en een brief kan schrijven, beschouwt zich niet langer
gelijk vroeger als een machine, als een gevoel- en
levenloos werktuig, waarmede ieder op zijn beurt kan doen
wat hem goeddunkt, maar als een denkend wezen. Het
verrichten van arbeid voor loon is niet alleen een plicht,
maar geeft ook een recht, leeren de nieuwste staathuis
houdkundigen, en dat heeft het volk zich geen tweemaal
laten zeggen. Waar dat recht huns inziens wordt aan
gerand, schijnbaar of in werkelijkheid, blijven zij niet langer
lijdelijk, maar bezigen zij onmiddellijk het tweesnijdend
zwaard der werkstaking. Alleen codificatie van de rechten
tusschen werkgevers en werknemers, alleen een wetboek
op den arbeid, is de dam die hier veel kwaads kan keeren.
De hemel beware ons voor de reusachtige grcves van Amerika
en de bloedige botsingen, die in België voorvielen! Maar
de tijden zijn ernstig.
Inmiddels is er in de droeve lijdensperiode van Duitsch-
lands nieuwen Keizer voorloopig weer een keer ten goede
gekomen, tot verrassing van ieder, van den hoogen patiënt
zelf misschien het meest. Noch de voorspelling van zijne
geneesheeren, dat de 22ste April zijn laatste dag zou wezen,
noch zijne eigene profetie, dat hij- den lsten Mei niet meer
beleven zou, zijn bewaarheid. Veeleer beginnen er zich
weêr teekenen van beterschap te openbaren. Men weet
echter niet, of zij wel oorzaak tot blijdschap geven. Want
een volkomen herstelling schijnt tot de onmogelijkheden
te behooren. En toch zoolang er leven is, blijft er hoop
In de Oostersche-quaestie evenwel komt een levendigheid,
die minder hoopvol is. Voor de zooveelste maal dreigt er
weêr een oorlog tusschen Griekenland en Turkije, als
voorspel voor den langverwachten grooten Europeeschen
krijg. De handelingen der Porte in Macedonië moeten den
Hellenen niet naar den zin zijn, en van beide kanten heeft
men reeds zijne gezanten teruggeroepen. Dit ziet er werkelijk
dreigend genoeg uit en kon inderdaad wel eens tot ernstige
fevolgen leiden. Maar de „oomes", de groote mogend-
eden, houden voortdurend op de twee vechtersbazen een
wakend oogje en hebben al meermalen een botsing voor
komen. En wat een groot geluk hierbij is: Griekenland
en Turkije laboreeren beiden voortdurend aan eene groote
schaarschte van kasgeld. En aangezien geld de zenuw
van den oorlog is, behoeven we bij het dreigend vertoon
niet dadelijk het ergste te denken
3/V—'88. P.
Binnenland.
De Tweede Kamer zal Maandag a. s., des namiddags
ten 2 ure, eene vergadering houden.
In de jl. Donderdag te Amsterdam gehouden jaar
vergadering van de Nederlandsche Vereeniging tot bevorde
ring van Zondagsrust zijn de heeren Keiler van Hoorn en
Jhr. J. D. Six vervangen als leden van het Hoofdbestuur
door de heeren J. Boissevain en Jhr. Repelaer van Driel.
De verschillende jaarverslagen luidden gunstig. Het batig
saldo over 1887 bedraagt f 614.
De voorstellen der afdeelingen zijn met eenige wijzi
gingen aangenomen.
In de toelichting tot een voorstel, door de afdeeling
Rotterdam gedaan, werd gewezen op het door een der
bladen verspreid bericht, dat de Ministers reeds het Zon-
dagswerk aan de departementen hadden verboden.
Deze mededeeling noemde Jhr. J. D. Six verkeerd. Aan
de departementen werd alleen gewerkt des Zondags als het
zeer noodig was; gewone Zondags-arbeid was er niet. Er
kan geen verbod gegeven zijn, omdat er geen verbod noo
dig was. Als ambtenaar was hij verplicht op te komen
tegen het bericht, dat een aantijging inhield als was aan
de departementen vroeger geen rust gegeven.
