Het bouwen eener nieuwe Kaasfabriek te Sint-Maarton is aangenomen voor f 6200 door de heeren Klerk Leven dig, timmerlieden aldaar, die het metsel-, schilder- en smidswerk zullen laten verrichten door in die gemeente wonende personen. Even voorbij Edam viel iemand tegen de fluit der stoomboot, waardoor een os zoo wild werd, dat hij zijn touw verbrak en overboord sprong. Na veel moeite gelukte het, hem een touw om zijn kop en hoorns te slaan, waarop men hem zoo naar Hoorn sleepte. Natuurlijk werd hij daar dood opgehaald en had de boot 2 uur oponthoud. Gisteren werd te Hoturijk en Polanen, vanwege de afdeeling Noordholland van het „Nederlandsch Paarden stamboek*, eene keuring gehouden van paarden. Slechts 18 stuks waren aangevoerd, waarvan 6 aan de gestelde eischen voldeden. Een deel van het „Leger des Heils" heeft thans ook zijne tenten te Hoorn opgeslagen. Voor f 10 's weeks is, naar men zegt, de kolfbaan van het koffiehuis „De Zon* afgehuurd. Morgen zal de eerste „réveille' worden geslagen. In de algemeene vergadering van het Friesch Rundvee- Stamboek is de rekening over het boekjaar 1 Mei 1887 tot 30 April 1888 goedgekeurd in ontvangst ad f 9994.874, in uitgaaf f 6361.34, batig saldo f 3633.534. Tot bestuurslid is herkozen de heer H. Van Staa, te Sneek. Op èen in het vorige jaar gedaan voorstel van A. F. Van der Meulen, te Marsum, om de jnschrijvingskosten te verlagen, advi seerde het bestuur zóó ongunstig de kosten van keuring enz. en drukken der beschrijving in het Hollandsch en Engelsch beloopen per aanvraag p. m. f 3.20, zoodat op elke inschrijving f 1.70 zou moeten worden bijgepast dat de voorsteller het weer introk. Voorts werd goedgekeurd dat kalveren, afstammelingen van volbloed stamboekstieren, in het kalverboek kunnen worden ingeschreven, ook wanneer de moeder bij of na de geboorte van het kalf en vóór hare keuring sterft, mits van dat overlijden binnen 2 maal 24 uren kennis gegeven wordt aan den Secretaris, en ook wanneer de moeder verkocht, doch vóór de aflevering gekeurd en ingeschreven wordt. Als vermoedelijk opvolger van den heer Arie Smit, als Burgemeester van Vlissingen, wordt te Middelburg algemeen genoemd de heer mr. Thooft, oud-afgevaardigde van de Tweede Kamer voor Middelburg. De bewoners van den Zuidwal te 's Hage hebben gisteren een ongewoon verschijnsel waargenomen, niet een zondvloed, maar een wafelenvloed. Van een in de vaart liggende wafelenschuit waren ver scheidene exemplaren van deze zoete gebaksoort in het vrij onfrissche water gevallen en dreven daar voort. In drommen snelden vrouwen en kinderen toe om ze bij tientallen meester te worden en er zich aan te.... verkwikken. Een onderwijzer vertelde in de les, dat Hendrik I, om den ridderstand aan te moedigen en om de dames plezier te doen, tournooien had aangelegd. De volgende les vroeg de meester: „Wat deed Hendrik I om de dames genoegen te verschaffen?" „Hij hing haar tournures aan." Vissciierij-Vereeniging. Gisterenochtend werd in de Dier gaarde te Rotterdam de 2de jaarlijksche algemeene vergadering gehouden van.de Vereeniging tot bevordening van de Nederland sche Visscherij. De Voorzitter, de heer De Ridder, heette deleden welkom met eène rede, waarin hij constateerde, dat de Vereeniging haar be ginsel trouw was gebleven en alle sympathie genoot. Hij schetste in breede trekken het doel der Vereeniging en stelde in het licht, hoe ten opzichte der visscherij nog zoovele zaken bestaan, welke eigenlijk niet bestaan moesten, als daar zijn jaloezie, broodnijd tusschen verschillende plaatsen, enz. Hij be toogde de wenschelykheid van een beteren afslag van visch, vooral van haring; beter onderwijs voor de