tigen en in stand houden eener inrichting te Bolsward, waar gelegenheid wordt geboden 1. kennis te maken met en zich te oefenen in het gebruik der verbeterde werktuigen tot bereiding van boter en kaas uit melk, en wat verder daarmede onvermijdelijk in verband staat 2. zich rekenschap te geven van de verschijnselen en invloeden, die zich bij de bewerking voordoen. De Vereeniging bestaat uit: a. leden; b. begunstigers. Leden zijn zij, die zich verbinden tot eene jaarlijksche bijdrage van minstens f 5. Begunstigers zijn zij, die eene som van minstens f 100 aan de Vereeniging schenken; zij hebben de rechten van ledencorporatiën kunnen zich door een harer leden doen vertegenwoordigen. Het Bestuur der Vereeniging wordt uitgeoefend door eene Commissie. In deze Commissie hebben recht van zitting: 1. een lid van het Hoofdbestuur der Maatschappij van landbouw en veeteelt in Friesland; 2. een lid van bovengenoemde Maatschappij; 3. een lid van het Gemeentebestuur van Bolsward; 4. een lid van het Bestuur van het St. Anthony-gasthuis te Bolsward; 5. drie leden van de Vereeniging voor vakonderwijs in de zuivelbereiding. Tweede Kamer. Het wetsontwerp tot wijziging van enkele bepalingen der kieswet, betreffende de stem bureaus, is door de meerderheid in de afdeelingen met bijval ontvangen. Sommigen achtten het voor de grootste gemeenten nog niet voldoende. Er waren er, die het ook op uitgebreide plattelandsgemeenten toegepast wilden zien. Enkelen wilden ook de avonduren van 6 tot 10 voor de stemming beschikbaar stellen. De vestingbegrooting is aangenomen met 48 tegen 6, de oorlogsbegrooting met 46 tegen 7 stemmen. Naar men verzekert, gaat het gisteren bij de Tweede Kamer ingekomen wetsontwerp op den kinderarbeid uit van de bepaling, dat kinderarbeid verboden is tot 13 en veldarbeid tot 12 jaren. Het toezicht wordt niet aan afzonderlijke ambtenaren opgedragen, maar aan de genees kundige inspecteurs. De geoorloofde arbeid wordt bepaald op 10 uren daags voor kinderen tot 16 jaren. Nachtarbeid wordt, evenals Zondagsarbeid, aan personen beneden de 18 jaren verboden. Speciale bepalingen om trent vrouwenarbeid bevat het ontwerp niet. Het Hoofdbestuur der Maatschappij van Geneeskunde heeft zich tot de Regeering gewend, met het verzoek, maatregelen te nemen, opdat niet langer in kleine ge meenten de geneeskundigen, belast met de armenpraktijk, op grond daarvan uitgesloten worden van het lidmaatschap der Gemeenteraden. De Amsterdammer* verneemt, dat de Minister van Waterstaat thans de telephonische gemeenschap tusschen Amsterdam, Haarlem en Zaandam mogelijk gemaakt heeft door een koninklijk besluit uit te lokken, waarbij aan de Nederl. Bell Telephoonmaatschappïj de vergunning is ver leend, hare centrale bureaux te Amsterdam en te Haarlem en te Amsterdam eri te Zaandam met elkander in telepho nische gemeenschap te brengen. Uit Atjeh brengt de mail geen belangrijk nieuws. De flinke houding der troepen in de jongste schermutse lingen wordt door de Indische bladen zeer geroemd. In den laatsten tijd is bij onderscheiden gevechten de ondervinding opgedaan, dat de garnituur aan de helmhoeden, hoewel tot verfraaiing van dat hoofddeksel dienende, toch eigenschappen heeft, die allerongunstigst op den loop van het gevecht kunnen inwerken. De vijand heeft reeds in de verte gelegenheid onze troepen, door het glinsteren van de koperen versiering, op te merken en kan zoodoende gemakkelijk onze sterkte en opstelling raden. In verband daarmede heeft de militaire bevelhebber gelast, dat in den vervolge de manschappen zullen uitrukken met hun van alle garnituur ontdane helmhoeden. t Men schrijft ons van Texel, dd. 20 dezer: „Blijkens een heden bij de verzekerden ontvangen mis sive, heeft de Brandwaarborg-Maatschappij ,,'s Hertogen bosch", die hier honderden verzekeringen had gesloten, bepaald, om nè. 15 Januari a. s. niet meer op dit eiland te opereeren.