft ge nog niet zoo vriendschappelijk met hem om te gaan. Chesham is een kerel, die, al schoptet ge hem iederen morgen van de trap, toch, als hij wist dat er geld aan u te vedienen was, eiken avond notulen der vorige zitting, worden de werkzaamheden aangevaugen met het behandelen van het in de vorige vergadering ingekomen en aangehouden adres van den heer S. Bregman, te Scliagerbrug, om benoemd te mogen worden tot makelaar. Redenen vau aan houden waren, dat men eerst een onderzoek wilde instellen nnar de hiervoor gestelde eischen en in welk vak adressant als makelaar zou willen optreden. Bij monde van den Secretaris werd een onderhoud met adressant medegedeeld, waarna de heer S. Bregman, ondanks eenige beden kingen van de zijde des hceren Schuit, met algemeenc stemmen werd benoemd tot makelaar in waren, koopmanschappen en assurantiën. Tot regent van 't Algemeen Armbestuur werd herbenoemd de heer G. Nieuwland. Tot regent en regentes van 't Weeshuis werden herbenoemd de heer A. Schermer en mej. E. De WitHarp. Op de voordracht kwamen mede voorde heer K. Francis en mej. BestDe Graaf. Op voorstel van B. en W. werd met algemeene stemmen besloten, voor de algemeene armen weder een Nienwjaarscollecte te houden, 'en in verband hiermede het bedelen (Nieuwjaar- wenschen) aan de huizen te verbieden. Tot nienw lid der Com missie werd benoemd de heer P. Zeeman. Alsnu werd gelezen een adres van mej. T. Bossen, onderwijzeres in de nuttige handwerken aan do school tc Schagerbrug, die wegens huwelijk ontslag nit hare betrekking verzoekt met 1 Januari e. k. Met algemeene stemmen wordt dit ontslag eervol verleend. Naar aanleiding van dit ontslag vraagt de heer Kaan of het Dagelijksch Bestuur denkt spoedig een oproeping te doen, om in deze vacature te voorzien. De Voorzitter antwoordt, dat men provisioneel hiermede wil wachten. Na voorlezing van een ingekomen adres van het Bestuur van het Algemeen Weeshuis, waarin dank wordt gezegd voor de ontvangen goederen van liet handwerken-onderwijs, sluit de Voor zitter de vergadering om in geheime zitting over tc gaan ter behandeling van eene reclame hoofdelijken omslag. Gemeenteraad van Schagen. Zitting van Woensdag 7 December 1887. In deze zitting werd, na voorlezing en goedkeuring van de notulen der vorige vergadering, mededeeling gedaau van: a. b. e. en d. Missives van HH. Gedeputeerde Staten dezer provincie, waarbij goedgekeurd waren teruggezonden de Raads besluiten tot het aangaan eener geldleening, groot f 47,700, tot ruiling van grond met den heer D. Koning aan het gehucht „Tjaarsdorp", de begrooting voor het volgend- en de suppletoire kohieren voor hoofdelijken omslag en de belasting op de honden, betrekkelijk het loopende dienstjaar. e. Missive van het Bestuur der Departementale Spaarbank te Beverwijk, waarbij dit kennis geeft, genoegen te nemen met de geheele aflossing op ultimo December van het restant der indertijd met genoemde instelling door de gemeente aangegane geldleening. f. van den aan de gemeenteschool benoemden onderwijzer F. Van der Werf, te Leeuwarden, waarbij deze bericht, alhier in functie te zullen treden 1 Januari a. s. Welke missives voor kennisgeving worden aangenomen. Daarna werd gelezen het concept voor de acte, betrekkelijk de evenvermelde, met de Maatschappij voor Gemeentecrediet te Amsterdam te sluiten geldleening, welk concept onveranderd werd goedgekeurd. Eveneens werd vervolgens onveranderd vastgesteld de door B. en W. opgemaakte suppletoire begrooting, betrekkelijk het aangaan dier leening, en de met het bedrag daarvan te doene aflossing der bestaande restantleeningen, en welke begrooting was opgemaakt in ontvang en uitgaaf beidé tot een bedrag van f 47,700. Alsnu volgde de benoeming van een lid der vaste Commissie voor het Rietbosch der gemeente, wegens periodieke aftreding als zoodanig van den heer W. Kooy, welke werd herkozen