AMSTERDAM-NIEUWEDÏEP,
van
Schroef stoombootdienst
langs PURMERENDE en ALKMAAR.
Dienstregeling van 29 Maart 1888.
AMSTERDAM 's morgens 91 unr en 's namiddags 41 uur,
NIEUWEDIEP 7 's avonds 11
Publieke Verkooping te Texel.
De Notaris OONINCK WESTENBERG
Tandarts BIERSTEKER,
Damrak 62, Amsterdam,
is WOENSDAG 28 MAART
Koster's Kleinen Winkel te Schagen.
J. H. A. VELDHUIZEN, Stucadoor,
Geen Kiespijn meer!!
fin POPPV ANATHERIN-
rwi i vm i MONDWATER.
Dr. POPP's Tandpoeder of Tandpasta,
Dr. POPP's Kruidenzeep.
W. J. BLITZ, Tandarts,
DAGrELIJK.8
Zie verder alom verspreide dienstbiljetten.
is voornemens, ten verzoeke van den Heer D. C. LOMAN,
Burgemeester te Texel, als gemachtigde van Schipper
C. BREGGEMAN, op dinsdag 3 april a. s.,
des middags ten 12 uur, in het Logement
„dc Lindeboom", aan den Burg,
publiek te verkoop en:
Het kopervaste Kotter schip
„DE ONDERNEMING", zooals het
is zittende op het strand achter
ml®® de Westen, gemeente Texel,
geschikt om te worden afgebracht.
Daarna: De geborgene INVENTARIS,
bestaande uit: Zeilen, Trossen, Rondhouten,
Ankers, Kettingen, Touwwerk, Netten,
1 Scheepsboot en hetgeen verder gepresenteerd
zal worden.
ZEGT HET VOOKT!
te consulteeren voor tandheelkundige operatiën,
vullingen en het plaatsen van [kunsttanden
en gebitten.
Spreekuren van 93 uur.
Beriolit uit
Ruime voorraad Fornuiskachels, Graven'
Stalsehoppen, Mest- en Slechtvorken, Mollen-,
Ratten- en Wildklemmen, Emmers, Melk-
schotels, Timmermans-gereedschappen, Ameri-
kaansche Spijkers eu Draadnagels, Lood, Zink,
Pik, Lijm en Haaienvel, Boeren-, Bouw- en
Zuivelgereedschap, alsmede Kaaskleursel eii
Stremsel, Thermometers en Maatglazen.
N.B. Ontvangen echte Keulsche Lebhen ol
Kalvermagen tot het maken van Stremsel,
tot ongehoord lage prijzen.
A. KOSTER, Schagen.
Oostslootstraat,
beveelt zich beleefd aan tot het maken en witten van alle
soorten van Stucadoorwerk voor den minst mogelijken prijs.
Van een nette en spoedige bediening kan men verzekerd zijn.
Boodschappen worden ook aangenomen door den Heer
D. OORTHUIS, Zuidstraat N°. 69.
bij gebruik van het wereldberoemde echte
K..K.. Hof-Tandarts
Boven ieder ander Tandwater te verkiezen als voorbe
hoedmiddel tegen Tand- en Mondziekten.
bij welker gebruik men steeds gezonde en schoone Tanden
behoudt.
Dr. POPP's Tandplombeersel
tot het zelf vullen van holle Kiezen.
is met het grootste succès ingevoerd tegen iedere soort
van Huiduitslag; dezelve is ook bijzonder geschikt
voor baden en is voor dit doel ook reeds veelvoudig
met het beste gevolg gebruikt geworden.
POPP's Zonnebloem-Oliezeep,
fijnste en beste Toilet-Zeep, f 0.40.
PrijsAnatlicrin-Mondwater, in flesschen van f 0.60,
f 1.20 en f 1.75.
Plantaardig Tandpoeder, f 0.80.
Aromatische Tandpasta, f 0.40.
Tandplombeersel, f 1.
Kruidenzeep, f 0.35.
WAARSCHUWING.
Alle bestaande namaaksels van Anatherin-Mondwater
zijn voor de gezondheid schadelijk volgens analyse;
daarom waarschuw ik hiermede het geëerde publiek
voor aankoop van zulke namaaksels.
Dr. J. G. POPP,
AT.Al. Hof-Tandarts en uitvinder der
Anatherin-Preparaten te Weenen.
Depóts van alleen echte Anatherin-preparaten bevinden
zich: te Nieuwediep bij W. V. BRUINVIS en bij
J. VAN WILLIGEN (Magazijn *de Concurrent"!.
Nieuwendijk bij den Dam, 241, Amsterdam,
is iederen Honderdag, 's namiddags van 12 tot 1 ure»
te spreken wegens tandheelkundige operatiën en het
plaatsen van kunsttanden in het Hotel Toelast te
Nieuwediep.