* De Hooge Raad heeft bij een gisteren gewezen arrest uitspraak gedaan in de zaak van een landbouwer te Lies op Terschelling, door het Gerechtshof te Leeuwarden ver oordeeld tot f 20 boete, wegens het wegnemen van een balk, aangespoeld aan het strand te Terschelling. De Raad besliste, dat uit de wet niet volgt, dat gestrande goederen, zy, zooals zij te kennen gaf, scheen te hebben omgegaan. Dit waren ongetwijfeld voor het meerendeel personen wier bestaan haar bekend werd, terwijl zij kamenier was by Lady Estmere. Op zekeren dag zeide zij tot my: «Gij hebt zeker vele kennissen in Londen?" „Ja, zeer vele." „Kent gij ook een familie, die Estmere heet?" Ik had moeite een uitroep van verwondering te onderdrukken en voor een oogendlik wist ik niet hoe ik die vraag moest beant woorden. „Ik ken een zekere Lady Estmere en haar zoon Valentyn," zeide ik eindelijk. „Deze zyn juist de Estmeres die ik bedoel. Is Lady Estmere nog altijd zulk een knappe vrouw?" „Ja, zy is bijzonder knap, ofschoon hare haren geheel vergrysd zijn. Hebt gij haar gekend?" „Ja, vóór mijn huwelijk." Ik zeide niets meer, daar ik dacht dat het beter was te wachten totdat zij weder zou beginnen. „Is zy gelukkig?" vroeg zij een oogenblik later. „Hoe zou zij gelukkig kunnen zijn? Haar echtgenoot heeft haar immers jaren geleden verlaten en men zegt dat hij nooit tot haar zal terugkeeren." „Groote dames trekken zich die soort van dingen niet zoo heel erg aan, geloof ik." „Ik ben geen groote dame, juffrouw; dus ik kan daar niet over oordeelen." Begon haar geweten te knagen en, zou zy, als ik verder op dit punt doorging, haar hart voor mij uitstorten? Neen, het was nog te vroeg om dergelijke stappen te wagen. „Kent gij Sir Laurence Estmere?" vroeg zij. „Neen. Sedert hij zijn vrouw verlaten heeft, is hij een zwerver geworden op het gelaat der aarde." „Twintig jaren is lang," hernam zij. „Ja, vreeselijk lang," antwoordde ik; „vreeselijk lang voor een vrouw, om het juk van den laster op hare schouders te dragen; vreeselijk lang om de vooruitzichten van haar zoon, dien zij even innig liefheeft als gij den uwen, door dien laster telkens verijdeld te zien. Natuurlyk weet ik de droevige dingen, die destyds te Estmere 'Court gebeurd zijn, slechts van hooren zeggen; maar als het waar is dat Lady Estmere onschuldig is, wat voordat zij ter bewaring zijn overgegeven aan de daartoe bevoegde ambtenaren, steeds een eigenaar hebben, en dat het Hof, door aan te nemen dat de gestrande en door den requirant weggenomen balk was eens anders eigendom, heeft geschonden art. 391 Wetboek van Strafvordering, in verbaud met art. 310 van het Wetboek van Strafrecht. Op grond daarvan werd het arrest van liet Hof vernietigt en de zaak verwezen naar liet Gerechtshof te Amsterdam. De Geneeskundige Raad in Zeeland heeft, naar aan leiding van de vleeschvergiftiging te Middelburg, bij de Gemeentebesturen aangedrongen op verscherping der keuring van het vleesch. De keuring behoort, volgens den Raad, zooveel mogelijk aan veeartsen te worden opgedragen, terwijl bij keuring van vleesch van uit nood geslachte beesten eene schrifte lijke verklaring van een deskundige behoort te worden overgelegd, dat het dier niet aan bloedvergiftiging, door ziekten of door het gebruik van geneesmiddelen lijdende was. Omtrent de zaak der koe, die in de afgeloopen week op de veemarkt te Rotterdam door oplichting werd ver kregen, wordt nog het volgende gemeld: „Na het sluiten van den koop over bedoeld rund gingen kooper en verkooper in eene tapperij een borrel drinken. De verkooper werd daarna smoordronken, van welke gele genheid de kooper gebruik maakte om hem de kwitantie van den koop als voldaan te laten teekenen, waarmede de kooper zonder betaling het rund zocht machtig te worden. In den ochtend van den 13 dezer vertrok hij met het rund naar buiten, en toen de politie daarmede in kennis werd gesteld, was de vogel reeds gevlogen. Twee rechercheurs der politie, een van Rotterdam en een van Kralingen, stelden toen onvermoeid een onderzoek in, en het is hun gelukt de koe op den stal van een veehouder onder Heiligersberg te vinden, terwijl de oplichters aan het station te Nieuwer- kerk aan de IJsel werden gevat." In een der bladen komt de volgende advertentie voor: „Na voorzien te zijn van de HH. Sacramenten, heeft mijn stervende Moeder mij een laatst geheim verteld. 