Het „Dagblad" deelt thans de voordracht mede, door Baron JE. Mackay over de samenstelling van het Kabinet aan den Koning gedaan. Zij is volgenderwijze samengesteld: Mr. 2E. Baron Mackay, Binnenlandsche Zaken, Jhr. inr. G. L. M. H. Ruys van Beerenbroek, Justitie; Jhr. mr. K. A. Godin de Beaufort, Financiën; Jhr. C. Hartsen, Buitenlandsche Zaken; mr. L. W. C. Keuchenius, Koloniën kolonel J. W. Bergansius, directeur der artillerie-inrich tingen te Delft, Oorlog; kolonel J. E. N. Schimmelpenninck van der Oye, oud-lid der Tweede Kamer voor Utrecht, Marine, en J. P. Havelaar, hoofdingenieur van den Provin cialen Waterstaat in Drente, Waterstaat, Handel en Nijver heid. Wat den heer Schimmelpenninck betreft, deelt het blad mede, deze heeft zich wel ter beschikking van den samen steller van het Ministerie gesteld, doch de mogelijkheid blijft bestaan, dat voor het Departement van Marine een andere titularis zal optreden. Naar het „Vaderland" met zekerheid verneemt, zal de Koninklijke Familie eerst in het begin der maand Mei naar het Loo vertrekken. Uit Schagen wordt bericht, dat in de Bestuurs vergadering der afdeeling Noordholland van de Vereeniging „het Nederlandsch Paarden-Stamboek" is besloten, de keu ringen plaats te doen hebben: te Schagen op 30 Mei, te Halfweg op 31 Mei en te Alkmaar op 22 Juni a. s. In de eerste dagen van Mei zal te 's Hage een examen gehouden worden voor surnumerair der Posterijen. Er hebben zich ruim 80 sollicitanten aangemeld voor een dozijn plaatsen. Men schrijft van Terschelling, dd. 9 dezer „Gisteren was het hier een feest, waaraan oud en jong, rijk en arm van ganscher harte deelnamen. De heer Wouters en zijne echtgenoote vierden de 50ste verjaring van hun huwelijksdag. Buitengewoon was de belangstelling, welke het echtpaar ten deel viel. Van alle kanten werden de schoonste bloemen gezonden; de keurigste geschenken kwamen uit alle deelen des lands en zelfs uit Indië, met een over groot aantal gelukwenschen per brief en per telegram. Onder die geschenken namen eene eerste plaats in die, welke werden aangeboden door den kerkeraad, namens de leden der gemeente. Al wat in de haven lag, was in vlaggentooide driekleur wapperde vroolijk van alle publieke en particuliere gebouwen. Uit alle kerkdorpen en gehuchten op dit eiland, waren kerkgangers in menigte opgekomen, want de schoonste plechtigheid zou plaats vinden in de kerk, wat heel geschikt kon, wijl het juist Zondag was. De jubilaris is op één na de oudste predikant in de Ned. Herv. Kerk en mocht reeds eenige jaren geleden de 50jarige vervulling van zijn her derlijk ambt vieren. Omringd door kinderen en kleinkinderen bevond het gouden echtpaar zich dien morgen onder 't gehoor van hunnen zoon, mede predikant alhier, die in eene treffende toespraak het zeldzaam voorrecht zijner ouders waardeerde, en hun, ook namens de gemeente, dank betuigde, voor al de zorgen, in die 55 jaar aan haar gewijd. Een talrijk zangerskoor bracht, na het eindigen van den dienst, den feestvierenden in de kerk eene schoone ovatie, waaraan later alle aanwezigen deelnamen." De dorpen langs den Langendijk, benoorden Alkmaar, hebben volgens de „A. Crt." in 1887 een goed jaar gehad. De prijzen van sommige artikelen waren zóó hoog, de afneming was zóó groot, als men in jaren niet gewoon was. Voor uien maakt men anders f 7 k f 8 per hectoliter, maar in het afgeloopen jaar gold deze hoeveelheid f 20 af 22. Vanwaar dit zoo vreemde ver schijnsel