visschers; in de winter avonden lezingen over het bedrijf, enz. enz. Het streven der Vereeniging zal zyn in al die gebreken zooveel mogelijk te voor zien. De vergadering werd bijgewoond door vertegenwoordigers der afdeelingen Monnikendam, Ierseke, Scheveningen, Katwijk, Helder, Goedereede, Bergen-op-zoom, Bruinisse, Volendam, Vlaardingen, Noordwijk, Texel en Schiedam, benevens vele belangstellenden. Medegedeeld werd dat te Texel eene afdeeling was gevestigd met 31 en te Schiedam eene met 25 leden. Vervolgens werdhet jaarverslag uitgebracht, waaruit o. a. bleek, dat de ontvangsten bedroegen f744,72, de uitgaven f784,91 en er alzoo een nadeelig slot was van f 40.19. Tot leden van het Hoofdbestuur werden herbenoemd de heeren T. A. O. De Ridder, J. W. J. Van Harwegen, C. J. C. Mynssen en A. De Jong; in de plaats van den heer Bourlage werd benoemd de heer A. D. Vijgh. waar de boomen, met grijs mos bedekt, ternauwernood tusschen de steenen kunnen groeien en door den wind alle naar eene zijde gestreken zijn. Zij zou er zeker nooit weder heengaan, al lag het nog niet eens een uur van haar woning verwijderd. Eenmaal in haar leven was zij er geweest, en die tocht had als 't ware een betoovering op dien ganschen weg gelegdbovendien zou Yann hier dikwijls langs komen en zou zij hem uit haar deur kunnen zien, als hij over de kale vlakte tusschen de korte brem struiken ging. Zij had het land van Plonbazlanec lief gekregen zij achtte zich bijna gelukkig, dat het lot haar hier geplaatst had in geen enkele andere streek zou zij" hebben kunnen leven. Tegên het einde van Augustus is het alsof er een gevoel van matheid over het land ligt, dat van het zuiden naar het noorden in kracht toeneemtde avonden zijn helder, en de stralen van een elders schijnende zon, door den hemel weerkaatst, verlichten nog de zee van Bretagne. De lucht is dikwijls blauw en kalm, terwijl er geen enkel wolkje is te bespeuren. Toen Gaud thuis kwam begon het reed3 wat donkerder te worden de voorwerpen kwamen onduidelijker te voorschijn en lieten alleen nog omtrekken bespeuren. Hier en daar verhief zich een boschje bremstruiken als een verwarde vederboseen kleine groep boomen vormde een donkeren achtergrond op een lager gelegen stuk land, of wel op enkele plaatsen stak het puntige stroodak van een hut zijn mossigen rug omhoog. Op de kruis punten van de wegen breidden de Christusbeelden hunne zwarte armen over het landschap uit, alsof het werkelijk gekruisigde menschen warenen in de verte teekende zich het kanaal af als een groote, gele spiegel, scherp afstekend tegen den hemel, die aan den horizon reeds duister en nevelachtig werd. Zelfs die stilte, zelfs dat prachtige weder had hier iets droefgeestigs ondaoks alles, bekroop u hier een zekere ongerustheid, een zekere angst, die baar oorsprong vond in de zee, waaraan het bestaan van zoovelen was toevertrouwd en die, hoewel schijnbaar slapend, eeuwig haar dreigend karakter behield. Gaud dacht op haar wandeling aan velerlei dingen. Zij vond den weg nooit te lang, want de zeewind was frisch en men ademde den zoutachtigen damp in van het strand en de zoete geur van de kleine bloemen, die in de dunne doornhagen groeiden. Had moeder Yvonne haar niet thuisgewacht, dan zou zij gaarne nog Na eene pauze werd de rekening-goedgekeurd, waarna aan de orde kwam het concept-reglement voor eene Onderlinge Neder- landsche Waarborg-Maatschappij voor stoom- en zeilschepen ten dienste der visscherij. Dit concept, aanvankelijk uitgesteld, werd later door de ver gadering met eenige kleine wijzigingen aangenomen, en de voor gedragen directeur en 5 commissarissen werden benoemd. Aan de orde kwam eerst