schalksstaf in zijn ransel, placht Napoleon I te zeggen.
Maar welken staf verbergt deze man onder den mantel van
het succes, die hem gezamenlijk door alle anti-republi
keinen om de schouders is gehangen Keizer of dictator,
wat zal het wezen Want de Republiek schijnt haar testa
ment onder benefice van inventaris te aanvaarden
gereed te kunnen maken. Zij telt nu 18 levensjaren, maar
velen vonden de 18 jaren, die het tweede Keizerrijk onder
den derden Napoleon geduurd heeft, vrij wat beter. Men
wil nu een man, die iets kan, die althans iets durft; en
daarvoor is Boulanger juist de man als het op durven
aankomt, staat hij niemand. Hij is de man der „verras
singen". En dezulken zijn in het wufte, wisselzieke Frankrijk
goud, althans stemmen, waard.
Zal ook, om nog even den blik ook over onze eigen
landpalen te laten gaan, zal ook het nieuwe Ministerie, dat
wellicht nog deze week kan optreden, zich door een
reeks van //verrassingen" kenmerken? Wij mogen er ons
op voorbereid houden. Aangenaam was de verrassing, dat
de werkstaking te Almeloo, even eindeloos als vervelend,
thans voor goed tot het verledene schijnt te behooren.
Maar minder aangenaam de andere, die generaal Van der
Heyden in zijn roem aantast en thans voor een scheidsge
recht is gebracht. In verklaarbare spanning ziet de natie
den afloop dezer zaak tegemoet.
19/IV—'88. P.
Binnenland.
De „Staatscourant" vermeldt de Kabinetsverandering aldus
Het heeft den Koning behaagd, bij besluit van 20 April
1888, No. 27, met ingang van den 20 April 1888:
1. op het daartoe door hem gedaan verzoek aan den
Minister van Staat rar. J. Heemskerk Azn. een eervol
ontslag te verleenen als Minister van Binnenlandsche Zaken,
onder dankbetuiging voor de vele en gewichtige diensten
door hem aan den Koning en aan den lande bewezen.
2. te benoemen tot Minister van Binnenlandsche Zaken
den heer mr. Baron Jlacknv, lid van de Tweede
Kamer der Staten-Generaal
alsmede bij besluit van 20 April 1888, No. 28, met
ingang van 21 April 1888:
1. op het daartoe door hen gedaan verzoek een eervol
ontslag te verleenen aan de heeren:
mr. M. W. Baron Du Tour van Bellinchave, als Minister
van Justitie;
A. W. P. Weitsel, als Minister van Oorlog;
mr. J. P. Sprenger van Eyk, als Minister van Koloniën
J. C. Bloem, als Minister van Financiën;
Jhr. mr. A. P. C. Van Karnebeek, als Minister van
Buitenlandsche Zaken;
F. C. Tromp, als Minister van Marine;
J. N. Bastert, als Minister van Waterstaat, Handel en
Nijverheid;
onder dankbetuiging voor de vele en gewichtige diensten
door hen aan den Koning en aan den lande bewezen;
2. te benoemen:
tot Minister van Buitenlandsche Zaken, Jlür. C. Uartseu,
Staatsraad in buitengewonen dienst
tot Minister van Justitie, Jlii*. uir. Kiivn van Becrcu-
brock, lid van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
tot Minister van Marine, H. Dyserinck, kapitein ter zee;
tot Minister van Financiën, Jlir. nar. k. A. Godin de
Beaufort, lid van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
tot Minister van Oorlog, Jl. W. Bergansius, kolonel
der artillerie
tot Minister van Waterstaat, Handel en Nijverheid, J.
P. Da velaar, hoofdingenieur van den Provincialen Water
staat in Drente
tot Minister van Koloniën mr. L. W. C. Keuchciiius,
lid van de Tweede Kamer der Staten-Generaal.
Door het optreden van het nieuwe Ministerie zijn ver
kiezingen noodzakelijk voor de Tweede Kamer in de kies
districten Amesfoort (voor den heer Mackay), Eede (voor
den heer Keuchenius), Gouda (voor den heer Godin de
Beaufort) en Maastricht (voor den heer Ruys van Beeren-
broek).
De Koninklijke Nederlandsche Beiersch-Bierbrouwerij
keert over 1887 geen dividend uit.
„Hy was mijn bruidegom," antwoordde ik zacht.