F Een koolboer verklaarde 't mij aldusGedurende den drogen zomer van 1887 gedyden de uien in Duitschland zeer slecht, terwijl ook in Zeeland het gewas kwalijk uitvielvan daar de groote verzending uit de dorpen langs den Langendijk. Ook de bloemkool wa3 zeer duurop een enkelen morgen lands kon voor een waarde van f 3500 a f 3700 geteeld worden. Soms maakte men voor de opbrengst van 10 snees het vierde deel van een hectare een som van bijna f 1000. De Langendijk teelt ook zeer veel koolvóór eenige jaren werd er een kool- fabriek opgericht; de ingelegde kool werd in den beginne alleen naar alle oorden van Nederland verzonden, thans heeft de ver speelt. Dit is echter een geheel onnoodige inspanning geweest. Had Ruth nog eenige dagen geduld gehad, dan zou ik haar kalm het voorstel eener scheiding gedaan hebben. Zij had zich zeiven veel opgewondenheid bespaard en niet noodig gehad, het slot mijner schrijftafel te verbreken, doordien zij met een valschen sleutel het laadje opende, waarin deze voor mij zooveel waarde bezittende brieven lagen." Daarop naderde ik de tafel, voegde de brieven bijeen en stak ze in myn rokzak. „Het zijn de brieven eener bruid aan haren verloofde, dus geen lectuur voor een derde. „Het hartstochtelijk karakter van Ruth kwam nu ten volle te voorschijn. Schaamte over de ontdekking harer leugen, woede over myn kalmte en vernederde trots deden haar alle terug houding vergeten. De woorden stroomden over haar lippen, terwyl de oogen van toorn vol tranen stonden en de kleine vuisten zich baldon. „Ik haat je, ik veracht je," waren uitdrukkingen, die mij op duizenderlei verschillende wyzen werden toegeworpen. „Kalm liet ik haar uitwoeden en wendde mij weder tot mevrouw Van Bendeleven. Ik verwachtte van haar een woord van gezag ik had altijd hooge gedachten van haar verstandmaar zij zat nog altyd daar, de handen op de tafel gevouwen en scheen voor de overdrijving harer dochter geen oor en voor mij nauwelyks een oog te hebben. Eindelijk wierp Ruth zich aan de voeten harer moeder en verborg met een schreeuw het hoofd in de plooien van haar japon. Toen stond zij op en zeide zoo luid, dat Ruths snikken verstomde „Het is genoeg. Gelukkig dat het zoover gekomen is. Ik zeg u slechts dit„Wanneer Ruth, zooals gij beweert, geweten heeft, dat gij reeds een betrekking met de dochter van dominé Sigis- mund onderhieldt, dan moet zij u wel zeer bemind hebben, dat zy trots dat alles uw echtgenoote werd. Gij ondankbareEn nu, verlaat ons, mijn arm kind heeft rust noodig. Bendeleven zal met den justitieraad R. spreken en de scheiding in orde brengen „Ik kon niet anders, ik moest, toen ik de gang langs liep, luide lachen over deze opvatting der zaak voorwaar, mijn tante is een vernuftige vrouwdat zag ik uit de geestige wending, die zy aan de zaak gaf! Maar een man strijdt te vergeefs met al de wapenen der logica tegen de idée's die een vrouw zelve schept. Ik beproefde ook niet, mijn tante beter te overtuigen, maar ging naar den baron. Deze trof ik in een vijandige stemming aan. Hij deed mij de hevigste verwijten, dat ik zoo weinig gevoel van stand had, om een burgerlyk meisje te willen trouwen. Hij zeide, dat ik door deze vrijerij hem onteerd, zijn dochter ongelukkig gemaakt had, en nog veel, wat ik niet wil herhalen. Op u was men eveneens zeer boos, Grethe. Gij, arm meisje, hadt in uw betrekking tot het slot geen hart mogen hebben. Toch klopten onze jonge harten sneller toen wij elkander