geschenkrijke dagen aan de hoofdstad van Nederland is ten deel gevallen. De heer Oscar Carré, die niet alleen een weergaloos ruiter, maar ook een ondernemend man is, heeft ons goede Amsterdam verrijkt met een spiksplinter- nieuwen circus, van onder tot boven schier geheel en al van steen en ijzer gebouwd, en zóó grootsch, zóó prachtig, zóó volgens de nieuwste eischen des tijds ingericht, dat het niet alleen een sieraad vormt van de buurt waar het verrezen is (de Binnen-Amstel), maar tevens van gansch Amsterdam. «Nooit alhier vertoond", zou men er met een tooneelterm van kunnen zeggen. Niet ten onrechte is er van een «hyppodromisch paleis" gesproken. Er is iets vorstelijks in het uiterlijk voorkomen van dezen tempel der equestrische kunst, iets koninklijks in den aanblik dien het inwendig biedt, iets reusachtigs in zijne afmetingen. De groote zaal, met het eigenlijke circus in het midden, is niet minder dan 34 meter lang en 37 meter breed, ter wijl zij de enorme hoogte heeft van 26 meter; men kan zich dus voorstellen, welk een ruimte dit moet wezen. Er is dan ook plaats voor het respectabele getal van 2000 toeschouwers, die allen van hunne in hoefijzervorm rond- loopende zitplaatsen het uitzicht hebben op het renperk der kunstpaarden, dat een middellijn van 13 meter heeft. Welk een menschenmassa is hier bijeen,... als er eens brand kwam! denkt de bezoeker onwillekeurig. Hij kan gerust zijn. Met meer dan gewone zorg zijn er voor de veilig heid van het publiek bij brandgevaar allerlei maatregelen genomen, die vóór de opening door den commandant dei- brandweer zijn onderzocht en goedgekeurd. Ook in alle andere opzichten zijn er geen kosten of moeite gespaard. Overal is het prachtigste schilderwerk aangebrachtsierlijke gaskronen doen des avonds het geheele gebouw in een zee van licht baden; in één woord, als we met de nieuwe Grondwet nog niet blijde mochten zijn, zullen we het zeker met het nieuwe circus-Carré op den Binnen-Amstel worden. Vrijdagavond van de vorige week is er een «besloten" uitvoering voor autoriteiten en genoodigden gegeven, en den daaropvolgenden avond hebben de voorstellingen voor het groote publiek een aanvang genomen. Dat het er telken avond stampvol is, behoef ik niet te zeggen, en dat de stoute toeren van rijders en rijderessen en de nieuwste grappen der clowns met groote belangstelling gevolgd worden, behoef ik niet te verzekeren. Op zóóveel belangstel ling zal nooit de afkondiging eener nieuwe Nederlandsche Grondwet kunnen rekenen, al kregen wij er ook een, waarbij de conscriptie afgeschaft of.... de schoolstrijd opge lost werd!Amstelaar. Binnenland. De zesde algemeene vergadering der ^Nederlandsche Vereeniging tot bevordering van Zondagsrust is jl. Don derdag te Dordrecht gehouden, onder voorzitterschap van den heer G. P. Itmann Jr. De heer Otto Schrieke, Secretaris, deed mededeelingen vanwege het Hoofdbestuur, omtrent den stand en de werk zaamheden der Vereeniging. Uit de rekening «ver liet afgeloopen jaar bleek, dat het totaal der ontvangsten f 1555.71 beloopt. De rekening sluit met een batig saldo van f 825.47. In de plaats van de heeren H. P. Schim van der Loeff, van Gouda en O. Schrieke, van Pijcacker, werden als leden van het Hoofdbestuur gekozen mr. A. Kerdijk, te Amster dam en ds. Ulfers, te Oldemarkt. Daarna kwam aan de orde het voorstel van de afdeeling 's Gravenhage: het Hoofdbestuur wende zich tot de Regee ring, met dankbetuiging voor hetgeen zij reeds deed tot verlichting van den Zondagsdienst bij Posterijen en Tele grafie, er tevens hare aandacht op vestigende, dat toch nog steeds een zeker aantal ambtenaren bij beide takken van dienst het geheele jaar door verstoken zijn van Zon dagsrust, en haar verzoekende, dit euvel weg te nemen, door vermeerdering van personeel." Na langdurige discussie trok 's Gravenhage haar voor- êtel in. hadden verschillende andere kennissen mij gevraagd, de September maand bij hen te komen doorbrengen. Ik wees