Den 18den Januari 1871, nadat Koning Wilhelm tot Duitsche Keizer was uitgeroepen, ontving de Kroonprins de waardigheid als Kroonprins van het Duitsche Rijk, den titel van Keizerlijke Hoogheid en na de onderteekening der vredespreliminairen te Berlijn, den 22sten Maart het Groot kruis van het IJzeren Kruis. Als generaal-inspecteur van het vierde legercorps moest hij zich dikwijls naar Zuid- Duitschland begeven, waar hij steeds met de warmste sympathieën des volks verwelkomd werd. Herhaalde malen vertegenwoordigde hij gedurende de laatste jaren den Keizer, te Weenen en te Stockholm, te Madrid en te Rome. Na den aanslag van Nobiling op Keizer Wilhelms leven was hij van Juni tot December 1878 de vertegenwoordiger zijns vaders in alle aangelegenheden des Rijks, en in het jaar 1881 woonde hij als zoodanig de begrafenis des Keizers van Rusland te Sint-Petersburg bij. Als vriend van kunsten en wetenschappen, aan welke hij zijne vrije uren wijdde, heeft hij steeds voor het dege lijke en talentvolle zijne belangstelling veil gehad. Nu eens. gold zijne sympathie de beoefening van archeologische studiën, de vraagstukken van wetenschappelijke geleerd heid en de raadselen der grijze oudheid, zooals bij de ontgravingen van Olympia. Dan weer betrof het de voort brengselen der nieuwere dichtkunst, en op dit gebied heeft hij b. v. Gustaaf Freytag, die in zijn hoofdkwartier ge deeltelijk den veldtocht van 1870 medemaakte, herhaalde lijk onderscheidingen toegekend en op Emanuel Geibel's graf den welverdienden lauwerkrans doen nederleggen. Door zijn voorkomen en zijne handelingen heeft de nieuwe Keizer zich steeds een groote mate van populariteit verworven. De soldaten in den oorlog noemden hem „onze Frits", en talrijke anecdoten getuigen van zijn goed humeur, zijn gelukkige invallen en zijn opgeruimden geest. Vrij van vooroordeelen, een kind van den modernen tijd, heeft hij steeds het erfdeel van den grooten Frederik, de toegevendheid in geloofszaken („in mijn Rijk moet ieder op zijn eigen manier zalig kunnen worden," was de opinie van den ouden Frits) voorgestaan en zich meermalen in dien geest uitgesproken, wanneer met verbitterd fanatisme godsdienstige zaken tegen elkander botsten. Zijne indrukwekkende helden-gestalte heeft nog bij de jubilcfeesten van Koningin Victoria ten vorigen jare de bewondering van het Engelsche volk opgewekt: als een krachtige Dnitsche eik verhief hij zich te midden van de lords der Engelsche eilanden, die met luisterrijken glans de Majesteit omgaven, welker scepter zich over landen en zeeën uitstrekt. Sedert echter is met de zware ziekte van den algemeen beminden Vorst een „vloed van wee" om met den Engelschen dichter te spreken over het Duitsche vader land losgebroken. Bange vermoedens wisselden elkander af met hoopvolle lichtpunten; dag aan dag bracht de telegraafdraad berichten omtrent den toestand van den door- luchtigen lijder, en de deelnemende belangstelling zoowel van het Duitsche volk als van alle natiën volgde die ver anderlijke berichten óf met diepe neerslachtigheid óf met bemoedigend vertrouwen. Vurige zegewenschen vergezelden den huiswaartskeerenden monarch, dien zijne hooge zending en zijn onwrikbaar plichtsbesef in het vaderland terugriepen. De Duitsche Keizerskroon heeft weder een waardigen drager gevonden, en er bestaat alle grond voor den in millioenen harten levenden wenscli, dat die groote macht in de hand van een edelen en edelaardigen Vorst een lange duur beschoren moge zijn. Den 25sten Januari 1858 trad de thans tot Keizer uit geroepen Kroonprins in het huwelijk met Victoria, de oudste dochter der Koningin van Engeland, Kroonprinses van Groot-Britannië en Ierland, geboren den 21sten No vember 1840. Van de kinderen uit dit huwelijk zijn er nog zes in leven: de prinsen Wilhelm en Heinrich, de