zagen, en de liefde, die het onverschillig is of een kroon boven het naambord van beiden hangt, of dat deze aan een van beide zyden ontbreekt trok ons tot elkander en dat was onze misdaad'! (Wordt vervolgd.) zending ook plaats naar Brazilië. In het afgeloopen jaar zijn honderden waggons naar Amerika verzonden. De roode kool was over het algemeen niet groot van stuk toch bleef de prijs er van tot heden zeer hoog, voor kleine kooltjes moet nog 5 ii 7 cents betaald worden. De heer Jhr. mr. Boreel van Hogelamlen heeft, naar men verneemt, tegen 1 Mei n. s. ontslag gevraagd als Burgemeester van Ivastrikum en Heemskerk. De arbeiders van de heeren H. en B. Scholten hebben wederom het werk gestaakt, omdat enkelen hunner niet dezelfde touwen kregen als vroeger. De loonsverlaging is per stuk; op 50 el bedraagt de vermindering 25 cents. Een wever kan nu slechts 80 cents per dag verdienen, en dan nog alleen met groote inspanning. Het volk is rustig. Het zal wel tot toegeven genood zaakt worden, want er heerscht groote armoede en gebrek staat voor de deur. De Noord- en Zuidhollandsche Stoomtramweg-Maat schappij HaarlemLeiden heeft over 1887 een dividend van 5.9 pet. vastgesteld. Jl. Zondagmiddag trad de heer Domela Nieuwenhuis in het Volkspark te Amsterdam als spreker op voor een zeer talrijk gehoor, zoodat in een andere zaal het woord moest worden gevoerd door dr. Smit, daar de heer Nieuwenhuis te vermoeid was om tweemaal achtereen dezelfde rede te houden. Hy lichtte nogmaals kortelijk de doopceel der liberale partij wees er op, dat noch van deze, noch van de clericale partij voor het volk iets te verwachten was, daar beide partijen afzonderlijk of gezamenlijk steeds er naar gestreeld hadden het volk te exploi- teeren ten bate der rijken. Wie Ministers zouden worden, liet hem koudhet zouden nieuwe pruiken op oude koppen zijn. Wat zyn standpunt in de Kamer betrof, met Groen van Prinsterer zou hij in isolement zijn kracht vinden. Hij wenschte echter nu reeds voor teleurstelling te waarschuwen en wees er op, hoe men gereed zou staan om te roepenziedaar nu den afgevaardigde, die het volk vertegenwoordigt Een contróle had hij op zijn parlementaire loopbaanhet „Handelsblad". Wanneer hij van die zijde geprezen werd, zou hij steeds weten zijn plicht niet te hebben gedaan. De bladen zouden spoedig zeggen, dat hij van toon veranderd was en parlementair was geworden, doch dat zou alleen komen van hen, die hem nooit hadden hooren spreken. Nooit, zei spreker, heb ik de betamelijkheid bij mijn optreden uit het oog verloren. Hij wees op het feit zyner verkiezing en in verband daarmede op de snelheid, waarmede men leefde. Wie had voor 10 jaar zoo iets kunnen gelooven Voor den drang van de voorstanders van algemeen stemrecht om de sociaal-democratische beginselen in de Kamer te vertegen woordigen en te bepleiten, was hij gezwicht. Hij zou zich anders niet hebben laten vinden om in de Tweede Kamer plaats te nemen. Nooit had hij dat gezocht, doch men had hem gezocht. De verkiezingen waren uitstekend voor de propaganda geweest. Men moest op den ingeslagen weg voortgaan recht op het doel af. In alle vertegenwoordigingen moesten de socialisten hun stem laten hooren. „Excelsior", de oude leus der liberalen, zij ook de onze. De achterhoede tooit zich reeds met onze versleten plunje. Wij gaan echter steeds voorwaarts en trachten een nieuw kleed te hangen om de lendenen der oude, verrotte maatschappij. Te