Ook is hij te spreken des Zaterdags in den Burg en
des Maandags in de Jager te Alkmaar, beide dagen tot
's voormiddags 11 ure; des Donderdags, tot 's voor
middags 11 ure, in het Hotel Vredelust te Schagen.
Een zendeling uit Zuid-Afrika, de heer Karl Meijer,
houdt dezer dagen op verschillende plaatsen voorlezingen
over de diamantvelden van Kimberleij in Griqualand, ten
westen van Oranje-Vrijstaat. Twintig jaren geleden was
deze plaats nog slechts een ellendig gehucht; thans is zij
een groote, prachtige stad, geheel op moderne wijze inge
richt. Die opkomst dankt zij geheel alleen aan de nabijheid
der diamantvelden.
Er zijn daar niet minder dan twintig maatschappijen op
aandeelen, die het diamantdel ven ten doel hebben. Een
van hen heeft in de vijftien jaren dat zij bestaat uit één
enkel veld voor 240 millioen gulden aan diamanten ver
kregen; de kosten hadden ongeveer 150 millioen bedragen,
zoodat er een winst van 90 millioen overschoot. Om zoover
te komen heeft men echter 400 millioen centenaars rots
massa moeten verwijderen. De aandeelen van deze Maat
schappijen zijn aan de grootste koerswisselingen onderhevig.
Bij ééne Maatschappij stegen zij langzamerhand van pari
op 400 pet., waarop zij plotseling tot 38 pet. daalden.
Thans staan zij weer op 400.
De hoeveelheid diamanten, die gedurig door de delvers
gevonden wordt, is zoo groot, dat velen een groot deel van
het gevondene met opzet achterwege houden om den markt
prijs niet te bederven en zoodoende zichzelven te ruïneeren.
Vooral door de Kafferarbeiders wordt ontzaglijk veel op
de diamantvelden gestolen. Men schat de waarde van de
diamanten, die jaarlijks op deze wijze verdwijnen, op 120
millioen gulden. Om betere controle te kunnen uitoefenen,
worden tegenwoordig alle arbeiders gezamenlijk in groote
kazernen gehuisvest.
Een inbrekers-firma. Voor eenige dagen werd
melding gemaakt van de arrestatie van den beruchten
Jesaias Hangjas, benevens van het andere lid zijner inbrekers-
firma, Willem Kraaybeek. De politie, die hen den 7 Maart 11.,
als verdacht van diefstal met braak, heeft aangehouden,
heeft in het vaartuig, door hen te Rotterdam bewoond, een
aantal voorwerpen gevonden, die reeds herkend zijn als van
diefstal afkomstig, doch bovendien werd nog aan boord een
geheel magazijn in beslag genomen, bestaande uit goederen
blijkbaar ook niet van geheel zuivere afkomst.
Men vond er: een zwart satijnen boezelaar met geplooiden
strook en zakjetwee koperen schaaltjes met ijzeren
balansje en koperen kettinkjes; drie bonte kindermutsen,
waarvan 1 met fluweelen bodemeen roodlederen étui met
2 scheermessen, gemerkt A. B. Dirkx, Rotterdameen
bijbeltje; een werk over scheikunde van Victor Regnault;
een rosekleurige porseleinen flacon met schroefdopje, geschil
derde bloempjes en in vergulde letters „Eau de Cologne"
een werkdoosjeeen wollen gestreepte pantaloneen nieuwe
linnen jas met beenen knoopen, waaraan een prijskaartje
met f 1.40; twee baaien hemden met kaartjes, waarop
f 4 20; een blauw katoenen boezeroen met kaartje, waarop
f 1; 4 idem met kaartjes, waarop f 1.38 en f 1.10 (van
elk 2); 2 oxford dito met kaartjes, waarop f 1; 1 paars
gestreepte dito met kaartje, waarop f 1een lap nieuw
stramien van 1^ meter; 1 bruin bever borstrok met kaartje,
waarop f 3.60; een blauw dril gestreepte jas; een bazijnen
hemdrok; een onderbroek met klep van grijs oogjesgoed,
geprijsd f 1.91; een bombazijnen dito, waarop f 1.20; 1
idem zonder kaartje; een blauw gestreept katoenen kinder
broekje, met kaartje waarop f 0.85, een paars katoenen
japon met kaartje, waarop f 2.30. Al deze voorwerpen
zijn nieuw en ongebruikt. Voorts een nog oud zwart
lederen valies met roodbruin binnenleder.