met tien van de elf uitgebrachte stemmen. Met algemeene stemmen werd daarna, conform het voorstel van B. en W., besloten, aan de drie Rijksveldwachters, die bij gelegenheid der onlangs gehouden venlenmarkt de gemeentu-politie hebben geadsisteerd, deswege de gewone gratificatie van f 2.50 per hoofd te verldenen. Op voorstel des Voorzitters werd daarna bepaald, dat de gewone jaarlijksche verpachtingen van marktgelden en riet- en grasgewas zullen worden gehouden op Donderdag 22 dezer, terwijl aan de bestaande voorwaarden dier verpachtingen zal worden toegevoegd, dat de pachters van de belasting op de schapenhokken verplicht zullen zijn, bij de hokken, die 's avonds vóór den marktdag worden gezet, des nachts licht te doen branden, telkens wanneer zulks door den marktmeester zal worden bevolen, en ter plaatse door deze aan te wijzen. Met betrekking tot de rietverpachting werden B. en W. gemachtigd, ter voorkoming van combinatiën ten nadeele der gemeente, door do verschillende pachters, om, wanneer de prijzen kennelijk werden gedrukt, al het riet voor rekening der gemeente op te houden. Bij de nu volgende rondvraag lokte de opmerking van den heer Hazeu, dat de nachtwacht zijn plicht niet naar behooren schijnt te vervullen, eene langdurige bespreking uit over het naar het oordeel van sommige leden onvoldoende van het personeel, zoo voor de nachtelijke veiligheid, als voor den dagelijkschen politie dienst. Het resultaat dier bespreking was de opdracht aan den Voorzitter, om nachtwacht en gemeente-veldwachter beiden na- met u zou spelen." Daar Chesham's wraakzuchtig karakter my bekend was, be twijfelde ik de waarheid van die bewering. „Hoor eens, Philip," hernam hij, na een oogenblik van stil zwijgen, toen hij bemerkte dat ik geen antwoord gaf. „Ik ben niet. van plan, een van mijn beste vrienden door dien Chesham in zijn verderf te zien loopen. Ik heb gehoord waar ge met hem gezien zijt. Ik zal er met Rothwell over spreken. Die heeft meer invloed op u dan ik." Ik maakte hiertegen geen bezwaar en ik hond mij overtuigd dat Vigor aan zijn voornemen gevolg heeft gegeven. Onder vele andere vermaningen, kreeg ik er ook een van Stanton. Zijne waarschuwingen wekten onwillekeurig mijn lachlust, daar hij geen persoon was in wiens voetstappen een jongmensch met vertrouwen treden kon. „Luister eens, Philip," zeide hij op zekeren dag, onheilspellend zijn hoofd schuddende, „dat gaat niet." „Wat gaat niet?" „Kijk eens hier. Een paar jaar geleden waart ge nog een onschul dige jongen, die aan het strand schelpen zocht en zee-anomoncn plukte; een jongen, die een kleur kreeg als een vrouw tot hem sprak en die geen ruiten van harten kon onderscheiden. En nu zijt gij koek en ei met den grootsten schelm uit Londen. Dat gaat niet, kapitein Philip." „Ik zon denken dat ik even goed met Chesham mag omgaan als gij en anderen." „Hij is slecht gezelschap voor je, Philip. Wij gaan met hem om, in zoover dat wij den kerel niet voorbijloopen, maar wij nemen hem niet in ons vertrouwen. Ik ben benieuwd te weten wat Valentijn van je nieuwen vriend zegt." „Valentijn kiest mijn vrienden niet voor mij." „Het zou veel beter wezen als hij zulks deed. Valentijn is in vele dingen onbedachtzaam en lichtzinnig, maar hij verstaat de kunst van vrienden te kiezen. Ik zal er met Rothwell over spreken. Hij haat Chesham en heeft u lief als zijn kind." Weinig dacht hij, dat alleen Rothwell's verzekering, dat alle middelen, uitgenomen misdaad, geoorloofd waren Chesham de waarheid te ontwringen, mij moed gaf te volharden in het werk, dat ik ondernomen had en mij niet aan het oordeel der wereld te storen. (Wordt vervolgd.) drukkelijk aan te manen tot betere plichtsbetrachting. De Voor zitter, toezegging doende aan dien opdracht gevolg te zullen geven, wees er echter op, dat geen bepaalde feiten van plichtverzaking door de genoemde ambtenaren