Uit Kampen wordt dd. 3 dezer gemeld: «Wederom werd deze gemeente een harer meest geachte ingezetenen door den dood ontrukt. Gisterenavond overleed de heer A. Brummelkamp, een der oudste docenten aan de Theologische School. De overledene bereikte den leeftijd van 76 jaren en stond bij Kampen's ingezetenen in hooge achting. Men schrijft van Terschelling aan het „Hld." /,Met bijzondere ingenomenheid melden wij, dat de Noord en Zuidhollandsche Maatschappij tot redding van schip breukelingen eene groote gouden medaille heeft toegekend aan den gezagvoerder van de Nederl. stoomboot „Rhenania", den heer B. Oepkes, door wiens zeemansschap het mogelijk werd, zonder gevaar voor de opvarenden of voor de boot, den eersten stuurman te redden van de Fransche stoomboot „Ministre Abbatucci'. Redoelde eerste stuurman was de eenig overgeblevene van eene equipage van 23 man. Ge noemde gezagvoerder ontving van de Fransche Regeering de toezegging van een verrekijker, met zilver gemonteerd." De verhuring van beste weilanden in den „Terschel- linger Polder", welke jl. Vrijdag heeft plaats gehad, heeft ongeveer 30 procent minder opgebracht dan in vorige jaren het geval was, en wel 10 procent minder dan verleden jaar. Uit het verslag der gemeente Amsterdam blijkt, dat het bevolkingscijfer op 31 December 1887 390,000 bedroeg. In den loop van dat jaar is het door vestiging van elders en door geboorte met 11,214 toegenomen. De hoofdelijke omslag aldaar bracht over het genoemde jaar netto op f 1,770,000 of vermoedelijk f 60,000 meer dan geraamd was. Het getal reclames bedroeg 3922, waarvan over 2057 gunstig beschikt werd. 36,313 personen waren aangeslagen. Jl. Vrijdag is voor het eerst een stoomvischlogger met allerlei vischsoorten voor Amsterdam gekomen. Tot dusverre werd de visch daar ter stede per zeilschip aangebracht. Naar wij reeds in ons vorig nummer hebben gemeld, is jl. Vrijdagmorgen in het wisselkantoor der Nederlandsche Bank te Amsterdam een brutale diefstal gepleegd. Toen de conciërge der Handelsschool, naar maandelijksche ge woonte, het mandaat voor de traktementen der leeraren, ad f 2874.93, bij den kassier had ontvangen, deed hij de bankbiljetten in eene bruine enveloppe en bergde die in den zijzak van zijne overjas, terwijl hij een bankbiljet van f 60 en een van f 40 in een zakje in zijne hand hield, met het doel om dit op het daarnaast gelegen wisselkantoor tegen geld te verwisselen. De dieven want, zooals later uit de mededeeling van een jongen bleek, schijnen zij met hun tweeën te zijn geweest hebben vermoedelijk, terwijl de conciërge aan het loket het speciebriefje invulde, hem de enveloppe met de f 2800 aan bankpapier uit zijne jas ontstolen, althans toen hij na ontvangst van het gewisselde het papier in den linnen zak bij het geld wilde voegen, was de enveloppe verdwenen. Op zijn uitroep: „Ik ben bestolenwerd onmiddellijk de Bank gesloten, de politie getelephoneerd en een ernstig onderzoek ingesteld, dat echter voor het oogenblik tot niets leidde. Volgens het zeggen van den bedoelden jongen, waren twee mannen haastig het wisselkantoor uitgekomen, die hem met een vooruit!" zoo hardhandig op zijde tegen den muur hadden geduwd, dat hij daarbij zijn arm bezeerd had. Sedert Dinsdag 29 Mei jl. is bij het parket van de kantongerechten te Amsterdam door 97 personen de maximum-boete van f 10 betaald, gesteld op de overtreding van de Rijkswet betreffende het muilkorven en vasthouden van honden. In al deze gevallen waren de honden door de politie opgepakt en werd de boete betaald om de dieren terug te krijgen. Te Amsterdam is gisteren aanbesteedhet omkaden en ophoogen van de aan te leggen begraafplaats te Water graafsmeer. Minste inschrijvers waren: Wiegerink, te Groenlöo, en Terwindt, te Pannerden, ad f 281,000. Het Bestuur van den Geneeskundigen kring te Amsterdam heeft de volgende circulaire aan de Levensver