De baron ontsteldetoen zeidc hij
„Gij kunt meêrijdenik heb het rijtuig reeds besteld
wacht een oogenblik, ik wil even myn vrouw het treurig bericht
brengen."
„Zij weet het reeds," merkte ik aan.
„Weet het reeds? Door wie?"
„Door mij; ik bracht haar het kind!"
De laatste woorden klonken als een jammerklacht en ik drukte
met myn hand onwillekeurig tegen mijn hart. De baron streek
liefkozend over mijn hoofd en een traan liep langzaam over
zijn wangen, toen hij mompelde„Arm, arm kind
Kort daarop reden wij in vliegende vaart naar G. Men had
mantels en dekens voor mij in het rytuig gelegd, maar ik huiverde
niet, trots de scherpe koudede smart maakte mij geheel onge
voelig voor alles.
Wij reden tot voor het deftige huis, waarin Wilhelm met Ruth
gewoond had en later gebleven was. Friedel opende ons de
huisdeurhy zag er erg ontdaan uit, en waarlijk, toen hij mij
zag, stroomden de tranen opnieuw uit zijn oogen. Hy geleidde
ons de trap op en bracht ons in Wilhelms kamer. De baron
vroeg waar het lijk was Friedel wees op een deur en fluisterde
„Hier naast."
„Blyf hier, Grethe," sprak de baron, „ik zal eerst onderzoeken,
hoe het er daar uitziet."
Hy ging, door den knecht vergezeld. Ik zag zijn kamer rond;
alles lag daar nog zooals hij haar gister gezond en frisch verlaten
had om als een lyk terug te komen. Onder den spiegel tikte
de groote pendule, op de tafel lagen handschoenen, boeken, nieuws
bladen de stoel voor de schrijftafel was terzijde geschoven, alsof
hij juist was opgestaan om Friedel een brief voor mij ter hand
te stellen. Ik nam de pen van den inktkoker, dien zijn hand
gister nog had vastgehouden. Was het dan waarheid Had hij
mij voor altyd verlaten? Een wilde smart vervulde mijn gepynigd
gemoed. Wat had ik gedaan, dat Gods hand zoo zwaar op mij
drukte? Waarom moest ik met deze smart nog leven? Waarom
lag ik ook niet koud en styf naast hem daar binnen
De deur werd geopend en Friedel trad op my toe.
„Nu kunt u binnenkomen, juffrouw Grethe," sprak hij zacht
en schoof de gordijn weg. Ik volgde hem wankelend. In het
geheel ledige vertrek had men hem op de baar neergelegdhet
was vroeger de pronkkamer van het huis, maar de vrouw had
bij haar vertrek het weelderige ameublement meêgenomen alleen
de prachtige rood zijden gordijnen voor de ramen waren gebleven
een rooskleurig licht viel door deze op het bleeke, kalme gelaat
voor mij in de kist, het als het ware met een waas van leven
(Wordt vervolgd.)
De leening ad f 90,000, door 'iet Bestuur der Zuiderzee-
Vereeniging aangegaan tot het instellen van een volledig
afdoend technisch en financieel onderzoek naar de uitvoer
baarheid der plannen, is nog niet vol teekend.
Het cijfer van inschrijving is echter groot genoeg, dat
daaruit de gezindheid van velen blijkt, om het voorbe-
reidingswcik, dat over het belangrijke vraagstuk moet
beslissen, tot stand te brengen.
Waar dat werk echter geen half werk, maar volledig
afdoende moet zijn, moeten nog vele inschrijvingen volgen
om de leening te volteekenen.
Het Bestuur heeft de termijn daartoe verlengd tot 5 Mei a. s.
De afdeeling „Landbouw" der Vereeniging ter behar
tiging der Nederlandsche belangen op de Tentoonstelling
te Parijs in 1889 heeft zich in eene op Zaterdag 14 dezer
gehouden vergadering geconstituëerd.
De heeren Jan Breebaart Kz., te Winkel en J. Zijp Kz.,
te Abbekerk, maken o. a. leden van het Bestuur uit en
zijn bereid inlichtingen te geven.
De tentoonstelling in 1889 zal de vroegere internatio
nale landbouwtentoonstellingen in omvang overtreffen. Aan
giften voor inzending van zuivel- en landbouwproducten,
werktuigen, enz., dienen met eenigen spoed te geschieden
het programma van de paarden- en veetentoonstelling wordt
weldra verwacht.