echter alle uit- noodigingen van de hand, vast besloten Chesham gezelschap te houden, zoolang hij in de stad bleef. Een kreupele, die altijd met een stok moet loopen, kan niet veel uitvoeren met een geweer tusschen knollenlanden en stoppelvelden. Tot nu toe scheen hy niet voornemens te zijn Londen te verlaten en mijn plannen regelden zich naar de zijnen. Yalentyn kwam een paar dagen in de stad terug. Hij bezocht mij, maar ik was niet te huis. Den volgenden dag kwam ik hem tegen in Piccadilly, waar ik gearmd met Chesham heen en weder drentelde. Zoodra Valentijn mijn makker zag, die juist zijn duivelschen lach voor een ons voorbijgaande mooie vrouw ten beste gaf, schrikte hij alsof hij door een kogel werd getroffen Zonder te groeten, liep hij ons voorbij. Ik had niet anders verwacht en ik was half blijde dat Chesham, uit het feit dat Valentijn mij niet wilde kennen, zou opmaken dat onze vriend schap tot het verledene behoorde. Hij grijnsde en keek den zich verwijderenden jongen man na. «Uw waarde vriend Estmere schijnt u niet te kennen," zeide hy. «Wij zyn niet meer zulke groote vrienden als wij plachten te wezen." «Ge behoordet hem anders lief te hebben, terwille van mij," zeide hij, met een boosaardigen blik in zijn oogen. «Ge herinnert u nog wel, wat er tusschen hem en mij, op uw kamer is voor gevallen?" «Zeker." «Ik heb een stuk van de rekening, die ik met hem te vereffenen had, betaald en ben van plan haar geheel te voldoen. Die vervl verwaande ploert!" Ik verdedigde Valentijn niet. Het zou nog beter met mijn doel zijn overeengekomen, als ik kwaad van hem had gesproken, maar dat was mij onmogelijk. «Het is heet," zeide Chesham. «De straten branden als vuur. Zullen wij naar de club gaan en rustig een spelletje piket of écarté spelen?" Ik maakte geen tegenwerpingen en een oogenblik later zat ik in de speelzaal. «Wat is het hier saai," zeide mijn metgezel. «Ik geloof dat iedereen de stad uit is, behalve gij en ik. Ik ga weder naar het buitenland, naar Monaco, denk ik." «Zeg my wanneer gij van plan zijt te vertrekken. Misschien ga ik met u mede." «Dat zou wel aardig zijn. Dan konden wij samen ons geluk aan de speeltafel beproeven." «Ik ben door den regel niet zoo bijzonder gesteld op het ge zelschap van jongelieden, maar gij bevalt mij, Norris. Dat is meer dan ik in jaren tegen iemand heb gezegd." Ik geloofde hem, hoe zonderling dit ook schijnen moge. Uit verschillende kleinigheden had ik opgemerkt, dat hij, voor zooveel hij voor iemand iets kon voelen, van mij ging houden. Hy was er niet meer zoo bepaald op uit, mij geld af te troggelen. Een levendig debat ontspon zich, naar aanleiding van een drietal door het Hoofdbestuur gestelde vragen, betrek king hebbende op wettelijke bepalingen op de Zondagsrust, hoe zij mogelijk, rechtvaardig en voordeelig konde zijn. Tot eene bepaalde beslissing kwam het echter niet, daar verscheidene afdeelings-besturen en correspondenten de be doelde vragen onbeantwoord lieten. De vergadering ging daarna over tot de behandeling van huishoudelijke aangelegenheden. Men schrijft ons van Texel, dd. 9 dezer: «Bij de op jl. Donderdag plaats gehad hebbende ver kiezing van twee hoofdingelanden voor het Waterschap de 30 Gemeenschappelijke Polders werden uitgebracht 205 stemmen. Gekozen werden de aftredende leden, de heeren C. P. Keijser en P. J. Witte, éérstgemelde met algemeene, laatstgemelde met 202 stemmen." In het vervolg zullen de zolen en «achterlappen", noodig voor het hetstellen van het schoeisel van onder officieren en minderen, van Rijkswege geleverd worden. De Minister van Oorlog, generaal Weitzel, herdacht jl. Donderdag den dag, waarop hij vóór 50 jaren door den Koning tot officier werd benoemd. Van den laagsten tot den hoogsten rang opgek^mraen, heeft Weitzel eene eer volle militaire loopbaan achter zich. Van 1853 tot 1859 was hij de adjudant van Van Swieten iu Indischen dienst, met wien hij o. a. de expeditie in de Lampongsche dis tricten