HELDERSCHE EN NIEUWEDIEPER COURANT. Nieuws- en Advertentieblad woor Hollands Noorderkwartier. 1888. N° 17. Woensdag 8 Februari. Jaargang46, Uitgever A. A. BAKKER Cz. POSTKANTOOR HELDER. VREDE NA STRIJD. 19 „Wij huldigen het goede." Verschijnt Dinsdag, Donderdag en Zaterdagnamiddag. Abonnementsprijs per kwartaalf 0.90. franco per post 1.20. BUREAU: MOLENPLEIN. Prijs der Advertentiën: Van 14 regels 60 cents, elke regel meer 15 cents. Groote letters naar plaatsruimte. Voor winkeliers bij abonnement belangrijk lager. Het Gemeentebestuur van den Helder ^brengt, ter voldoening aan het bepaalde bij de artt. 6 en 7 der wet van den 2 Junij 1875 (Staatsblad N°. 95), ter openbare kennis, dat door den heer A. KLIK, alhier, het verzoek is gedaan op het terrein aan de Binnenhaven, N, N°. 49, hoek Tclcgraaf- stecg, bij het kadaster bekend in Sectie C, N°. 4337, twee pakhuizen te bouwen, tot berging Tan vaten petroleum, en dat verzoek met de daarbij behoorende bijlagen ter Secretarie der gemeente ter visie is nedergelegd. Bezwaren tegen die inrichting kunnen worden ingebracht op Vrijdag den 17 Februari c. k., des namiddags ten twee ure, aan het Raadhuis der gemeente. Helder, 2 Februari 1888. Het Gemeentebestuur voornoemd, STAKMAN BOSSE, Burgemeester. G. BOON, Secretaris. Lijst van brieven, geadresseerd aan onbekenden, gedurende de eerste helft der maand Januari 1888. hamen der geadresseerden. Plaatsen van bestemming. A. Buijsman Amsterdam. Van den Bosch A. Kok Mej. Nijhuis Prinsegracht 3 A. Oosthoek zn H. Meijer H. RutgersArnhem. Mej. A. Janssen 's Gravenhage. Mej. Spoelstra Mej. P, Van Vooij Haarlem. Groendijk G. J. EeknianHellevoetsluis. J. N. Van der Reijden. Leiden. H. OphofRotterdam. D. TimmerUtrecht. H. WeemullerVlissingen. W. WijstenVoorst. J. H. Wilhelmus. Naar het Duitsch van W. HEIMBURG. Niemand verheugde zich meer dan ik, en ik gevoelde my zoo gelukkig, ik'werd zoo liefderijk behandeld, dat men uiterlijk geen verschil met de eigen dochter kon bespeurensoms werd ik bepaald bedorven, en wel voornamelijk door den baron. Ik had een zeer goede stem, en daar de heer Van Bendeleven, die boven alles veel van zang hield, mij uitstekend onderricht liet geven, maakte ik goede vorderingen en kon ik hem geen grooter ge noegen verschaften, dan wanneer ik in schemeravond zijne lieve lingsliederen zonghy deed daarvoor alles voor mij en schonk mij menigmaal zaken, die my wellicht in mijne positie niet voegden. Kinderlijk verheugd nam ik de schoone, kostbare geschenken aan en verbeeldde mij soms, dat het zoo behoordeik dacht er ten minste niet over na. Eens, toen ik zijn lievelingsstuk, de heerlyke aria van den page uit „Figaro's Hochzeit," „Neue Freudeu, neue Schmerzen," bijzonder goed voor hem gezongen had, schonk hij mij een prachtig paard en rijkleed. Kort te voren had ik, bij het aanschouwen eener fraaie schilderij, eene slanke amazone op een moedig paard gezeten voorstellende, uitgeroepen „Hoe heerlyk moet het zijn, op zulk een prachtig dier door bosch en veld te vliegen gelukkig, wie rjjden kan Nu had ik een paard en rijkleed. Hanna had reeds vroeger ryden geleerd. Mijnheer Van Bendeleven onderrichtte mij zelf, en ik smaakte een genot dat, geloof ik, roerend was om aan te zien. Het werd mijn liefste vermaak, te paard met Hanna den heerlijken omtrek te doorkruisen. Ik had wel luid kunnen juichen van genot, als ik (zoo langs de schaduwrijke boschpaden vloog. Somtijds bege leidde de baron ons; wanneer wij dan langzaam over het zachte mos reden en de zon ter sluiks door de hooge toppen der oude eiken scheen, vroeg by dikwyls: „Grethe, zing nu een lied voor mij