violoncel en piano, als met een concert voor viool van Viotti, op glansrijke wijze; zuiverheid van toon, kracht en teederheid in voordracht streden met elkander om den voorrang. De zestienjarige violiste beantwoordt tot heden in ruime mate aan de schoone verwachtingen, omtrent de ontwikkeling van haar talent gekoesterd. Laat mij niet verzuimen te vermelden, dat zij in het terzet op waardige wijze werd ter zijde gestaan door den heer Hantzsch (violoncel), van Helder en den heer Winkel (piano), van hier. Beide heeren kweten zich niet minder verdienstelijk van hunne taak dan de violiste; meestal was de eenheid volkomen en de samenstemming verrukkend schoon. Geen wonder, dat het drietal met daverende toejuichingen werd beloond. Trouwens, voor het meerendeel der orchestnummers oogstte ook de Harmonie-kapel in ruime mate welverdienden bijval. Wat het genot van dit Concert voor de beminnaars van het phantastische niet weinig verhoogde, was de eigen aardigheid, dat men, achter in de zaal staande, de execu tanten als door een doorzichtigen blauwen nevel zag: altemaal sigarendampEn dat terwijl in de zaal kaarten hingen, waarop met flinke letters het beleefd verzoek, om niet te rooken. Hoe wellevend!! 01 het bal geanimeerd was, kan ik niet mededeelen; het dansen behoort voor mij tot de geschiedenis, en bovendien, ik wenschte in te sluimeren onder den liefelijken indruk van het vele schoone, door mij gehoord. Daartoe behoorde ook vooral het bisnummer der violiste: Gebed", van Leonard." In Hollands Noorderkwartier zijn de prijzen voor uien en kool zeer belangrijk gestegen en is het vervoer naar het buitenland buitengewoon groot. Er zijn land bouwers, wier oogst van den afgeloopen zomer meer heeft opgebracht dan de waarde van het land, waarop die vruchten zijn geteeld. Te Oude Schild op Texel is een kerkorgel aangeschaft, dat op den tweeden Paaschdag plechtig in gebruik werd gesteld. De heer ds. D. Post, predikant te Hoorn, vroeger te Oudeschild, was voor deze gelegenheid tot zijne oude gemeente gekomen om voor dien morgen voorganger te zijn bij de godsdienstoefening. Hij had tot tekst gekozen Neh. 220 en bracht de daarstelling van het orgel in verband met het gekozen tekstwoord. Tal van belangstellenden vulden het kerkgebouw. Als een bijzonderheid wordt gemeld, dat op Texel geen mollen voorkomen, 't Is dus waarschijnlijk, dat deze dieren daar óf zijn uitgestorven óf zich nog niet op dit eiland verspreid hadden, toen het van den vasten wal werd afgescheiden. Door den Hoogen Raad werd gisteren behandeld de cassatievoorziening van een drukker te Alkmaar, door de Rechtbank aldaar ontslagen van rechtsvervolging, ter zake van overtreding der patentwet, wegens het zich niet aan geven als molenaar, doch deswege door het Hof te Amster dam tot f 25 boete veroordeeld. De cassatievoorziening werd toegelicht door mr. A. P. De Lange, advocaat te Alkmaar. Hij concludeerde tot vernietiging van het arrest van het Hof te Amsterdam. Hat O. M. zal 16 dezer conclusie nemen. De toestand van mr. E. Oosting, wiens beide beenen bij het spoorwegongeluk te Ruinerwold zijn gebroken, is, naar de „Asser Crt." verneemt, gunstig. Het been, dat tweemaal gebroken is geweest, kan de patiënt weder tamelijk goed bewegen. Van het andere been is dezer dagen ook het verband genomen. De breuk moet weder geheeld, maar de spieren van het been door het lange liggen strak gespannen en dientengevolge pijnlijk zijn. De Nederlandsche-Amerikaansche Stoombootmaatschappij heeft, trots de ramp van de „W. A. Scholten'', een goed jaar gehad. De gemaakte winst is voldoende om den vroegeren ver liespost van de balans te doen verdwijnen en een klein saldo over te laten, maar niet voldoende om een dividend uit te keeren. Op het graf van den heer F. H. Pont, te Edam (in leven lid der Provinciale Staten), is een fraai gedenkteeken opgericht. Op een breed granieten blok, waarop de naam van den overledene staat gegrift, rust het