zekering-Maatschappijen gezonden //Het Bestuur van den Geneeskundigen kring heeft de eer te berichten, dat in de vergadering van 10% April 1888 de kring opnieuw als zijn meening heeft uitgesproken, dat de huisdokter zich moet onthouden van het invullen der vragen, welke door sommige Maatschappijen van Levens- nedervalt. Het oog verduisterd, duizelend door de gedachte aan de eenzaamheid van haar leven, vouwde zij de japon van juffrouw Tressoleur op en trachtte te gaan slapen. Zy rilde toen zij zich in haar armoedig damesledikant uit strekte het werd eiken dag vochtiger en kouder, zooals alles in de hut. Maar zy was jong, en ondanks haar weenen, viel zij ten slotte in slaap. Weder waren eenige sombere weken voorbijgegaanFebruari was begonnen en het was fraai, zacht weder. Yann was bij den reeder geweest, die hem zyn aandeel in de laatste vangst, 1500 francs, had uitbetaald. Hij ging ze nu volgen3 gewoonte aan zijn moeder brengen. Het seizoen was voordeelig geweest en tevreden sloeg hij den weg naar huis in. Dicht bij Ploubazlanec scheen het een of ander aan de hand te zijn; een oude vrouw zwaaide driftig haar stok tegen een troep lachende straatjongens... Grootmoeder Moan. ...De goede, oude grootmoeder, die Sylvester zoo aanbad, vond hy hier met beslijkte, gescheurde kleeren, als een van die kindsche oude vrouwen, die op straat worden bespot en uitgelachen. De straatjongens uit Ploubazlanec hadden haar kat gedood en zij dreigde hen nu toornig met haar stok: „Oals mijn arme jongen maar hier was geweest, dan zouden jullie niet hebben gedurfd, bengels Het scheen dat zij hen had willen naloopen om ze te slaan, en daarbij was gevallenhaar muts zat scheef, haar rok was vol modder, en de kwajongens riepen, dat zij dronken was, iets wat in Bretagne wel een3 gebeurt met oude menschen, die veel tegen spoed hebben gehad. Yann wist wel beter, en dat zy een achtenswaardige oude vrouw was, die nooit anders dan water dronk. „Schamen jullie je niet!" zei hy, ook vertoornd, met zijn indruk wekkende stem tot de bengels. En in een oogwenk waren allen verdwenen, bang als zij waren voor den grooten Gaos. Gaud, die juist met naaiwerk voor den avond uit Paimpol terugkwam, had uit de verte dat tooneel gezien en haar groot moeder midden in de groep herkend. Verschrikt snelde zy toe om te zien wat er gaande was, wat haar was overkomen, wat men haar had gedaan en zij begreep alles toen zij de doode kat zag. Zij sloeg haar oogen op naar Yann, die ditmaal de zijne niet afwendde; geen van tweeën dacht er thans aan den ander te ontvluchten; alleen steeg beiden tegelyk het bloed naar de wangen en zagen zy elkaar eenigszins verbluft aan, zonder eenig spoor van haat echter; integendeel, hun blik was zacht, vereenigd als zij waren door dezelfde gedachte om te helpen. verzekering of uitkeering van gelden bij overlijden hem plegen voorgelegd te worden, betreffende den gezondheids toestand zijner patiënten. Volgens liet genomen besluit achten wij ons verplicht, hiervan ook uwe Maatschappij in het bijzonder te verwittigen. Te Haarlem vermaakten zich jl. Zondagmiddag zes jeugdige kinderen met rijden op een platte tweewielige wagen, welke door een kleine jongen bestuurd werd. Bij den afrit van de brug aan de Kinderhuissingel was de jeugdige bestuurder niet in staat den wagen vast te houden, met het treurig gevolg, dat die met de zes kinderen te water ging. Vier kinderen werden dadelijk, doch de twee anderen na veel moeite, gered. Een der laatsten was reeds in den modder gezakt. De opening van het badseizoen te Scheveningen heeft jl. Vrijdagavond officieus plaats gehad met de openstelling van het Kurhaus, waar de kapel van de Haagsche schutterij een goed geslaagd concert gaf, gedeeltelijk op het terras, voor het andere deel in de fraaie Kurzaal. Het publiek was evenwel nog dun gezaaid. Jl. Zondagavond is aan den Ouden Scheveningschen weg, ter hoogte van