HELDERSCHE
E.V 1VIEUWEDIEPER COURAMT.
Nieuws- en AdvertentieMal voor Hollands Noorderkwartier.
1888. N° 27.
Vrijdag 2 Maart.
Jaargang46.
Uitgever A. A. BAKKER
Cz.
15> VREDE NA STRIJD.
„Wij huldigen
het goede."
Verschijnt Dinsdag, Donderdag en Zaterdagnamiddag.
Abonnementsprijs per kwartaal0.90.
franco per post 1.20.
BUREAU: MOLENPLEIN.
Prijs der Advertentiën: Van 1—4 regels 60 cents, elke
regel meer 15 cents. Groote letters naar plnatsruimte.
Voor winkeliers bij abonnement belangrijk lager.
Loopt 's Rijkswerf te AVillemsoord gevaar om
opgeheven te worden?
Sedert de werfcom missie haar onderzoek naar de wijze
van werken en de productie der Rijkswerven instelde,
hebben die inrichtingen heel wat aanvallen moeten door
staan. Zoowel in 's lands vergaderzaal der Volksvertegen
woordiging als daarbuiten bij het groote publiek werd
menige aanval op het bestaan der rijkswerven gedaan en er
op aangedrongen dat zij opgeheven zouden worden; alleen
in de Marine gingen steeds door vele stemmen op die
pleitten voor haar behoud.
Is het te verwonderen, dat de zeeofficieren met leed
wezen aanzagen hoe van alle zijden het mogelijke werd
gedaan om de Marine hare werf-inrichtingen te ontnemen,
zonder dat iemand buiten de Marine hun bestaan ook maar
eenigsinds verdedigde. Zij zijn toch diep overtuigd
van de noodzakelijkheid der werven en de eenigen die ten
volle kunnen beoordeelen of de Marine zonder rijkswerven
bestaanbaar is; of, voornamelijk in tijd van oorlog, de
particuliere industrie in staat zal zijn te doen wat dan
gedaan zal moeten worrj i.
Natuurlijk werden rvv.'*> discussiën over de Rijkswerven
in de beide Kamers d^r Staten-Generaal gevoerd, met de
meeste belangstelling <£jor de zeeofficieren gevolgd. Hoeveel
vertrouwen in de toek^nst gaf het hun dan, wanneer door
den minister van marine met warmte en overtuiging voor
het behoud der werven werd gestreden en rondweg ver
klaard werd dat van de zijde van den minister nooit een
voorstel tot opheffing te verwachten was
Helaas! ook daaraan is een eind gekomen. De tegen
woordige minister van marine gaf in beginsel toe, dat de
rijkswerven gedeeltelijk konden opgeheven worden en ver
klaarde in de Memorie van toelichting op de marine-
begrooting voor het jaar 1888 dat naar zijne meening in de
toekomst één enkele werf te Amsterdam voldoende zou zijn.
Daarmede werden de werven te Willemsoord en Hellevoet-
sluis veroordeeld.
Door deze verklaring heeft de minister de eerste schrede
gezet op den weg die leiden moet tot de opheffiing der
werf te Willemsoord (als geen tegenwicht daartegenover
wordt gesteld), want de partij in de Tweede Kamer der
Naar het Duitsch van W. HEIMBURG.
Ik werd haast jaloerscli, toen ik zag, hoe gelukkig Hanna en
Bergen met elkander omgingenzij had duizend kleine oplettend
heden voor hem, die hij met vurige blikken en woorden beloonde
en ik moest iedere daad en ieder woord overwegen en dnrfde
slechts schuw den druk der geliefde hand beantwoorden. Ik zei
iets van dien aard tegen Eberhardt, toen hij mij later in de
zijkamer naar de piano geleidde.
«Grethe," bad hij, «zing nu, gij zult later ook een lied van
mij liooren, onthoud dat goed."