punt 11, zijnde de voorstellen van de afdeeling der beiden Katwijken en omstreken, a. om te bevor deren dat in de nieuwsbladen onder de rubriek Zeetijdingen ook per draad worden opgenomen de data van het binnenkomen in en van het vertrekken van Hollandsche visschersvaartuigen uit vreemde havens. Dit voorstel werd aangenomen. Punt b. „om stappen te doen, dat op die plaatsen waar publieke afslag gehouden wordt den visschers te verbieden visch ondershands te verkoopen", lokte een langdurig debat uit. Een deel der ver gadering weDsebte dat dit door de Gemeenteraden bij verordening verboden werd, een ander deel daarentegen wenschte de regeling van dit punt aan de rceders over te laten. De vergadering vereenigde zich met de laatste zienswijze. Een voorstel van de afdeeling Monnikendam om bij de Regeering aan te dringen a. het gebruik van den wonderkuil toe te laten van 1 Februari tot 15 Juli, en b. het vaDgen van de ansjovis met staand want in den kuiltijd ook gedurende bovengenoemden tijd te beperken, werd aangenomen. De voorstellen der afdeeling Volendam, om zich tot de Regeering te wenden a. met het verzoek het vaste licht van Marken te doen veranderen in een draaivuur, en b. te IJmuiden een mist hoorn te plaatsen, werden aangenomen. Ook werd aangenomen het voorstel van dezelfde afdeeling om aan te dringen op afschaffing van het zoogenaamd steigergeld te IJmuiden voor Ilollandsche visschers. Een voorstel van de afdeeling Goedereede, om te bevorderen dat de mosselbanken de droge banken later dan thans in het jaargetijde worden opengesteld, ten einde krachtiger zaad te verkrijgen en de diepe banken vroeger te openen tot het voor komen van schade aan zaad door zeesterren werd aan de diligentie van het Hoofdbestuur overgelaten. Een voorstel van dezelfde afdeeling: a. om zich tot de Regec- ring te wenden tot het verkrijgen dat van Rijkswege premiën worden uitgeloofd op het dooden van zeehonden, bruinvisschen en schollevaren, en b. om aan het havenhoofd te Goedereede een licht te plaatsen, werd eveneens aangenomen. Wegens het vergevorderde uur werden de overige punten aan gehouden tot de volgende vergadering, welke te Amsterdam zal plaats hebben. De afdeelingen Texel en Monnikendam vestigden nog de aandacht op eenige bezwaren, welke door het Hoofdbestuur in overweging genomen zullen worden. Daarop werd de vergadering te half vijf uren gesloten. Landbouwcommissie. Bij brief van 23 April jl. heeft de bij Koninklijk besluit van 18 September 1886 ingestelde Landbouwcommissie, aan den Minister van Waterstaat, Handel en Nijverheid doen toekomen een advies, betreffende de regeling van het landbouwonderwijs hier te lande. Het wordt in bijvoegsels tot de „Staatscourant" van 30 Mei medegedeeld en is zeer uitvoerig. De Commissie zegt o. a. Het is niet twijfelachtig dat aan het landbouwonderwijs hier te lande nog niet de uitbreiding is gegeven, die billijkerwijze mag worden verwacht. Door het toenemend wereldverkeer en de toe nemende concurrentie wordt het voor den landbouw meer en meer eene levens-quaestie, om door. kennis en vaardigheid uit te munten boven zijne buitenlandsche mededingers. En terwijl in naburige landen reeds sedert geruimen tijd krach tige maatregelen worden genomen om de landbouwers in staat te stellen de wapenen, diefde wetenschap hun schenkt, te gebruiken en hunne intelligentie te scherpen en te ontwikkelen, is hier van Staatswege nog slechts eene enkele schrede op dezen weg gezet. Het is onmiskenbaar dat het buitenland ons een heel eind weegs is vooruitgestreefd en dat het gemis van voldoend onderwijs onzen landbouwers en daardoor het geheele vaderland een onberekenbare schade