maakte. Van 1847 tot 1853 redigeerde hij de «Militaire Spectator", en onder zijne werken is vooral «De oorlog op Java van 1325 tot 1830" bekend, terwijl hij later de militaire litteratuur nog met vele geschriften ver rijkte. Generaal Weitzel is thans voor de tweede maal Minister van Oorlog en zelden is het na 1848 iemand gelukt, zich zóólang aan het hoofd van dat Departement te handhaven. De geachte generaal ontving aan zijn Departement de gelukwenschen van tal van dienende en gepensioneerde generaals, hoofd- en verdere officieren en vele ambtenaren. Tengevolge van het besluit van den ring «Scharwoude", om in hooger beroep te komen bij het provinciaal kerk bestuur van Noordholland, van de beslissing van het clas sicaal bestuur van Alkmaar, dat geene termen had gevonden, om voornoemden ring te ontheffen van de waarneming van den dienst in de vacante gemeenten Oosterend en Oude Schild op Texel, is bij dien ring het verzoek ingekomen, om zich toch dien last te laten welgevallen, daar de beide betrokkene gemeenten zeer ingenomen waren met de pre diking van de leden van den aangewezen ring. Nu zich, bij eene vacature van onderwijzer of onder wijzeres, zooveel sollicitanten aanmelden, gaan verscheidene gemeentebesturen er toe over, om de jaarwedden weder te brengen zooals zij eenige jaren geleden waren, nl. te ver lagen. Zoo besloot het bestuur der gemeente Hoogwoud de jaarwedde van de te benoemen onderwijzeres van f 790 op f 475 te brengen. Tot lid van de Kamer van Koophandel te Alkmaar is gekozen de heer J. F. J. H. Scliilhng. De prijs van het gas is te Alkmaar voor huishoude lijk gebruik bepaald op 6 cents per meter. Een viertal jongelieden een knaap van zestien jaren en drie meisjes van iets jongeren leeftijd keerden jl. Woensdagavond tusschen 8 en 9 uren uit Barsingerhorn terug naar de Moerbeek, een gehucht behoorende tot de gemeente Nieuwe Niedorp. Ten einde hunnen tocht te bespoedigen, kozen zij een landpad, dat korter is dan de publieke weg. Dit was voor hen noodlottig, want door duisternis misleid viel de knaap te water, en de meisjes, die in den donkeren avond niets konden zien, waren niet bij machte hulp te bewijzen. Toen eindelijk, op haar luid en aanhoudend roepen, eenige mannen met lantaarns toeschoten, was het reeds te laat: men kon slechts het lijk van den ongelukkige ophalen. Herdenkt de heer Louis Bouwmeester op 22 dezer zijn 25jarige acteurs-loopbaan, mevrouw Albregt-Engelman hoopt half Januari a. s. haar 40jarig jubileum te vieren. Een paar malen zelfs gaf hij mij op zijn ruwe manier te kennen, dat het dwaas van mij was met hem te spelen. Ook gaf hy mij op zekeren dag een sigarenkoker ten geschenke, een mildheid, waartoe niemand hem in staat zou geacht hebben. Indien de man een teedere plek in zijn hart bezat, was ik op weg die te vinden. Ik speelde mijn rol haast al te goed. Doch het was een rechtvaardige straf voor hem, dat hij, die zich nooit met eenig mensch had bevriend gemaakt, eindelijk iemand tot zyn vertrouwde zou nemen, die vriendschap veinsde, om hem in den val te lokken. Wy speelden twee of drie spellen piket. Ik was ongelukkig en verloor twintig pond sterling. Ik gaf hem de verschuldigde som in den vorm van een bank biljet en daar ik geen lust bad langer te spelen, schoof ik de kaarten op zijde. Op hetzelfde oogenblik kwam een der bedienden binnen, aan wien Chesham verzocht te hooren of er ook brieven gekomen waren. Er was er een, met een vrouwenhand geschreven. Dit wa3 niets ongewoons, daar deze Don Juan dikwijls dergelijke epistels ontving. Hij opende den brief, las dien en mompelde een vloek. «Slecht nieuws?" vroeg ik. «Neen; niets dan een verzoek om geld. Het ergste van mijn uitspattingen en dwaasheden is, dat zij altijd geld kosten. Als een mensch reeds lang zijn gekheden vergeten is, doemen zij als uit den grond op, en wordt hij aangemaand om ze te betalen." «Ik dacht dat gij u altijd vrijhieldt van dergelijke lasten?" «Als ik kan, doe ik