WEKELIJKSCHE EXPEDITIE
naar NED. OOST-INDIË.
W. J. BLITZ, Tandarts,
Verzending naar alle plaatsen van den Indisch en Archipel.
Amsterdam, Keizersgracht 181.H. PRINS Co.
ABR. SLOOS, Notaris te Winkel,
Tandarts BIERSTEKER,
Damrak 62, Amsterdam,
is eiken Woensdag van 9-3
uur te consulteeren Kerk-
gracht 338, te Helder.
WIJNHANDEL
Keizerstraat, nabij 't Heldersche Kanaal.
J. E. DÈ JONGH, Agent.
Koster's Kleinen Winkel te Schagen.
Vul-regulateurkachels met schutroosters f 18
N.B. Buskruit Orêpée F. 1 en Hagel,
ENBELSCHE VERHARDE HAGEL.
SCHEURKALENDER,
zal op D1NSD1G 'il UFXEKIBEK 1887, (les voormiddags
10 ure, in de Herberg „dc Valk", van T. DE JONG,
te Oude Niedorp,
publiek ver koop en:
Een goed onderhouden
Huismanswoning met Erf, Schuur
en Rentenierswoning, alsmede diverse perceelen
uitmuntend Wei- en Bouwland, staande en
gelegen in de gemeenten Oude- en Nieuwe
Niedorp, te zamen groot 18 hectaren, 57 aren,
60 centiaren.
Breeder bij biljetten omschreven.
Uit de hand te koop:
Een hechte, goed onderhonden
HUISMANSWONING met ERF en 2£ heet.
best BOUWLAND, in den Waardpolder,
gemeente Barsingerhorn. Dadelijk te
f aanvaarden. Eigendom van BROER PRINS.
Te bevragen ten kantore van Notaris
BACKX, te Wieringerwaard.
VlJTilt ge uitmuntend en zuiver KLiHd.©T- en
▼v Pudd-lngmeel, vraag dan T. OLY's
GRIESMEEL in pakken van */a.of J/4 KG.
Alleen die met de handteekening van den Fabrikant
zijn echt.
van
W. JAGER GERLINGS,
(firma J. H. ENSCHEDÉ)
te HAARLEM.
Depót te Helder:
Er hiedt zich aan eene zindelijke
waschvrouw, tot het gereedmaken
van wasch- en strijkgoed, alsmede
van gordijnen.
Adres: Achter-Hoofdgracht, K 153.
BerioHt uit
Gegoten Fornuizen, Haarden en Verwarm-
kachels, Kolen- en Turfbakken, Stalkettings,
Stallampen en Lantaarns.
A. KOSTER, Schagen.
c&^êMUZIEK voor den dans
op den tweeden Kerstdag,
bij J. BREED, te Wieringerwaard.
De gunstig bekende
met bijschriften van
Dr. E. LAURILLARD,
is in eiken Boekhandel 90 Cents te bekomen, zoomede
bij de Uitgevers S. W. N. VAN N O O T E N, te
Schoonhoven.
Arrondissement s-R echtbank.
Behandeling van strafzaken op 16 December.
J. S., te Bovenkarspel, verduistering van goederen, vrij
gesproken.
N. P., te Hoorn, beleediging, f 25 boete, subsidiair 8
dagen hechtenis.
J. S. en H. S., te Urk, verbreking van sluiting, ieder
14 dagen gevangenisstraf.
Nieuwendijk bij den Dam, 241, Amsterdam,
is iederen Donderdag, 's namiddags van 1 tot 3 ure,
te spreken wegens tandheelkundige operatiën en het
plaatsen van kunsttanden in het Hótel Toelast te
Nieuwediep.
Ook is hij te spreken des Zaterdags in den Burg en
des Maandags in de Jager te Alkmaar, beide dagen tot
's voormiddags 11 ure; des Donderdags, tot 's voor
middags 11 ure, in het Hotel Vredelust te Schagen.
Dezer dagen wordt het planten van vruchtboomen langs publieke
wegen weder eens ter tafel gebracht en bet voor en tegen gewikt
en gewogen. Het vraagstuk is gelijk J. H. K. in het „Nederl.