berokkent. Wanneer men echter thans krachtig doortast, dan is de schade in zoover voor een goed deel in te halen, dat wij gebruik kunnen maken van de ondervinding van hen, die ons zijn voorgegaan, vele fouten kunnen vermijden en veel tijd en kosten kunnen besparen, welke ginds te loor zijn gegaan met nuttelooze of ver keerde proefnemingen. Doch wanneer men bij eene betere regeling van het landbouwonderwijs hier te lande aan den eenen kant dient te rade te gaan met hetgeen reeds op dit gebied in het buiten land is tot stand gekomen, aan den anderen kant moet het oog gehouden worden op Nederlandsche toestanden, op hetgeen hier te lando bereikbaar moet worden geacht, op de zeden en gewoonten van onze landbouwers, in zoover deze met onzen volksaard innig samenhangen, op organisatie van ons onderwijs zooals dit tot dusver is in het leven geroepen. Ons landbouwonderwijs moot niet zijn een plant uit den vreemde, hier overgepoot, maar wij moeten met het voorbeeld van anderen voor oogen de kiemen, bij ons aanwezig, tot ontwikkeling en wasdom brengen. In de paragraaf: „over verbeterde inrichting van het landbouwonderwijs in zijn geheel", verklaart de Commissie, dat de school te Wageningen bij iedere practische regeling wat zijn blijven ronddwalen tusschen de bremstruiken, zooals de dames op zomeravonden in haar mooie tuinen plegen te doen. Ook enkele herinneringen aan haar kindsheid werden bij die avondwandelingen wakker, maar hoe zwak waren die, hoe onbe duidend, in vergelijking met haar liefde Ja, ondanks alles wilde zij dien Yann beschouwen als haar verloofde een verloofde, die haar ontvluchtte, die haar minachtte, haar schuwde, maar dien zij toch in stilte hardnekkig getrouw wilde blijven, al liet zij dat aan niemand blijken. Het deed haar goed te weten, dat hij nu bij IJsland wasdaar behoorde hij haar, daar kon hij zich ten minste niet geven aan een andere... Wel zou hij binnen weinige dagen terugkeeren, maar ook dien terugkeer zag zij thans kalmer tegemoet dan vroeger. Een inwendige stem zei haar, dat hij haar niet om haar armoede zou verachten hij was niet zooals de overigen. En de dood van Sylvester bracht hen van zelf nader bij elkaar. Hij kon niet nalaten de oude grootmoeder van zijn vriend een bezoek te brengen, en zij had zich vast voorgenomen om bij gelegenheid van dat bezoek thuis te zyndaardoor zou zij toch niet aan haar waardigheid te kort doen. Alsof zij zich niets meer van al het gebeurde herinnerde, zou zij tot hem spreken als tot iemand dien men reeds langen tijd kentja, zij zou zelfs een toon van genegen heid aannemen als tegenover een broeder van Sylvester, hoewel zij zoo natuurlijk mogelijk zou trachten te blijven. En wie weet het was niet onmogelijk, dat zij zich als zijn zuster mocht beschouwen, nu zij zoo alleen op de wereld wasdat zij steun zou kunnen zoeken in zijn vriendschap, dat zij hem die zelfs zou kunnen vragen, in znlke bewoordingen, dat hij begreep dat zij niet meer aan een huwelijk dacht. Zij wist wel dat hij alleen wat rnw was en wat stijfhoofdig in zijn begrippen van onaf hankelijkheid, maar tegelijk zachtaardig en openhartig en toe gankelijk voor alles, wat een beroep deed op zijn hart. Wat zon hij gevoelen, wanneer hij haar daar arm in die bouwvallige hut terugvond?... Ja, wel arm! want grootmoeder Moan, die niet sterk genoeg meer was om bij de menschen te gaan wasschen, had niets anders dan haar weduwen pensioen wel is waar at zij slechts weinig en konden beiden nog leven zonder de hulp van anderen te moeten inroepen... (Wordt vervolgd.) moet behouden blijven en het uitgangspunt moet worden van de gewenschte hervormingen en uitbreidingen. Daar over zegt