Wormerveer had gisteren een vreeselijk ongeluk plaats. Bij het strijken der gebinten van een houten pakhuis bij de meelfabriek der firma Wessanen en Laan aldaar, zijn deze onverwacht in elkaar geschrankt. Twee werklieden waren onmiddellijk dood, terwijl één zwaar en een ander licht werd gekwetst. De Vereeniging „Multatuli", als rechtspersoon erkend, heeft ten doel het populariseeren van Multatuli's werken. Zij tracht dit doel te bereiken door: a. het houden van lezingen; b. het verspreiden van geschriften; c. het zich in verbinding stellen met andere Multatuli-clubs. De Ver eeniging is gevestigd te Amsterdam. Zij wordt aangegaan voor 29 jaren en zal niet worden ontbonden zoolang het aantal leden tien bedraagt. Bij ontbinding vloeien de baten der Vereeniging, na aftrek harer lasten, in de kas eener instelling, door de laatst overblijvende leden te bepalen. Kleurenspel. Sophie (tot een vriendin): „Wat heb ik me gisterenavond op de soirée bij den raadsheer gea museerd! Ik zat naast een geelblonden luitenant van de blauwe huzaren, die nog zóó groen was, dat hij, bij elk woord dat hij me toesprak, rood werd." Gemeenteraad van Texel. Zitting van Vrijdag 13 April 1888. Na de opening der vergadering worden de notulen voorgelezen. De Voorzitter brengt ter tafel eenige ingekomen provinciale bladen en circulaires, welke na mededeeling voor kennisgeving worden aangenomen. De vergadering wordt voor eenigen tijd geschorst, tot het onderzoeken der geloofsbrieven van het nieuwgekozen Raadslid, den heer W. Mets, waartoe worden benoemd de heeren A. P. Koorn, C. Pz. Keijser en T. Mz. Zijm. Na heropening der vergadering wordt, bij monde van den heer A. P. Koorn, verklaard, dat de geloofsbrieven van het nieuw benoemde Raadslid in orde zijn bevonden. Hij stelt voor tot toelating van genoemden heer. De Raad vereenigt zich hiermede. De Voorzitter deelt aan den Raad mede, dat door hem een onderzoek is ingesteld, aangaande het in de vorige vergadering in handen van het Dag. Best. gestelde verzoek van A. De Waard Pz., om grond op het Haventerrein in erfpacht te mogen erlangen, dat daartegen geen bezwaren bestaan, en dat B. en W. alzoo voorstellen het gevraagde toe te staan. In eene volgende vergadering zal dan het besluit daarvoor ter tafel gebracht worden. De Raad vereenigt zich hiermede. Ter tafel wordt gebracht het proces-verbaal van kasopneming bij den Gemeente-ontvanger, over het 1ste kwartaal 1888. Wordt na mededeeling voor kennisgeving aangenomen. De Voorzitter stelt alsnu aan de orde het nemen van een besluit tot verkoop van een stukje land aan C. Kuip, veehouder te Koog, hetwelk indertijd door het (Gemeentebestuur is aangekocht van P. II. Maas, ten behoeve van den Koogerweg. Het concept-besluit daarvoor wordt na voorlezing goedgekeurd. De Voorzitter deelt aan den Raad mede, dat de heer C. Reij heeft bedankt voor zijne herbenoeming tot lid der Beleenbank. Hy brengt nu ter tafel eene nieuwe voordracht, bestaande uit de volgende heeren: 1ste caudidaat W. C. Reij, 2de candidaat H. Haakman. Tot stemming overgaande wordt de heer W. C. Reij benoemd met 9 stemmen. Op den heer H. Haakman worden 2 stemmen uitgebracht. Aan den benoemde zal per missive hiervan kennis worden gegeven. De Voorzitter brengt ter tafel het door B. en W. opgemaakte kohier van den hoofdelyken omslag. De heer C. Zijm Tysz. vraagt of het kohier is opgemaakt volgens het tarief; hij vermeent daaromtrent in eene vorige ver gadering iets