Tuinbouwblad" schrijft niet zoo gemakkelijk voldoende tot
oplossing te brengen. Het is reeds sedert langer dan eene
eeuw als het ware aan de orde van den dag. De heer P. geeft
op bladzijde 416 van genoemd blad toe, dat in Duitschland
en Italië ook vruchtboomen, aan de wegen geplant, kunnen tieren
waarom zouden ook hier te lande geene gevallen kunnen voor
komen, waar ze zouden kunnen medewerken tot het verhoogen
van de schoonheden van het landschap. Het spreekt vanzelf, dat
niet alle wegen voor zulke beplanting geschikt zijn; vele streken
van ons vaderland munten uit door byzonder smalle wegen, die
al dadelyk buiten aanmerking blijven; maar waarom zou eene
beplanting langs onze verhoogde spoorwegdammen niet geoorloofd
zyn? Die dammen, zonder beplanting langs de zijden, verhoogen
toch in de regel de schoonheid van het landschap niet. Al kan
de schrijver het met den heer P. eens zijn, dat men in dezen
niet overdrijven moet, zoo meent hij toch, dat het onderwerp wel
nadere studie waard is om daar, waar het mogelijk is met kans
op goeden groei en zonder hinder, misschien veeleer met moge
lijkheid van verfraaiing van het landschap, de proef te nemen.
De ondervinding zou dan denkelijk wel leeren, dat bij goed beheer
de zaak de moeite zou beloonen. Ook de veiligheid der vruchten
zou voor hem geen bezwaar zijn om tot de proefneming te be
sluiten zien we toch in vele onzer steden zeer fraaie bloemperken,
die door het groote publiek als zoodanig gerespecteerd worden,
waarom zouden ook de vruchten aan de wegen niet voor diefstal
veilig kunnen zyn bij geschikte maatregelen, al moest men hier
het appeltje voor den dorst den vermoeiden wandelaar gunnen,
vooral wanneer bij strenge handhaving onzer drankwet de „ver
gunningen" in latere tijden tot het minimum zullen zijn terug
gebracht.
In Duitschland met zijne breede wegen bestaan vele aanplantingen
van vruchtboomen, die, naar de schrijver meent, voordeel opleveren
en zeker het landschap niet ontsieren.
Intusschen wordt gemeld, dat langs de bermen der Hollandsche
IJzeren Spoorweg-Maatschappy eene proef met het planten van
vruchtboomen zal worden genomen, onder leiding van den heer
Jac. P. R. Galesloot, die tot het planten van piramide-appel- en
pereboomen adviseerde.
Dütnbeplanting. Aan het verslag, door den secretaris der
Commissie voor de duinbeplanting uitgebracht, ontleenen wij hej
volgende
In April 1884 ondernam de Commissie een werk, hetgeen
men wist dat aanvankelijk veel teleurstelling zou opleveren, doch
de poging werd gewaagd, om te beproeven onze woeste duin-
gronden op weinig kostende wyze met houtgewas te beplanten.
Door de yverige bemoeiingen van den President werd van
het Domeinbestuur in p^cht verkregen een terrein duingrond,
groot ongeveer 5 hectaren en gelegen achter het pompstation der
duinwaterleiding, dat door 6 grenspalen werd afgebakend. Al
dadelijk werd aangevangen met het zaaien van eikels en wilde
kastAnjes in den onbewerkten grond en op een akker die ongeveer
40 cM. diep was omgespit, fijnere boomzaden als: acacia, eschdoorn,
haagbeuk, berk, pinus maritime, pinus, sylrestris, larive en lijster
bes, terwijl langs de zijde een rand wilgenstek, een geschenk van
den heer Van ltyswijk, werd gezet en op het einde een duizendtal
eenjarige zaailingen, Noorscho dennen, gratis door den Burge
meester van Katwijk toegezonden. De eikels, kastanjes en eschdoorn
kwamen vrij goed op, doch het opgekomene bleek weldra een
lokaas te zijn voor vogels en konijnen, die het in korten tyd
geheel vernieldenhet overige fijnere zaad kwam niet op en
scheen door de langdurige droogte niet te kunnen ontkiemen.
De wilgenstekken, die voor de helft waren aangeslagen, gingen,
doordat de schors door de konijnen werd afgeknaagt, alle verloren
en de eenjarige dennen, die zonder kluit waren geplant, bleken
geheel niet voor het doel geschikt te zijn.
Gaf alzoo deze eerste proefneming niet de gewenschte uitkomst,
in 't volgend voorjaar werd nogmaals een proef met zaaien ge
nomen en ook met jong plantsoen en vliersfekken, dat in Februari
1885 in onbewerkten grond op de helling werd geplant, terwijl
daaraan een geschenk van de heeren Becker en Scalongne, be
staande in eenige wilde bottelrozen en struiken van Spiraea en
seringen, werd toegevoegd. Ook werden weder boomzaden als:
berken, populieren, vlier, acacia, pinus en eschdoorn, eikels en
bremzaad gedeeltelijk op den omgespitten akker, gedeeltelijk in
onbewerkten grond uitgezaaid. In den daarop volgenden zomer
zag het plantsoen er zeer goed uit, maar in het najaar en in den
winter ging het steeds achteruit en werd het duchtig gehavend
door de konijnen. In het voorjaar van 1886 besloot men een
proef te nemen met acacia, Kaspische zandwilg, lupinen en hop
en in April werd hieraan gevolg gegeven, door het zaaien op
den vroeger gespitten akker en het planten in onbewerkten grond.