Toen ik Hanna's lievelingslied had gezongen, dat aldus luidde
Zij zaten in 't vriendelijke lommer
Yan 't geurige, kleurige woud
De zonne, zij stond op het scheiden,
En verfde de wolken met goud.
Zij had haar blondlokkige kopjen
Zoo dicht aan zijn boezem gelegd,
En de handen te zamen gestrengeld,
Had geen hunner een woord nog gezegd.
Zij waren zoo gelukkig, die beiden,
En beiden, zoo stil te gelijk
Hoe arm is de taal toch der liefde
Hoe arm is ze, en nochtans zoo rijk
en weder in de eetzaal was teruggekeerd, zette hij zich voor het
klavier en zong met zijn schoone stem het liefelijke lied van
Bach
Wilt gij uw hart mij schenken,
Zorg dat gij 't heim'lijk doet,
Zoodat ons beider denken
Geen sterveling vermoedt.
Uw liefde zwijge stille,
Al baart dat zwijgen smart.
Bewaar dan, mij ter wille,
Uw liefde diep in 't hart.
Het was goed dat mevrouw Van Bendeleven zich niet in de
zaal bevond, dat het bruidspaar zich tnet elkaar bezig hield en
de baron zulke dingen niet bespeurde. Men kon het mij aan
zien, dat dit lied mij gold. Yan dit oogenblik af wist ik mij zóó
te beheerschen, dat niemand iets bemerkte.
Door den gelukkigen loop der omstandigheden op Bendeleven
was ik meermalen in de gelegenheid mijn verloofde te zien.
Bergen kwam gedurig over en geregeld iederen Zondag, wanneer
Eberhardt nooit naliet hem te vergezellen. Hanna bloeide als
een rooszij lachte en schertste bijna den ganschen dag. Wij
hadden duizend geheimen voor het Kerstfeest, sloten ons soms
urenlang in onze kamer op, en zelfs het verdrietige gezicht van
mevrouw Van Bendeleven was niet in staat onze blijmoedige
stemming te verstoren.
Om dezen tijd werd Hanna gephotographeerd. De kunstenaar,
een oud, gebogen man, was daartoe uit de stad ontboden. Hij
zag mij dikwijls en verzocht dat ik ook voor hem zou zitten.
De baron, die hierbij tegenwoordig was, stemde dadelyk toe, en
zoo ontstond bet kleine miniatuurportret, dat ik op verlangen
van den baron aan mijn vader zou zenden. Voor de eerste maal
sprak ik onwaarheid, toen ik dit beloofde. Ik gaf het aan Wil
helm Von Eberhardt als Kerstgeschenk.
Staten-Generaal die naar de opheffing der werven streeft, i
heeft dadelijk acte genomen van de verklaring van den
minister van marine en zal Z. E. aan zijn woord houden.
Zelfs lang niet tevreden met de concessie door den minister
gedaan, schreef de commissie van rapporteurs in het voor-
loopig verslag over de marinebegrooting, dat het teleur
stelling verwekt had, dat de minister de hervorming van
de werf te Amsterdam tot maritiem arsnenaal en werf van
herstelling naar de toekomst had verschoven en men ver
wacht had, dat deze hervorming overwijld zou zijn ter
hand genomen. Verder woordelijk het volgende:
In hoever eene werf tot conservatie en onderhoud te Willems
oord zou moeten blijven bestaanhing, naar men meende,
voornamelijk daarvan af, of nog in de toekomst aan eene
maritieme verdediging van den Helder zou worden gedacht,
dan wel of die verdediging dte van minder belang scheen
naarmate de stelling van Amsterdam hare voltooiing naderde
zou worden overgelaten aan het fort op de Harssens en
aan de forten en batterijen op den vasten wal.