Frankrijk is een der grootste koopers van onze land
bouwproducten en van onze paarden en runderen; bij in
Nederland gehouden tentoonstellingen besloeg de Fransche
inzending steeds eene eerste plaats. De eischen der wel
levendheid, maar niet minder die van ons eigenbelang,
nopen Nederland om te Parijs een goed figuur te maken.
Het is dus te wenschen dat de inzending zoo ruim mogelijk zij.
Het Poolsche koffiehuis in de Kal verstraat te
Amsterdam wordt electrisch verlicht.
Jl. Dinsdagnacht zijn te 's Hage twee vrouwen,
moeder en dochter, bijna gestikt. Zij woonden op eene
kamer der derde verdieping. De benedenbewoners werden
eensklaps uit hun slaap gewekt door een ongewonen slag,
waarna zij een onderzoek instelden en ontwaarden, dat op
de bovenkamer de twee vrouwen en een hond bewusteloos
lagen. Eene der vrouwen had de deur willen openen, doch
was bedwelmd neêrgevallen. In het midden van de kamer
werd eene theestoof met doove kolen gevonden, die door
haar zwaveldamp, zonder tijdige hulp, oorzaak van het
verlies van twee menschenlevens zouden geweest zijn.
De ongehoorde voorraad aardappelen, welke in Fries
land was overgebleven, begint aardig te minderen, daar de
opkoopers ze sedert eenige dagen bij honderden hectoliters
wegnemen. De overstroomde streken van Duitschland
hebben veel van het aardgewas noodig; bij gansche waggon-
ladingen gaan ze langs de noorderlijn Pruisen in, en één
koopman nam 60 waggons tegelijk van de Spoorweg-
Maatschappij in huur. Op de vaarten ziet men dan ook
overal pramen en snikken, geladen met aardappelen, naar
de spoorwegstations koers zetten.
Een brievenbesteller te Deutichem, zekere O., is
voor den tijd van vier weken in zijne betrekking geschorst,
omdat gebleken is, dat hij bij de jongste herstemming voor
de Tweede Kamer strooibiljetten ter aanbeveling van den
liberalen candidaat opzettelijk eerst na den dag der ver
kiezing aan het adres had bezorgd. (De man was ultramontaan
Eenigen tijd geleden bezocht een korps Duitsche
straatmuzikanten Zutfen. Als zij een proefje van hunne
talenten afgelegd hadden, belden zij zooals gewoonlijk bij
eenige huizen aan om een belooning voor hun spel te ver
zoeken. Aan een dier woningen werden zij ontvangen door
een Duitsche kinderjuffrouw, die hare landgenooten niet
zeer voorkomend ontving en klaagde over den last, dien
zij haar aandeden. Een der muzikanten herkende echter
de juffrouw. Hij herinnerde zich dat zij, beschuldigd van
kindermoord, uit Duitschland verdwenen was en dat een
belooning was uitgeloofd voor hem, die haar aanhouding
wist te bewerken.
Hij deelde zijn ontdekking aan den officier van justitie
te Zutfen mede, terwijl ook de Duitsche Regeering in
kennis er van werd gesteld. De juffrouw werd in hechtenis
genomen, de uitlevering werd aangevraagd en dezer dagen
is zij over de Duitsche grenzen gebracht om in haar vader
land terecht te staan.
Een valsciie kiezer. Onze lezers zullen zich her
inneren, dat op 6 Maart proces-verbaal is opgemaakt tegen
een persoon, die, zelf geen kiezer zijnde, een stembriefje in
de bus wilde werpen, voorgevende de kiezer te zijn wiens
naam op den oproepingsbrief vermeld stond. Jl. Woensdag
had die persoon zich wegens deze overtreding der strafwet
bij de Rechtbank te Amsterdam te verantwoorden.
De zaak had zich, gelijk uit de behandeling bleek, aldus
toegedragen.
Een kiezer-kaasventer meende, dat een stembus is als een
brievenbus, waarin men evengoed door een ander het briefje
kan laten werpen. Omdat hij op dien 6den Maart andere
zaken in 't hoofd had, gaf hij't biljet aan zijn knecht. „Hier,
Jan, gooi jij dat eens in de bus in 't stadhuis."
En Jan ging.
Toen hij in de kamer kwam, waar die bus staan moest,
werd hem bij den ingang gevraagd„Is u zelf kiesgerech
tigde „Ja," zei Jan, die misschien 't woord niet precies
begreep. „Is u dan meneer M. zelf?" „Ja", zei Jan
alweer met een leugen, die hem er leelijk zou laten
inloopen.