In 't bezit van Hangjas bevond zich bovendien nogeen
gouden schede van een schaartje; een verguld zilveren
cilinderhorloge, het verguldsel gedeeltelijk afgesleten, met
enkele kas, waarop huisjes gegraveerd zijn, een paar met
torens, liggende aan een water. Binnenin staat het nommer
20457; er zit een koperen vernikkelde ketting aan van
driehoekige schakels, onderling verbonden door dwarsliggende
stokjes. In een woning, waar de firma zich nog al dikwijls
bevond: een lakensche jas, onder den kraag gemerkt
„Croiset van de Kop, den Haag" en in den binnenborstzak
den naam „H. Slot'; een lakensche pantalon; een rood
lederen étui, van binnen rood fluweel, waarin voorsnijmes
en vork met zilveren heft (oud); een lichtblauwe halfsleten
kamgaren jas; een floconné winterjas met grijsbruine wollen
voering en sanella mouwvoering; 2 gebreide blauwwollen
onderbroeken, één met een kaartje, waarop staat f 16,50;
2 paar damesschoentjes met hooge hakken en zwart gitten
garnituur op de neuzen; een halsketting van vijf strengen
granaten koralen met gouden slot en dito ovaal medaillon,
waarin haar; een zilveren vingerring met een gouden
plaatje, in den vorm van een hart.
De commissaris van politie (2de afd.) te Rotterdam ver
zoekt bericht omtrent de herkomst der goederen.
„Prins", de Russische hengst, waarmee men maar
niet kon opschieten, toen hij nog in het bezit was van
vroegere eigenaars, en toen, door bemiddeling van den
heer Erkenbrecher, den wakkeren directeur van de Fran-
sche Manége te Amsterdam, in eigendom kwam van me
juffrouw Elvira Guerra, de lieftallige écuyère van het
Circus-Carré. Prins", vroeger zoo koppig als een muil
ezel, is nu zoo tam en zoo mak als een lam. Dat heeft
de kleine hand, geholpen door haar groote bekwaamheid,
van Elvira Guerra gedaan. In twee maanden tijd legde
//Prins" al zijne ontelbare grillen en leclijke gewoonten af
en werd zoo gehoorzaam, dat zijne meesteres.se hem als 't
ware door haar stem beheerscht. En hoe zij hem in be
dwang weet te houden, dat zal men hedenavond kunnen
zien, want dan zal /Prins" voor 't eerst zijne opwachting
aan het publiek maken en aan zijne berijderesse zeker veel
succes bezorgen. (Hld.)
De correspondent der „Haarl. Crt." te Pretoria meldt
o. a. het volgende
„Onlangs kwam hier het treurig bericht van Barberton,
dat een der vijf Hollandsche ingenieurs, in dienst van de
Ned. Zuid-Afrikaansche Spoorweg-Maatschappij, aan de
grenzen van deze Republiek bij de Komatiepoort aan de
koorts bezweken is. Vier van hen werden aangetast door
de hevige koorts, die vooral daar in het zomer-seizoen
heerscht Drie hunner kwamen er gelukkig door, doch
de vierde, de heer Van der Meulen, moest er, helaas! het
leven bij inschieten. Alleen de heer IJzendijke, die reeds
eenige jaren in Indië heeft doorgebracht, werd niet aan
getast. (De telegraaf heeft middelerwijl ook de tijding van
het overlijden van laatstgenoemde overgebracht). Ook
waren al hun bedienden weggeloopen, tot zelfs de kok,
zoodat zij geheel alleen, zonder hulp, in de wildernis waren.
Dadelijk op ontvangst van dit bericht heeft de Regee
ring aan den landdrost van Barberton getelegrapheerd om
een geneesheer te zenden en de zieken alle mogelijke hulp
te verschaffen. En indien de arts het noodig oordeelde
hen op draagbaren naar een gezondere plaats te brengen,
niets mocht hun ontbreken. Deze daad werd algemeen
geprezen, te meer, omdat de Regeering daartoe niet ver
plicht was. Men vindt het algemeen onverantwoordelijk,
dat men deze jongelieden zonder eenige ervaring in dit
ongezonde jaargetijde daarheen heeft gezonden, te meer daar
er toch nog niets voor den spoorweg kon gedaan worden.
Er zijn hier in de laatste weken ontzettende regens
gevallen, die de rivieren tot een ongekende hoogte hebben
doen zwellen, en dientengevolge stond de communicatie met
Pretoria geheel en al stil. Gelukkig heeft de Regeering
nu onmiddellijk maatregelen doen nemen, om de voor
naamste rivieren te doen overbruggen."