In de op 30 April jl. te Amsterdam gehouden alge-
meene vergadering van deNaamlooze Yennootschap Paarden
tram HoornEnkhuizen" is door den directeur verslag
uitgebracht over het vorige jaar. De balans en winst- en
verliesrekening werden door de aandeelhouders goedgekeurd.
Uit de winst- en verliesrekening bleek, dat er, hoewel de
exploitatie slechts voor een klein gedeelte en over vijf
maanden heeft plaats gehad, een batig saldo ad f 43.14£
verkregen werd. Het onderhoud der paarden kostte per
paard en per dag 95 cents. De exploitatie-kosten hebben
bedragen per kilometer 1561/,o0 cent. De volgens rooster
aftredende commissaris, de heer A. Van den Ham van
Heijst, werd herkozen.
De Regeering heeft ingediend een wetsontwerp tot
éénjarige verlenging van den militie-diensttijd van de mili
ciens te land, lichting 1883 en van de zeemiliciens lichting
1884, geheel gelijkluidend aan het in de vorige zitting der
Tweede Kamer onafgedaan gebleven ontwerp.
zeer vertrouwelijk was, voort. Yann vertelde haar eenvoudig
van zijn visschersleven, zijn salaris, de moeielykheden van vroeger
bij zyn ouders, toen er veertien kleine kinderen, waarvan hij
de oudste was, opgevoed moesten worden.
Op het oogenblik waren zij uit de zorgen in de eerste plaat3
doordat hun vader in het Kanaal een onbeheerde schuit had
gevonden, die bij verkoop 10,000 francs had opgebracht, nadat
de Staat er zijn deel van had gekregen.
Hiervoor hadden zij een verdieping op hun huis kunnen zetten,
dat op den uithoek van het land van Ploubazlanec lag, geheel
aan het einde van de velden, bij het gehucht Pors-Even. Men
had er een prachtig gezicht op het Kanaal.
„Het was een zwaar beroep, dat van IJslandsch visschcr,"
zei hy „in de maand Februari te vertrekken naar een land waar
het zoo koud en somber was, met zulk een kwade zee...."
...Alles wat zij op het bal gesproken hadden Gaud herin
nerde het zich nog, als iets wat gisteren gebeurd was trok
langzaam in haar herinnering voorbij, terwijl de Meinacht zich
over het land van Paimpol uitspreidde. Als hij geen trouw
plannen gehad had, waarom zou hij haar dan al die bijzonder
heden van zijn leven verteld hebben, waarnaar zij bijna ab een
verloofde had geluisterdhij zag er toch niet naar uit, om als
een oppervlakkige jonge man zyn, zaken aan de heele wereld te
vertellen...
...„Maar toch is het wel een aardig, goed beroep," had hij
gezegd„en wat mij betreft, ik zou er niet van willen scheiden.
Enkele jaren breng ik 800 francs, andere jaren 1200 by mijn
terugkeer voor onze moeder meö."
„Brengt u die aan uw moeder, mijnheer Yann?"
„Welzeker, altijd alles. Bij ons, IJslanders, is dat de gewoonte,
juffrouw Gaud. (Hy zei dat als iets zeer natuurlijks en gewoons.)
U zoudt het niet gelooven, maar ik heb nooit geld. 's Zondags
geeft moeder mij wat, als ik naar Paimpol ga. Het komt eigen
lijk op hetzelfde neer. Zoo heeft vader mij de nieuwe kleeren,
die ik nu draag, laten makenanders zou ik ook niet op de
bruiloft hebben willen komeno neen, ik zou u geen arm hebben
durven geven, als ik mijn kleeren van verleden jaar had gedragen..."
(Wordt vervolgd.)
Tegenwoordig zijn de kip-eieren zóó goedkoop, als
zij sedert 30 jaren niet zijn geweest. Op Texel en Wie-
ringen gelden ze niet meer dan f 1.80 f 1.90 per honderd.