prinsessen Charlotte, Victoria, Sophie en Margaretha. De Keizerin is evenals de Keizer een vriendin van kunsten en wetenschappen, die in haar eene doorluchtige bescherm ster zullen vinden. Als eene uitstekende echtgenoote en moeder, is zij voor de Duitsche vrouwen een schitterend voorbeeld, en de trouwe liefde, waarmede zij haren lijdenden gemaal verpleegt, heeft haar meer dan ooit de harten des Duitschen volks doen winnen. Zoo heeft Duitschland zijn Keizerpaar begroet met warme huldiging en met trouwe genegenheidMoge onder den scepter van Keizer Frederik over Duitschland's erve en landouwen de vrede heerschen met al zijne zegeningen: haar oogen dwaalden onverschillig over de liefelijke groep van vader en zoon. „Het moet gerechtelijk uitgemaakt worden, wien het kind wordt toegewezen. Mijnentwege mag het zoolang hier blijven, het is toch slechts om eenige dagen te doen...." „Vergeef mij, lieve tante," viel Eberhardt haar in de rede,'„de rechtbank heeft niets meer met de zaak te maken. Ruth en ik hebben het reeds geschikt. Zij was zoo goed, mij hedenmorgen op mijn verzoek het kind over tc laten, dat wil zeggen, zij deed plechtig afstand van al haar aanspraken er op, in tegenwoordig heid van ons beider zaakgelastigden, en dus is dit geschil beslist." Was een bliksemstraal voor de voeten der bleeke vrouw neer geslagen, zij had er niet verstijfder, verschrikter kunnen uitzien dan nu. Haar groote oogen staarden met een uitdrukking van ontzetting Eberhardt aan, en over de bleeke lippen kwam eindelijk een zacht, nauw hoorbaar„Het is niet mogelijk I" „Het is toch zoo, en ik kan u verzekeren, dat zij vrijwillig en aanstonds mijn verzoek toestond..." „Wilhelmriep mevrouw Van Bendeleven, diep ontroerd, en zij trad een schrede nader. „Een moeder zou haar kind zoo weggeven Wilhelm, zeg neen, zeg neen Smeekend hingen haar blikken aan zijn gelaat. Zij deerde mij, de arme, vernederde moeder, voor wie een enkel woord de zwarte schaduw in het hart der schoone, boven alles geliefde dochter, onthulde. Had zij vroeger dikwijls over haar zonderling gedrag gezucht, haar berispt en vele harer hande lingen afgekeurd, zij had het alles als luimen beschouwd. Het vertooning makende besluit van den kortstondigen echt, dat de schoone vrouw zoo meesterlijk ten toonecle bracht, daar zij door mijn vroeger geroofde brieven haar man als trouweloos in de oogen der ouders poogde te doen doorgaan, had het hart der moeder geheel voor de arme bedrogene dochter gewonnen. Zij geloofde natuurlijk alles en verontschuldigde de luimen der jonge vrouw door de droevige ervaringen aan de zijde van een echtgenoot, die zijn gade verwaarloosde het was zoo natuurlijk dat het arme, geplaagde hart met bittere gevoelens vervuld werd. Daarbij kwam nog de smaad, dat de man zijn kind toevertrouwde aan haar, die zij als de oorzaak van de gansche treurige geschiedenis be schouwde. Zij was hier gekomen om een einde aan het „schandaal" te maken, om der arme, miskende moeder het kind terug te brengen, en nu werd haar gezegd, dat deze diep gekrenkte, mis kende vrouw zeer kalm en bereidwillig het kind haar kind aan den gehaten echtgenoot overliet (Wordt vervolgd.) bloeienden handel en verkeer, schil lerende ontwikkeling van kunst en wetenschap, schoone overeenstemming van de Staatsmacht met de volkswenschen, harmonische samen werking der partijen voor liet algemeen welzijnDat moge de Keizer geven en dat geve God! 5/IV-'88. P. Binnenland. H. M. de Koningin heeft jl. Zondag de voormiddag godsdienstoefening in de Willemskerk te 's Ilage bijge woond, alwaar als prediker optrad dr. J. H. Gunning, hoogleeraar te Amsterdam. In het nagebed herdacht de hoogleeraar de verjarende Vorstin, H. K. H. de Groot hertogin van Saksen-Weimar, zuster des Konings. Bij koninklijk besluit is bepaald, dat