de Keizerstraat, een heer van een imperiaal van den tram gevallen, doordien hij in aanraking kwam met een van de vele overhangende takken van boomen. Hij brak den linkerarm. De Arrondissements-Rechtbank te 's Hage voroordeelde gisteren den gewezen gevangenbewaarder in de strafgevan genis nabij Scheveningen wegens knoeierijen met gevangenen tot twee jaren gevangenisstraf, waarvan twee maanden in mindering zullen gebracht worden wegens ondergane voor- loopige hechtenis. Een blok huizen op het Oranjeplein te 's Hage, dat in de onderverf stond, werd jl. Zaterdagavond door eene niet kundige hand in dekverf gezet op eene wijze, die de eigenaars echter minder aangenaam was. Onder bescherming van de duisternis heeft men nl. de deuren, posten, ramen, ruiten, zelfs de muren van 8 9 huizen dik met zwarte verf bestreken, terwijl ook de portieken aldus beknoeid werden. Of men hier uit wraakoefening, dan wel met baldadigheid te doen heeft, zal wellicht het onderzoek der politie leeren; voor het vermoeden dat het eerste het geval is, schijnt wel eenige grond te bestaan. Te Rotterdam struikelde jl. Vrijdagochtend een jong- mensch op een zeer druk gedeelte der stad, juist toen er een rijtuig aankwam, dat hem dreigde te overrijden. De jongeling had de tegenwoordigheid van geest snel op den rug te gaan liggen en de beenen als staken op te steken, waardoor de paarden schrokken en stil stonden en hij zich verwijderen en redden kon. De toestand der wei- en hooilanden in den Krimpe- nerwaard is sinds enkele dagen veel verbeterd. Het gras komt nu goed uit en ook de hooilanden hebben een veel beter aanzien. Tot dusverre is het vooruitzicht voor den landbouwenden stand gunstiger dan bij den aanvang van den vorigen zomer. Groenten, aardappelen en hennip zullen evenwel veel ten achteren komen. De vruektboomen heb ben rijk gebloeid en beloven een goede opbrengst, wanneer er slechts geen nachtvorsten meer komen. Een droge Mei Volgens den regenmeter der Rijkslandbouwschool te Wageningen, is in de maand Mei gevallen 261 millimeter, tegen 93£ millimeter in dezelfde maand van 1887. Te 's Hertogenbosch heeft jl. Vrijdag het hoofd van een geacht gezin bij den burgerlijken stand aangifte gedaan van zijn 21ste kind. Vader en moeder tellen nog geen van beiden 40 jaren. Als een ander voorbeeld van rijken kinderzegen kan J. Waasdorp, koopman in garen en band te Rijp-Wetering, strekken. Hij mocht zich dezer dagen /verheugen" in de geboorte van zijn vier-en-twintigste kind; hij had er reeds dertien uit zijn eerste en tien uit zijn tweede huwelijk. Voor eenige dagen werden op den Hemelschen Berg te Oosterbeek alle visschen uit een der vijvers vergiftigd. Thans is een veldwachter aldaar plotseling ontslagen. Men brengt beide feiten met elka&r in verband. Als een bewijs dat paarden een vrij hoogen leeftijd kunnen bereiken, leest men in de „Ned. Sport", dat op 1 Mei jl. te Peru, Indiana, een ponny, geboren in 1837, stierf; dus in den ouderdom van 51 jaren. Reeds lang hadden de schoolkinderen het op dien armen zwarten kater gemunt, omdat hij door zijn zwarte kleur een duivelachtig voorkomen hadmaar het was juist een goedige kat, wat men ook wel kon zien, als men hem van nabij bekeek hij zag er vriendelijk uit en haalde iedereen aan. Hij was met keien dood- geworpen. Het arme grootje ging diep bedroefd en bevend heen, binnensmonds nog allerlei bedreigingen mompelend, terwijl zij den dooden kat als een konijn bij den staart vasthield. «Mijn arme jongen... als die nog geleefd had, dan hadden zij dat niet durven doen Iets wat op een traan geleek liep over haar rimpelige wang, en haar handen, waarop dikke blauwe aderen te zien waren, beefden. Gaud had haar muts weder zooveel mogelijk recht gezet en trachtte haar met zoete woorden te troosten. Yann wa9 boos dat die jongens zoo slecht konden zijn, dat zij een oude vrouw zoo iets konden aandoen! De tranen