Gisterenavond werd te Amsterdam, na afloop der
voorstelling, in den circus aan den heer Oscar Carrc, in
den foyer door eenige vereerders van de rijkunst en de
gymnastiek een fraaie schilderij van Alexander Hilverdink,
voorstellende het oude circus-Carré aan den Amstel, aan
geboden. Er werd een oirkonde bijgevoegd, vermeldende
hot feit der schenking en de reden. Een der heeren voerde
bij het aanbieden van het geschenk het woord en herinnerde,
hoe de vader van den heer Carré jaren geleden met een
circus aldaar was gekomen en Nederlandse!) staatsburger
was geworden, daarbij hulde brengende aan de kunst des
heeren Oscar Carré.
Te 's Hage heeft zich de volgende aardige vraag
van wetstoepassing voorgedaan Ten gevolge van herstel
lingen aan het dak van liet gebouw van de Eerste Kamer
der Staten-Generaal waren de vergaderingen der Kamer
belegd in het lokaal „Diligentia" in het Voorhout. Dit
lokaal heeft het recht van vergunning. De vraag is nu
gerezen of men wel heeft bedacht, dat, ingevolge de wet
op den kleinhandel in sterken drank, Burgemeester en
Wethouders de vergunning moeten intrekken, wanneer de
lokaliteit door den openbaren dienst wordt gebruikt, tenzij
hun blijke, dat de Koning vrijstelling verleende.
Christina Goedvolk, weduwe van Jut, die den dubbelen
moord pleegde op mevr. de wed. Van der Kouwen en hare
dienstmaagd te 's Hage, wordt morgen uit de gevangenis
te Gorinchem ontslagen.
Tegen Christofïel Ahaspherus Wunderlich, zich ook
noemende dr. Lucien L'hoeste, dr. Brouwer, dr. Sterk en
dr. Van Vliet, 38 jaren, geboren te 's Hertogenbosch,
steendrukker, zich voordoende als te zijn leeraar aan een
Gymnasium of Hoogere Burgerschool, thans vermoedelijk
in Duilschland, eenigszins kaalhoofdig en met eene blauwe
vlek op de linkerwang, is bij beschikking der Arrondisse-
ments-rechtbank te 's Hage, dd. 24 April jl., ter zake van
oplichting en diefstal rechtsingang verleend, met bevel van
gevangenneming.
De officier van justitie te 's Hage verzoekt opsporing,
aanhouding en opzending.
Ook de residentie zal zich in het bezit van een Café
Riche mogen verheugen. Het Café „du Passage", dat vóór
eenigen tijd gesloten werd om, volgens „Het Vaderland",
een geheele metamorphose te ondergaan, is onder die
weidsche benaming heropend.
Volgens genoemd blad, doet het waarlijk zijn nieuwen
naam alle eer aan.
Rotterdam wil voor Amsterdam niet onderdoen. In de
dezer dagen gehouden algemeene vergadering van deelhebbers
en leden der Rotterdamsche Diergaarde is besloten het
dertigjarig bestaan der Diergaarde aldaar met een luisterrijk
feest te vieren.
De maréchaussee van Boxmeer heeft twee lieden uit
Nijmegen betrapt op het vangen van nachtegalen. Tegen
hen is proces-verbaal opgemaakt. De 13 reeds gevangen
nachtegalen kregen hunne vrijheid weder.
Volgens aanteekening van een der berichtgevers van
de „Middelb. Crt.", heeft het in den afgeloopen winter
gedurende 13 verschillende tijdperken gevroren. De eerste
maal deed het dit reeds tusschen 12 en 13 October; toen
was het ijs in de slooten een rijksdaalder dik. Daarop
volgden sneeuw- en hagelbuien en vroor het weêr tusschen
15 en 16 October: 22 en 23, 27 en 28, 31 October en
1 November; tusschen 15 en 19 Novemberverder tusschen
10 en 13 December, 21 en 23; 25 December tot 1 Januari.