En dan zong ik uit de volle jonge borst: „O verre dalen, o hoogten, o schoone, groene wouden." De paarden spitsten de ooren en Hanna zong zachtkens de tweede stem mede, terwijl de baron opmerkzaam luisterend in den zadel zat O het waren gelukkige dagen, die ik dus doorleefde, en mijne liefde en dankbaarheid voor de familie, die my al dit heerlijke deed genieten, vervulden steeds meer myn hart. Wanneer wij somwijlen boven in onze kamer zaten, die in een der groote ronde torens lag en van het kleine balkon, dat als een zwaluwnest daar tegen aan hing, de schoone uitzichten op de bo8chrijke heuvels bewonderden, sloeg ik den arm om Hanna en zeide: „Hanna, het is bijna te schoon op de wereld. Als des winters de storm om het oude slot gierde en aan do ramen schudde, als wilde hy die verbryzelen, dan zaten wy bij den haard in het torenkamertje; het vuur vlamde en knetterde, de blauwe gordijnen waren stijf dicht getrokken, de lamp brandde, en met van y ver gloeiende wangen vervaardigden wij onze Kerst geschenken of een van ons las voor uit de boeken, welke de barones altijd met zorg vpor ons uitkoos. Dikwijls kwam zij zelve boven om te zien wat wij uitvoerden, of las ons een brief van Ruth voor; het sierlyke biljetje behelsde gewoonlijk slechts Van het Hulpkantoor Anna Paulowna: J. GramMakkinga. Van het Hulpkantoor te Hypolitushoef F. Van Wijlick Amsterdam. Briefkaarten A. KokAmsterdam. C. Brandt Mevr. J. Yan Berk Brieven, verzonden geweest naar Indië: J. M. Groen (4 stuks) Batavia. VERTREK DER MAILS. Oost-Indlë. Met de stoomschepen van de Maatschappij .Nederland" en van de .Uotterdamsche Lloyd". f) Over Amsterdam of Rotterdam van 's Gravenhage 11.45 *8 avonds. 10 Februari 17 24 2 Maart 9 16 23 30 6 April 13 20 27 4 Me\ 11 18 25 1 Juni 8 15 22 29 14 Februari 21 Over Marseille 's Gravenhage 4.15 's avonds. Maart April 6 13 20 27 3 10 17 24 1 Mei 8 15 22 29 5 12 19 26 3 Juli Juni Met de Fransche paketbooten. Over Marseille 's Gravenhage 3.15 ,a morgens. 11 Februari 15 10 Maart 24 7 April 21 5 Mei 2 Juni 16 30 Met de stoomschepen der Maatschappij Met de Britsche paketbooten. Over Brindisi van 's Gravenhage 12.30 's avonds. 17 Februari 2 Maart 16 30 13 April 27 11 Mei 25 8 Juni „Nederland". eene beschrijving van de laatste groote feesten, eene mededeeling hoe men gevierd werd en de verzekering dat de schrijfster zich zeer gelukkig gevoelde en haar lieve papa, haar aangebedene mama en zachte zuster groeten liet. Aan my werd nooit gedacht. Hanna hinderde dit meer dan mij, en wanneer zij aan Ruth schreef, stond er gewoonlyk in den brief„Grethe is als een zuster voor mij ik krijg haar dagelijks liever wij leven te zamen zeer gelukkig en zij laat u groeten." Het laatste woord was dik onderstreept, maar er werd nooit eenige notitie van genomen. Desniettegenstaande leidde ik een zeer gelukkig leven, cn had niet het spitse dak van mijn ouderlyke woniog somwylen ver manend tot mij gesproken, dan zou ik geloofd hebben, dat het slot Bendeleven mijn ouderlijk huis was. Aldus was er een jaar sedert onze bevestiging verstreken, en daar er geene welwillende tante verscheen, om Hanna de genoegens eener groote stad te laten smaken, deed men zijn best haar hier te doen genieten wat er te genieten viel. De heer en mevrouw Bendeleven legden bezoeken met ons af by de adellyke buren, en men dacht er ernstig over om in den volgenden winter de casino-bals der naaste stad te bezoeken. Rnth was nog niet weder in het ouderlijke huis geweestzij werd echter in den aanstaanden zomer verwacht, en men hoopte dan het schoone jaargetijde zeer genoeglijk door te brengen. De herfstmanoeuvres