dragen, niet meer dan een dubbeltje. Zoo ontstond de A-B-C-club. De dame zelf, mevrouw van T., was A en poogde drie andere A's te werven; deze moesten ieder vier B's zien te winnen, iedere B weer vier C's, elke C weer vier D's, enz. Elke deelnemer behoefde echter slechts een dubbeltje te betalen. Zoo ging men (als ik wel heb) tot H toe. De uitkomst was verrassend, evenals bij het welbekende verhaal van den Turkschen derwish met zijn korrels graan op de vakken van het schaakbord. Men verkreeg namelijk over de 46,000 leden, die nu gezamenlijk aan dubbeltjes de belangrijke som van ruim f 4600 bijeen brengen. De opbrengst wordt, naar gelang de bijdragen inkomen, telkens bij gedeelten van f 1000 in de kas van het Genootschap //Liefdadigheid naar vermogen" gestort. Het denkbeeld, schijnbaar eenvoudig, is niettemin zeer ver- nuftig en bewijst opnieuw de macht van het kleine, de „macht" die uit „eendracht" geboren wordt. Hopen we dat die wijze spreuk onzer vaderen, dat devies van Hollands leeuw met den pijlbundel, ook op 6 Maart bewaarheid worde, bij de eerste verkiezingen voor de nieuwe Kamer van honderd. De werkzaamheid onzer talrijke kiesvereenigingen is in vollen gang, de candidatenvloed reeds begonnen te stroomen. De kiezers zullen althans niet over gebrek aan keus te klagen hebben. De nieuwe Kies- vereeniging „Amsterdam", opgericht door de uitgetreden leden van „Burgerplicht", die meer geavanceerde ideeën wenschten te huldigen, dreigde een oogenblik in verkeerd vaarwater te zullen komen door de insluiping van een aantal leden der socialistische partij. Doch daar „Amster dam" wel een democratisch tintje heeft, maar van het socialisme niets weten wil, heeft het in een nog al krasse motie dezen vreemden eenden beleefdelijk verzocht, de bijt te willen verlaten. Zij spartelden nog al tegen, maar moesten er toch aan gelooven. Over het geheel kenmerken trouwens de debatten in alle kiesvereenigingen zich door eene ongewone scherpte en heftigheid, gevolg misschien van nieuwe elementen in den strijd en nieuwe toestanden op staatkundig gebied; en daarnaar te oordeelen, zal de parlementaire campagne van anno 1888 althans in de hoofdstad vermoedelijk in vele opzichten merkwaardig zijn. Amstelaar. Binnenlan^. Een goed staaltje ter illustratie van de juistheid der bewering, dat de wensch naar bescherming bij den boeren stand algemeen is, werd jl. Zaterdag in de vergadering der Kiesvereeniging „de Grondwet", te Yeendam, te berde gebracht. De fungeerende voorzitter, de heer Duintjer, besprak de zucht tot protectionisme, welke hier en daar uiting vond. Hij wist, dat er in de Groninger Veenkolonie landbouwers worden aangetroffen, die voorstanders zijn van bescherming, maar bij het meerendeel onderstelde hij te veel practisch inzicht om met den bescheriningsstroom mede te gaan. „Hij wilde niet treden in breedvoerige beschouwingen over het protectie-stelsel in 't algemeen, niet spreken over de gevolgen van dit stelsel voor den wereldhandel, omdat zulks op die plaats minder gepast zou wezen, hij wilde zich beperken tot kleiner kring en op plaatselijke toestanden en gevolgen wijzen. Vóór de invoering van graanrechten in het Duitsche Rijk beheerschte het Duitscbe aardappelmeel al de landen rondom de Middellandsche zee tot Turkije incluis, en tegenwoordig zijn het de Groninger Veenkoloniën, en deze alleen, die wat dit artikel betreft, de wereldmarkt regelen. En dat hebben wij, dat hebben onze landbouwers te danken aan.... de Duitsche dwaasheid, aan de protectie. Onze aardappel verbouw, de kurk waarop de Veenkoloniën als het ware drijven, voor niemand een zaak van zoo groot belang als voor den landbouwer, zou door de invoering van graanrechten denzelfden weg opgaan, als de aardappel teelt in Duitschland een weg, die voor die streken in de allereerste plaats zou uitloopen op achteruitgang en armoede." Bij koninklijk besluit is aan de griffiers bij de Directiën der Marine het genot van vrije woning toegekend. De directeur der Pupillenschool te Nieuwersluis, de kapitein P. Thijssen, is