Jan gaat dus door, komt voor de tafel en wil zijn briefje
in de bus doen. Maar men voorkomt zijn haast en de
Voorzitter van het stembureau, de burgemeester, vraagt
hem nog eens, of hij de kiezer M. in persoon is. Jan, een
maal aan het liegen, gaat er raeê door, en zegt alweerja.
Doch de burgemeester heeft achterdocht gekregen en wil
hem op de proef stellen
„Zoo en wanneer is u dan geboren?"
Nu zit Jan er in, maar poogt zich te redden: „Dat
weet ik zoo precies niet, met al die korte dagen raakt een
mensch heel en al in de war."
„Nu, zeg me dan maar eens: wanneer ben je jarig?"
Jan, een oogenblik bedremmeld, zwijgt. Dan krijgt hij
weer een inval„Dat weet ik ook nietdie korte dagen
zijn allemaal aan elkaar gelijk."
Doch nu is 't mooi, en wordt hij verzocht even te
wachten. En een kort ingesteld onderzoek brengt aan het
licht, dat hij niet de kiezer M., maar diens knecht is.
Aldus is beklaagde in botsing gekomen met art. 128
wetboek van strafrecht, 't welk ten hoogste een jaar
gevangenisstraf bedreigt tegen hem, die zich opzettelijk voor
een ander uitgevend, aan eene verkiezing deelneemt.
En nu hij daarvoor terechtstaat en de Voorzitter hem
naar de aanleiding van zijne handelwijze vraagt, antwoordt
hij, dat hij niet wist daarmeê iets kwaads te doen. Hij
verrichtte gewoonlijk boodschappen voor zijn meester en
ging o. a. altijd diens belastingbiljet voldoen.
Voorz. Nu goed, maar toen je gevraagd werd of jij de
kiezer Muytjens in persoon waart, liadt je toch niet behoeven
te liegen?
Bekl. Wel, ik dacht dat 't er toeging als op't belasting
kantoor. Daar geef ik het biljet over en dan roepen ze
later af: Muytjens! „Present" zeg ik, en ik betaal.
Voorz. Ja, maar stemmen en belasting betalen is niet
't zelfde, 't Eerste wil iedereen, 't laatste liefst niemand.
En nu komt de patroon Muytjens zelf.
Voorz. (na door den griffier verschillende officiëele
verkiezingsstukken, o. a. de publicatie van den Burgemeester,
waarin herinnerd wordt, dat elk kiezer in persoon moet
komen stemmen, te hebben doen voorlezen.) Wist u niet,
dat u niet iemand anders sturen mocht?
Getuige M. Nee!
Voorz. Hadt je dan dit stuk niet gelezen, dat meneer
de griffier daar heeft voorgelezen
Getuige. Ik lees het „Handelsblad" nooit.
Voorz. Ik bedoel die publicatie van den Burgemeester.
Die is toch aangeplakt geworden.
Getuige. Ja, dat weet ik niet. 't Was voor 't eerst,
Edelachtbare, dat ik 't doen moest. Onder ons soort van
menschen is dat nog nooit voorgevallen, dat je kiezer was.
En ik dacht, zoo'n stembus is zeker een groote brievenbus,
waar je 't enkel hebt in te gooien. Ik had er dan ook
niets van gezegd, dat hij moest voorgeven dat ie mij was
Daar echter de beklaagde dat wèl had gedaan, eischt het
O. M. 14 dagen gevangenisstraf tegen hem. (Hld.)
Buitenland.
De toestand van Keizer Frederik is, zoo meldt men uit Berlijn,
al mogen er nu en dan gunstiger oogenblikken komen, toch
van zoodanigen aard, dat het treurige verzoek zich geree-
delijk laat verklaren, hetwelk de Keizer jl. Zondag op een
briefje aan een zijner hofpredikers gaf: „Bid niet meer om
genezing, maar om een spoedig uiteinde."
De geheele Keizerlijke familie was gisteren in het paleis
van Charlottenburg bijeen.
Het bulletin van gisterenavond 9 uur in de „Reichs-
anzeiger" zegt: „De Keizer bevond zich in den loop van
den dag tamelijk wel, doch tegen den avond is de koorts
wederom gestegen en de ademhaling bemoeilijkt."
