atschappij MOOIE Stoomschepen. SNELLE, VEILIGE Vaart. Op Dag-booten Fransche Restauratie. Maatschappij tot Nut van 't Algemeen. Tandarts BIERSTEKER, Damrak 62, Amsterdam, is eiken Woensdag van 9-3 uur te consulteeren Kerk- graeht 338, te Helder. WIJNHANDEL W. JAGER GERLINGS, Keizerstraat, nabij 't Heldersche Kanaal. J. DE JONGH, Agent. SPAARBANK. K E N N I S C E VING. Allen, die iets te vorderen of onder hunne ^berusting hebben van, of verschuldigd zijn aan den Zeer Eerw. Heer HENRICUS WILHELMUS KLAUWERS, in leven Pastoor te Helder, worden verzocht vóór 15 Januari 1888 opgave te doen bij den ondergeteekende, Kapelaan aldaar. J. VAN DER HORST, Executeur-test. Helder, 22 December 1887. VOLKSBIJEENKOilIST, met medewerking van een Kinderkoor, op Vrijdag 30 December 1887,'s avonds 8 uur, in „Tivoli". Entrée-kaarten met tekstboekjes zijn, a 15 cents, op den dag der bijeenkomst, 's morgens 10 uur, verkrijg baar bij Mej. de Wed. S AM WEL en bij de Heeren STADERMANN en BERKHOUT en C°. Personen beneden 16 jaar en meisjes zonder geleide worden niet toegelaten. GORT IS GEZOND. Mijne Gort in pakken van 1/1 en 1/2 KG. is gega randeerd goed en smakelijk. Er is niet beter. Zaandijk. T. OXjY van (firma J. H. ENSCHEDÉ) te HAASLENE. Depót te Helder: De laatste zitting in het kantoor dei- Spaarbank in dit jaar zal, in stede van op Zaterdag den 31 dezer, op Vrijdag den 30 dezer plaats hebben, des avonds op de gewone uren. Helder, 27 December 1887. Het Bestuur. Arrondissement s-R echtbank. Behandeling van strafzaken op 23 December 1887. D. d. L,, te Zijpe, diefstal, vrijgesproken. J. H., te Anna Paulowna, f 15 boete, subsidiair 7 dagen hechtenis. K. A., te Nieuwe-Niedorp, onwillige brandstichting, vrij gesproken. S. G., te Kolborn, mishandeling, 6 weken gevangenisstraf. J. B., te Barsingerborn, mishandeling, 3 weken gevange nisstraf. P. W., te Barsingerhorn, diefstal, 6 weken gevangenisstraf. J. H. S., te Helder, mishandeling, f 25 boete, subsidiair 8 dagen hechtenis. E. H., te Wieringen, diefstal, 3 maanden gevangenisstraf. N. K., te Texel, het dooden van een kat, f 10 boete, subsidiair 5 dagen hechtenis. E. D., te Texel, mishandeling, f 25 boete, subsidiair 8 dagen hechtenis. P. K., te Zijpe, mishandeling, f 8 boete, subsidiair 3 dagen hechtenis. Grootmoeder. Door Alphonse Daudet. De avond daalt. Van het kerkhof zijn zij teruggekeerd naar het kleine huis in dö straat Val de Grilce. Grootmoeder is zoo even begrareD, en bij die half geopende deur, na het vertrek der vrienden alleen achtergebleven in het kleine vertrek, waar zelfs het geringste voorwerp aan de afgestorvene herinnert, en dat haar gedurende de laatste uren grooter toeschijnt dan vroeger, voelen mevrouw Ebsen en hare dochter te dieper al het vreese- lijke harer smart. Zelfs daar ginds, te Montparnasse, toen de aarde zich opende om haar alles te ontnemen, hadden zij het bewustzijn van het onherstelbare, het verschrikkelijke der eeuwige scheiding niet zoo diep gevoeld als hier, bij dat hoekje aan het raam, voor dien ledigen armstoel. Het was haar alsof groot moeder ten tweede male was gestorven. Mevrouw Ebsen is op een stoel neêrgezegen en verroert zich niet. Ala 't ware weggedoken in de wollen