Vervolgens tusschen 14 en 21 Januari, tusschen 28 Jan.
en 3 Februari; tusschen 17 Februari en 7 Maart en van
16 tot 22 Maart. Zes dagen later, op 28 Maart, onweerde
het. De vorige week dreigde de scherpe noox'doosten wind
ons nog met nachtvorsten, doch dit liep nog al wel af;
moeder natuur dacht zeker dat het voor dezen winter wel
volstaan kon.
Nu de zwaluwen weder terug zijn, leven de legenden weder
op. waarin die gevleugelde lenteboden de hoofdrol spelen.
In de middeleeuwen geloofde men, dat deze vogeb het middel
bezaten om oogziekten en zelfs volslagen blindheid te genezen,
en tal van brave huisvrouwen gelooven nog beden ten dage, dat
zich in elk zwaluwnest een steen bevindt, welke het vermogen
heeft, gebreken aan het oog te herstellen.
Wanneer een jong meisje bij den terugkeer der zwaluwen een
dezer vogels ergens alleen ziet zitten, dan is zij wanhopig, want
zij weet dan, dat zij nog een jaar lang ongehuwd zal blijven.
Bemerkt zij echter twee zwaluwen te zamen, dan is dat voor baar
het blijde teeken van een naderend huwelyk. Draagt eea meisje
het hart eener zwaluw by zich, dan kan zij zich overtuigd houden,
dat het niet aan aanzoeken om haar hand zal ontbreken.
De jongeling, die zich door het meisje zijner keuze wil doen
beminnen, heeft haar slechts een gouden ring aan te bieden,
welke negen dagen in een zwaluwnest gelegen heeft.
In alle landen heerscht het geloof, dat een nest met zwaluwen
onder de pannen van het dak geluk aanbrengt. In Bretagne is
men er bovendien van overtuigd, dat een zwaluwnest het huis
behoedt voor het inslaan van den bliksem.
Wie een zwaluw doodt, stelt zich aan alle onheilen blootzijn
huisgezin zal met ziekte te kampen hebben, zijn vee zal sterven
en zijn oogst zal mislukken.
In Beieren heeft die dood nog ernstiger gevolgen: de moorde
naar van een zwaluw zal het water, dat hij wil drinken, in
bloed zien veranderen.
Ook onder de zeelieden heerscht het geloof in het geluk, dat
do zwaluwen aanbrengende matroos, die aan boord een zwaluw
doodt, stelt het schip aan de grootste gevaren bloot.
Gemeenteraad van Texel.
Zitting van Vrijdag 4 Mei 1888.
Tegenwoordig alle leden.
Na opening der vergadering stelt de Voorzitter aan de orde
de installatie van het nieuwgekozen Raadslid, den heer W. Mets,
tot wiens toelating in de vorige vergadering is besloten. Hij
doet voorlezing dor eeden, voorgeschreven in art. 87 der Grondwet
en art. 39 der Gemeentewet, waarna door den heer Mets, onder
het opsteken der twee voorste vingers van de rechterhand de woorden:
„zoo waarlijk helpe mij God Almachtig", worden uitgesproken.
De Voorzitter wenscht genoemde heer geluk met zyne benoeming
en heet hem welkom in het midden dezer vergadering.
De heer Mets bedankt den Voorzitter voor de woorden tot hem
gesproken, waarna hij zitting neemt.
Door alle leden wordt den heer Mets nu welkom in hun
midden geheeten.
Daarna worden de notulen der vorige vergadering voorgelezen
en goedgekeurd.
Ter tafel worden gebracht eenige provinciale bladen en circu
laires, welke na mededeeling voor kennisgeving worden aangenomen.
De Voorzitter deelt aan den Raad mede, dat de heer W. C. Rey
zich de benoeming als lid vao de Beleenbank heeft laten wel
gevallen.
Wordt voor kennisgeving aangenomen.
Door den Voorzitter wordt vervolgens voorlezing gedaan van
een concept-besluit tot het in erfpacht geven van 108 M3 grond
op het Haventerrein te Oudeschild, aan Arie De Waard Pz.,
hetwelk na eene wijziging wordt vastgesteld.