Uit Berlijn word aan de „Kölnische Zeiting" gemeld,
dat aldaar een groot bedrag aan Russische fondsen, daar
onder vooral voor 6 millioen obligaties der 1ste Oostersche
leening, uit Rusland ontvangen is, door welks verkoop, na
het mislukkken der laatste pogingen tot het sluiten eener
leening, waarschijnlijk voorzien zal moeten worden in het
geen voor de betaling der weldra vervallende coupons ver-
eischt wordt.
Bij alle onzekerheid omtrent de bedoelingen van
generaal Boulanger, acht de „Times" dit toch zeker, dat
als hij zegeviert de onrust van het vasteland van Europa
grootelijks zal vermeerderen. De „Times" acht het voorts
zeer mogelijk, dat hij thans reeds, al behaalt hij geene
verdere zegepralen, in staat zal zijn om, gesteund door de
reactionairen en door de revolutionairen beiden, het kabinet
Floquet te verdrijven en eene ministeriëele combinatie te
doen ontstaan, waarin hijzelf als Minister van Oorlog de
geheele militaire machine van Frankrijk in handen zou
krijgen.
Eene bedenkelijke zaak acht de „Times" ook de onlusten
in Roumanië, welk land als een bolwerk tegen eventuëele
plannen van Rusland in het Oosten beschouwd werd. Het
zij met opzet of niet, sommige staatslieden hebben te
Bucharest, zegt de „Times", in de kaart van Rusland
gespeeld.
De stoomboot „Vena", van de Belgische Maatschappij
Cockerill, van Bilbao naar Antwerpen koers zettende, is
in den nacht van jl. Zondag op Maandag, niet ver van
Dover, in een dichten mist in aanvaring gekomen met de
Engelsche boot „Biela" en onmiddellijk gezonken. Zestien
personen verloren bij deze ramp het leven.
In de „Medical News" heeft dr. Sinclair dezer dagen
een statistiek openbaar gemaakt, betreffende den invloed
der inënting bij de jongste pokkenepidemie te Sheffield.
Van de 95,000 kinderen, die ingeënt waren, zijn slechts 2
door de ziekte ten grave gesleept; van de 5000 niet inge-
ënte kinderen stierven er 70. In het algemeen was de
verhouding der sterfte onder de ingeënte en gerevaccineerde
en de niet ingeënte personen als 4.4 tot 41.3.
De Zwitsersche Bondsraad heeft aan vier te Zurich
wonende Duitsche socialisten van invloed het verder ver
blijf in Zwitserland ontzegd.
De doodstraf zal voortaan in de Vereenigde Staten
van Noord-Amerika niet meer door ophanging, maar door
middel van electriciteit worden voltrokken. En ook zal aan de
dagbladen verboden worden in bijzonderheden te treden
over de terechtstelling. Het voorstel ondervindt steun bij
alle partijen en zal zeker weldra kracht van wet bekomen.
In het dorp Eckbolstein (Elzas) werd dit jaar hare
eerste Communie gedaan door een meisje van 12 jaren, dat
niet alleen de buitengewone lengte had van 1.60 M., maar
ook een gewicht van 95 KG. en eene spierkracht, die haar
in staat stelt met uitgestrekte armen in elke hand 25 KG.
te dragen.
Te Oeynhausen kwam onlangs het zeker niet alle-
daagsche geval voor, dat een jonkman van 24 jaren zijne
jeugdige en aanvallige bruid in den steek liet, om met
hare 60jarige moeder in het huwelijk te treden, niet zoo
zeer uit liefde voor haar echter, als voor haar geld.
Benoemingen, enz.
Tot burgemeester der gemeenten Zuid- en Noord-Schermer
is benoemd de heer K. Oly Cz., secretaris dier gemeenten.
De luitenant ter zee 2de klasse J. M. P. Kluit, dienende
aan boord van Zr. Ms. artillerie-instructieschip „HetLoo",
wordt met 1 Mei a. s. op non-activiteit gesteld en ver
vangen door den luitenant ter zee 2de kl. J. H. Commijs.
Burgerlijke Stand.
Gemeente HELDER, van Donderdag tot Zaterdag.
OndertrouwdR. Ran, stoker, en N. Bakker. J. Noot,
koopman, en E. Schilder. J. De Bunje, timmerman, en J. Bakker.
W. Bakker, koopman, en J. Bakker. H. Hemelrijk, zceloods,
en N. De Wit.