metalen monu- hardt, die een ernstig man is en het leven anders opvat als éen lichtzinnig half-Poolsch edelman. Ik geloof', de vleierij is voor het verwende kind onontbeerlijkzij kan het niet verdragen, niet eiken morgen en avond eene nieuwe liefdesverklaring van haar man te hooren, waarvoor hij evenwel ook niet geschikt is. Was zij maar eerst weór hier Het duurde intusschcn nog lang, voordat deze bede vervuld werd. November met zijn stormen ging voorbij, December brak helder en koud aan, en nog altijd was de schoone vrouw te Weenen. „Mijne bekenden willen mij niet laten heengaan," schreef zij aan haar moeder, „en ik wil nu ook van den my geschonken tijd gebruik maken, want wie weet of ik ooit weêr hier kom. Vorst Bodresky is overigens een beminnenswaardig menschhij heeft gedurende den tijd van mijn verblijf hier het paleis der Satewski's geheel ter mijner beschikking gesteld. Ik bewoon mijn vorige vertrekken weder, en als ik 's morgens ontwaak, komt het mij dikwijls voor, alsof ik het later doorleefde gedroomd heb. Een adem uit den bedwelmenden tijd, toen ik de gevierde gravin Satewski was, waait mij hier uit iederen hoek tegen en laat mij soms uren vergeten, dat in de kleine, morsige vesting plichten op mij wachten, aan wier vervulling ik niet dan met tegenzin en angst denk. De vrijheid is toch heerlyk en ik ben nog zoo jong." Mevrouw Van Bendeleven las mij dit gedeelte voor en barstte in tranen nit. Het trof mij, deze trotsche vrouw zoo ongelukkig te zien. „Het gaat niet langer," verklaarde zij. „Eberhardt moet een woord van gezag spreken. Naar mii luistert zij niet meer; ik heb hem reeds dikwijls verzocht, baar ernstig te vermanen, eindelijk terug te komenhij wilde het niet. „Wat helpt het, als zij gedwongen terugkeert, mamaatje?" zeide hij dan. „Vrij willig moet zij komen." Maar ik houd het er voor, dat, als hij daarop wacht, zij in het geheel niet terugkomt. Hij moet er nu krachtig op aandringen, ook om de menschen." Zij zette zich aan haar schrijftafel en vatte de pen opik nam mijn werk, toen de baron binnentrad met een geopenden brief in de hand. „Een brief van Eberhardt, Clothilde," zeide hij, zijn vrouw het schrijven overreikende. „Hij schijnt nu het geduld te ver liezen en heeft Ruth bevolen terug te komen. Hij schijnt dit zeer koel en bepaald gedaan te hebben. Maar ik vrees dat hij zoo zijn doel mi3tzij wil nu eenmaal geen gebieder, maar een slaaf in haar man zien. Hij schrijft: „Ik heb Ruth verzocht terug te keeren om den wille van haar kindmisschien heeft het beroep op haar moederhart nog den invloed op haar, dien de verflauwde genegenheid voor haar echtgenoot niet meer oefent" ment, voorstellende een stervende leeuw, en daarboven een engel, die de handen over de groeve uitstrekt en een palmtak daarboven houdt. De Amsterdamsche Omnibus-Maatschappij vervoerde in het eerste kwartaal 1S88: 2,098,920 passagiers, tegen 2,100,651 in het vorige jaar. Jl. Zaterdag heeft voor de Arrondissements-rechtbank te Haarlem terechtgestaan Linden van Egmond, te Wijk aan Zee en Duin. beklaagd van in den nacht van den 10 op den 11 Februari onder Heemskerk uit eene weide 7 schapen te hebben ontvreemd, waarvan 5 schapen en 1 lam voor 10 pond vlaamsch (f 60) op de markt te Alkmaar verkocht werden, terwijl 1 schaap, dat niet naar Alkmaar had kunnen loopen, in de weide van een ander terug gevonden was. Hoewel de dader alles ontkende en o. a. ook, dat hij te Alkmaar in eene herberg geweest was, zoo werd dit feit toch ter terechtzitting bewezen. Tegen hem werd drie jaren gevangenisstraf geëischt. De 's Gravenhaagsche Passage-Maatschappij ontving in 1887 aan winkelhuur f 38,101 en aan huur van andere aan de Maatschappij behoorende panden f 5250. De exploi tatiekosten bedroegen f 7101, f 2700 minder dan in 1886. Het verlies-saldo over de gezamenlijke exploitatiejaren be draagt f 33,967. Op 31 December waren verhuurd 47 winkels tegen 32 in 1886 en alle bovenhuizen op een