jl. Donderdagnacht overleden. De overledene was officier van de Eikenkroon. Dr. VV. J. F. Nuijens, te Westwoud, is zeer ernstig ongesteldhij is lijdende aan roos, waardoor hij bij de verpleging van een patiënt besmet werd. Daarbij voegden zich hevige bloedbrakingen. De laatste Sacramenten zijn hem reeds toegediend. Te Vlissingen is jl. Donderdag een zware brand ontstaan in de stoomwasscherij „Maria Jacoba". Hetgeheele gebouw en de inrichting was in cén uur tijcis in de asch gelegd. Tc Alkmaar ia eene nieuwe Kiesvereeniging opgericht, die zich ten doel stelt de krachten der liberale partij in dat district te vercenigen. Het voorloopig bestuur is saamgesteld uit de navolgende heeren rar. A. P. de Lange, Voorzitter, Alkmaar B. G. de Vries van Heijst, AlkmaarS. Kramer, KoedijkP. Nobel, St. Pankras; A. H. Teljer, Alkmaar; Coru. Keg, Alk maar mr. H. Boelmans ter Spill, AlkmaarJ. Rijkes, Barsin- gerhorn J. L. T. Gronemnn, WieringerwaardW. J. Scber- merhorn, St MaartenC. Swager, HeerHugo-waardA. G. Reede, ZuidseharwoudeL. Van de Vijzel, St.Pankras; H. van Twuijver, Zuidseharwoude, en M. Cohen Stuart, Secretaris, te Alkmaar. In het rondschrijven van dat Bestuur lezen wij o. a. het volgende Wanneer alle mannen van levensernst en van karakter, wel verre van politieke bemoeiingen beneden zich te achten, het tot hun eersten plicht oordeelen iets van hunnen tijd, hun naam, hun invloed in eigen kring te wijden aan de belangen van het algemeen wanneer politieke onverschilligheid door de openbare meening wordt veroordeeldwanneer arbeiden aan de zaken des volks het praten over de zaken des volks zal vervangen, dan is de mogelijkheid geboren, om in ons Parlement eene meerderheid te vinden, bereid om de eeuwige en onoplosbare strijdvragen te laten rusten, en de band aan den ploeg te slaan: ons belasting stelsel te verbeteren, de ellendige en schandelijke toestanden op te ruimen, die de arbeiders-enquête heeft in het licht gesteld, dan kan de „Kamer van Honderd" eindelijk komen over het „doode punt", waarbij de krachten der partijen elkander in even wicht houden dan mogen we hopen, eens een Ministerie aan het hoofd der natie te zien met het korte programma„gezonde financiën en werk voor allen 1" Of is het geene schande voor ons, dat een land met zooveel kapitaal als het onze, en zulke I onuitputtelijk rijke koloniën, met zulk een overvloed van mannen, die werken kunnen en werken willen, zich overvleugelen laat door vreemden en zichzelf uitput in een vruchteloozen strijd over een paar onoplosbare quae&tiën Zoo kan het zijn. Maar als het zoo worden zal, moet die hervormende kracht uitgaan van de liberale partij. Geen enkelen man van goeden wil kan men daarbij missen. Want de meerderheid dient een sterke te zijn. In elk district behooren allen, die hare beginselen deelcn, mede te werken tot haar zegepraal. Niet alleen door op den voor de stemming bepaalden dag eene wandeling te maken naar het stembureau. Er is zooveel te doen, dat hij, die met die handeling zijn geweten tevreden stelt, een bijzonder gemakkelijk geweten heelt. De kiezers moesten worden voorgelicht, de zwakken en onverschilligen moesten gewezen op hun plicht, de medewerking gevraagd en verkregen worden vari die velen, die zich terzijde plegen te houden om redenen van persoonlijken aard, gemakzucht, om grieven tegenover sommigen, om verschil van denkwijze over ondergeschikte punten met anderen. De strijd met de tegenpartij moet gevoerd worden in de dagbladen, in de pers en in het openbaar debat, beginselen moeten tegenover beginselen gesteld, drogredenen wederlegd, feitelijke dwalingen aangewezen worden. Aan de al te vurigen moet gezegd worden matigt u! Rome werd niet gebouwd in één dag! aan do moedeloozen vermant u met tranen en klachten worden geen steden bevestigdaan de ontevredenenonttrekt u niet, niet ieder kan in Corinthe wonen, maar ook buiten Corinthe kan het goed wonen zijn 1 In eene openbare vergadering, trad gisteren middag te Alkmaar als spreker .op, de heer mr. \V, v. d. Kaay. De vergadering was zeer druk