waren aangewezen, en verzocht dat, wanneer weder klachten worden ingebracht, deze ook zullen worden gestaafd. Daarna werd de vergadering gesloten. Rapport, uitgebracht iu de vergadering vau de „Vereeniging tot ontwikkeling van den Landbouw iu Hollands Noorderkwartier", op Woensdag 30 November 1887. lllk'BtEKEL, door den Voorzitter, den Heer S. De Jongh. Rapport uit te brengen over de zaak-Boekei, is eene taak die met zeer weinig woorden zou kunnen geschieden. In de Maart- vergadering toch vau die jaar, heeft het bestuur den loop der zaak tot op dat oogenblik medegedeeld en gaf bet daarbij te kennen, dat daarom alleen nog geene beslissing kon worden genomen, omdat het zoogenaamde proefjaar nog niet was ver streken, maar Boekei nog tweemaal kaas, volgens zijn systeem bereid, moest markten en tegen de hoogste marktprijs verkoopen, Men zal zich herinneren dat het bestuur in het proefjaar door eene commissie, bestaande uit de heeren J. Zijp Kz. W. Teengs, maandelijks twee kazen liet wegzetten, die na, gewaarmerkt te zijn, moesten dienen om door het bestuur te worden onderzocht. Die commissie was tevens belast, om, ook met het oog op andere gestelde voorwaarden, te onderzoeken of door de Vereeniging, met het wegrukken van het geheimzinnig waas, waarmede Boekei zijne kaasbereiding omhulde, ccn verdienstelijk werk werd ver richt. Het zal evenmin ontgaan zijn, dat by de mededeelingen in de voorjaarsvergadering ook is gezegddat de helft van die gewaar merkte kaasjes door het bestuur waren onderzocht, en dat dit onderzoek voor de methode Boekei gunstig was uitgevallen; om echter de leden der vergadering in de gelegenbeid te stellen zelf daarover te oordeelen, werden de andere kaasjes op die vergade ring doorgesneden en het oordeel daarover was ook niet ongun stig; wel noemde de een het product goed, terwyl een ander hot als uitstekend roemde en verhief zich een derde stem, welke dio kaas niet vet genoeg vond, maar verschil van smaak zal wel altijd blijven bestaan; afkeurende stemmen gingen er uit den boezem der vergadering niet op, en wanneer ik nu kwam met de mededeeling: na bet eindigen van het proefjaar heeft het bestuur beslist, dat Boekei in dat opzicht aan zyne verplichtingen heeft voldaan, dat hem verzocht werd zoo spoedig mogelijk zijne brochure te schrijven en die ter beoordeeling aan te bieden; dat ook die bochure is goedgekeurd, Boekei dus de uitgeloofde prijs van f 2000 heeft verdiend en zijne methode van kaasbereiding tegenwoordig zoo goed als publiek mag genoemd worden, dan zoude hiermede het rapport kunnen eindigen. Het groote belang der zaak, de groote opofferingen daaraan verbonden, gebieden my echter uitvoeriger mededeelingen te doen, die kannen getuigen, dat hoewel de eindbeslissing zoo en niet anders was, er heel wat strijd is gevoerd en heel wat woorden zyn gewisseld eer het zoover was, en dat het bestuur, met allen mogelijken ernst omtrent de goede zaak bezield, door verkeerde inlichtingen toch bijna van den goeden weg was geraakt. Om de reden hiervan in beknopte bewoordingen duidelijk tc maken, moet ik eenige mededeelingen doen, die voor mij zelf minder aangenaam zijn, want als degene, die de zaak Boekei ter sprake heelt gebracht, haar in Hollands Noorderkwartier heelt ingeleid en verdedigd, die de zaak op de bekende plaatsen heeft besproken, om de welwillende medewerking van de Provinciale Staten en van de Holl. M. te verkrijgen, is het voor mij geene aangename taak te zeggen, dat ik bij de eindbeslissing tegen heb gestemd, en die eindbeslissing genomen is met 5 tegen 4 stemmen. Bij het begin van het proefjaar, droeg het bestuur mij op, Boekei te controleeren op de markt. Dat ik mij niet eenvoudig bepaalde tot het nagaan van dien marktprijs, maar ook met de grootste attentie informeerde naar alles wat op die zaak betrek king had, begrijpt ieder uwer, en het resultaat van