Onder de geschenken, die den Prins en de Prinses
van Wales ter gelegenheid van hun zilveren bruiloft zijn
aangeboden, behoorden: een diamanten kroon, gezonden
door drie-honderd-vijf-en-zestig dames, bekenden van de
Prinses van Wales; een halssnoer van diamanten en safieren,
dat door den Keizer van Rusland gezonden werd; een paar
diamanten oorknoppen, een geschenk van lord Rothschild,
en zijn broeder Alfred de Rothschild, een agaten coupe,
van de Gravin van Parijs een koffie- een theeservies, een
geschenk van den Koning en de Koningin van Denemarken
een model van een schip in zilver van de Keizerin Eugénie;
van vijftig vrienden van den Prins van Wales een paar
prachtige, twee voet hooge coupes van zilver, naar een
model uit de achttiende eeuw. De pairs van Ierland boden
het feestvierend paar vijftien oud-zilveren kelken aan, waar
van het meerendeel dagteekent uit de jaren 1669 en 1709.
Met het oog op de groote zeldzaamheid, bezit dit geschenk
een onschatbare waarde.
Het geschenk van Koningin Victoria bestaat uit een
kolosale zilveren wijnkruik van Oosterschen vormdat der
Prinsen en Prinsessen aan hun ouders uit een zilveren
afbeeldsel van „Viva", de geliefkoosde merrie van de Prinses
van Wales. De Prins van Wales heeft aan de Prinses
een bijzonder fraai keurs met diamanten en robijnen ten
geschenke gegeven. Deze cadeaux zullen niet worden
tentoongesteld, gelijk die van het jubeleum; het zijn alle
uitsluitend blijken van persoonlijke genegenheid.
Te Meran is op den lOden dezer op hoogen leeftijd
overleden de Barones Jenny Schleinitz, geboren Barones
Schwedthof. De „Almanach de Gotha" noemt 1809 als
haar geboortejaar, maar feitelijk moet ze reeds in 1802 het
levenslicht aanschouwd en derhalve een zes-en-tachtigjarigen
ouderdom bereikt hebben. In het leven van Keizer Wilhelm,
dien zij een dag later in den dood volgde, heeft zij een
rol gespeeld. Ten tijde van zijn vlucht als Prins van
Pruisen uit Berlijn, in het jaar 1848, bewees de Barones
hem een gewichtigen dienst, voor welken hij haar steeds
dankbaar is gebleven.
Toen op den avond van 19 Maart 1848 de Prins van
Pruisen in zijn paleis „Unter den Linden" door de woedende
volksmenigte bedreigd werd, vluchtte hij met Prinses
Augusta en twee hofdames door een achterdeur van het
paleis en reed naar den Geheimrat, Baron Schleinitz, die
in het destijds „Karlsbad" genoemde stadsgedeelte woonde,»
Daar verkleedde zich Prins Wilhelm. De Barones Schleinitz
verschafte hem daartoe de burgerkleederen van haren over
leden stiefvader, generaal Von Ruhle, en nam 's Prinsen
degen in bewaring. De Prins en de Prinses reden daarop
als Geheimrat en Geheimratin Von Schleinitz naar Spandau,
terwijl de Geheimrat zelf, als bediende verkleed, naast den
koetsier op den bok plaats nam. Yan Spandau uit staken
de Prins met zijne gemalin naar Engeland over. Intusschen
geraakte echter de Barones Schleinitz te Berlijn in groot
gevaar, daar het bekend werd, dat de Prins zich naar hare
woning had begeven. Het geheele huis werd doorzocht,
want men hield voor zeker, dat de Prins er verborgen
werd gehouden. Prins Wilhelm van Pruisen betuigde de
echtgenooten Yon Schleinitz later meermalen zijn dank.
Baron Schleinitz werd regeeringspresident eerst te Brom
berg, later te Trier en ontving dikwerf bezoek van den
Prins van Pruisen en van andere leden van het Koninklijk
Huis. Toen de vrijheer Von Schleinitz in het jaar 1865
stierf, liet de Koning de weduwe in het genot van alle
personeele inkomsten van wijlen haren gemaal. Sedert het
jaar 1880 leefde Barones Schleinitz, daar een harer beide
dochters lijdende was, te Meran, waar zij algemeene achting
genoot en door de leden van den Duitschen adel, die de
plaats bezochten, steeds met een bezoek werd vereerd. Ze
was een vrouw van bijzondere geestesgaven en groote
wilskracht.
Snelpersdruk van A. A. Bakker Cz., Nieuwediep.