rouwstof, mist zij zelfs den moed om zich van haar cbule te ontdoen en van haar hoed, welks lange .krippen voile zich in stijve plooien boven haar goedig breed gelaat, met tranen overdekt, samenpakte. En dan begint zij, terwijl zij de gezwollen oogen telkens met haren neusdoek afveegt, met luide stem de deugden der overledene op te noemen en roemt hare goedheid, hare vroolijkheid, haar moed; zy mengt er episodes onder uit haar eigen levgn en dat harer dochter. Een vreemdeling, tot die luide ontboezeming toe gelaten, zou er de geheele geschiedenis der beide vrouwen uit hebben leeren kennen. Hij zou weten, dat de heer Ebsen, een werktuigkundige uit Kopenhagen, geruïneerd door allerlei uitvin dingen, twintig jaar geleden te Parijs is gekomen met een brevet voor een electrisch uurwerkdat dit niet gelukt is zooals men hoopte en dat de uitvinder stierf en zijne vrouw met hare oude moeder zoo arm achterliet, dat zij niet wist hoe de kleine baby af te wachten. Ach, wat zou men zonder grootmoeder zijn geworden, zonder grootmoeder en haar dapper haakpennetje, dat nacht en dag sneller voortwerkte, ter vervaardiging van kleedjes en kanten, toen nog weinig bekend te Parijs, en die de oude Deensche ijverig te koop aanbood in de kleine handwerk-winkels. Zoo wist zij het huishouden in stand te houden en de kleine Eline eene goede min te bezorgen; maar er waren heel wat rondjesj er was heel wat van die fijne kant toe noodig; het was bijna om het gezicht bij te verliezen I Die lieve, beste grootmoeder.... En de luide stem verheft zich weder, onafgebroken door snikken en kinderlijke bewoordingen, die de goede vrouw in hare droef heid van moederlooze te binnen schieten, en waaraan het vreomd accent, haar Fransch uit Kopenhagen, dat de twintig jaren in Parijs niet konden verbeteren, iets aandoenlijks geeft. De droefheid harer dochter is minder woordenrijk. Doodsbleek, met de tanden op elkaar geklemd, gaat zij door het huis, met haar kalmen blik, haar vaste, ietwat langzame bewegingen, haar volle buigzame taille in het sombere zwarte kleed, opgehelderd door den zwaren blonden haartooi en den bloei harer negentien jaren. Zonder gedruisch, als eene handige huisvrouw, heelt zij het vuur, dat door hare lange afwezigheid bijna wegstierf, doen herleven, de gordijnen opgetrokken, de lamp opgestoken, het kleine salon ontdaan van de koude en duisternis, die er bij haar binnenkomen heerschte.-- Dan, terwijl de moeder al snikkende voortpraat, ontdoet zij haar van hoed en chfilé, trekt haar de lekkere warme pantoffels aan in plaats van de doortrokken, door de aarde van 8"efP doodenakker nog verzwaarde laarzen, en leidt haar als een kind aan de hand naar de tafel, waar de met bloemen- beschilderde soepterrine tusschen twee* uit'flroestauratie gebrachte schotels staat te dampen. Mevr. Ebsen verzet zich. „Eten, waartoe dat?" Zij heeft geen honger! En op het zien van die kleine tafel met het ontbrekende .derde convert.... „Ach neen, Lina, ik sm^efc.je!" \v „Toe, toe, moedertje, je taoet eten'H EKoe heeft er op gestaan, van den eersten avond af, daar te blijven eten en niets aan hare gewoonten te veranderen, wel wetende, dat het anders den volgenden dag nog pijnlijker zou zijn. En wat