zij: Indien gelegenheid werd gegeven voor hoogere wetenschappelijke vormiDg aau de universiteiten; indien het bestaande middelbaar landbouwonderwijs werd verbeterd en aangevuldindien ook voor de meer elementaire opleiding der landbouwers werd zorg gedragen door geregeld en algemeen verspreid onderwijs op de herhalings scholen en bovenal door de bevordering cn oprichting van vak scholen, wintercursussen en proefvelden zou eene inrichting worden verkregen, welke aan alle eischen zou voldoen, met Nederlandsche toestanden rekening zou houden en zonder groote geldelijke opoffering zou kunnen worden in het leven geroepen. Eenheid en verband in deze organisatie zou moeten worden ver kregen door een behoorlijk toezicht. Behalve een centraal cura torium, waaraan alle belangen voor het landbouwonderwijs ter behartiging worden toevertrouwd, zouden wetenschappelijk ge vormde ambtenaren met de leidiDg van het lager landbouwonderwijs, met de vorming der onderwijzers en met het bestuur der proef velden moeten worden belast. De verschillende deelen van deze organisatie mogen alle onmis baar worden geacht, indien een stevig en duurzaam geheel zal worden opgebouwd. De verschillende deelen ondersteunen en helpen elkasir en geven elkaar kracht en leven. Toch gevoelt de Commissie zeer wel, dat wellicht de omstandigheden zullen beletten, dat alles wat zij wenschelijk acht op eens zal kunnen worden tot stand gebracht. Zij meent er op te mogen wijzen, dat het plan, dat door haar ontworpen is, zich leent tot geleidelyke invoering. De onder steuning vau vakscholen, wintercursussen en proefvelden, do oprichting der winterscholen cn de aanstelling der landbouwleoraren is boven alles dringend noodig en zal het eerst moeten worden aan de orde gesteld. De uitbreiding der middelbare scholen en de inrichting van het hooger onderwijs kunnen desnoods eerst later ter hand genomen worden. Bij het verslag zijn twee nota's gevoegd: 1. van de heeren A. Mayer, T. H. H. Borret, H. F. Bultman en H. M. Hartog, die zich niet kunnen vereenigen met het gevoelen der meerderheid voor zoover betreft het landbouw onderwijs op de gewone lagere school; 2. van de heeren B. Fontein de Jong, G. Van Eysinga, G. J. Dommer van Poldersveldt, Godin de Beaufort, A. Bauduin, G. J. Van den Bosch, H. M. Hartog, J. M. Kakebeeke en W. A. Van Verschuer, die meenen, dat geen rekening is gehouden met de middelen, welke tot eene dadelijke verbetering kunnen leiden. Voorts is aan het verslag eene nota toegevoegd, betref fende het landbouwonderwijs in Groot-Brittannië, Ierland, Denemarken, Frankrijk, Duitschland en België. In het Hotel Krasnapolsky te Amsterdam werd jl. Maandag de algemeene vergadering gehouden van de Vereeniging „Het Nederlandsche Rundveestamboek". Uit alle provinciën des lands waren afgevaardigden gezonden. De rekening over het vorige jaar, in ontvangst en uitgaaf f 8993,39$, sloot met een batig saldo van f 3768,22£. Daaronder was medegerekend de contri butie van 1393 leden k 50 cents, inschrijving van vee in de stamboeken f 3055. De afdeeling Noordholland stelde voor, bij het Hoofdbestuur aan te dringen op het nemen van tijdige en doeltreffende maat regelen, opdat het Hollandsche vee op eene waardige wijze ver tegenwoordigd worde op de Internationale Tentoonstelling te Parijs in 1889. Van dit voorstel nam het Hoofdbestuur met genoegen kennis en liet. stelde daarom voor1. een adres aan de Hooge Regeering in te dienen tot het bekomen van een Rijks-subsidie 2. de medewerking der Vereeniging ter behartiging der belangen van Nederlandsche inzenders op die tentoonstelling, door wier tusschenkomst de aangiften van inzending moeten geschieden, te