De vergadering wordt voor eenige tijd gesloten tot het behandelen
van den hoofdelijken omslag.
Na opening der vergadering wordt het kohier van den hoofde
lijken omslag met algemeene stemmen vastgesteld, om ter goed
keuring aan HH. Gedeputeerde Staten te worden opgezonden.
Bij de algemeene rondvraag vraagt den heer Westenberg of er
indertijd wel een acte van erfrecht is gemaakt van de grond
waarop de Normaalschool is gebouwd.
De Voorzitter zegt dat hij verneemt dat zulks is geschied
maar beloofd dat wanneer zulks niet is gedaan daarvoor te zorgen.
De heer Mets vraagt of er niet in zou kunnen worden voor
zien, dat de zoogenaamde straatliedjes en voornamelijk die welke
met de kermis worden gezongen en verkocht, en die tot het
gemeene overhellen, geweerd worden.
De Voorzitter zegt, dat daarin bij de Algemeene politie-ver-
ordening is voorzien.
De heer Dros vraagt, of hot niet wenschelijk zou zijn dat in
den toestand van den weg van af de driesprong tot aan de Waal
werd voorzien, daar er in dezelve vele gaten zijn.
De Voorzitter zegt, dat er voor gezorgd zal worden en dat zulks
al eerder zou zijn veranderd, wanneer het gebrek aan grind zulks
niet had vertraagd.
De heer C. Pz. Keijser vraagt, of het Dagel. Bestuur niet eens
een schoolbezoek zou willen afleggen in de school aan de Koog,
daar het spreker is gebleken, dat er vele kinderen die school
hebben verlaten, doordat door hun ouders te veel schoolgeld moet
worden betaald.
De Voorzitter zegt, dat hij zulks ook had vernomen, doch dat
hij daar reeds eenigszins in heeft voorzien, maar beloofd dit punt
nader te zullen onderzoeken.
Niemand het woord meer verlangende wordt de vergadering
gesloten.
VOLKSONDERWIJS (afdeeling Zijpe).
Woensdagavond jl. hield bovengenoemde Afdeeling van Volks
onderwijs in het lokaal van den heer Plevier, te Schagerbrug,
eene vergadering, die door een klein getal leden was bezocht,
waarvan het ongunstige weder de vermoedelijke oorzaak was.
Na de opening der vergadering, voorlezing en goedkeuring der
notulen, las de Secretaris een ingekomen schrijven van het Hoofd
bestuur, inhoudende goedkeuring der aangebrachte wijziging ia
het huishoudelijk reglement.
Nog was ingekomen een schrijven om ontslag van den heer
J. Otto, wegens verandering van woonplaats, als Commissaris
der Schoolspaarbank te Burgerbrug.
Dit ontslag werd eervol verleend, en in zijne plaats met alge
meene stemmen benoemd de heer Gbr. Nienwland, te Burgerbrug.
Punt 1 der agenda was: Behandeling van den beschrijvings
brief voor de Algemeene Vergadering.
Uit het zestal heeren, door het Hoofdbestuur aanbevolen voor
twee leden van het Hoofdbestuur, werd gekozen de lieer mr. De
Kanter, te Brielle, terwyl de keuze van het tweede lid aan den
afgevaardigde werd overgelaten.
Van de verschillende op de Beschrijvingsbrief voorkomende
voorstellen gingen de meesten onder den hamer door, aan den
afgevaardigde overlatende, ze al of niet te ondersteunen. Niet
was dit echter het geval met het voorstel der Afdeeling Rotterdam,
dat het Hoofdbestuur een klein geschrift het licht zal doen zien,
waarin ten eerste vermeld wordt, hoe Volksonderwijs meêgewerkt
heeft om de laatste wet op het lager onderwijs tot stand te doen
komen, en ten tweede, dat aangetoond wordt, wat Volksonderwijs,
sedert het tot stand kdmen van die wet, verricht heeft. Het
snoeven op eigen daden, wat dit ongetwijfeld zou zijn, mocht de
Vereeniging Volksonderwijs, meende men, geenszins doen. Sym
pathie daarentegen betoonde de vergadering met een ander
voorstel van deze afdeeling, nl. dat een geschrift het licht zal
zien, waarin gewezen wordt op de beteekenis van het bestaan
onzer Vereeniging in dezen tijd, met het oog op de dreigende
toekomst.