15 jaar is het geleden (in de maand Mei), dat mijne moeder j in een banketwinkel te Harlingen een lap zwarte zijde heeft ontvreemd, in den tijd, dat de juffrouw twee glazen water gehaald had, en daar dit wat lang duurde, zoo heeft zij daartoe tijd en gelegenheid gehad, en daar toen zeker een vreemde beschuldigd is van de misdaad mijner moeder. Rotterdam. A." Men schrijft daarover uit Harlingen aan „Het Vaderland" „Vijftien jaar geleden, in Mei, werd een vrouw, die in een banketwinkel iets kocht, ongesteld. De juffrouw ging naar achter om een glas water te halen. Bij de ongestelde vrouw lag een stuk zijde, die men van een manufacturier op zicht had en daar de kwaliteit niet de gewenschte was, werd de zijde terugbezorgd. Al spoedig werd de juffrouw van den banketbakker verzocht om de 5 el, welke er afge houden was, te betalen, en of er al werd gezegd, dat er niets was afgenomen, de manufacturier bleef bij zijn eisch en hij is betaald geworden." Een echtgenoot, meteoroloog van beroep, had onlangs aldus het humeur zijner vrouw in zijn dagboek aangeteekend Maandag min of meer bewolkt; in den namiddag regen. Dinsdag mistig, tegen den avond iets optrekkende. Woens dag veranderlijk, betrokken, dreigt naar regen. Donderdag hevige wind met enkele donderslagen. Vrijdag goed in den ochtend, veranderlijk in den namiddag, bewolkt in den avond. Zaterdag een frissche bries, daarna stil, dik van mist met eenige bliksemstralen. Zondag guur en regen achtig, tegen den avond iets kalmer. De kleine Willem moet gedurig aan zijn moeder ver tellen wat hij op school gedaan heeft. Onlangs hielden zij het volgende gesprek: Mama. Noem mij de namen eens van de huisdieren. Willem. Het paard, de hond, het varken. Mama. Nog een paar, Willem! Willem. De gans, de kip, de eend... Mama. Ja, maar je vergeet er een, die bijna in ieder huis is te vinden. Het is een viervoetig dier, het is in den regel zeer stil, maar nu en dan kan het akelig schreeuwen, zoodat men niet kan slapen. Willem. Heeft het vier voeten? Mama. Ja. Willem. En maakt het nu en dan een akelig geluid? Mama. Ja. Willem (trJumfeerend). De piano! moeten zij dan voelen, die dezen vreeselyken blaam op haar geworpen hebben?" „Niemand kan bewijzen dat Lady Estmere onschuldig is," zeide zij, schier norsch. „Neen, ten minste niet zoolang haar echtgenoot haar blijft veroordeelen. Maar ik ken haar en ik acht en eer haar hoog. Hoe is u hare geschiedenis ter oore gekomen? Hebt gij haar persoonlijk gekend?" „Ik heb haar wel ecn3 ontmoet, maar ik heb destijds genoeg van al die praatjes gehoord. Ik vrees dat ik u moet verlaten, mijnheer, daar ik mijn gewone zware hoofdpijn voel opkomen en dan moet ik gaan liggen." Ik verliet haar, in de overtuiging dat een crisis ophanden was. Wel wist ik niet of ik hopen mocht dan wel vreezen moest dat ik haar achterdochtig had gemaakt en door myn belangstelling in de geschiedenis van Lady Estmere, argwaan in haar gemoed had opgewekt. Hoe het zij, ik voelde dat het toeval of een noodlottige gebeurtenis mij helpen zouden, om de taak te vol brengen die ik ondernomen bad. Evenwel gingen weder acht dagen voorbij, zonder dat er iets bijzonders voorviel, behalve dat juffrouw Merton mijn gezelschap scheen te vermijden. Daar de school weder begonnen was en Charles zijn lessen had hervat, ging ik niet zoo dikwyls meer naar mijn overburen als vroeger. Wel liep ik nu en dan 's avonds een uurtje by hen in, om Charles met zyn werk te helpen, maar juffrouw Merton liet zich weinig zien en als zij binnenkwam, wist zij altijd een voorwendsel te vinden om weder te verdwijnen. Gelukkig bleef zij beleefd en vriendelijk en ik leefde in de hoop dat