Wat ligt er in die zinsnede al niet opgesloten! Waar
men voor de werf te Amsterdam nog aan een maritiem
arsenaal en werf van reperatie denkt, wordt voor de werf
te Willemsoord alleen nog maar gedacht aan onderhoud en
conservatie, altijd onder voorbehoud, dat men den Helder
als maritieme stelling wenscht te behouden en de verdediging
niet geheel aan de landmacht wil overlaten.
Zie, daar wil men heen. Het is het denkbeeld van den
luitenant-kolonel der genie Gijsberti Hodenpijl, om de
geheele marine uit de stelling Helder terug te trekken,
dat men in toepassing wil brengen.
Maar is dan de uitvoering van dit denkbeeld in het
belang van het vaderland? Alle die den luitenant ter zee
le klasse S. T. Land in de Vereeniging tot behandeling
van op de zeemacht betrekking hebbende onderwerpen over
dit denkbeeld hoorden spreken, of het verslag van zijne
redevoering hebben gelezen, zullen diep overtuigd zijn van
de ramp die over het vaderland zou komen, zoo de krachtige
maritieme stelling den Helder door de zeemacht werd
verlaten.
Toch is het te voorzien, dat, als de toestanden niet ver
anderen, het zoo ver komen zal. Blijft deze minister van
marine aan het bestuur, dan zal hij gedwongen worden
Het was een wonderschoone tijd, dien Hanna en ik doorleefden;
welk een blijpschap als Zaterdags tegen den avond de honden op
het slotplein aansloegen en Hanna met den uitroep«Grethe, zij
komen de trap af en Bergen tegemoet ijlde, die er somtijds
als een sneeuwman uitzag en den blonden knevel eerst moest
ontdooien. En achter hem stond Eberhardt, en de geliefde oogen
zochten bij het schijnsel der lantaarn tot zij op mij bleven rusten.
En dan die avonden om den haard. De baron maakt punch
klaar om de bevroren ruiters te ontdooiener werd gezongen en
gelachen, en het zou nog heerlijker geweest zijn, als niet zoo
dikwijls de slanke, zwarte gestalte van den predikant in onzen
kring was verschenen. Er verliep geen week, waarin hy niet
een paar avonden op het slot doorbracht, en mevrouw Van Ben
deleven trok hem zichtbaar voor.
Dan werden er lange beraadslagingen gehouden over de Kerst
geschenken voor arme kinderen, of er waren nieuwe zaken noodig
voor het schoolonderwijs, kortom, hij had altijd een voorwendsel
voor zijn bezoeken op het slot. Ik nam weinig notitie van hem,
en wat hij met mij sprak, betrof onverschillige zaken dikwijls
spraken wij ook over mijn vader, en beantwoordde ik zijn vragen
naar diens welvaren. Dos te onaangenamer deed het mij aan,
dat mevrouw Van Bendeleven somwijlen schertsend zich liet
ontvallen, dat hij belang in mij stelde. Ik vermeed hem zooveel
ik kon bij zijn moeder was ik niet weder geweest, en wanneer
ik Kathrine bezocht, wierp ik nooit een blik op de vensters van
het nette huisje, ten einde niet genoodzaakr te zijn te groeten.
Kalhrine had de tijding van Hanna's verloving en aanstaande
bruiloft vernomen. Zij zag verheugd den laatsten hinderpaal
tusschen mij en het ouderlyk huis verdwijnen zij dacht zeer naar
waarheid wat zal Grcthe nog op het slot doen, als haar vriendin
daar niet meer is, en zy was verwonderd, dat ik Hanna's aan
staand verlies zoo kalm verdroeg.
Het Kerstfeest naderdemevrouw Van Bendeleven keerde
dikwijls nit de stad terug met een volgepakt rytuig, en voor de
gravin Satewski te Weenen werden prachtige geschenken ver
zonden deze had op de kennisgeving van Hanna's verloving
een zeer koelen gelukwensch geschreven, die wel is waar geheel
in den smaak van mevrouw scheen te vallen, maar de gelukkige
bruid in het minst niet hinderde.