kwamen ook hem bijna in de oogen. Niet om die kat, natuurlijk: ruwe jonge mannen, gelyk hij, houden er wel van dieren te plagen en hebben over 't algemeen weinig medelijden met henmaar zijn hart brak, nu hij achter die kindsche grootmoeder liep, die haar kat bij den staart raedesleepte. Hij dacht aan Sylvester, die haar zoo had liefgehad, aan het verdriet, dat deze zou hebben ondervonden, wanneer men hem had voorspeld, dat zij zoo ellendig en bespot haar leven zou eindigen. Gaud verontschuldigde zich, daar zij voor de kleederen van de oude vrouw diende te zorgen „Zij is zeker gevallen, dat zij zoo vuil is," zeide zy zachtjes „haar japon is wel niet nieuw meer, want wij zijn niet rijk, mijnheer Yann, maar gisteren had ik ze nog hersteld, en toen ik dezen morgen wegging, zag zij er helder cn netjes uit." Hij zag haar lang aan, daar die korte uitlegging hem misschien meer trof dan kunstige phrasen, verwijten of tranen zouden hebben gedaan. Zoo liepen zij naast elkaar voort naar de hut van de Moans. Schoon was zij altijd geweest, dat wist hij zeer goed maar het was of haar armoede en haar rouwgewaad haar nog schooner maakten. Zy zag er ernstiger uitook haar blik was meer terughoudend, hoewel zij dieper in de ziel scheen door te dringen dan vroeger. En dan droeg zy thans de eenvoudige kleeding van een visschersmeisje een zwarte japon zonder eenige versiering, die echter haar volle schoonheid van drie-en-twintig jaren goed deed uitkomen. Zy had nog altyd dat damesachtige over zich, maar zonder dat men wist wat daarvan do oorzaak was; het was haar ongetwijfeld aangeboren. Lag het misschien aan haar nauwsluitende japon... of neen, aan de kalmte van haar stem en in haar oogopslag? (Wordt vervolgd.) Jl. Vrijdagavond had op het Noord-Willemskanaal, in de nabijheid van Groningen, een allernoodlottigst ongeluk plaats. De heer J. G. Spekman, student aan de Universiteit aldaar, vermaakte zich met roeien. Waarschijnlijk is door het een of ander toeval de boot omgeslagen. Zij kwam later ten minste onderstboven aandrijven. Het lijk van den ongelukkigen jongeling werd den volgenden dag uit het water opgehaald en naar het Academisch Ziekenhuis overgebracht. Het „U. D." wijst de liefhebberij-visschers op de groote kansen van eene meer dan gewone vangst, die zij hebben, wanneer zij weten partij te trekken van de zes of zeven dagen in het jaar (gewoonlijk omstreeks het feest van St. Jan, 24 Juni) dat de zoogenaamde haft of schooraas vliegt. De beste tijd voor de vangst is van des middags half vijf tot des avonds half tien ure. Voor het „aas" behoeft men niet vooraf te zorgen, want zoodra men zich aan den rivierkant zet, hecht de „haft" of „schooraas" zich in zoo groot getal aan de kleederen, dat men ze als voor het grijpen heeft. Hengels en snoeren moeten tamelijk sterk zijn, omdat men dikwijls buitengewoon groote en zware visschen (doorgaans snoek, bliek, brasem, baars en voren) aan den haak krijgt, die zwakke snoeren zouden kunnen doen breken. „The Holland Society", te New-York, hield 22 Mei jl. in „Hotel Brunswijck" aldaar hare jaarvergadering, die druk bezocht was. De Vereeniging telt thans 576 leden. Besloten werd tot een reis naar Holland, waarvoor, zooals reeds gemeld werd, de eerste kajuit van het stoomschip „Amsterdam" der Ned.-Amerik. Stoomvaart-Maatschappij, dat den 28 Juli vertrekt, werd afgehuurd. De nieuwe Amerikaansche gezant te 's Hage, de heer Robert B. Roosevelt, lid der Vereeniging, zal met dezelfde boot de reis aanvaarden. De heer v. Weckherlin, buitengewoon gezant der Neder landen bij de Vereenigde Staten, werd uitgenoodigd de „Society" te vergezellen. Reeds zijn in ons land maat regelen genomen, om de afstammelingen van de Hollandsche Settlers hun verblijf hier te veraangenamen. Tot President der Vereeniging werd gekozen de heer Hooper C. Van Vorst, tot Secretaris de heer George West van Sielen, en tot