de gelegenheid zich nog wel eens zou voordoen, om het gesprek over Lady Estmere te hervatten en haar geweten, als zij er een had, wakker te schudden. Ik dacht er zelfs wel eens over, haar alles te zeggen wat ik wist en vermoedde, en op die wijze te beproeven haar de waarheid te ontwringen. Het viel mij op, dat juffrouw Merton er sedert eenige dagen slecht uitzag en toen ik haar vroeg of haar iets scheelde, zeide zij dat zy zich lusteloos voelde en veel last had van slapeloosheid. Dat zy weinig sliep was waar, daar ik, hoe laat ik ook naar bed ging, altijd licht in hare kamer zag en er mii dikwyls over verwonderde, wat die vrouw zoo laat in den nacht kon te doen hebben. (Wordt vervolgd.) Vergadering tot stichting eener Centraio Liberale Kiesvereaniging in het hoofdkiesdistrict Helder, gehouden in 't lokaal „Tivoli", op ZONDAG 18 DECEMBER 1887. Deze vergadering, samengeroepen door een voorloopig Comité, bestaande uit een 16tal personen uit de verschillende gemeenten van het nieuwe hoofdkiesdistrict Helder, werd door een aanzien lijk getal personen, waaronder ook van naburige gemeenten, bijgewoond. Ten ruim 1 ure heette de heer Mooy, namens het genoemde Comité, de aanwezigen welkom. Hij wees op de beide belangrijke feiten, die in den loop van het haast geëindigd jaar in ons Vaderland hebben plaats gehad de 70ste verjaardag van Z. M. den Koning en de herziening der Grondwet. Spreker herinnerde aan de tengevolge der Grondwetsherziening ont9tano splitsing van het oude kiesdistrict Alkmaar, waardoor het noorderdeel daarvan voortaan een afzonderlijk kiesdistrict zal uitmaken. Aan 't einde zijner toespraak stelde spreker der ver gadering voor om de wenschenlijkheid uit te spreken van de stichting eener Centrale Liberale Kiesvereeniging in het hoofd kiesdistrict Helder. De vergadering gaf door bijvalsbetuigingen hare instemming met dien wensch te kennen. Door het voorloopig Comité werden vervolgens ter tafel gebracht en aan de beoordeeling der vergadering onderworpen Concept- Statuten voor de te stichten Kiesvereeniging. Dit ontwerp, uit een 9tal artikelen bestaande, omschreef alleen in hoofdzaken het doel en de werkzaamheid der Vereeniging, terwijl de verder noodig geachte voorschriften kunnen worden opgenomen in een nader samen te stellen Huishoudelijk Reglement. Na eenige gedachten-wisseling over sommige bepalingen werden de voorgestelde artikelen met eenige wijziging en toevoeging en na toelichting van de zijde van het voorloopig Comité goedge keurd en vastgesteld. Bij die toelichting werd door de vergadering er in berust, dat de verhouding van plaatselijke Kiesvereenigingen tot de Centrale Vereeniging bij Huishoudelijk Reglement zal worden geregeld. Met eenparige stemmen werden de Statuten ten slotte goedgekeurd en vastgesteld. We ontleenen aan do Statuten dezer Vereeniging de volgende bepalingen: „Het doel der Kiesvereeniging is: a. het stellen en aanbevelen van Candidaten der vrijzinnige richting, voor het lidmaatschap van do Tweede Kamer der Staten-Generaalen b. het bespreken en bevorderen van algemeene belangen, inzonder heid met het oog op dit kiesdistrict. De contributie bedraagt 's jaarlyks hoogstens f 1.Het Bestuur bestaat uit 12 leden, zooveel mogelijk verdeeld over de verschillende gemeenten van het kiesdistrict. Er zal 's jaarlijks minstens ééne vergadering plaats hebben. Op deze Statuten zal de koninklijke goedkeuring worden gevraagd. Na de vaststelling der Statuten werd de vergadering voor eenigen tijd geschorst. Gedurende de pauze werd gelegenheid gegeven om zich tot aanvaarding van het lidmaatschap te verbinden. Door 63 der aanwezige personen werd aan de uitnoodiging daartoe gevolg gegeven. Bij de heropening der vergadering werd aan de orde gesteld de keuze van bestuursleden. Door onderscheidene leden werd nu de wenschelijkheid bepleit om de keuze des Voorzitters recht streeks door de leden te doen geschieden, en na eene levendige discussie werd eene bepaling, zoodanige