dat onder zoek was, dat ik direct begreep, dat met de metbode Boekei op het tapijt te brengen er werk aan den winkel was. Men weet dat juist bij het begin van het proefjaar twee voor name firma's te Rotterdam door eene advertentie het publick waarschuwden zich met de zaak in te lateneen van die onder- tcckenaars was de firma, die juist het voorafgaande jaar tegen den hoogsten marktprijs die kaas kocht. Eene met mij bevriende firma kocht eene partij, verzond die aan verschillende cliënten, en ontving bericht dat men niet meer van die kaas verlangde eene andere firma ondervond hetzelfde resultaat, maar daartegen over stonden ook mij bekende firma's die de kaas voor den hoogsten marktprijs kochten. Toen ik nog nauwkeuriger informeerde, bespeurde ik dat die kaas verzonden werd naar eene bepaalde streek, maar lang niet overal kon gebruikt worden. Hierop kocht ik van die kaas, at ze met smaak en wanneer ik dan daardoor meende iets gewonnen te hebben, sprak ik weer anderen, die de kwaliteit volstrekt niet prefereerden. Bij de beoordecling door het bestuur van de helft der gewaarmerkte kaasjes was bet eenparig gevoelen dat die kaas aan de vereischten van beste kaas voldeed en toen geloofde het bestuur zeker te mogen zijn, dat met het publiceeren van de methode-Boekei een goed werk werd verricht. Ook dit was echter eene korte vreugde; spoedig kwamen er klachten, dat de kaas minder voldeed wanneer die eenige dagen doorgesneden was; anderen hadden de ervaring dat de eerste keer de kaas best voldeed, maar vervolgens minder, het wankelen begon weer en om het spel te volmaken had ik eene ontmoeting met eene bekende firma te Amsterdam, aan wien Boekei veel kaas verkocht boven de hoogste, marktprijs, en die mij leukweg mededeelde, dat zy er niets meer van moest hebben. Hierop belegde ik direct eene bestuursvergadering, deelde alles mede wat ik vernomen had en wees vooral daarop, dat wanneer die kaas alleen kon worden gebruikt voor een bepaalde streek, er altijd eene beperkte vraag naar het artikel zoude zijn en dat bij grooteren aanvoer, verlaging van prij3 het gevolg moest wezen. Hoewel alle heeren het niet met mij eens waren was toch de stemming omtrent de zaak zeer flauw; ik stelde voor, nu niet in die gedrakte stemming te beslissen, maar ver zocht ieder der bestuursleden met de hem ten dienste staande middelen nog onderzoek te doen, om dan een week later defini tief te beslissen. Die beslissing gaf het resultaat dat met 5 tegen 4 stemmen werd besloten, Boekei uit te noodigen de be kende brochure te schrijven en die ter beoordeeling aan te bieden. Hierop werd door het bestunr eene commissie benoemd uit degenen, welke de methode Boekei reeds in toepassing brachten, om de brochure te beoordeelen voor zoover het de methode betrof. Toen het uitgebracht rapport gun3tig was, werd de brochure door het bestuur beoordeeld en enkele wyzigingen verzocht voor zoover het de redactie betrof. Ook word aan Boekei verzocht in de brochure aan te duiden, dat die door deze vereeniging onder het bereik van een ieder was gesteld, maar of de heer Boekei die niet heeft begrepen, het duurde geweldig lang eer de brochure in den handel kwam, het bestuur heeft geen proefdruk ontvangen, en ontdekte eerst, dat aan het laatste verzoek geen gevolg was gegeven, toen de brochure reeds in den handel was. En mag ik nu, alvorens dit rapport te eindigen, nog eene enkele opmerking maken, dan zeg ik in de eerste plaats, dat de loop der zaak, na de beslissing van het bestuur, van dien aard is, dat ieder die belang stelt in de zuivelbereiding, overtuigd moet zijn dat met deze zaak een uitstekend werk is verricht. Die de methode volgen hebben succes, en hoe gaarne ik wilde, ik zou te veel van uw geduld vergen, als ik dit door verschillende

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche en Nieuwedieper Courant | 1887 | | pagina 2