HollaiKlscheMaatschappij van Landbouw.
Tot dusver is officieus bekend, dat HH. MM. de
Koning en de Koningin het gebruikelijke bezoek aan Am
sterdam in de volgende maand niet zullen brengen.
Z. M. is voornemens, indien de omstandigheden het toe
laten, in het laatst van April tnet het koninklijk gezin
zijn verblijf weer op het Loo te vestigen.
Het Hof zal dus nog een maand in de residentie ver
toeven.
Te 's Hage is op 81 jarigen leeftijd overleden de
gepensioneerde vice-admiraal G. Fabius, vroeger lid der
Tweede Kamer voor Amsterdam, en in 62jarigen ouderdom
de heer Rose, inspecteur van den Waterstaat, ridder der orde
van den Nederlandschen Leeuw.
Men schrijft ons van Anna Paulowna, dd. 26 dezer:
„Heden is in alle eenvoud en stilte de nieuwe Kaasfa-
briek geopend. Zij wordt op dezelfde plaats en in het
zelfde gebouw gedreven, waar een 14tal jaren geleden de
eerste werd begonnen. Moge de nieuwe eene betere toe
komst te gemoet gaan dan de oude indertijd, die zich
slechts in een kort en allesbehalve bloeiend bestaan mocht
verheugen. De toestand is evenwel gansch anders dan
toen, en de wijze, waarop de fabriek thans in werking
gebracht en geëxploiteerd wordt, doet ons hopen en ver
wachten, dat zij eene waardige plaats moge bekleeden onder
hare zusters in den omtrek, en alzoo ook de plaats onzer
inwoning ten goede moge komen.
Geeft de opening der genoemde inrichting nieuw leven
en bedrijvigheid, de langdurige winter doemt velen tot
werkeloosheid. Dit heeft de lJsvereeniging weder aanlei
ding gegeven om, geholpen door geldelijke bijdragen van
particulieren, hierin zooveel mogelijk te gemoet te komen.
Vele burgers nemen een of meer personen voor een of
meer dagen in dienst, om de een of andere werkzaamheid
te verrichten, 't Valt echter niet te ontkennen, dat deze
wijze van werken, al is zij nog zoo loffelijk, niet voort
durend op den weg ligt eener IJsclub, en daarom is men
dan ook voornemens, om in den aanstaanden zomer maat
regelen te beramen, die voortaan 's winters gelegenheid
geven tot wering van werkeloosheid en dus ook van ar
moede en gebrek.'7
De heer H. P. Van den Aardweg, te Purmerend,
zal op 1 April e. k. 25 jaar de betrekking hebben bekleed
van architect van het college over de wegen en vaarten
tusschen de zes Noordhollandsche vaarten.
In een jl. Zaterdag gehouden vergadering van bedoeld
college werd den jubilaris een souvenir aangeboden, en
werden ook op andere wijze zijn vele verdiensten erkend.
Te Amsterdam is aanbesteedhet uitvoeren van onder
houdswerken op den spoorweg AmsterdamRotterdam en
HaarlemUitgeestIJmuiden in 7 perceelen. Minste
inschrijver was P. Verbrugge, voor f 55,440 in massa voor
de 7 perceelen.
De heer W., te Haarlem, stelde dezer dagen aan
zijne huishoudster een bankbiljet van f 300 ter hand, om
daarmede eenige betalingen te doen, doch kwam later tot
de onaangename ontdekking, dat het bankbiljet met eenige
waardelooze papieren door haar in de brandende kachel
geworpen en tot asch verteerd was.
Bij den Gemeenteraad van 's Hage is opnieuw een adres
ingekomen tot wederinvoering der kermis. Daarin worden
54 bedrijven genoemd, die door de afschaffing der kermis
schade lijden. No. 48 op deze lijst is.... de Bank van leening
In Overijsel zijn de boterprijzen weêr buitengewoon
laag. Op de markt te Deventer verschilde de prijs voor
eerste soort van f 19.tot f 20.50.
Op Zondag 18 dezer ging een boerenknecht uit de
buurtschap Markvelde, onder de gemeente Diepenheim, met
zijn meisje naar Haaksbergen om daar een dienst te zoeken.
Daar zij noch des avonds, noch den volgenden dag terug
keerden, werden allerlei nasporingen naar de vermiste
„Aan den luitenant Von Eberhardt, en van u vroeg hij, op
eens doodsbleek wordende.
„Wilt gij den brief bezorgen riep ik driftig.