Het voorstel der Afdeeling Amsterdam, waarin de wcnsche-
lijkheid wordt uitgedrukt voor het subsidiëeren van bijzondere
scholen, vond men niet meer of minder dan in lijnrechten strijd
met de beginselen der Vereeniging.
Over de voorstellen der Afdeelingen Amsterdam en 's Gravenhage,
betrekking hebbende op het verstrekken van voedsel van over
heidswege aan de schoolkinderen, die daaraan behoefte hebben,
werd vrij wat gesproken. De heer Bossen deed zich als steeds
als een heftig tegenstander kennen van deze verplichte liefdadig
heid. Niet de Staat, beweert hij, maar particuliere liefdadigheid
moet hierin voorzien, zal de zorgeloosheid bij zoo velen niet in
de hand worden gewerkt en de prikkel des eergevoels niet worden
verzwakt. De heer Bossen stond met deze meening geheel alleen.
De heer Koster wees op het gebrek, dat die armen lijden, die
het van do liefdadigheid moeten hebben. Het „te veel om te
sterven, en te weinig om te leven", is onder de bedeelden hierdoór
spreekwoordelijk geworden.
Het eergevoel, dat bij de armen in 't algemeen in niet geringer
mate aanwezig is dan bij de meergegoeden, zal, volgens hem,
door verleende hulp, waar dit noodig is, wel versterkt, maar niet
verzwakt worden.
De Voorzitter, de heer Van Calcar, deelde hetzelfde gevoelen
en toonde aan, dat op die plaatsen, waar voedsel aan behoeftige
schoolgaande kinderen wordt verstrekt, het schoolverzuim zeer
gering is, en het onderwys meerdere vruchten draagt. Dat het
verstrekken van voedsel aan behoeftigen niet zooveel ko3t als men
wel denkt, bewees hy met cijfers, ontleend aan een dergelijke
inrichting op zijn vorige standplaats, destijds met succes werkende,
waar ieder goed maal voor een volwassene niet meer kostte
dan 8} cent.
In beginsel was hij dan ook ten sterkste voor deze voorstellen,
en verklaarde op de vorige algemeene vergadering, als afgevaardigde
aan een dergelijk voorstel ook zyn stem gegeven te hebben.
Allen, except de heer Bossen, deelden zijn gevoelen.
Na de behandeling van den beschrijvingsbrief ging men over
tot het benoemen van een afgevaardigde voor de algemeene ver
gadering, wat spoedig was beslist, daar reeds bij de eerste
stemming de heer H. Van Calcar tot zoodanig werd verkozen.
Het laatste punt der agenda was 't verkiezen van een Secre
taris, daar de heer Koster de gemeente met der woon gaat
verlaten. In zijne plaats werd verkozen de heer Corverzee.
Met een hartelijk woord aan den aftredenden Secretaris, sloot
de Voorzitter de vergadering.
Buitenland.
Jl. Maandag is te Londen, in de Theems, de ver
dienstelijke Engelsche admiraal Alfred Ryder verdronken.
Hij viel van een stoombootlichter opeens in het water en
dreef weg vóórdat men hem te hulp kon komen. Twee
uren later werd zijn lijk opgevischt. Merkwaardig is het,
dat de admiraal zelf de schrijver was van een boekje,»
wenken bevattende om zich te redden uit het water.
De omtrek van Batna (Algerië) wordt zeer door sprink
hanen geteisterd, van eene bijzonder geduchte soort. Ver
leden Dinsdag en Woensdag konden de treinen van Con-
stantine naar Batna, tusschen El-Guerrah en Telergoma,
zich door deze opgehoopte insecten geen weg banen.