heeft zij wijs gehandeld, die zachtzinnige, ver standige Eline! Zie hoe de warmtegloed van het vertrek, ver dobbeld door de heldere lamp en het vuur, dat arme verkleumde hart doortintelt. Gelyk meefmalen gebeurt, na uitputtende dagen van spanning, eet mevï; - Èbsen met gretigen honger en lang zamerhand beginnen hare gedachten, zonder van onderwerp te veranderen, zich te matigen en te verzachten. Dat is zeker, ze hebben alles gedaan om grootmoedir gelukkig te maken, om haar aan niets te doen gebrek hebben tot aan haar laatsten levensdag. En welk een troost in die vreeselijkc oogenblikken, zich zoo omringd te gevoelen van belangstellendenHoeveel menschen bij dien nederigen lijkstoet! De straat was er zwart van. Geene harer oude leerlingen ontbrak. Zij heeft zelfs gehad wat tegen woordig de rijken 'vööf zilver noch goud" kunnen krijgen: een toespraak van dominé Aussandon, den deken van de theologische faculteit, deu grooten redenaar van de Gereformeerde kerk, dien men in Parijs sedert 15 jaar niet gehoord had. Wat sprak hy mooi over de familie, wat was hij aangedaan bij de herinnering aan die dappere grootmoeder, die op gevorderden leeftijd haar land verliet, om hare kinderen te volgen en geen dag meer te verlaten. „Och neen! geen dag...." zucht mevrouw Ebsen, en de woorden van den predikant ontlokken bij do herinnering nieuwe tranen; zij omhelst met beide armen hare dochter en drukt haar aan het hart. „O, Linette, laten wij elkander innig liefhebben en elkan der nimmer verlaten!" En zoo op elkander steunende, kust Linette de grijze haren cen antwoordt met teederc aandoening, maar heel zacht, ten einde niet te schreien: „Nooit! wees daar van zeker, moeder, dat nooit....." De warmte, de maaltyd, drie slapelooze nachten en zooveel tranenzij slaapt thans, de arme moeder. Eline gaat doodstil heen en weder, neemt de tafel af en maakt het huis, door dat bedroevend plotseling heengaan in wanorde geraakt, wat op streek. Dat is hare manier om haar verdriet te smoren in een voort durende bedrijvigheid. Maar aan dien vensterhoek gekomen met het steeds opgetrokken gordijD, waar de oude vrouw zich den geheelen dag ophield, ontbreekt haar de moed om al die kleine voorwerpen op te bergen, die spreken van dierbare gewoonten en van de versleten vingers, die ze nog zoo kort geleden han teerden: die schaar, de bril buiten het brillenhuis bij eene blad zijde van Andersen, haar haakje dwar3 door een begonnen werk met een punt uit de lade van het tafeltje, en het kanten mutsje op het raampje gespannen, met de ontknoopte smalle keelbandjes er bij hangende.... Eline staat in gepeins verzonken. Haar geheele jeugd sleet zij in dien hoek. Daar was het dat grootmoeder haar leerde lezen en naaien. Terwijl mevrouw Eb3en weg was om Duitsche les te geven, zat de kleine Lina op dat bankje aan de voeten der oude Deensche, die haar sprak over haar land en haar de Noordsche legenden vertelde, en dan het zeeliedje voor haar zong van „koning Christiaan," want haar man was scheepskapitein geweest. Later, toen Eline op haar beurt haar brood wist te verdienen, was het ook daar weer dat zij zich neervleide bij hare tehuiskomst. Als grootmoeder haar dan op het oude plaatsje vond, bleef