„Moet ik dat doen? Ik? Waarom juist ik?" kwam het
toonloos van ziju lippen.
„Omdat ik niemand heb, wien ik vertrouwen kan. Och, wees
barmhartig, doe het uit liefde tot mijbad ik.
„Uit liefde tot u," antwoordde hij zacht. „Maar waarom juist
dit Hij zweeg en staarde eenige odgenblikken voor zich uit
toen vestigden zich zyn ernstige oogen op mij, die in wind en
reaen, van koude en opgewondenheid bevende, bij den wagen
stond en hem smeekend aanzag. Mijn bleek gelaat deed hem
spoedig besluiten hij reikte mij de hand uit het rytuig en zeide
„Ga spoedig naar huis, ik zal doen wat gy vraagtde brief
zal in zyn handen komen heb geen vrees, ik eerbiedig uw
vertrouwen en ik weet, dat gij niets uwer onwaardig doet. Ga
spoedig heen, uw kleeren zijn reeds geheel doornatga gerust,
Margarethe."
Hij nam den hoed af en ik trad terugmaar nog vóór hij den
koetsier bevelen kon verder te rijden, was ik reeds weder bij den
wagen en smeekte in doodsangst
„Geef mij den brief terug, ik breng hem zelf naar Wiesenau."
Op eens was mij te binnen geschoten, welk een bode ik gekozen
hadDe eerste blijdschap, onverwacht zulk een bode gevonden
te hebben, had mij over het hoofd doen zien, dat geen onvoeg
zamer persoon den brief aan Eberhardt kon bezorgen. Hoe,
wanneer hij uit jaloezie eens. met den jongen predikant in twist
geraakte Wie kon weten in welk een stemming hij zich ook
heden bevond? Aan welke beleedigingen stelde ik den bode
door mijn verlangen bloot? Welke onaangenaamheden konden
er niet uit voortkomen, ja, zelfs een ongeluk ontstaan, als deze
twee tegenover elkander stonden
„Geef hem mij terug," zeide ik nog eens, terwijl deze gedachten
myn gemoed doorkruisten, „het kan niet dat gij ik wil
„Waarom vroeg hij.
„Gij moogt hem den brief niet geven vraag mij niets, hij mag
u niet zien
„Hij zal my ook niet zien, Margarethe," antwoordde dominó
Renner. „Heb geen zorg, de brief komt in zijn handen, zonder
dat zijn oogen mij zullen zien. Heden avond breng ik u het
bericht, dat de brief goed is bezorgd en dit zal ook het laatste
woord zijn, dat over deze zaak ooit over mijn lippen komt. Bedank
my niet, Margarethe, maar neem mijn dank aan voor het mij
geschonken vertrouwen."
Ik stond nog daar met de gevouwen handen op mijn hart
gedrukt, toen de wagen zich reeds een eind weegs verwijderd
had. De wind rukte mij den dunnen doek van het hoofd, de
motregen sloeg mij in het gezicht en verkoelde mijn brandende
oogen. Een angstig gebed was op mijn lippen, dat God alles
ten goede mocht leiden, dat mijn brief hem overtuigen mocht, hoe
ik hèm alleen en altyd had bemind. Toen ik den langzaam
voortgaanden wagen niet meer zag, keerde ik huiverig en doornat
naar huis terug. In onruBtige, koortsachtige stemming bracht ik
den dag door, verlangende naar het oogenblik waarop dominé
Renner weder uit de stad zou terugkomen.
(Wordt vervolgd.)
personen in het werk gesteld. Vrijdag werden op eenige
schreden afstand van elkander hunne lijken gevonden onder
een paar denneboomen aan den buitenkant van een dennen
bosch in Markvelde. (Zw. Crt.)
Den kapitein van het stoomschip „Gelderland", die
in de lloode Zee een Engelsch oorlogschip opgepikt en
naar Suez gesleept heeft, zijn aldaar verscheidene ovatiën
te beurt gevallen voor zijn menschlievende en belangelooze
hulp. Zoo is onder anderen aan boord van den Engelsch-
man te zijner eere een diner gegeven van 177 couverts en
heeft men den flinken Hollander op een zetel verheven en
zoo in triomf rondgevoerd.
Doch wat meer zegt dan al die eerbetooningen, men wil
weten, dat de kapitein van de „Gelderland" in het bezit
is van een wissel in blanco op de Engelsche admiraliteit,
en het aan hem is overgelaten het bedrag in te vullen.
Prof. Buys Ballot plaatst in het D." eene waar
schuwing tegen nachtvorst.