zouden in onze nabuurschap gehouden wordenmen bereidde zich op veel inkwartiering voor, en daar door bood zich de gelegenheid aan, eenige feesten te geven en dan tevens Hanna's intrede in de wereld te vieren. Ik vreesde voor Ruths terugkomst; zij had zich steeds mijne vyandin betoond en zou, nu zij volwassen was, hare minachting jegens mij nog minder verbergen. Het was op een buitengewoon warmen dag in het laatst van Maart, dat wij, Hanna en ik, van een wandelrit terugkeerden. De hemel was met lichte, grijze wolkjes bedektde hoornen vertoonden hier en daar reeds donkerbruine, dikke knoppen. Onze weg voerde langs een riviertje, dat, tot den rand gezwollen, zyn leemkleurig water kabbelend en klaterend langs ons heen liet ruischen. De weiden aan den oever lieten haar gele bloempjes bijna in de golfjes vallen; de lucht was zoo mild, dat men onwillekeurig op den grond naar viooltjes zocht. Onze paarden stapten langzaam naast elkander voortwij zwegen. De lentelucht vermoeit. De kleine jockey achter ons had reeds een paar maal recht voornaam gegaapt. Ik zag naar Hannahaar lichtblonde haren kronkelden onder het zwarte hoedje weg en vielen in lange lokken op het donkere rijkleed, de blauwe sluier speelde liefkozend om het rozige gezichtje, de kleine handen hielden achteloos teugel en rijzweep vast en de schoone oogen staarden droomerig in het water. Op éens schoot mij de gedachte te binnen: hoe zal het zyn als Ruth terugkeert? Een bang voorgevoel overviel my, alsof alles plotseling geheel anders zou worden. Men kon my op een goeden dag zeggen, dat men mij niet meer noodig had, dat de beide zusters elkander genoeg waren; ik verplaatste mij reeds in den geest in de ongezellige woonkamer van mijns vaders huis. Kathriue met haar spinnewiel aan het venster, het witte zand op den vloer onder mijne voeten, de bruine koffiekan op de tafel onwillekeurig trok ik de teugels wat strakker aan, zoodat myn paard een kleinen zijsprong deed. •f Padang wordt alleen aangedaan door de stoomschepen van de Maatschappij „Nederland". West-Indlë. Yia Engeland. (Verzending). Suriname: van 's Gravenhage: 22 Februari; 7 en 21 Maart; 4 en 18 April; 2, 16 en 30 Mei; 13 en 27 Juni, te 8.15 's morgens. Cura§ao, Bonaire en Aruba: van 's Gravenhage: 1. over New-York: 10 en 24 Februari; 7, 16 en 30 Maart; 11 en 20 April; 4, 18 en 25 Mei; 8 Juni, te 6 u. 's avonds; 2. over Engeland: eiken Donderdag te 6 uur 's avonds; 3. over Havre: den 13 en 27 van elke maand te 12.30 's avonds. St. Martin, St. Eustatius en Saba: van 's Gravenhage: 22 Februari; 7 en 21 Maart; 4 en 18 April; 2, 16 en 30 Mei; 13 en 27 Juni, te 8.15 's morgens. Via Amsterdam. Suriname: van 's Gravenhage den llden van elke maand, ten 11.45 's avonds. Cura5ao, Bonaire en Aruba: den llden van elke maand, ten 11.45 's avonds. Binnenland. Het „Centrum" 't welk als het orgaan van dr. Schaep- man wordt beschouwd is weinig ingenomen met het denkbeeld dat overal de Roomsch-Katholieken eigen candi- daten zullen stellen bij de aanstaande verkiezingen. „De programma's liggen voor ons aldus eindigt de beschouwing. Tusschen het programma van den „Alge- meenen Bond der Katholieke Kiesvereenigingen" en dat van het „Centraal-Comité der anti-revolutionairen" wij bedoelen alleen het practische programma der eersten, niet het ideale bestaat overeenkomst genoeg om op samen werking te mogen hopen. Indien die samenwerking slagen zal, dan behooren de Katholieken bij eerste stemming niet overal eigen candidaten te stellen. I en beleidvolle keuze van de districten moet voorafgaan, maar is ook dringend noodig. Stelt men overal eigen candidaten, dan