te hebben vernomen. De Voorzitter zegt, dat het tarief niet is verlaagd, daar zulk3 niet door B. en W. kan worden gedaan, maar bij raadsbesluit moet geschieden, en aan de goedkeuring van hoogerhand moet worden onderworpen. De heer Zym had gewenscht, dat zulks in eene vorige ver gadering ware behaudeld, maar bedankt den Voorzitter voor zijne mededeeling. De Voorzitter stelt voor een en ander voor kennisgeving aan te nemen, en verder op de gewone wijze te handelen. De Raad vereenigt zich hiermede. Ter tafel wordt gebracht het kohier der hondenbelasting, om op de gewone wijze te behandelen. Hetgeen wordt goedgekeurd. De heer C. Pz. Keijser vraagt of de hondenbelasting niet zou kunnen worden verhoogd, het wenschelijk achtende, dat er eenige honden werden opgeruimd, daar hij door den hond van den heer Stam eenigen tijd geleden zeer veel schade heeft ondervonden, en 7 schapen daardoor hunne lammeren hebben verlegen. De heer C. Zym Tijsz. zegt, dat het wenschelijk zou zijn de honden beter vast te houden, doch dat de vrees bij de schapen voor honden gemakkelyk kan worden weggenomen, door zelf een hond aan te schaffen, hetwelk hij by ondervinding heeft. Hy zelf heeft een hond, welke op vriendschappelijken voet leeft metzyne schapen, die in den beginne wel bevreesd waren, doch spoedig die vrees lieten varen. De heer C. Pz. Keijser zegt, dat het erg bar zou zijn, voor een ander een hond te moeten houden. De Voorzitter zegt, dat eene verhooging van belasting niet wenschelijk zou zyn, daar sommigen altijd hunne honden vast houden, die dan door de schuld van anderen meer belasting zouden moeten betalen, maar dat de verordening daaromtrent nauwkeu riger moet worden gehandhaafd en de boeten moeten worden ver hoogd. De heer F. Keijser, Wethouder, is het met den Voorzitter eens en acht het wenschelijk, dat de verordening op het losloopen beter werd nageleefd. Ter tafel wordt gebracht het gemeenteverslag over het jaar 1887. De Voorzitter stelt voor, dit ter lezing bij de leden te doen circuleeren. Dit wordt goedgekeurd. De Voorzitter zegt, dat de algemeene politie-verordening in eene vorige vergadering vastgesteld, aan HH. Gedeputeerde Staten ter goedkeuring is ingezonden, en dat daarop eenige aanmerkingen zijn gevallen. Na mededeeling der gemaakte bedenkingen van HH. Gedepu teerde Staten en de wijzigingen, daarin gebracht, stelt hij voor dezelve goed te keuren en aan HH. Gedeputeerde Staten op te zenden. De Raad vereenigt zich hiermede. De Voorzitter deelt aan den Raad mede, dat de gemeente werkman Thomassen heeft bedankt, en alzoo eene nieuwe benoe ming moet geschieden. Hij stelt voor aan B. en W. op te dragen een persoon te benoemen naar hunne keuze. De heer C. Pz. Keijser zegt, dat dit tegenover de burgers onbillijk zou zijn; hy stelt mitsdien voor eene oproeping te doen voor die betrekking. De lieer Westenberg is het met den heer Keijser eens en vindt zulks zeer wenschelijk, aangezien niemand zou kunnen zeggen verstooten te zijn van het voorrecht om naar die betrekking te kunnen dingen. Wordt besloten eene oproeping te doen. Bij de algemeene rondvraag, neemt de heer Koorn het woord, en zegt, dat door eenige burgers werd geklaagd over de mest vaalt van Jan Zoetelief, dat hij later daarvan niets meer heeft gehoord, en vraagt of aan die klachten gehoor is gegeven. De Voorzitter zegt, dat in de algemeene politie-verordening daarin is voorzien, en wanneer die in orde is, aan de klachten zal