het ook, maar deze dwaasheid heeft mij al heel wat geld gekost." Hy hinkte naar de deur, trok aan de schel en vroeg om inkt en een enveloppe. Toen haalde hij uit zijn poriemonnaie het bankbiljet van twintig pond te voorschijn, dat ik hem juist betaald had. Hij scheurde de onbeschreven helft van het vel papier af, wikkelde die om het bankbiljet en deed het toen in den omslag. Na er het adres te hebben opgeschreven en den brief van een postzegel voorzien te hebben, stak hij hem in den zak. Ik had weinig acht op hem geslagen, noch eenige poging gedaan om den naam te weten te komen van de vrouw, die een gierigen booswicht als Richard Chesham, zulk een belangrijke som gelds kon afpersen. Dit ging mij niet aan. Alles wat ik wist was, dat het bankbiljet, 't welk hij zoo gemakkelijk verdiend had, gebruikt werd om een schuld af te doen en hiervoor mocht hij het, wat mij betrof, vrij gebruiken. «Ik ga naar Tattersall, om te zien of daar gespeeld wordt. Gaat gij mede?" Ik bedankte, voorgevende dat ik een andere afspraak had gemaakt. In waarheid drukte de verachtelijke wijze, waarop Valentijn mij was voorbijgeloopeu, mij zwaar op het gemoed. Ik verlangde hem te spreken en al kon ik hem geen verklaring van de zaak geven, wilde ik hem toch vragen zijn oordeel een wijle op te schorten. Dus strompelde Asmodée alleen weg, weinig vermoedende hoe duur dat spel piket hem te staan zou komen. (Wordt vervolgd.) In den laatsten tijd kwam het meermalen voor, dat te Nibbikswoud werd ingebroken en gestolen. Wel had men vermoedens op beruchte personen, maar de bewijzen ontbraken, totdat men jl. Zondag zekeren B. D. aldaar op heeterdaad betrapte en gevankelijk naar Alkmaar kon overbrengen. Hij was in de Roomsch-Katholieke kerk geslopen en had de offerbussen aangesproken. «Het is ons ter oore gekomen, dat het op verschil lende scholen gewoonte is geworden, dat de leerlingen aan de onderwijzers of onderwijzeressen op hunne verjaardagen of met het Sint-Nicolaasfeest grootere of kleinere geschen ken aanbieden." Aldus luidt, blijkens eene mededeeling ean de plaatselijke Schoolcommissie, de aanhef van een brief, dien Burgemeester en Wethouders van Amsterdam op den 18 Mei 11. aan de hoofden der openbare lagere scholen der 3de en 4de klasse hebben gericht. «Om verschillende redenen" zoo gaat de brief verder «achten wij dit niet wenschelijk. Tegenover ouders, die daarin geen bezwaar zien of het aanmoedigen, staan andere, die er om financiëele redenen of in beginsel bezwaar tegen hebben. En dan komen de kinderen zeer licht in een scheeve verhodffing tegenover de onderwijzers en tegen over elka&r. Wij hebben daarom de eer u uit te noodigen, het geven van cadeaux aan de onderwijzers en onderwijze ressen, bij andere dan zeer buitengewone gelegenheden, zooals een langdurige ambtsvervulling, zooveel mogelijk legen te gaan." (N. A. Crt.) De heer dr. G. F. Westerman, een der oprichters van «Nacura Artis Magistra" te Amsterdam, en nog steeds directeur van die schoone instelling, ontving jl. Donderdag op zijn tachtigsten verjaardag buitengewoon vele blijken van hoogschatting en vriendschap. Terwijl jl. Donderdagmiddag iemand te Haarlem een doosje, geheel gevuld met Zweedsche lucifers, wilde openen, ontbrandden deze plotseling, tengevolge waarvan bedoelde persoon vrij hevige brandwonden aan alle vingers der rechterhand bekwam. Te Haarlem is jl. Donderdag aanbesteed: het drie jarig onderhoud der Rijks-havenwerken te Medemblik (raming f 2000 per jaar). Minste inschrijver de heer Joh. Gijzelaar, aldaar, ad f 1620 per jaar. In de buitengewone algemeene vergadering van aan deelhouders der naamlooxe vennootschap de «Vlissingsche Havendienst* waren 267 aandeelen, uitbrengende 120 stem men, vertegenwoordigd. Uit het verslag van de exploitatie gedurende dit jaar tot 1 December, bleek, dat het aantal vervoerde personen aanmerkelijk was toegenomen. Ook de sleepdienst gaf betere uitkomsten. Evenwel vond het Bestuur geen aanleiding