hebben de liberalen bij de herstemming gewonnen spel." Onder het opschrift„Politieke groepeeringen", schrijft de heer De Louter in het weekblad „De Hervorming" de navolgende opmerkingen„Indien onder de orthodoxe Protestanten, die zich aan de knellende banden der anti revolutionaire partij hebben ontworsteld, mannen gevonden „Wat scheelt u, Grethe?" vroeg Hanna, uit haar droomeryen opschrikkend. „Wat ziet gij bleek?" „Och, niets, Hanna," sprak ik; „ik dacht er juist aan, hoe het [my mogelyk zou wezen, zonder u beneden in de pastorie te levenik ben bang voor Ruth," voegde ik er by, toen zy my verwonderd aanzag. Zy stelde mij onder tal van licfkoozingen gerust, hield mij voor hoe lief zy en haar ouders my hadden, hoe zy zonder mij niet kon leven, en dat Ruth het zeker niet lang in deze stilte en eenzaamheid zou kunnen uithouden. „Gy weet niet," sprak zij, „hoe lief bij voorbeeld papa u heeft; gister nog, toen gij met die sneeuwklokjes uit den tuin kwaamt, zeide hij: „Wat is die kleine heks toch mooi geworden, zij zal myne dochters nog de loef afsteken." Ik lachte hartelijk en was gerustgesteld; lang over iets te peinzen, lag trouwens niet in myn aardik was het zorgelooste, onnadcnkeiidste schepsel der wereld, en zulke treurige gedachten had ik zeer zelden. Ik boog my tot Hanna over, kuste lachend haar wangen, zette mijn paard in galop en riep vroolyk: „My na! wie het eerst de groote trap bereikt, zal koning zyn I Ik vloog de breede laan doormijn paard, een klein, schoon ros, behoefde niet door my te worden aangespoordhet hoorde Hanna's paard achter zich; in korten tyd had ik de trap bereikt. De baron stond op de onderste trede, naast hem een vreemde heer, nog grooter dan hij, met donkere, vurige oogen, die mij ver wonderd aanzagen, terwyl hij beleefd met den hoed in de hand naderde, om mij bij het afstijgen behulpzaam te zijn. „Wildzang", knorde lachend de baron, „wat zinneloos rijden is datHet meisje is dol en de andere doet het haar na zeide ik het niet?" vervolgde hij, op Hanna wyzende, die juist kwam aanstormen. „Wie heeft dat bedacht Voor den dag er mee riep hy, blykbaar best geluimd. Wy waren intusschen van onze paarden gesprongen en beschouwden met nieuwsgierige blikken den cleganten jougen mande baron zag ons een poos aan, daarop sprak bij„Kom hier, lieve Hanna, en geef uw aanstaanden zwager de handde graaf Satewski is de verloofde uwer zuster. Hanna werd doodsbleek en bleef onbeweeglijk staan. De graaf, nog steeds met den hoed in de hand, zag na my, dan Hanna aan, totdat de baron zijn dochter bij hem brachtschuchter legde zy haar hand in de zyne. „En deze wildzang hier," voegde hij er tot opheldering by, op mij wijzend, „is de vriendin mijner dochter en onze lieve huis- genoote, juffrouw Margarethe Sigismund." Ik stond als verslagenspoedig echter viel ik Hanna luid jubelend om den hals„Hanna," riep ik, „gij weet wel waarom ik zoo blijde bendenk aan ons gesprek van straks, na is alles in orde." Daarop liet ik de verbluften staan en liep, het lange rykleed over den arm nemende, door het park naar de pastorie. Ik sprong de stoep op en het huis in, liep Katbrine, die juist uit de keuken kwam, omver, de trappen op en rukte de deur van myns vaders studeerkamer open. De bekende dikke, blauwe tabaksdamp kwam my tegen heden echter hinderde hij my niet ik wierp de rijzweep op den eersten stoel den besten en sloeg mijne armen om myns vaders hals. „Ik moet u iets vertellen, lieve papa. Bedenk eens wat zegt gy er wel van Ruth..." (Wordt vervolgd.)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche en Nieuwedieper Courant | 1888 | | pagina 1