Des daags voor het feest kwamen Bergen en Eberhardt nog
juist bij tijds voor de oitdeeling aan de dorpskinderen, die in de
grooto zaal, de oogen vol verwachting op de tafels en den ver
lichten Kerstboom gericht, met hun schrale stemmen het: «Uit
den hemel daal ik neer" hooren lieten. Dominó Renner hield
een eenvoudige toespraak, daarop liepen de kleinen door elkander
om hun plaats aan de tafels te zoeken Hanna en ik in hun
midden, hier een klein meisje helpende haar pop en lekkernijen
in te pakken, daar een grooten vlasharigen jongen, die zich de
noten van zijn buurman toeeigende, een tik op de vingers gevende
met de bedreiging: «Pas op, deugniet, of gij krijgt het volgend
jaar niets l"
Eberhardt hielp getrouw medezyn lachen over de kluchtige
dankbetuigingen der kinderen klinkt mij nog in do oorenmaar
eindelyk verliet de jubelende schaar het slot, waar het nu rustig
werd.
«Dat was een werk!" steunde de baron; «goed, dat het voorbij
is." Mevrouw Van Bendeleven had de sleutels reeds weder in
de hand, en zelfs Hanna moest heden haar Hendrik met een
«tot weerziens aan tafel" vertroosten.
voort te gaan op den eenmaal ingeslagen gevaarlijken weg,
tenzij er een afgevaardigde in de Tweede Kamer der
Staten-Generaal wordt gebracht, die, voorzien met de macht
der kennis, zijne medeleden zal kannen overtuigen, dat zij
op een glibberig pad zijn gekomen, dat ongetwijfeld tot de
grootste rampen moet leiden.
Krijgen wij na de samenstelling der Kamer van Honderd
een nieuwen minister van marine, dan zal deze door zijn
voorganger in de grootste moeielijkheid zijn gebracht en
alleen de krachtige hulp van een bekwaam zeeofficier in
de Kamer hem in staat stellen, den Helder als maritiem
stelling te behouden.
Een zeeofficier, van wien de Volksvertegenwoordiging
weet dat hij een bekwaam man is, zal door zijne adviezen
in de Kamer de grootste invloed kunnen uitoefenen. Zonder
zeeofficier in de nieuwe Kamer, zal geen minister op den
duur kunnen tegengaan, dat de leden, die tot de opheffing
van de maritieme stelling Helder en de daarmede gepaard
gaande opheffiing van 's Rijkswerf te Willemsoord willen
komen, hun doel zullen bereiken.
Het antwoord op de vraag, aan het hoofd van dit opstel
geplaatst, moet daarom luiden:
le. Het gevaar voor opheffing der rijkswerf te Willems
oord is meer dan groot;
2e. Dit gevaar staat niet alleen, doch gaat gepaard met
de opheffing van den Helder als maritieme stelling.
Er wonen in den Helder vele oude van dagen, die als
jongeling op 's rijkswerf te Vlissingen zijn in dienst getreden,
en die bij de opheffing van die werf naar hier overkwamen.
Zij hebben Vlissingen gekend met een werf van aanbouw
en reparatie en een groot aantal oorlogsschepen in de haven.
Welnu, wanneer zij nu een bedevaart deden naar hun
geboortestad, waar geen spoor van de werf meer te vinden
is en waar de geheele maritieme macht tegenwoordig bestaat
uit één kanonneerboot met eene bemanning van een dertig
koppen, zouden zij in staat zijn een beeld te geven van de
toekomst van den Helder zonder werf en zonder oorlogsschepen.
Ieder, die den Helder wil behouden zooals het is, brenge
het zijne toe om in de Tweede Kamer der Staten-Generaal
een macht te stellen tegenover de macht, die de opheffing
van de maritieme stelling Helder en de werf te Willemsoord
verlangt. X.