na, dat tot zetel van het Bestuur dient, en alle bovenlokalen van het kofffiehuis. De huurprijzen waren evenwel dalende. Een deel van de Haagsche Tramwegmaatschappij is buiten werking gesteld. De stallen aan den Rijswijkschen weg zijn nl. besmet verklaard de schurft heeft er zich vertoond en zij moeten nu veertien dagen gesloten blijven, waardoor 90 paarden gedurende dien tijd voor den dienst verloren zijn. De Maatschappij heeft maatregelen genomen om daarin te voorzien, maar wenscht een paar diensten tijdelijk te staken. Jl. Maandag zijn naar de Haagsche bladen melden door een tweetal firma's te 's Hage aan Z. M. den Koning kievits-eieren aangeboden. Bij de verhuring van de graslanden van den polder „Welhoek", onder Pöortugaal, werd er circa 50 pet. meer besteed dan in het vorige jaar. Als een merkwaardig geval van hoogen ouderdom hij vogels wordt meegedeeld, dat dezer dagen ten huize van de familie H. W. Visscher, te Steenwijk, een tortelduif (doffer) stierf, van welke men kan nagaan dat hij ten minste den ouderdom van 105 jaren had bereikt. (Moet men hier ook denken aan 1 April?) In de zitting van den Raad der gemeente Helder, gehouden den 27 Maart 11., geschiedde voorlezing van 't verslag over 1887, ingezonden door den Commissaris van Politie. Dit verslag luidde als volgt: Op 31 December 1887 bestond het politie-personeel uit 1 commissaris van politie, 1 hoofd-inspecteur, 6 dienaren van politie der 1ste klasse, 14 dienaren van politie der 2de klasse, 1 brigadier en 1 brigadier-titulair der Rijks- veldwacht. Op gemelden datum bestonden deze vacaturen 1 inspecteur van politie en 2 dienaren van politie der lste klasse. Het aantal opgemaakte processen-verbaal bedroeg in 1887 659; daarvan werden opgemaakt ter zake van: verwonding en mishandeling 26, laster en beleediging 17, diefstal 47, oplichting en verduistering 12, verbreking vain afsluiting 3, ongeoorloofd in ontvangst nemen van militaire goederen 12, verzet tegen politie-agenten 17, verdrinking, zelfmoord 2, valsche munt 6, valschheid in geschriften 1, bedelarij 2, strooperij 2, desertie 2, branden 5, niet verschijnen als loteling ter inlijving 3, verkoop van sterken drank zonder vergunning 1, toelaten van ontuchtige samenkomsten 2, orde verstoring in het öpenbaar 12, burengerucht 10, straat schenderij 14, laten staan van voorwerpen op de openbare straat 17, niet vasthouden van gevaarlijke dieren 4, niet houden van een uitdragers-register 1, koopen van een onbekende 1, jagen en visschen 26, niet sluiten van een herberg 13,het rijden zonder lantaarn 3, het hebben van een mestvaalt op verboden plaats 5, het laten loopen van vee 14, loopen over eens anders grond 5, wateren op verboden plaatsen 4, ijk en herijk 19, uitkloppen van vloerkleeden 1, spelen om geld 1, harder rijden dan in draf 4, uithalen van een vogelnest 1, belemmering van Mevrouw Van Bendeleven zuchtte. „Het is goed, dat hij ten minste den wensch uitspreekt haar weêr te hebbenik wenschte wel reeds nu te weten, wat daar van worden zal Ruth kwam werkelijk, maar haar terugkomst was bijna nog beleèdigender voor haar echtgenoot, dan wanneer zij in 't geheel niet gekomen was. Dadelijk na deKerstdagen kwam zij zij had het heerlijke feest in haar reiswagen doorgebracht en versmaad om voor haar kind de lichten van den Kerstboom te ontsteken, zich in zijn lach te verheugen en het gejubel van den kleine te hooren, als hij verlangend de armpjes naar de bonte heerlijkheden zou uitstrekken. Zij had haar echtgenoot alleen gelaten op den avond, als zelfs de armste dagloonersvrouw van haar moeielijken arbeid uitrust om zich met haar man in de blijdschap der kinderen bij den eenvoudigen Kerstboom te verheugen. Alleen gelaten op den avond, waarop hij misschien ter wille van het kiod haar nog eens hartelijk en vriendelijk tegemoet zou zijn gekomen Ik was buiten mij zelve, toen ik dit van mevrouw Van Bende leven vernam. Zij had er ook bepaald op gerekend, dat