worden tegemoet gekomen. De heer C. Pz. Keijser vraagt of de Hoornderweg reeds is verbeterd, daar deze den laatsten tijd in zeer slechten toestand verkeerde. De Voorzitter zegt, dat hierin is voorzien. De heer Keijser C.Pz. vraagt of het raadzaam zou zijn, dat de straat aan den Hoorn werd verbeterd. De Voorzitter zegt, dat die straat in het vorige jaar reeds aanmerkelyk is verbeterd, en daarmede zal worden voortge gaan. De heer C. Zijm Tijsz. vraagt of er reeds een onderzoek is ingesteld omtrent de straat te Oudeschild. De Voorzitter zegt, dat dit werk zal worden aanbesteed. De heer Zijm vraagt ook of er reeds een onderzoek is inge steld omtrent den toestand der schoorsteenen en stookplaatsen. De Voorzitter zegt, dat zulks is geschied. De heer Zijm zegt daarvan niets te hebben ontdekt, dat hij aan den Burg er naar gevraagd en van personen vernomen heeft, dat zulks nog niet geschied is. De Voorzitter zegt, dat de heer Zijm zulks aan hem had moeten vragen, dan had hij hem kunnen mededeelen door wien en wanneer zulks was geschied, maar niet aan anderen, die er niets van weten. Niemand meer het woord verlangende, wordt de vergadering gesloten. Buitenland. De Duitsche „Reichsanzeiger" bevat een bulletin uit Charlottenburg, gedateerd van gisteren en onderteekend door de geneesheeren Mackenzié, Wegner, Krause en Ho veil, die als volgt luidt: de Keizer heeft, nadat hij jl. Zondag door bronchitis was aangetast, vergezeld van hevige koorts en versnelde ademhaling, geen goede nacht doorgebracht. De doctoren verklaren dat Keizer Fredei-ik, niettegen staande hij in de laatste vier nachten bijna onhoudbaar heeft geleden, grenzenloos geduldig en beminnenswaardig het ergste draagt. Door kalmeerende middelen kon hem reeds sedert dagen slechts voor enkele uren slaap worden geschonken. De Rijkskanselier begaf zich gisterenvoorraiddag naar den Keizer. Om half twaalf reed de Kroonprins, om twaalf uur de Groothertog van Baden naar Charlottenbui'g. De verkiezing in het Fi-ansche depai'tement du Nord schonk jl. Zondag aan generaal Boulanger den tweeden zetel in de Kamer van Afgevaardigden, nadat hij voorden eersten, te Dordogne, bedankt had. Hij verkreeg ditmaal ruim 167,000 stemmen eene meerderheid van ongeveer 90,000 dus veel meer dan waarop men gerekend had. Te Cannes overleed jl. Zaterdag de uitvinder van het dynamiet, Nobel. Hij was een Zweed van geboorte. De langdurige- en strenge koude, die dit jaar in ver schillende, zelfs vrij zuidelijk gelegen landen geheerscht heeft, schijnt aan de noordelijkste gewesten bespaard te zijn gebleven. Van IJsland althans komt het bericht, dat deze winter daar zachter is geweest dan sedert jaren het geval was. Het vee had rijkelijk voeder en de visschers, die den 10 Maart hun werk hervatten, hadden goede vangsten. Dezer dagen is in een dagblad in Sunderland eene merkwaardige levensschets vei-schenen van Thomas Dixon, een eenvoudig werkman, wiens heldere geest hem tot een vraagbaak van groote geleerden maakte en die in geregelde briefwisseling stond met Kingsley, Carlyle, Mill, Mazzini, Rosetti en tal van andere groote schrijvers onzer dagen. Van Ruskin was hij een groot vriend, en prof. Max Muller had zooveel vertrouwen in zijn gezond verstand, dat hij den ongeletterden Dixon, een man die soms taalfouten in zijne brieven maakte, de pi'oeven van zijne „Lectures on

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche en Nieuwedieper Courant | 1888 | | pagina 2