verzoeken 3. aan belanghebbenden, zoowel Maatschappijen, afdee lingen van Maatschappijen als particulieren, een rondzendbrief te richten, met verzoek om financieëlen steun, zoowel door het geven van bijdragen als door het nemen van aandeelen in een waar borgfonds, en 4. te besluiten, dat op de begrooting dezer Veree niging voor 1889 zal worden gebracht een post van f 500 als bijdrage in die kosten en een post van f 500 voor te nemen aandeelen in het waarborgfonds. Aldus werd besloten. Groningen stelde voor: het Nederlandsch vee nog meer bekend te maken èn door het inzenden van vee naar Internationale Ten toonstellingen, èn door het verspreiden van geschriften. Aan dien wensch zal op voorstel van het Hoofdbestuur en volgens besluit der vergadering tegemoetgekomen worden door hetadver- teeren in buitenlandsche vakbladen. Nog stelde de afdeeling Groningen voor om door middel van den crêmemeter van Chevalier en het gebruik van tabellen en melkregisters opgaven te verkrijgen en te verspreiden in het buitenland, waardoor de melkrijkheid van het Nederlandsche vee ten duidelijkste zal blijken. Daar het Hoofdbestuur ten opzichte van dit voorstel ongunstig praeadviseerde, werd het verworpen. Het Hoofdbestuur deelde mede, dat het, naar aanleiding van de opdracht der vorige algemeene vergadering, de noodige inlich tingen heeft ingewonnen, zoowel door het doen vervaardigen eener brochure als door het doen opgeven der daaraan verbonden kosten, en tot de overtuiging is gekomen, dat dergelijke uitgaaf de ffnancieele krachten der Vereeniging te bovengaat. Er zullen echter geïllustreerde biljetten in vijf talen gedrukt worden, waar voor door eigenaars teekeningen of photopraphieën kunnen worden ingezonden. Het Hoofdbestuur doet daaruit eene keuze, waarbij op de belangen der verschillende gewesten zal worden gelet, terwijl voor ieder dier, dat opgenomen wordt, eene bijdrage van f 5 door den eigenaar aan de Vereeniging zal moeten worden vergoed. De vergadering hechtte hare goedkeuring aan dit voorstel en verleende voor eene dergelijke uitgave een crediet van f 750. Voor „kosten voor inzending van vee op buitenlandsche tentoon stellingen" werd, met het oog op de Internationale Tentoonstelling van vee, die in Juli a. s. te Brussel zal worden gehouden, f 300 uitgetrokken. Aangenomen werd ook een voorstel van het Hoofdbestuur om, tot aanmoediging van het gebruiken der melklijsten en staten, door de Vereeniging verkrijgbaar gesteld, drie prijzen uit te loven, nl. een verguldzilveren, eene zilveren en eene bronzen medaille, voor de beste melkstaten over 1889. Deze staten moeten bevatten de zoo volledig mogelijke opgaven der opbrengst van melk van al het aan den inzender (lid der Vereeniging) toebchoorend melkvee, doch van minstens tien stuks. Inzending der lijsten moet geschieden vóór 15 Januari 1890. Nadat nog besloten was, de volgende algemeene vergadering wederom te Amsterdam te houden, ging men uiteen. Buitenland. Keizer Wilhelm van Duitschland had bij testamentaire beschikking aan 29 regimenten en bataillons legaten ver maakt, [namelijk aan tien ieder 9000 mark, aan drie ieder 6000, aan veertien ieder 3000, aan het spoorweg-regiment 12,000 en aan het treinbataillon der garde 1500 mark. Bij kabinetsorder van Keizer Frederik is thans aan die regi menten en bataillons machtiging verleend om deze legaten te aanvaarden, onder bepaling, dat die gelden moeten worden besteed tot het doen van stichtingen naar eigen beoordee ling der troepen. De gemalin van Prins Bismarck moet hoogst ernstig ongesteld zijn.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche en Nieuwedieper Courant | 1888 | | pagina 2