bezocht. De groote zaal van „De Harmonie" was: geheel gevuld. Nadat de Voor zitter, mr. A. P. De Lange, een inleidend woord had gesproken, stelde hij dei) nieuwen kiezers den heer Van der Kaay voor. Deze hield daarna eene door de vele toehoorders met aandacht gevolgde rede over den tegen woordige!) politieken toestand. Hij wees er op dat do nieuwe Grondwet wel niet gaf wat velen verwacht hadden, maar dat toch één groot doel was bereikt, nl. dat meer vrijheid werd gegeven aan den gewonen wetgever. Des te meer kwam het er thans op aan om alle liberale kiezers ter stembus te doen gaan, en onderlinge geschillen over het hoofd te zien. Voornamelijk doelde hij daarbij op het zoozeer gewenschte samengaan van de vrijzinnige Kiesvereeniging aldaar met de Centrale Liberale, wees op het verbond tusschen anti-revolutionairen, clericalen en radi calen en bracht den hoorders onder het oog dat door niet- samengaan, en door niet-stemmen of versnippering van stemmen, de liberale meerderheid in de Kamer haar onder gang tegemoet ging, hetgeen wij dan ook ten volle zouden verdienen. Deze woorden werden warm toegejuicht. Voor het eerst werd jl. Donderdag voorden kanton rechter te 's Hage eene overtreding behandeld, voort vloeiende uit de conventie van G Mei 1882, tusschen Nederland, België, Duitschland, Groot-Brittannië en Dene marken gesloten, betreffende de bescherming van de visscherij in de Noordzee. 't Vaartuig, dat vanwege België met het toezicht is belast, de zoogenaamde garde-pêche, „la Ville d'Anvers", had op 9 Juni overtreding geconstateerd van art. 24 der bedoelde conventie door de bomschuit SCH. 56, genaamd: „Heïligerlee", welke den 9 Juni 1887,'s avonds ten 11 ure, op 46 gr. 16 min. N.Br. en 3 gr. 4 min. O.L. van Green- wich in open zee zonder licht voer. De bevelhebber en drie officieren van de „Ville d'Anvers" legden voor den kantonrechter van een en ander getuigenis af, maar gaven, desgevraagd door den ambtenaar van het O. M., mr. P. A. J. v. d. Brandeler, te kennen, dat 't zóó licht en zulk klaar weder was, dat er voor aanvaring niet 't minste gevaar had bestaan. Hoewel de beklaagde, schipper D., aanvankelijk beweerde, dat de lichten 's avonds ten 11 ure wel aan waren ge weest en eerst ten 4 ure waren uitgedoofd, zoodat de „Ville d'Anvers" zich moest hebben vergist, kwam hij hiervan terug, nadat zijne drie getuigen decharge een parig hadden verklaard, dat de lichten om 11 ure niet ontstoken waren, hoezeer geen hunner iets van de „Ville d'Anvers" had bespeurd. Schipper D. beriep zich op de mogelijkheid, dat iets, hetgeen reeds een half jaar geleden was gebeurd, uit het geheugen was gegaan. Eigenaardig was de verklaring van een zoon van den beklaagde, die het niet-ontsteken der lichten bevestigende, als reden daarvoor opgaf, dat het zoo mooi helder weêr was, niet wegens het schijnen der maan, 't geen niet het geval is geweest, maar omdat „'t daer gunter zoo don ker niet wordt." De ambtenaar van het O. M. achtte het bewijs in deze wettig en overtuigend geleverd. Hij liet het belang uit komen, dat de scheepvaart er bij had, dat aan het tractaat streng de hand werd gehouden. Hoezeer 't maximum op de overtreding, den beklaagde ten laste gelegd, een geld boete van f 300 is, zou hij nu, blijkens de verklaring van de bemanning der „Ville d'Anvers", dat 't heldere maan was en geen gevaar voor aanvaring had bestaan, verzach tende omstandigheden in aanmerking nemen én requireerde schuldigverklaring aan overtreding van het hierboven aan gehaald artikel en deswege veroordeeling tot eene geldboete van f 5, subsidiair één dag gevangenisstraf. Uitspraak over 8 dagen. De lijst der hoogstaangeslagenen in de provincie Noordholland bevat 453 namen van personen, die verkies baar zijn als lid van de Eerste Kamer. De hoogste aan slag is die van Jhr. J. B. Van Merlen, te Heemstede, met f 6573.87dc laagste die van S. J. Graaf van Limburg Stirum, te Haarlem, met f 522.09^. De lijst telde in de laatste jaren even boven de 225 namen, waarvan de laagste aanslag iets beneden f 800 bleef. Onder