verkiezing voorschrijvende, alsnog in de Statuten opgenomen. Het besluit hiertoe werd genomen met 38 tegen 15 stemmen. (Eenige personen hadden inmiddels de vergadering verlaten.) Nu werd van gedachten gewisseld over de vraagzal in deze bijeenkomst reeds worden overgegaan tot de keuze van een Voorzitter en van de verdere leden des Bestuurs, of zal deze werkzaamheid in de eerstvolgende vergadering plaats hebben Onderscheidene stemmen gingen op, om dit nu reeds te doen en zelfs werd door eenige leden getracht de dringende noodzakelijkheid daarvan aan te toonen. Anderen meenden, dat het niet noodig en ook niet wenschelijk was, reeds nu tot die verkiezing over te gaan. Dezen wilden het voorloopig Comité tijdelijk, tot het bijeenkomen eener volgende vergadering, bestendigen. Met 31 tegen 18 stemmen werd tot uitstel der Bestuurs-verkiezing besloten, en ten circa 4 uren. werd daarop door den waarnemenden Voorzitter de vergadering voor gesloten verklaard. Buitenland. De instructie in de zaak van Aubertin, die drie revolverschoten loste op den heer Jules Ferry, is thans definitief gestaakt, daar Aubertin vlagen van waanzin heeft gekregen, zoodat de geneesheer zijne verpleging in een gesticht noodig heeft geacht. Een diefstal van 350,000 francs ten Stadhuize te Brussel doet veel van zich spreken. Tijdens de conversie der stedelijke leeningen werden helpers in dienst genomen voor het sorteeren der obligatiën en nu is vóór eenige dagen ontdekt, dat er voor het minst 200,000 francs aan waarden verdwenen waren; een onderzoek werd ingesteld, het gestolene bleek een veel hooger bedrag te hebben dan men eerst vermoedde. Zekere Baudet, een nog jong man, kreeg 50 francs in de maand om de oude obligatiën, van de Banken ontvangen, tegen nieuwe in te wisselen. Deze man is de hoofdschuldige, hij bewoonde nu onder een valschen naam eene kamer in het Grand Hotel en had ettelijke „vriendinnen", wie hij voor duizenden juweelen en andere geschenken gaf, o. a. eene danseres aan den Muntschouwburg, nog geen 20 jaar en Righettine genaamd. Deze jonge dame, evenals hare moeder, de moeder en een tante van Baudet in hechtenis genomen, is na verhoor weder op vrije vbeten gesteld. De in beslag genomen kostbaarbeden beloopen meer dan 70,000 francs. In de kamer van Baudet vond men 75,000 francs en allerlei aandeelen cn obligatiën, ongeveer ter waarde van 300,000 francs. Baudet was geabonneerd aan den Muntschouwburg, bezocht speelclubs, enz. Te Leeds heeft Sir Lyon Playfair voor zijne kiezers eene rede gehouden over den gedrukten toestand van den landbouw en over „fair-trade". Hij deed daarin uitkomen, dat de gedrukte toestand een gevolg is van de verbeteringen en uitvindingen van den nieuweren tijd, en betoogde dat van terugkeer tot het protectionisme geen heil te verwachten kan zijn. Wat noodig is, is wijziging der verhouding tusschen landheer en pachter, en wijziging der wetgeving betreffende het grondbezit. Zoo lang bij ons het stelsel van vrijen handel bestaat, zeide de heer Playfair o. a., dat is nu reeds sedert veertig jaren, hebben wij ons er op toegelegd aan de bevoorrechting van enkele klassen der maatschappij een einde te maken, opdat allen een even groot aandeel zouden verkrijgen in die bescherming van het maatschappelijk leven, te welker behoeve de belastingen worden opgebracht. Het beginsel van den Vrijen Handel is, dat wij van onze bezittingen en de opbrengst van onzen arbeid zoodanig gebruik kunnen maken als wij zeiven nuttig oordeelen, en dat wij ze kunnen ruilen daar, wanneer en met wien wij dit gewenscht achten. Door het stelsel van bescherming daarentegen worden de ruilingen belem merd; het regelt de prijzen door middel van tarieven, en het werkt als ware de handel een verdelgingskrijg tegen andere volkeren. Wordt de protectie algemeen, dan doet zij de prijzen van alle goederen stijgen; wordt zij slechts

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche en Nieuwedieper Courant | 1887 | | pagina 2