de afgifte van het bewijs van ontslag uit den dienst aan de ingelijfden bij de militie te land der lichting van 1883 en aan de ingelijfden bij de zeemilitie der lichting van 1884 wordt geschorst, totdat zal zijn beslist omtrent de bij de Staten- (fi-eneraal ingediende voordracht van wet, strekkende om hen tot langeren dienst te verplichten. Verzuchting van de „Arnh. Crt." bij de aanschou wing onzer weilanden: „April laat er ook geen gras over groeien." De heer dr. D. Harting, sedert 1840 predikant bij de Doopsgezinde gemeente te Enkhuizen, heeft, om gezond heidsredenen, emeritaat aangevraagd. Onder de treffendste bewijzen van belangstelling uit alle oorden van ons land en van alle leden der gemeente beeft ds. J. Wouters, predikant te West-Terschelling, zijne gouden bruiloft gevierd. De beer Wouters is na den heer dr. C. Van Koetsveld de oudste predikant van de Ned. Herv. Kerk. De heer P. H. Hugenholtz Jr., de voorganger der Vrije Gemeente te Amsterdam, gaat, volgens de „Amst. Crt.", in de volgende week naar Grand Rapids, waar zijn broeder leider eener zelfde Vereeniging is. Verschillende vergade ringen zullen daar gehouden worden, waarin over de be langen van beide Vereenigingen zal worden gesproken. Ingevolge eene aanschrijving van den Minister van Justitie, oefenen de rijksveldwachters zich in het schijf schieten met de karabijn. Te Amsterdam is overleden de heer F. A. T. Delprat, oud-Minister van Oorlog, gepensioneerd generaal-raajoor, lid van den Gemeenteraad. Omtrent de electrische verlichting der Kalverstraat te Amsterdam verneemt men, dat daartoe opgericht is eene Maatschappij, genaamd „Electra", met een kapitaal van f 600,000. Het machine-gebouw komt op een terrein van de heeren Roeloffsen Hübner. Als directeuren treden op de heeren Boeing, ingenieur, en Jhr. Hartsen, te Baarn. Jl. Zaterdag was voor de Prins Hendrik-Stichting te Egmond aan Zee een gedenkwaardige dag. Immers, 12£ jaar geleden werd zij op last van wijlen Z. K. H. Prins Hendrik, den beschermheer, door den ijverigen, mede reeds ontslapen Voorzitter van het toenmalig bestuur, ds. A. Van Laer, op 7 October 1875 met 5 verpleegden geopend, en zoo de langdurige winter niet zulk eene vertraging had veroor zaakt in het voortzetten van de werkzaamheden, zou de derde vergrooting, die de stichting in dat tijdvak noodig had, gereed zijn gekomen en het nieuw bijgebouwde gedeelte reeds in gebruik zijn genomen. De onlangs benoemde directeur, de heer G. E. A. Van Hall, meende dien dag niet onopgemerkt te moeten laten voorbijgaan; in den buiselijken kring bracht hij hem in herinnering; aan de verpleegden en eenige genoodigden, waaronder ook de burgemeester, schetste hij in korte trekken de geschiedenis der stichting. Moest hij daarbij gewagen van droeve ervaringen, zij werden door de blijde over schaduwd. Het verlies van den beschermheer Prins Hendrik en voor ruim twee jaren het overlijden van den Voorzitter van het bestuur, ds. A. Van Laer Jr., en nog kortelings het ont vallen van den regent en secretaris H. J. Jolles, vormden de droeve bladzijden. De schoonste bladzijden zijn getuigenissen vandeNeder- landsche liefdadigheid. Het gebouwtje werd opgericht, en hoe eenvoudig ook thans nog het aanzien er van zij, het inwendige doet het gemoed goed. Tal van oude zeerobben, uit vele oorden des lands samengebracht, brengen daar den ouden dag door. Spreker wees hen op het voorrecht dat ze genoten in de Stichting te kunnen vertoeven, om, nu de krachten ont breken en de leden stram en stijf zijn geworden, naar de stormen te luisteren, die zich daar buiten laten hooren, maar voor hen nu niet meer te vreezen zijn. Een welsprekend woord van hulde wijdde spreker aan het bestuur en inzonderheid aan den heer A. C. Wertheim, die, zoolang de Stichting bestaat, met groote