zij haar met dezelfde teeder- heid toespreken; en toen in de laatste jaren de geest van de oude vrouw wat verzwakte, verwarde zij hare kleindochter wel eens met hare dochter, noemde Lina „EUsabeth" den naam van mevrouw Ebsen, sprak haar over haar overleden echtgenoot, en vermengde zoo die twee wezens die in haar hart één en dezelfde liefdeplaats innamen. Een dubbel moederschap! Een enkel woord was voldoende om haar tot de werkelijkheid terug te brengen dan begon zij te lachen. Odie engelenglimlach, die kinderlijke lach tusschen de luifels van het mutsje.... het is alles voorbij, Eline zal het nooit wederzien. En dat denkbeeld ontneemt haar al haren moed. Hare tranen, ter wille van moeder sedert 's mor gens vroeg bedwongen, breken eensklaps met geweld los en zij verbergt zich in het aangrenzend vertrek. Hier is het raam wijd open. De nachtlucht dringt naar binnen, vergezeld van natte windvlagen, en een wit schijnsel speelt op het afgehaalde bed en de twee nog tegenover elkander staande stoelen, waar dien morgen de lykkist op rustte. Geen wanorde in die sterfkamer; niets van die eigenaardigheden, die ons spreken van een laug ziekbed, van de verschrikkelijkheden der ziekte. Men gevoelt hier als 't ware de overrompeling, de vernietiging van het menschelyk wezen binnen eenige uren; en grootmoeder, die slechts hier binnentrad om te slapeo, vond er oen dieperen slaap, een langeren nacht; dat is alles. Zy hield niet van deze kamer„te somber" noemde zij haar er heerschte zoo'n pijnlijke stilte (schrikbeeld voor den grijsaard) en men zag er niets dan hoornen: den tuin van mijnheer Aus sandon daarachter dien van de doofstommen en den toren van St. Jacques-du-Haut-Paa; niets dan begroeide steenen, eene ware bekoorlijkheid .voor Parijs; maar de Deensche gaf de voorkeur aan haar hoekje met al het leven en gedruisch van de straat. Is het daarom, of is het de invloed van dien diepzinnigen hemel, hier en daar onstuimig en als met zeeschuim bedekt? Eline schreit hier niet meer. Door dat geopende raam stijgt hare smart op waarts, wordt grootscher en helderder. Het komt haar voordat derwaarts de weg is dien het haar zoo dierbare leven genomen heeft; en haar blik tuurt naar boven, naar de sneeuw wolkjes, en de bleeke lichtstippen die den hemel ophouden. „Grootmoeder, zijt gij daar? Ziet ge mij?" Langen tijd roept zij haar, heel zachtkens; spreekt haar toe al3 in gebede.... Daar slaat de toren van St. Jacquea; de blader- looze boomen trillen in een nachtwindeen spoorfluitje, de trompet van den tramwagen overstemd het altijddurend gegons van Parijs.... Eline verlaat het balkon, sluit het venster en keert naar het salon terug, waar moeder nog altijd haar kinderslaap slaapt en nu en dan een zwaren zucht laat hooren. En daar, voor dat tronwe gelaat, met de goedige rimpels en de door trauen inge trokken oogen, denkt Lina aan de opoffering en toewijding dier voortreffelijke vrouw, aan den zwaren last, dien zij zoo dapper, zoo welgemoed heeft gedragen. Een kind op te voeden, een huis houden op te houden, en nooit boos worden en nooit klagen.... Het hart van het jonge meisje vloeit over van teedere dank baarheid. Ook zij zal zich geheel aan hare moeder wijden, en nog eens zweert zij bij zichzelve haar innig lief te hebben, haar nooit, nooit te verlaten Holl. IJzeren Spoonveg-Maatsehappij. Tarief voor Reizigers in locaal- en rechtstreeks verkeer. Van en Naar Richting Enkele reis. Heen en terug. HELDER van Naar en Van Vervoer lek! 2e lcl.jsekl.ile kl.