zeer vele blijken van vriendschap heeft de heer J. J. A. Gouverneur, te Groningen, zijn tachtigsten geboortedag gevierd. Men schrijft ons van Texel, dd. 17 dezer: „Onder leiding van den heer P. S. Bakels werd gisteren avond in de „Vergulde Kikkert" eene vergadering van de alhier opgerichte Vrijzinnige Kiesvereeniging gehouden. Ruim een zestigtal belangstellenden, waarvan een aantal lid der Vereeniging werden, en waardoor het ledental thans ruim 80 bedraagt, woonden deze vergadering bij. Door den heer Bakels werd op flinke, duidelijke wijze uiteengezet het doel der Vereeniging en de redenen die daartoe aanleiding gaven. Na gewezen te hebben op het groote belang der aan staande verkiezing en eendrachtige samenwerking krachtig te hebben aanbevolen, werd overgegaan tot de keuze van een candidaat voor de Tweede Kamer, waartoe na eenige bespreking met bijna algemeene stemmen werd aangewezen de heer T. J. Waller, te Anna Paulowna. Heden vernemen wij echter, dat de heer Waller gemeend heeft voor de candidatuur te moeten bedanken." Op de gewone wekelijksche markt te Purmerend werd door iemand een kooi met 80 leeuwerikken ten verkoop aangeboden. Door den inspecteur van politie aldaar werden de beestjes echter in beslag genomen en spoedig daarna in vrijheid gesteld, terwijl tegen bedoelden persoon proces-verbaal is opgemaakt. Te Amsterdam heeft de politie der tweede sectie jl. Donderdag de hand gelegd op een letterzetter, lid van de sociaal-democratische Schermclub en de sociaal-demo cratische Jongelings-Vereeniging, verdacht den 17jarigen Paulus Van Leeuwen, op den Nieuwendijk, in den nacht van 13 op 14 dezer, in een twist met een messteek zoodanig te hebben verwond, dat de getroffene kort daarna overleed. Tegen den aangehoudene zijn zware vermoedens gerezen, zoodat hij naar de cel is overgebracht. Hij is genaamd Johannes Harttorff en werd in hechtenis genomen op de zetterij van de heeren Holdert Co., waar hij werkzaam was. Onder leiding van den heer Van den Bosch, adjudant onderofficier der Marine, werden jl. Woensdagavond te Amsterdam in eene vergadering van leden van het kortelings opgerichte Marinefonds de statuten daarvan besproken, in afwachting van de beslissing der 29 dezer te houden alge meene vergadering. Het fonds telt reeds 1100 leden. Doel is: aan de deelhebbers onderstand te verleenen voor zoover zij den dienst zonder of met een klein pensioen wegens lichaamsgebreken hebben moeten verlaten en daarbij hulpbehoevend zijn; aan de hulpbehoevende weduwen en weezen, door deelhebbers achtergelaten, en verder hulp te verschaffen, waar het binnen den kring zijner leden en in bijzondere omstandigheden ook daarbuiten bij de zeemacht noodig en wenschelijk mocht zijn. Ter algemeene vergadering werden afgevaardigd de heeren F. Hemelop, J. G. Van Boxel, M. J. E. Kriens, R. Rijk stra en J. C. Anias. Aan het Tuinpad te Nieuwer-Amstel kregen twee gebroeders twist, met het treurig gevolg, dat de een den ander, nog wel zijn tweeling-broeder, met een mes een steek in de zijde toebracht. De verwonde werd onmiddel lijk naar het gasthuis te Amsterdam vervoerd. Zijn toe stand is vooralsnog niet zorgwekkend. De dader, die in beschonken toestand verkeerde, werd gearresteerd. Bij den brand in de Bagijnestraat te 's Hage is te betreuren de dood van het driejarig meisje, omtrent welks lot jl. Woensdagavond nog onzekerheid bestond. De ver koolde overblijfselen van het arme kind, dochtertje van eene Belgische vrouw, die bij de bewoonster van het ver brande pand inwoonde, werden in den laten avond door een brandwacht op de voorkamer onder een ledikant ge vonden. Men vermoedt, dat het kind uit angst voor de vlammen en den rook naar voren gekropen is, want het was op de achterkamer, waar de brand ontstaan is, te slapen gelegd. Het lijkje is naar het Ziekenhuis overgebracht. Jl. Vrijdagmorgen ten half 12 ure ontstond een begin van brand in de groote zaal van het gebouw der Kook school aan de Stille Veerkade te 's Hage, door de onvoor zichtigheid van werklieden, die den grond boenden met was