toegenegenheid steeds medewerkt om haar in stand te houden, alsook aan de leden en donateurs, die zoo dikwerf door aanzienlijke giften het bestuur verblijdden. Opgewekt was de stemming onder de verpleegden, 't welk vooral bleek, toen na 't eindigen van de toespraak allen een lied aanhieven, door een hunner op de wijze van 't „Wien Neêrlandsch bloed" gedicht. Daartoe in staat gesteld door een vriend van den zeeman, werden de verpleegden bij den maaltijd onthaald elk op een halve flesch wijn en sigaren. De gisteren te Amsterdam gehouden jaarvergadering der Nederlandsche Harddraverij- en Renvereeniging keurde de rekening over het afgeloopen jaar goed, sluitende inet een batig saldo van f 9108 minus f 1500 voor prijzen bij een eventuëele keuring van driejarige hengsten. Hoe diep dikwijls een mensch vallen kan, werd jl. Donderdag voor de Rechtbank te Rotterdam bewezen. In het bankje der beschuldigden stond een vroeger eer biedwaardig man, een ex-boekhouder der Ned. Bank. De man was door zijn wangedrag aan lager wal geraakt en door zijn gegoede ouders te Haarlem, die zooveel te ver geefs aan hem ten koste hadden gelegd, verstooten. In den laatsten tijd was hij, na gescheiden te zijn van zijn eerste vrouw, gehuwd met de wed. V., in de Weste- Wagenstraat, kurkenfabrikante. Doch ook van deze leefde hij weldra gescheiden en geen huisvesting meer hebbende moest de 47jarige man zich aanmelden aan een der politie- bureau's om nachtverblijf en een stuk brood. Wegens landlooperij stond nu J. A. B., geb. te Haarlem, voor de Rechtbank terecht en het O. M. eischte 8 dagen hechtenis en plaatsing in een Rijkswerkinrichting voor den tijd van één jaar. Dezer dagen vertrekken uit Sliedrecht wederom 13 personen naar Ensenada hij Buenos-Ayres, om aldaar voor de firma J. C. Van Hattum, te Sliedrecht, te werken aan de havenwerken voor de stad La Plata, de nieuwe hoofd stad van de provincie Buenos-Ayres. Reeds zijn, behalve eenige vrouwen en kinderen, meer dan 100 Hollanders aldaar werkzaam. Twee gelijknamige lotelingen in de Utrechtsche gemeente Willige-Langerak moesten, wegens eene bij de loting begane onregelmatigheid, opnieuw loten, bij welke gelegenheid hij, die eerst het hoogste nummer trok, nu liet laagste uit de bus haalde, en omgekeerd. In weerwil van het voortdurend koude weder worden er in de laatste dagen in Friesland vrij wat kievits-eieren geraapt. Een der voornaamste handelaren in dit artikel verkocht op 7 dezer omstreeks 2000 stuks, meest ter ver zending. De prijs was nog 35 40 cents per stuk. Dezer dagen verzond hij voor een Duitscher een mandje met 20 stuks aan Prins Bismarck. Volgens de Fransche modeschriften neigt de vrouwen- kleeding hoe langer hoe meer naar de bekende dracht tijdens het Directoire, het Eerste Keizerrijk en het Consulaat. Bij 't eeuwfeest van de Fransche omwenteling zouden de dames dus juist weer in denzelfden trant gekleed kunnen zijn. In een artikel over Keizer Wilhelm, in de „Revue Illustrée," noemt Blowitz Moltke en Bismarck „de twee zwemgordels, die den Keizer in den stroom der gebeurte nissen boven water hielden." Vanwege de Vereeniging tot ontwikkeling van den Land bouw in Hollands Noorderkwartier zal Vrijdag 22 Juni a.s. te Alkmaar eene tentoonstelling worden gehouden. Het programma is samengesteld als volgt 1. De beste vier ooien met hare lamineren van Texelsch kortstaart ras. 2. De beste vier ooien van alle rassen met hare lammeren van gekruist ras. 3. De beste ram van Lincoln ras, geb. in 1887. 4. De beste ram van Texelsch kortstaart ras, geb. in 1887. 5. De beste ram van gekruist ras, geb. in 1887. 6. De beste merrie van gekruist ras, geb. in 1887. 7. De beste hengst van gekruist ras, geb. in 1887. 8. De beste merrie met haar veulen, beiden van gekr. r s. 9. De beste hengst, geb. in 1886. 