Evenals de acacia, bleek ook de Kaspische zandwilg ongeschikt
en kwam niet aan den groei. Alleen de hop bracht ecnig gewas
voort en stond vrij goed.
De commissie kwam. tot do overtuiging, dat noeh door zaaiing,
noch door beplanting met jong plantsoen het beoogde doel te
bereiken was, doch wel met ander, sterker ontwikkeld heester
gewas maar met het oog op de kostbaarheid daarvan, kwam
men tot het besluit een gedeelte van het terrein tot kweekerij
in te richten.
Men koos hiertoe een laag gelegen gedeelte, zoogenaamde plan,
dat' zoowel aan de Noord-Oost-, als aan de Zuid-Westzijde door
hooge duinen omgeven is en met den aanleg werd in November
1836 een aanvang gemaakt. Een hoofdweg met verschillende
zijpaden langs de akkers werd aangelegd, nadat een schuur of
bergloods voor gereedschap, op het midden van 't terrein was
opgetrokken. De hoofdweg werd beplant met een dubbele rij
hoogopgaande populieren, die alle zeer goed aangeslagen zyn en
aan weerszijden gedekt worden door een rij lagere heesters,
afwisselend geplant. Dezen zomer gaf het plantsoen alleszins
redenen tot tevredenheid, doch de aanhoudende droogte deed
vooral aan het jonge eiken-, benken- en elzenplantsoen veel
kwaad en bij het laatste bezoek in de vorige maand bleek dat
de beuken het meest-, de eiken en elzen minder hadden geleden,
maar dat de prunus virginiana, vlier en populierstek het best tegen
de droogte bestand zijn.
Aan het einde van zijn verslag betoogde de secretaris de
wenschelijkheid om voor de beplanting tweejarige verpootte pinus
sylvestris, geleverd door den heer Ch. Van Ginneken, te Zundert,
te bestemmen, daar hij meende, dat de eenjarige daarvoor niet
sterk genoeg zullen zijn.
Ten slotte deelde hij mede, dat nu weder ruim 100 vierkante
roeden, 40 il 50 centimeter diep omgespitte duingrond tot beplan
ting gereed ligt, en dat de kosten der beplanting over 1884—
1887 hebben bedragen f 698.
Onder toejuichingen der vergadering, zcide de Voorzitter den
heer Becker dank voor zijn belangrijk en uitvoerig rapport.
Uit 's Hage meldt men aan de „llaarl. Crt.":
„Dezer dagen werd ons een kijkje vergund in de lokalen,
waarin binnenkort eene inrichting zal gevestigd worden,
die in Nederland hare wederga nog niet heeft, te wetende
Kookschool. Sedert de tentoonstelling van voedingsmiddelen
is ongetwijfeld de belangstelling van vele vrouwen in de
edele kookkunst opgewekt, maar met het marktplein ver
dween ook de kookcursus en dus tot nu toe de eenige
gelegenheid om op eenigszins wetenschappelijke wijze de
spijsbereiding te beoefenen.
De Haagsche Kookschool was men weet het reeds
lang in de pen. Ongelukkig stuitte het plan, zelfs toen
de financiëele bezwaren waren weggeruimd, dank zij het
toegezegde subsidie van de Maatschappij ter bev. van
Nijverheid en de bijdragen van leden en begunstigers, af
op een zeer voornaam punt, een huis om de nieuwe inrich
ting te vestigen. Aan huizen is er in Den Haag nog wel
geen gebrek, maar elk pand is niet geschikt en de gebouwen,
die wel konden gebruikt worden, kon men niet in huur
bekomen, omdat de meeste huiseigenaren van „kookhuizen*
een natuurlijken afkeer hebben en zeker voor dat doel
hunne perceeltjes niet anders willen verhuren dan op langen
termijn. En welke goede verwachtingen het dames-comité
en de heeren bestuurders van de Kookschool in wording
ook van deze koesteren, scheen het hun roekeloos toe ver
bintenissen te sluiten, waarvan de nakoming niet verzekerd is.
Zoo stonden de zaken en zouden ze misschien nog staan,
als niet een goede genius zich ontfermd had over de naar
onderwijs dorstende kooksters „in spé," een huis gekocht
had met het opzettelijk doel om het gedeeltelijk te kunnen
inrichten tot tempel der wetenschappelijke en practische
kookkunst en het gebruik er van aan de commissie te kunnen
aanbieden.