|2e kl.jsa kl. Alkmaar Zaandam.-Hilvers. 2.10 1.70 1.05 2.55 2.05 1.30 3.80 Amersfoort 6.30 5.05 3.15 7.60 6.05 Amsterdam Zaandam of Beverw. 4.05 3.25 2.05 4.90 3.90 2.40 Anna Paulowna 0.65 0.50 0.35 0.75 0.60 0.45 Arnhem Zaandam-Brenkelen 8.70 7. 4.40 11.30 9. 5.60 Avenhorn 4.95 3.95 2.50 5.95 4.80 2.95 Beverwijk 3.25 2.60 1.65 3.85 3.10 1.95 Bergen op Zoom Beverwijk, Delft, Rotterd., Zevenb. 10.45 8.50 5.35 13.85 10.90 7.10 Beverwijk, Delft, 9.70 7.75 4,85 12.60 9.90 6.35 Rotterd., Lange weg. Bovenkarspel 5.90 4.70 2.95 7.10 5.70 3.55 Castricum 2.70 2.15 1.35 3.25 2.60 1.65 Delft Beverwijk. 6.45 5.15 3.25 770 6.20 3.85 Deventer Zaand., Hilv., Zutf. 10.20 8.20 5.15 12.60 10. 6.30 Dordrecht Beverw., Delft, Rott. 8.20 6.55 4.10 10.20 8.10 5.15 Enkhuizen 6.10 4.85 3.05 7.35 5.90 3 65 Gouda Zaandam, Breukelen. 6.65 5.35 3.35 8.70 7. 4.30 's Hage Beverwijk. 6.05 4.85 3.05 7.20 5.80 3.60 Haarlem Beverwijk. 3.80 3.05 1.90 4.60 3.70 2.30 2.53 1.90 1.20 2.85 2.30 1.45 Hilversum Zaandam. 5.50 4.40 2.75 6.60 5.30 3.30 Hugowaard 1.45 0.90 0.72 2.10 1.70 1.10 Harderwijk '8 Hertogenbosch Zaand., Hilv., Nijk. 7-70 6.15 3.85 9.30 7.40 4.65 Zaand., Hilv., Utr. 8.40 6.65 4.20 11.70 9.05 5.75 Hoorn 5.20 4 15 2.60 6.25 5. 3.10 Hoogkarspel 5.70 4.55 2.85 6.85 5.50 340 Koog-Zaandijk 3.40 2.70 1.70 4.10 3.25 2.05 Krommenie 3.20 2.55 1.60 3.80 3.00 1.95 Kwadijk 4.40 3.50 2.20 5.30 4.25 2 65 Leiden Beverwijk. 5.25 4.20 2.65 6.30 5.05 3.15 Lichtenv.-Groenlo Zaandam, Hilvers. 11.05 8.85 4.44 13.30 10.65 6.60 Middelburg Beverwijk, Delft, Rotterdam, Zevenb. 12.70 10. 6.35 16.85 13.15 8.60 Naarden-Bussnm Zaandam. 5.15 4.10 2.60 6.20 4.95 3.10 Noord-Scharwoude 1.55 1.25 0.80 1.80 1.45 0.90 Oosthuizen 4.75 3.80 2.40 5.70 4.60 2.85 Oostzaan 3.85 3.10 1.95 4.65 3.70 2.35 Pnrmerend 4.25 3.40 2.15 5.10 4.10 2.55 Rotterdam Beverwijk. Beverwijk, Delft. 7.20 5.75 3.60 8.60 6.90 4.35 Rotterdam-(Beurs.) 7.45 5.95 3.75 9. 7.20 4.55 Scbagen 1.10 0.90 0.55 1.30 1.05 0.70 Schiedam Beverwijk. 6.95 5.55 3.50 8.35 6.70 4.15 Stavoren 7.20 5.75 3.60 8.70 7. 4.35 Tilburg Zaaudam, Hilv., Utr. 9.25 7.50 4.75 13.10 10.15 6.60 Uitgeest 2.90 2.30 1.45 3.50 2.80 1.75 Utrecht Zaandam, Hilvers. 5.85 4.65 2.95 7.60 6.00 3.75 Utrecht (N.R.S.) Zaandam, Breukelen. 5.85 4.65 2.95 7.60 6. 3.75 Vlissingen Beverw., Delft, Rott. 12.95 10.25 6.35 17-35 13.40 8.60 Zevenbergen. Velsen 3.35 2.70 1.70 4.00 3.20 2.00 Winterswijk Zaandam, Hilvers. 11.50 9.20 5.75 13.80 11.05 6.90 Wormerveer 3.30 2.65 1.65 3.90 3.15 2.00 Westwoud 5.55 4.45 2.80 6.70 5.35 3.30 IJmuiden 3.50 2.80 1.75 4.20 3.40 2.10 Zaandam 3.55 2.85 1.80 4.30 3.45 2.10 Zandpoort 3.60 2.90 1.80 4.35 3.45 2.20 Zutfen Zaandam, Hilvers. 9.35 7.50 4.70 11.25 9.00 5.60 Zwolle Zaaad., Hilv., Nijk. 9.65 7.75 4.85 11.70 9.35 5.85 Snelpersdruk van A. A. Bakker Cz., Nieuwediep.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche en Nieuwedieper Courant | 1887 | | pagina 4