Wie eenige aanwijzing wil hebben of hij bijzonder voor
nachtvorst te waken zal hebben, schaffe zich een gewonen
thermometer aan, omwikkele diens bol met een linnen
lapje, niet al te dik en bevochtige dat door den thermo
meter in een glas met water te steken. Neemt men er nu
den thermometer weder uit, dan zal het kwik of de spiritus
dalen en na ongeveer vijf minuten het laagst staan.
De waarschijnlijkheid van nachtvorst zal te minder zijn.
naarmate die lage temperatuur hooger boven het vriespunt
is, en zij zal gering zijn, zoo ten minste nog drie graden
worden aangewezen.
Men wende zich tot het Koninklijk Nederlandsch Meteo
rologisch Instituut om dergelijke thermometers en een nadere
aanwijzing van het gebruik. Voornamelijk in de als ge
vaarlijk aangeduide nachten zal men zijn planten door
matten of rook dienen te beveiligen.
Prof B. B. is bereid, nu de lente genaakt en bij de
vernieuwing van den plantengroei het gevaar meermalen
zal dreigen en treffen, tegen zeer geringen prijs, b. v. f 15,
de gronden verkrijgbaar te stellen, waarop bovenstaande
waarschuwing berust en afzonderlijk een beknopte aan
wijzing te geven tegen 5 cents, terwijl aan de weerwacht,
het observatorium van het Meteorologisch Instituut, thermo
meters, geheel gereed gemaakt, zullen te verkrijgen zijn
tegen een gulden per stuk.
Bij den landbouwer Feitsma, te Kollumernieuwland,
heeft een schaap 7 welgeschapen lammeren ter wereld
gebracht.
Thans is verschenen de 14de aflevering van het
Friesch-Rundvee-Stamboek, bevattende de beschrijving van
zwartbonte stieren, Nos. 979—1117zwartbonte koeien,
Nos. 47755172 voorts 1 roodbonte stier, 6 roodbonte
koeien, 2 gemengdkleurige stieren en 13 gemengdkleurige
koeien. Wanneer men de bijgevoegde geslachtsregisters
dezer beesten van vaders- en moederszijde nagaat, dan treft
men er verscheidene aan, die hun oorsprong reeds in het
4de en 5de geslacht in het Stamboek vinden. Aan deze
aflevering zijn toegevoegd de afbeelding van den stier
„De Reus," No. 387 van het Stamboek, toebehoorende aan
J. W. Wester, te Britswerd, geboren 20 Februari 1883,
verkocht 8 October 1886-ter uitvoer naar Frankrijk, en
van den stier „Willem III", No. 826 van het Stamboek,
toebehoorende aan A. F. v. d. Meulen, te Marssum, in
October 1887 verkocht ter uitvoer naar Zuid-Amerika.
De Engelsche Regeering heeft besloten het in Neder
land met zoo gunstig gevolg toegepaste stelsel van afma
king van longzieke en verdachte runderen te volgen.
Daar waar dit door den veeartsenijkundigen inspecteur
van den privy council zal aangewezen worden is de plaatse
lijke Regeering verplicht alle zieke en verdachte runderen
binnen eenen door den inspecteur aan te wijzen tijd te
laten afmaken en naar diens aanwijzing de ontsmetting der
stallen te doen plaats hebben.
De eigenaar ontvangt van de plaatselijke Regeering als
schadevergoeding het volle bedrag van de waarde van het
beest, alvorens tot de afmaking wordt besloten.
Dit bedrag zal echter in geen geval hooger mogen zijn
dan 40 pond sterling.
De maatregel is niet bindend voor Ierlandde toepassing
bepaalt zich tot Engeland, Schotland en Wales.
Onmiddellijk na afkondiging van het besluit (10 Maart)
is dit reeds in werking getreden.
(Afdeeling Zijpe).
Gisteren, den 26 dezer, vergaderde genoemde Afdeeling
der Hollandsche Maatschappij van Landbouw in „het Wapen
van Zijpe", te Schagerbrug. Slechts 6 leden waren tegen
woordig.
In deze vergadering werd na de opening, voorlezing en goed
keuring der notulen, door den Penningmeester rekening en
verantwoording gedaan over 1887, waaruft bleek, dat de
ontvangsten bedroegen f 255.52.de uitgaven f 168.84,
door welk verschil de Afdeeling zich kan verheugen in
een batig saldo van f 86.68^.
Met een woord van dank aan den Penningmeester voor
zijn richtig beheer, wordt de rekening goedgekeurd.