De aanstaande Universiteit der kokende en bradende
jufferschap wordt alzoo gevestigd aan de Stille Veerkade,
eene gracht in het midden der stad, over wier wateren
weldra de verfrisschende adem van de Maas zal strijken,
zoodra het verversching-kanaal gereed zal zijn. Door dit
pand in tweeën te verdeelen, is de eigenaar er in geslaagd
het ruime achterhuis te bestemmen uitsluitend voor de
Kookschool, zoodat noch de bewoners van het voorhuis,
noch die van de huizen in de omgeving eenigen last zullen
hebben van rook of geur. De „Hoogeschool" staat geheel
vrij, van achter uitziende op een zeer grooten tuin en van
het voorhuis afgescheiden door eene breede binnenplaats.
De eigenlijke werkplaats, het //laboratorium" der kokende
dames, is gelijkvloers aan dien tuin gelegen; het is geene
kamer, maar eene lange zaal met vijf of zes vensters,
waarin overvloedig ruimte is om de fornuizen op te stellen,
tafels en aanrechtbanken te plaatsen en gelegenheid te bieden
om een groot getal discipelen den cursus te doen volgen,
dien mevr. Alting Mees in het aanstaande voorjaar er denkt
te openen en de practische lessen te doen bijwonen, die
de directrice, mej. Manden, er hoopt te geven.
In het midden van den wand, aan de binnenzijde van
het vertrek, wordt eene „lift" gemaakt, waardoor men de
bereide spijzen naar boven kan voeren en al wat er uit de
provisiekamer moet benuttigd worden naar omlaag kan doen
dalen. Vlak boven de studiezaal toch ligt een bijna even
ruim vertrek, mede aan de tuinzijde, uitstekend geschikt
ter verorbering van hetgeen in de benedenwereld in of
buiten studietijd wordt bereid. Of de Kookschool gelegen
heid zal geven tot het nuttigen van spijzen in de inrichting
zelve, schijnt nog niet vast te staan, maar de ruimte er
voor is voortreffelijk aanwezig. Tegenover deze „eetzaal",
door den gang er van gescheiden, is de „provisiekamer",
behoorlijk van kasten voorzien, waarin niet alleen voedings
materiaal kan geborgen worden, maar ook tafellinnen en
serviezen. Op de tweede verdieping zijn doelmatige ver
trekken voor woning van de directrice en het personeel.
Wij spraken straks van „laboratorium", want de naam
van keuken in den gewonen zin van het woord zou deze
halle ontheiligen. Eene „keuken" is er echter ook wel
degelijk, en eene goede ook. Deze is beneden achter de trap
en is bestemd om er al het „vuile werk" in te doen verrichten.
Zij heeft gemeenschap met de binnenplaats, waar berging
is voor brandstoffen, en is vlak bij den kelder, die geheel
nieuw gecementeerd wordt en plaats genoeg aanbiedt om
voorraad op te doen voor een half bataillon.
Eindelijk ontbreekt natuurlijk ook de bestuurskamer niet.
Zij is vooraan in den gang en fraai genoeg, maar wat laag
van verdieping. Juist de keuze van dit vertrek voor de
dames en heeren van het bestuur bewijst, dat het comité
alles overheeft voor de „zaak", en als alles binnen eenige
maanden in orde zal zijn, de geschenken, die reeds gekomen
zijn o. a. zagen we twee kolossale manden met tafel
serviezen van den heer Regout staan of zijn toegezegd,
behoorlijk geborgen, als de schoorsteen zal rooken en de
jeugdige of oudere dames-studenten met van geestdrift en
van fornuiswarmte blozende wangen aan den arbeid zullen
f'jgenJ dan zal de eerste Nederlandsche Kookschool, met
hulp van den architect, den heer Joh. Mutters, er uitzien
zooals de ijverigste voorstanders en voorstandsters zelf
waarschijnlijk moeielijk zullen hebben kunnen droomen.
De eerste welgeslaagde proeve van kookkunst komt dan
naar recht en billijkheid den goeden genius toe, die aan
de school dat fraai verblijf bezorgde."
Marktberi ch ten.
HOORN, 17 December. Graanmarkt: Tarwe f 6.25 a 8.
Gerst f 4.25 a 5.Haver f 2.50 a 3.75, Witte Erwten f 8 a
f 10, Groene f 9.50 a 13.Grauwe f 12.25 a 15.Vale
f 7.25 a 14, Bruine Boonen f 7.25 a 11.Witte f 9.25 a 12,
Paardenboonen f 5.25 a 6.alles per hectoliter.
Veemarkt: 12 Paarden, f 40 a 150; 23 Schapen, f 16 a 27;
150 Lammeren, f 10 a 16; 10 Kalveren, f 10 a 18; 40 Varkens,
f 7 a 122 Zeugen, f 15 a 22160 Biggen, f 3.— a 6.5075
Kippen, f 0.40 a 1.75; alles'oer stuk.
600 Kip-eieren, f 6.per 100 stuks.
1600 kop Boter, 50 cents per kop.
Snelpersdruk van A. A. Bakker Cz., Nieuwediep.