Ruth nog vóór het feest zou komen. Ik weende bijna van veront waardiging maar wie kon hier helpen Alles bleef bij het oude. Het was weder lente geworden, en toen ik eens des namiddags het slot binnentrad, waren de heer en mevrouw Van Eberhardt juist aangekomen. Het deed mij onaangenaam aanik had Eber hardt weliswaar meermalen ontmoet, maar hij ontweek mij blijk baar, evenals ik verscheiden malen naar huis was teruggekeerd, wanneer ik tijdig genoeg vernam, dat de familie uit de stad er was. Zij torsten nog altijd hun juk, zooals Ruth toenmaals tot haar moeder zeidealleen was de jonge vrouw nog lastiger dan vóór haar reis, en Eberhardt somberder dan ooit. Heden kon ik niet meer ontvluchtenik stond reeds midden onder hen in de kamer. Bij mijn verschijning ontstond plotseling een algemeen zwijgen alleen Ruth lachte eigenaardig en Eber hardt maakte een driftig gebaar, als wilde hij liever dat ik weêr vertrok; mevrouw. Van Bendeleven beantwoordde mijnen groet niet en de baron zag mij somber aan. „Kort en goed," nam de jonge vrouw het woord en stond zoo driftig van haar stoel op, dat deze op den grond stuk vloog, „ik kan mij nu eenmaal niet gelukkig gevoelen in een echt, waarin het hart van den man mij niet geheel en onverdeeld toebehoort. Ik ben niet iemand, die zich met overgeschoten brokken laat afschepen, en daarom schenk ik je je vryheid weder, met verlof den drang van je hart geheel te volgen." Zij lachte weder, terwijl zij met over de borst gekruiste armen voor haar man staan bleef. (Wordt vervolgd.) doortocht 2, rijden over de voetstraat 1, werpen van vuilnis 6, zwemmen op verboden plaatsen 18, opgeven van valschen naam 3, vervoer van beer op verboden tijd 2, dronken schap 312. Ter zake van een of ander feit zijn in 1887 aan de hulpbureaux van politie in bewaring geweest 374 personen. Niet voorzien van belasting-penningen, werden opgevangen 114 honden. Er werden uitgevaardigd 6 bevelen tot voorloopige aan houding, en 42 bevelen tot vervoer van gevangenen per spoortrein naar de gevangenissen. Gemeenteraad van Zijpe. Zitting van Dinsdag 3 April 1888. Afwezig de heeren K. A. Kaan, K. Francis en J. Van Beusekom. Na de opening der vergadering, voorlezing en goedkeuring van de notulen, stelt de Voorzitter voor, het gemeenteverslag (het eerste punt der agenda), evenals het verslag van de Schoolcommissie, bij de leden te laten circuleeren, welk voorstel met algemeene stemmen wordt aangenomen. Het tweede en laatste punt isAf-en overschrijving, dienst 1888. Bij monde van den Secretaris wordt medegedeeld, dat af- en overschrijving noodig is, tengevolge van de ver hooging der jaarwedde van den klerk, en alzoo f 50 van den post van onvoorziene uitgaven moet worden afgeschreven en ovex-gebracht op dien der jaarwedden, ten einde hierop de goedkeuring van HH. Gedeputeerde Staten te erlangen. Deze post (de eenige) van af- en overschrijving wordt met algemeene stemmen goedgekeurd. Hierna deelt de Voorzitter mede, dat de boomen op het kerkhof te Sint-Maartensbrug zijn gesnoeid en het Dagel. Bestuur voornemens is, dit snoeisel aan takkebossen te ver- koopen. Hij vraagt hiervoor de machtiging van den Raad, welke met algemeene stemmen wordt verleend. Bij de gewone rondvraag doet de heer Schuit opmerken, dat, niettegenstaande het verboden is met hondenkarren te rijden, zulks toch gedaan wordt, gelijk hij heden heeft gezien van A. De Leeuw, te Sint-Maartensbrug. De Voorzitter belooft, den veldwachter te dier plaatse er op attent te zullen maken. De heer De Wit had een gelijke opmerking opzichtens het verbcd, in dezen tijd honden ongemuilband te laten loopen. Hij zou wenschen, dat de veldwachters hierop beter toezicht uitoefenden. Meerdere surveillance door de veldwachters is hiervoor noodig, daar alleen het verbod wordt opgevolgd op die dagen, dat men weet dat de veld wachter naar den Burgemeester moet gaan. De Voorzitter belooft, ook hieraan zijne aandacht te zullen schenken. Daar