10. De beste hengst, geb. vóór 1886. 11. De beste stier van inlandsch ras, geb. in 1887. 12. De beste drie melkgevende koeien van één eigenaar, geb. in 1884 of 1885, ingeschreven in een der stamboeken en gekalfd hebbende nó 1 Februari 1888. 13. De beste stapel fabriekskaas, bestaande uit 200 stuks, met volledige opgave van bereidingswijze. 14. De beste stapel Meikaas, op eene boerderij gemaakt, bestaande uit 112 stuks, met volledige opgave van berei dingswijze. Voor de nummers 1, 2, 3, 4, 5, 6, 7, 8,10,11, 13 en 14 worden prijzen uitgeloofd van f 25, f 10 en een getuig schrift, voor No. 9 prijzen van f 35, f 15 en een getuig schrift, voor No. 12 prijzen van f 50, f 30 en f 15. Mededingende schapen en rammen mogen niet geschoren zijn, terwijl bij de beoordeeling van No. 12 zeer op geschikt heid voor melkgeven zal gelet worden. Oprichting Stierenvereeniging te Zijpe. Jl. Zaterdagmorgen ten 10 ure werd in het lokaal van den heer Bruin, te Schagerbrug, wederom eene vergadering gehouden tot oprichting eener Stierenvereeniging in deze gemeente. Deze vergadering, weder geleid door den Voorzitter der Afdeeling Zijpe van de Hollandsche Maatschappij van Landbouw, den heer G. C. Hulst, was bezocht door slechts 14 personen. Op verzoek van den Voorzitter bracht de in de vorige vergadering benoemde Commissie verslag uit over hare bevinding der stieren van de heeren Harp en De Wit, alsmede van de opgedane belangstelling der veehouders in deze Vereeniging. Het laatste bleek al zeer gering te zijn, daar de Commissie slechts de toezegging had gekregen van 67 koeien, waarvan 38 stuks in de wijk 't Zand. Hier dus een stier te stationeeren, zou te kostbaar wor den, tenzij men aan 't verlangen van verschillende vee houders wilde voldoen, om met den stier rond te gaan, doch hiertegen werd bezwaar gemaakt. Te Schagerbrug is stationeering dus mogelijk, wijl in deze wijk de toezegging is gedaan van 207 koeien. Hier deed zich echter weder het bezwaar voor, dat de Commissie hare goedkeuring niet had kunnen hechten aan den stier van den heer Harp, en wel aan die van den heer De Wit. Om in deze tot eene gewenschte oplossing te komen, deed de heer Blaauw het voorstel, dat de heer Harp de zijne verkoopen, en die van den heer De Wit koopenzal. Ver schillende meeningen werden hierover geuit, en na eenige aarzeling treedt de heer Harp in genoemd voorstel, met dien verstande, dat hij zekerheid van vergoeding erlangt voor het bedrag, dat hij voor zijn stier minder zal ontvangen dan die van den heer De Wit moet kosten. Op de volgende vergadering, die bepaald werd op Woensdagavond e. k., ten 6 ure, zal in deze eene beslissing worden genomen, terwijl de Commissie nogmaals zal trachten de belangstel ling in deze zaak bij de boeren op te wekken. Met een woord van dank aan de Commissie en een woord van opwekking aan de aanwezigen om ieder in zijn kring deze zaak te helpen bevorderen, sloot de Voorzitter de vergadering. Buitenland. Volgens de laatste berichten is de algemeene toestand van Keizer Frederik van Duitschland niet ongunstig; de eetlust en de krachten mogen voldoende heeten. De nacht rust wordt echter nog dikwijls onderbroken door hoofdpijnen. De Keizerin van Duitschland is gisteren naar Posen ver trokken, om zich persoonlijk bekend te maken met den toestand wegens de overstrooraingen aldaar. Het station Saint-Lazare te Parijs is jl. Zondagnacht voor een groot gedeelte door de vlammen vernield. De Koning van Denemarken heeft jl. Zondag, ter gelegenheid van zijn 70sten verjaardag, aan alle politieke veroordeelden amnestie verleend en al de aanhangige poli tieke processen doen staken. Voor de slachtoffers van den brand te Oporto ia reeds 500,000 francs bijeengebracht.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche en Nieuwedieper Courant | 1888 | | pagina 2