de zaak voort te zetten, daar er weinig vooruitzicht bestaat om rente en afschrijving volgens de statuten ook in het vervolg te verwachten. Wat verstaat de wet onder mishandeling, wat onder zware mishandeling? Deze vraag besliste de Rechtbank te Arnhem bij vonnis, gewezen tegen T. B., tegen wien door het Openbaar Ministerie, wegens het toebrengen van zwaar lichamelijk letsel, zes maanden gevangenisstraf was gerequi- reerd, daar hij zekeren A. met een spaak van een wiel zoodanig op den arm had geslagen, dat de arm van laatst genoemde bij de ellepijp gebroken was. De Rechtbank zag in deze feiten, in aanmerking nemende de verklaring van den geneeskundige Dr. Sandberg, dat volledig herstel bij den gewonde te verwachten was, slechts het misdrijf van gewone mishandeling, en veroordeelde beklaagde, die zich in preventieve hechtenis bevond, tot vier maanden gevangenisstraf, doch met last- hem onmiddellijk uit de preventieve hechtenis te ontslaan. Reeds vroeger nam de Rechtbank eene beslissing in gelijken zin, toen zij iemand, die zijn dochter met een schop een bloedende hoofdwonde had toegebracht, ook slechts aan gewone en niet aan zware mishandeling schuldig verklaarde. De vraag of het misdrijf gewone mishandeling of zware mishandeling oplevert, is ook daarom niet van belang ontbloot, omdat bij zware mishandeling de beklaagde in preventieve hechtenis kan worden gehouden en bij ge wone mishandeling deze veiligheidsmaatregel, dikwijls tegen over vechtersbazen en dergelijke lieden zeer gewenscht, niet kan genomen worden. (Arnh. Crt.) In verschillende dagbladen worden bij advertenties door H. Mulder Rzn., boekhandelaar te Deventer, aange boden tegen den spotprijs van f 1 vijf fraaie dichtbundels, daarenboven tweehonderd overheerlijke werken en een cadeau van f 5 gratis, tegen toezending van f 1 in post wissel of postzegels franco thuis. De officier van justitie te Zutphen waarschuwt tegen het zenden van geld of postwissels aan dat adres, daar ook bil den commissaris van politie te Deventer herhaaldelijk klachten zijn ingekomen, dat afzenders van postzegels of postwissels niets, zelfs geen antwoord ontvingen, wanneer zij om toe zending van de pakketten schreven, terwijl zij, aan wie pakketten waren toegezonden, slechts liedjes ontvingen. De boerenknecht uit het dorpje Spijk, die het ongeluk met de W. A. Scholten" meê beleefde en door de beman ning van de «Ebro", na drie kwartier in zee te hebben rondgedreven, werd opgehaald, heeft voor goed den lust verloren om na dit ongeval de reis naar Amerika te aan vaarden. Hij blijft inwoner van Spijk. De «Israëliet" behelst het volgende: «Wederom heeft in de Europeesclie pers in den loop van de vorige week het bericht de ronde gedaan van eene meer dan vorstelijke gift van Baron De Hirsch van 50 millioen francs, ter verbetering van het Joodsche school wezen in Rusland. Wij hebben hiervan in onze kolommen geen melding gemaakt, omdat wij vermeenden de juistheid te moeten betwijfelen. Thans deelen wij als zekerheid mede, dat, niettegenstaande de bijzonderheden, welke daarbij werden vermeld, het bericht op zijn zachtst als zeer voor barig moet worden beschouwd. Wel zijn bij den Baron, vooral sedert het overlijden van zijn eenigen zoon (eenig kind), plannen op zeer grootsche schaal in beraad voor de eene of andere weldadige stichting, doch tot eenig besluit daaromtrent is het nog niet gekomen." Eene dienstbode te 's Hage wilde jl. Maandag haar vrijer, die uitstedig is, eens verrassen door hem een para- pluie cadeau te geven, doch werd op het postpakketten- kantoor door een beambte, wiens lengte in 't oogloopend diens dikte overtrof, er attent op gemaakt, dat de verpak king de toegestane afmeting overschreed. «Het spijt me," zei de meid, «ik had haar zoo graag aan mijn Kloris willen sturen." «Kan je haar niet in drieën vouwen vroeg de man gekscherend.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche en Nieuwedieper Courant | 1887 | | pagina 2