niemand meer het woord verlangt, sluit de Voor zitter de vergadering. Buitenland. Het klassieke „huis, dat verrold is" te Halfweg, is in Amerika verre overtroffen. Het Brighton Beach-Hötel op Conev Island (New-York), dat 92,000 vierkante voet beslaat en 5000 tonnen weegt, is honderd voet landwaarts in „verrold", daar de zee het bedreigde. Honderd-en-tvvintig spoorwegwagens werden onder het gebouw geschoven en daarop door een aantal locomotieven langs evenwijdige spoorstaven tegelijkertijd voortbewogen. Uit de stad New-York waren velen naar Coney Island gekomen, om van deze zeldzame gebeurtenis getuigen te zijn. Uit een aantal berichten blijkt, dat de watersnood, vooral in West-Pruisen, gedurende de Paaschdagen nog grooter omvang heeft gekregen, terwijl daarentegen in het Elbe-gebied de was tot staan gekomen schijnt, en van de Main en den Boven-Rijn wel ernstige, maar toch geene met dadelijk gevaar dreigende berichten ontvangen zijn. De overstroomingen strekken zich in het Elbe-gebied over ongeveer 10, in het Warthe-gebied over 12, in het Weichsel- gebied over ruim 14, d. i. dus te zamen over meer dan 30 vierkante mijlen uit, voor het meerendeel dichtbevolkte en rijke streken met omstreeks 300 steden en dorpen. De volgende aangrijpende mecledeelingey zijn ontleend aan een bijzonderen brief van een officier der genie, dip in het overstroomde gebied tusschen Mgriënburg en Ribing het werk der redding geleid heeft: Zondag scheurde een groote dam van de Nogat een 300 meter breeden ijsstroom los met vreeselijke ijsschotsen, die al verder nederzakkende, molens en huizen nederhaalden in plaatsen, wier bewoners op de daken gevlucht waren. Zoo hoog stond het water, dat wij met onze pontons boven de telegraafpalen op den spoorweg voeren. Wij vonden schrikbarende toestanden. Eene vrouw schreeuwde boven op den schoorsteen om hulp voor haar kind. Het water drong al verder. Wij scheurden een gat in een deken en vonden er het kind nog levend. Te Fischau zagen wij eene vrouw dood liggen in het bed, dat in het water dreet Wij redden aldaar nog 16 familiën en 27 kinderen. Óver eene onafzienbare zee verder dobberende, zagen wij boe in het dorp Sommerau bleeke gestallen met de noodvlag wenkten. Wij kampten geducht tegen ijsschotsen, die tegen de zwakke pontons drukten; wij geraakten er steeds dieper in; de stroom sleepte onzen ponton voort en in tien minuten stond ik van alle kanten door het ijs omringd. IJsschoten zoover als de horizont reikte! Wij waren elf uren beklemd jn de schotsen en stonden met naakte voeten balanceerende op een vjoer vyn ijs. Ten laatste waren wij allen zoo uitgeput, dat wij ons op den hongepdood voorbereidden. Het was avond geworden, en nog eenmaal wilde ik eetie poging tot redding doen. Wij namen ieder eene plank, lieten de pontons en al achterwege en lieten ons plat op de planken voortschuiven over de hooge ijsschotsen. Na verloop van twee uren kwamen wij in het vrije water. Wij riepen herhaaldelijk om hulp en eindelijk waren wij gered. Thans verblijven wij bij lieden, die met hun gered vee op de bovenste verdieping huizen. De Regeering zal ten spoedigste credieten tot ondersteu ning van de ongelukkigen bij het Parlement indienen. In Oost- en West-Pruisen is naar alle richtingen het spoorwegverkeer gestremd, tengevolge van de vernieling yan de spoorwegdijken op vele plaatsen; met Danzig en Königsberg is er nog slechts ééne spoorwegverbinding over een zeer grootey omjyeg. Het behoeft nauwelijks gezegd te worden, dat daar overal groote noqd heerscfit, ey m§y zich ook voor later bezorgd maakt over epidemiën en andere droeve gevolgen. De Duitsche Keizer is den eersten Paaschdag weder naar Berlijn gereden en vertoefde daar geruiraen tijd. Om het koudere weder nam men echter ditmaal een gesloten rijtuig. Deze uitstapjes schijnen den patiënt goed te

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche en Nieuwedieper Courant | 1888 | | pagina 2