Penningmeester de heer Abraham van Santvoord. Een levenslustige jongedochter te Deventer las dezer dagen in een aldaar uitkomend blad een advertentie, waarin „een jongmensch een meisje zoekt, dat geneigd is met hem Deventer-kermis te houden en de feesten, aan den roei- wedstrijd verbonden, met hem bij te wonen." De jonge dame, die nog geen galant had, bedacht zich niet lang en schreef fluks aan het opgegeven adres, dat zij gaarne met den steller der advertentie kennis wilde maken, weshalve hij verzocht werd, Dinsdagavond op de Worp te komen en als herkenningsteeken een witten zakdoek in de hand te nemen. Zij zou met een bouquet seringen getooid zijn. De avond kwam en op den bepaalden tijd wandelde onze schoone op de Worp heen en weer, zenuwachtig rondkijkende of in de verte geen mannelijke gestalte zichtbaar werd. Hoe zou hij er uitzien? Zou het een knappe jongen zijn? Daar zag zij iets wits naderen; geen twijfel meer, het was de witte zakdoek met den lang verwachten jongeling, die regelrecht op haar aankwam. Nog kon zij zijn gelaatstrekken niet onderscheiden. Zij overwon haar bedeesdheid en liep hem tegemoet. Nu was hij vlak bij haar: het licht eener lantaarn bescheen zijn gezicht. Een licht gilletje werd gehoord!.... De vroolijke jonk vrouw had in den jongeling haar eigen broêr herkend Evenals in Nederland, houdt men zich in Portugal den laatsten tijd zeer bezig met de verbetering en ont wikkeling van het paardenras. De Minister van Openbare Werken heeft maatregelen genomen om een nieuw ras te verkrijgen; daartoe wil hij gebruik maken van Ara bische dekhengsten en van Engelsche merriën. Deze laatsten hebben veel Arabisch bloed, hetgeen hunne kruising met volbloed Arabische paarden zeer zal vergemakkelijken ook hebben zij eene betere taille dan de Arabische paarden, die veelal te klein zijn voor den militairen dienst. Er zijn reeds aankoopen gedaan om deze kruising te beproeven, die bestemd is om het Portugeesche paardenras geheel te her scheppen; de vruchtbaarheid van den bodem zal voorzeker veel bijdragen om het gewenschte resultaat te verkrijgen. Menschen die de gewoonte hebben 's avonds de courant van a tot z te lezen, zouden toch moeite hebben met „The Times". Het jongste nummer van dat blad bestond namelijk uit 24 pagina's of wanneer men de gemiddelde grootte van letter neemt 300,000 woorden. Men kan zich van dit aantal een denkbeeld vormen, wanneer men weet, dat bv. het jongste nommer van het maandschrift „De Gids" ongeveer 70,000 woorden bevat. Het ééne nummer van „The Times" van Zaterdag gaf dus nog meer drukwerk dan 4 exemplaren van „De Gids" en ongeveer evenveel als een boek van 600 bladzijden. Gewoonlijk bestaat „The Times" echter uit 16 bladzijden. Neemt men dit aantal als gemiddeld aan, dan staat een jaargang van „The Times" gelijk met 936 exemplaren of 78 jaargangen van „De Gids'. „Opsluiten, mannen, opsluitenriep de overste. „Als jelui tegenover den vijand stond en zoo slecht de gelederen had gesloten, zou hij wel tien salvo's op je kunnen richten zonder iemand te raken. Sluit op!" Ook een definitie! Een dentist is iemand, die een ander de kiezen uittrekt om zelf iets te bijten te hebben. Buitenland. Onlangs is op de werven van Futschen het zesde Chineesche oorlogsschip van stapel geloopen. Zijn pantsering is van ijzer. Het schip is 222 Engelsche voeten lang, 33 voet 7 duim breed en 25 voet 3 duim hoog; de stoom machine heeft 1600 paardenkracht, de waterverplaatsing bedraagt 1300 ton en het heeft eene snelheid van 11 zee mijlen per uur. De wapening bestaat uit stalen achterladers en wel vóór aan elke zijde twee stukken, op beide zijden in het midden vier, achter op een pivot cén; bovendien op de brug vier revolverkanons. Aan den voorsteven bevinden zich twee lanceerbuizen voor torpedo's»

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche en Nieuwedieper Courant | 1888 | | pagina 2