dat door een petroleum toestel gesmolten werd en vlam vatte. Hoewel de brand spoedig was gebluscht, veroor zaakte bij nog al schade. Een slangenwagen die was uit gerukt, behoefde niet in gebruik te worden genomen. Of nu de opening op aanstaande Maandag wel zal kunnen geschieden, valt te betwijfelen. Te Leiden heeft zich een geval van trichine voorge daan. De hoogleeraar O., zijne familie en een student, die bij hem gedineerd heeft, zijn na het gebruik van varkensvleesch ernstig ongesteld geworden. Bij onder zoek is ontdekt, dat dit het gevolg is van het geconsu meerde vleesch, dat trichineus bleek te zijn. De toestand van den hoogleeraar, die het minst van het vleesch gebruikt had, is zeer gunstig. Op hare kunstreis door het land ontving mevrouw Albregt-Engelman in 's Hertogenbosch een groote corbeille met borduurwerk; in Rotterdam een compleet eetservies van Fransch porcelein; in Zwolle een gouden medaillon met brillanten omzet; in Winschoten een pièce de milieu op zilveren voet; in Haarlem twee antieke bloemvazen; in Tiel een geborduurde bloemenmand en in Utrecht een gouden ring met brillanten, ongerekend nog eene massa bloemkussens, ruikers, enz., te veel om op te noemen. Wat beteekenen de letters A, B, C, die respectievelijk op de 1ste, 2de en 3de klasse spoorwegcoupés staan? werd onlangs aan een sociaal-democraat gevraagd. En het antwoord luidde; A; Aristocratie. B: Bourgeoisie. C: Canaille. Von Eberhardt is, en maakt dientengevolge aanspraak op de rechten van een neef. Ik geloof er echter niets van, voordat zijn chef het bevestigt; uit een kleinen, buitengewoon mageren, altijd hongerigen cadet kan in een paar jaren niet zulk een knappe luitenant gegroeid zijn." Hij scheen niet recht te weten wat op deze voorstelling te antwoorden, wijl hy niet vermoedde wie ik was. Mevrouw Van Bendeleven kwam hem te hulp. „Die jonge dame, lieve Wilhelm, is juffrouw Margarethe Sigismund en Hanna's vriendin." Het binnenkomen der andere officieren maakte een einde aan dit tooneel. Ik begaf mij naar Hanna, en nu volgden do vervelende voorstellingen en verontschuldigingen aan de vrouw des huizes wegens den overlast, de drukte, enz. Luitenant Von Eberhardt leunde tegen het klavier en zag naar de plaats waar ik stond. Een kleine, blonde officier stond voor ons, telkens aan Hanna verzekerende, dat hij nog nooit zulk een heerlijk kwartier had gehad. Hij sprak veel en levendig en benijdde luitenant Von Eberhardt, die hier op ééns oom, tante en nicht gevonden had. De kapitein was, evenals de eerste luitenant, een bejaard heer. Rond als een kogel, was het hem aan te zien, dat hij een liefhebber van een goede flesch wasden eersten luitenant heb ik gedurende den geheelen tijd van zijn verblijf geen drie vroolijke woorden hooren zeggen hij had een somber en knorrig uitzicht en schimpte op de slechte bevordering. „Ik zeg u, één menschenlichaam is tegenwoordig niet voldoende meer," was zijn gewone uitdrukking. De namen der beide heeren ben ik vergeten. De overste, een beschaafd, beminnenswaardig man met wellevende manieren, was een baron Rovenberg. Aan tafel ging het zeer vroolijk en onderhoudend toe. De kleine, blonde adjudant, Von Bergen geheeten, luitenant Von Eberhardt, Hanna en ik zaten aan het benedeneinde en waren spoedig in een druk gesprek. Wij klonken op vroolijke dagen, spraken van feesten, dansen en alle mogelijke vermaken, toen plotseling de muziek van het regiment zich deed hooren de beleefde overste liet aan de dames een serenade brengen. O, zulke muziek had ik nog nooit gehoord, zij bracht my geheel in vuur muziek en bloemen zijn het schoonste Wat de aarde ons geeft, als men jong is. „Grethe," riep de baron, „zing een lied voor ons, maar liefst een volkslied!" De schemering was ingevallen en de bedienden wilden de kaarsen op de zilveren kandelaars ontsteken, toen de overste zeide „Och, wacht nog even! Volksliederen klinken het schoonst in de schemering 1" (Wordt vervolgd.)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche en Nieuwedieper Courant | 1888 | | pagina 2