Alsnu moest, volgens de agenda, de uitreiking plaats
hebben der bekroningen, welke op de Algemeene Tentoon
stelling, te Hoorn gehouden, 'zijn toegekend.
De bekroonden zijn: de heer K. A. Kaan, te Zijpe, voor
een ram, volbloed Texelsch ras, waarvoor hem een eervolle
vermelding is toegekend; de heer A. Eriks, te Petten,
welke twee eervolle vermeldingen zijn ten deel gevallen
voor een ingezonden stapel kleine Edammer kaas en een
idem voor een stapel commissiekaas; de heer K. Eriks, te
Petten, een 2de prijs, f 10, voor een stapel commissiekaas,
en de heer D. Sleutel, te Wieringerwaard, die de 2de prijs,
f 5, had verkregen voor zijn ingezonden chevaliergerst.
Slechts aan den heer Sleutel kon de bekrooning worden
uitgereikt, daar de andere genoemde heeren niet ter ver
gadering aanwezig waren.
Een ingekomen stuk over de cursus in het hoefbeslag
werd voor kennisgeving aangenomen.
Bij de gewone rondvraag bespreekt de heer Sleutel de
wenschelijkheid, dat in 't Jaarboekje voor 1889 de woon
plaatsen achter de namen der leden worden geplaatst. Daal
de vergadering zijn gevoelen deelde, werd den Secretaris
opgedragen, dit vóór 1 April e. k. ter kennisse van den
aigemeenen Secretaris te brengen.
De heer Sleutel opperde ook nog de wenschelijkheid tot
het houden eener afdeelings-tentoonstelling, waarvoor, naar
hij meende, van 't Hoofdbestuur subsidie kan worden ver
kregen. Na eenige discussie werd besloten van 't Hoofd
bestuur f 75 subsidie voor dit doel te vragen, terwijl de
afdeeling dan een gelijk bedrag zal disponibel stellen. Bij
gunstige beschikking zal een en ander een punt van behande
ling uitmaken op de den 11 Juni e. k. te houden ver
gadering, die de heer Bruin voorstelt des avonds te houden,
wat, volgens bemerking van den Voorzitter, in strijd zou
zijn met het reglement.
Een betreurenswaardig feit noemde de heer Bruin de zoo
zichtbare achteruitgang van den veestapel in deze streek.
Hij zou wenschen, dat stappen werden gedaan om hierin
verbetering te brengen, door in deze gemeente een stier
van goed ras te stationeeren.
Breedvoerig wordt over de uitvoerbaarheid van den uitge
sproken wensch, wat aller wensch is, gediscussieerd, waarvan
de conclusie is, dat dit niet ligt op den weg der Afdeeling,
maar men trachten moet eene Vereeniging op te richten,
waarvan de leden aandeelhouders moeten zijn, voor het
aanschaffen en onderhouden van een goeden stier. Om hiertoe
te geraken, zal het Bestuur eene vergadering beleggen op
Vrijdag 30 Maart e. k., des avonds ten 7 ure, in het
„Wapen van Zijpe", waarvoor alle veehouders, van af
Sint-Maartensbrug tot Oudesluis en 't Zand, per convocatie
biljet zullen worden uitgenoodigd.
Daar niemand meer het woord verlangde, sloot de Voor
zitter de vergadering.
Buitenland.
Het Hof van appèl te Parijs heeft het eerste vonnis
vernietigd en Wilson en consorten vrijgesproken.
Tot nu toe zijn uit de puinhoopen van het Baquet-
theater te Oporto 66 lijken en 53 onherkenbare overblijf
selen van menschen te voorschijn gebracht.
De verslagenheid in de stad is ontzettend. De lief
dadigheid laat zich niet onbetuigd.
Prof. Wrightson heeft dezer dagen te Londen eene
belangrijke rede gehouden over verbeteringen, aangebracht
in den landbouw.
Dat de landbouw zich ook hier (Engeland) in een tamelijk
betreurenswaardigen toestand bevindt, is langzamerhand een
algemeen erkend feit geworden, maar de lichtzijde is onge
twijfeld, dat de ondervonden tegenspoed den landbouwers
aan het denken heeft gebracht om alle mogelijke verbete
ringen in de verbouwing hunner landerijen aan te brengen,
ten einde daardoor beter der concurrentie het hoofd te
kunnen bieden.
Dat vele dezer verbeteringen nooit plaats gevonden zouden
hebben, indien de landbouw in bloeienden staat ware geweest,
staat onomstootelijk vast en dit zonnestraaltje in den don
keren nacht der tegenspoeden mag dan ook niet voorbijge
zien worden.