Nu ging het naar beneden naar de groote, gewelfde provisie
kamer daar werden de Kerstkoeken voor de dienstboden met
hunne namen voorzien, appelen en noten afgeteld, eeD vat bier
voor de feestdagen met een krijtstreep gemerkt, kisten met fijn
gebak en confituren voor den feestdisch uitgepakt en groote porties
varkensvleesch en zuurkool voor de dienstbodenkamers uitgedeeld.
Daarop werd bepaald, wie de pakketten morgen van de post
zou halen, wie Kerstnacht en des morgens ter kerk zouden gaan,
en de lieden weerden zich nog eens flink als vroeger. Eindelijk
was alles geregeld, en de heilige avond, dat wonderschoone feest
voor groot en klein, kwam in een blinkend wit gewaad het was
koud, de sneeuw glinsterde en blonk in de zon op daken en
wegen. De lieve jeugd maakte met haar roodgeverfde sleden
wegen en paden zoo glad als de dansvloer in het slot, en de warme
nieuwe handschoenen, die zij gister avond hadden ontvangen,
deden voortrefielijke diensten bij het maken van een grooten
sneeuwman.
In de zaal was mevrouw Van Bendeleven bezig met gesloten
deuren. Hanna en ik hadden onze geschenken in sierlijke korfjes
gepakt om ze gemakkelijk op de Kersttafel te kunnen leggen
toen waren wij naar den stal gegaan en hadden onze paarden
met suiker gevoederd. Na het koffiedrinken zeide mevrouw
«Nu moet gij de giften nog brengen aan den ouden Werner,
den ouden Thomas en Langeik denk, dat genoegen laat gij u
niet ontnemen. Johan draagt de korvengy Grethe, gaat zeker
even naar de oude Kathrine, en als gij dan de kerk bezocht
hebt, komt gij juist bij tijds voor de uitdeeling. Hendrik en
Wilhelm, ik zal u wel niet behoeven te verzoeken, de meisjes
te begeleiden," wendde zij zich tot de beide officieren, die maar
al te bereidwillig waren.
Het schemorde reeds, toen wij door de groote kastanjelaan
vertrokkende sneeuw kraakte onder onze voeten en de sterren
aan den hemel flonkerden in de koude, heldere winterlucht. Hanna
ging vroolijk schertsend aan den arm van haar bruidegom voor
ons uit. In het dorp werden reeds hier en daar vensters ver
licht en begroetten juichende kinderstemmen den Kerstboom.
Onze vrarme kleedingstukken, appelen en koeken hadden wy
spoedig aan de oude vrouw en de beide oude mannen uitgedeeld,
en «Gods ryksten zegen vergelde het u klonk ons uit de nederige
woning achterna. Johan droeg den korf met geschenken voor
Kathrine.
«Ga maar naar binnen, Grethe," sprak Hanna tot my, «over
een kwartier wordt er voor de Godsdienstoefening geluid wy
wandelen hier zoo lang op en neer."
De bediende had op mijn wenk den korf op den drempel van
ons huis neergezet en ik wilde binnengaan.
«Mag ik den korf dragen vroeg Eberhardt zachthy bukte
zich en voegde cr fluisterend bij
«Ik bid je, Grethe, laat mij mede je vaders huis binnengaan."
Toen opende hij de deur en ik ging, zonder eigenlyk te weten
wat te doen: door hem gevolgd in huis.
«Blijf ten minste hier," fluisterde ik hem in de gang toe. Ik
was bang voor Kathrine.
De deur der woonkamer, niettegenstaande de koude openlatende,
trad ik binnen. Kathrine zat by de tafel en las in haar gezang
boek een pakje sneeuwwit lijnwaad, met een Tood lint er om
gebonden, lag cr naast. De kleine olielamp wierp een helder
j schijnsel op het oude, gerimpelde gelaat en de gevouwen handen.
1 «Goeden avond, Kathrine, ik breng je myn Kerstgeschenk,"