Prof. Wrightson deelde mede, hoe zoowel de landeige
naren als de boeren zei ven hun bezit verbeterd hebben,
hun veestapel hebben uitgebreid, hunne landerijen beter
voor bebouwing geschikt hebben gemaakt, en ze daardoor
als van zelf meer productief hebben bevonden. Hoe zij
stroo, dat anders als nutteloos werd weggeworpen, hebben
leeren vermengen met het voedsel hunner dieren, hoe zij
door aangebrachte werktuigen handenarbeid en daardoor
arbeidsloonen hebben uitgespaard, hoe zij betere boter en
kaas hebben leeren bereiden, kortom, hoe zij algemeen door
tegenspoed geleerd hebben beter de handen aan den ploeg
te slaan.
De spreker was van oordeel, dat de prijzen van de ver
schillende landbouwproducten hun laagsten trap bereikt
hebben en dat van nu af met vertrouwen naar verbetering
in prijzen mag worden uitgezien.
Het is minder kostbaar dan vroeger om zich als land
bouwer neer te zetten, daar zoowel pacht als arbeidsloonen
gedaald zijn.
Daar volgens den spreker deze verminderingen in vele
gevallen een verschil van 30 tot 40 pet. met vroeger
betaalde prijzen uitmaken, spreekt het van zelf dat dit een
belangrijk tegenwicht is voor de daling in de prijzen der
producten.
Spreker was dan ook van oordeel, dat al het klagen,
dat men tegenwoordig over de slechte vooruitzichten van
den landbouw hoort, dikwijls erg overdreven is, en dat
landbouwers met een beetje kapitaal op dit oogenblik betere
kansen van slagen hebben dan ooit te voren.
Merkwaardig noemt het „Berl. Tgbl." het, dat de
overleden Keizer bijna den leeftijd bereikt heeft, die ver
kregen wordt door de som der jaren van zijn drie in leven
zijnde vermoedelijke opvolgers. Jl. Zaterdag zou hij 91 jaar
geweest zijn; Keizer Friedrich telt 56 jaar, Wilhelm 29
en diens oudsten zoon 6 jaar, wat met elkander ook 91
uitmaakt.
Te Ch&tillon (Frankrijk) is eene vrouw van 42 jaar
verleden Vrijdag bevallen van haar 23ste kind.
In de „Strassb. Ztg.' doet een (ongenoemd) R. K.
priester, een geboren Elzasser, het voorstel om te Straats
burg, op het Keizersplein, tusschen het Keizerlijk paleis
en de Keizer-Wilhelm-universiteit, een standbeeld voor
Keizer Wilhelm op te richten, voor den vorst, die Elzas-
Lotharingen aan Duitschland teruggaf en die door den
onverbiddelijken dood „te vroeg aan zijn land werd ontrukt
Een interessante opmerking, schrijft het „British Medical
Journal," werd gemaakt naar aanleiding van de oorzaak
van den dood der bij de jongste sneeuwstormen in Indiana
verongelukte personen. De dood bleek namelijk niet ontstaan
te zijn door bevriezen maar door verstikking. De voor-
beeldelooze snelheid, waarmede de temperatuur daalde, had
ten gevolge dat de sneeuw veranderde in ijskristallen die,
door den storm tot een fijn poeder gemaakt, de lucht
ongeschikt voor inademing maakten. De uitwerking van
den sneeuwstorm was dus in alle opzichten dezelfde als
die der gevreesde woestijnwinden der Sahara.
Terwijl de Rijn zich ditmaal in het kwade seizoen
zeer kalm gehouden heeft en slechts een enkelen keer met
gevaar dreigde, richten ijsgang en hoogwater in andere
deelen van Duitschland groote verwoestingen aan. De
treurigste berichten komen uit de omstreken ten noorden
van de Elbe, waar tengevolge van een groote dijkbreuk in
het Mecklenburgsche, uitgestrekte landen onder water
staan. Ongeveer vijftig dorpen zijn daar tot de hoogte
van de schoorsteenen overstroomd. Het verlies aan men
schen en vee is nog zelfs niet té schatten. Te Wittenberge
spoelden jl. Vrijdag reeds 16 lijken aan, terwijl een enkel
landbouwer te Breetz 200 stuks rundvee en 1000 schapen-
verloor.
In een der dorpen brak gedurende den wasssenden vloed
ook nog brand uit.