deels afhankelijk mag zijndat het zeer de vraag is of de
voordeelen van goedkoop brood opwegen tegen den achter
uitgang van den landbouw; dat de verbruikers van lagere
graanprijzen niet altijd voordeel hebbendat de verandering
van landbouwers in fabrieksarbeiders een groote schaduw
zijde heeft en dat de vraag, wie de beschermende rechten
betaalt, niet met een enkel woord is te beantwoorden.
Zijn slotsom isden wensch uit te spreken naar het
vestigen van een Europeesch tolverbond tegen Amerika,
als het minst schadelijke middel om aan den landbouw in
Europa te gemoet te komen en tevens in invoerrechten een
tegenwicht te vinden voor de hooge lasten, die in Europa
op de productie drukken.
Bij het paleis ,/Het Loo* wordt, volgens het „U. D."
voor Prinses Wilhelmina een keuken ingericht. De benoo-
digdheden daarvoor zijn te Apeldoorn, te Amsterdam en
te Arnhem gekocht, en wel alles geheel als bij huiselijk
gebruik noodig is.
Voor de vacante betrekking van hoofd der lagere
school te Midsland op Terschelling hebben zich 13 sollici
tanten aangemeld.
Tusschen het Harmonie-korps der Dordsche schutterij
en den majoor-commandant aldaar bestaat sedert lang een
gespannen verhouding, welke o. a. op Zondag 10 dezer
hieruit bleek, dat het muziekkorps, door den commandant
opgeroepen tot het geven van een volksconcert, eenvoudig
wegbleef.
Aan de pas verschenen mededeelingen van het ge
neeskundig Staatstoezicht voor Zuidholland over het 1ste
halfjaar van 1888 ontleent de „N. Rott. Crt." het volgende
Te Leiden werden in de eerste helft van Februari 7
personen uit één gezin door trichinose aangetast. Allen
hadden in den tijd van 31 December tot 14 Januari van
tijd tot tijd gegeten van 2 gerookte, maar rauwe worsten.
De ééne was gemaakt met vleesch, afkomstig uit Noord-
wijk-binnen, de andere met vleesch uit Leiden. Welke
van die beide worsten trichinen bevat had, was niet dade
lijk uit te maken. Voortgezet onderzoek bracht echter de
zaak tot klaarheid. In ééne worst, gelijktijdig gemaakt
met de verbruikte, waarbij Noordwijksch vleesch was gebe
zigd, werden trichinen gevonden.
Bij een onderzoek te Noordwijk bleek, dat ook daar
gevallen van trichinose voorkwamen. Het werd dus duide
lijk, dat het Noordwijksche varkensvleesch de bron der
infectie was.
Nader onderzoek leerde, dat het vleesch afkomstig was
van het laatst geslachte van 4 varkens, die een boer buiten
Noordwijk een jaar te voren als kleine biggen had gekocht
op de markt te Leiden en die geruimen tijd in zijn land
hadden geloopen.
Op het den 4 Juli a. s. op het landgoed „Boeken
rode", nabij Haarlem, te houden 25ste Christelijk Nationaal
Zendingsfeest zullen de onderstaande sprekers optreden, die
de volgende onderwerpen zullen behandelen: Ds. H. V.
Hogerzeil, te Amsterdam, openingsrede; ds. S. H. Buytendijk,
te IJselsteinEen en ander uit de geschiedenis van het
Christelijk Nationaal Zendingsfeest; G. Van Asseltde
verschillende ervaringen van den zendeling; dr. E. Barger,
te Amsterdam: de zending als teekendr. II. E. Daubanton,
te Heemstede: de zending en de wetenschap; W. Baron
Van Doorn van Westkapelle, te 's Gravenhage: ware
bekeering; ds. W. H. Gispen, te Amsterdam: de zending
als Christelijk volksbelang; ds. C. L. Laan, te Rotterdam:
de vrouw in het werk der zending; mr. L. F. Van Lennep,
te Amsterdam: het veelzijdige nut der Zondagscholen;
T. M. Looman, te Amsterdam: verslag der Zendingsver-
eenigingendr. J. J. P. Valeton, hoogleeraar te Utrecht:
de zending op de Sangir- en Talaut-eilanden; ds. J. P. G.
Westhoff, te Amsterdam: de zending in Hoog-Toba op
Sumatra; ds. J. H. Wiersma, te Amsterdam: de laatste
12 jaren der negentiende eeuw; ds. H. Wildeboer, te Oude
water: de gemeente des Heeren een reddingsleger; ds. H.
Malcomesius, te Rotterdam: eerste afscheidsrede; dr. G. J.
Van der Flier, té 's Gravenhage: slotrede.
Blijkens de statistiek der geboorten en der sterfte
naar den leeftijd en de oorzaken van den dood in Neder
land over Maart 1888, bedroeg hefaantal levend geborenen
in die maand 13,592. Met inbegrip der levenloos aange-
gevenen (727) zijn 10,018 gestorven, of 26.54 op 1000
inwoners per jaar. Daarvan zijn 1545 overleden aan
lichaamszwakte, tering; 890 aan keel- en longtering, bloed
spuwing, suikerziekte1439 aan acute en 749 aan chronische
ziekten der ademhalingswerktuigen; 412 aan acute en 211
aan chronische ziekten der spijsverteringswerktuigen. Een
gewelddadigen dood en door zelfmoord stierven 95; door
verdrinken, zelfmoord, 49 personen.
De staat van oninbare posten der plaatselijke directe
belastingen in Amsterdam wijst de volgende cijfers over
de laatstverloopen 5 jaren aan:
1881/82, van f 2,068,314 oninbaar f 99,713
1882/83, 2,199,227 94,520
1883/84, 2,115,205 56,528
1884/85, 1,904,268 30,997
1885/86, 1,907,553 26,382
Op het gerucht, dat te Texel bij het graven vaneen
put petroleum zou zijn gevonden, hebben deskundigen van
elders een onderzoek ingesteld. De vettige zelfstandigheid,
die uit de put-opening werd geschept, moet werkelijk
petroleum bevatten. Eene lamp, met de vloeistof gevuld,
brandde evengoed als met gezuiverde petroleum. Naar
het oordeel van deskundigen zou eene diepe boring moeten
aantoonen, of de zoogenaamde petroleumbron al dan niet
met voordeel geëxploiteerd zou kunnen worden. Het geval
veroorzaakt natuurlijk niet weinig beweging, zoodat
de toevloed van nieuwsgierigen naar de plek waar de put
gegraven werd van 's morgens vroeg tot 's avonds laat
voortduurt.
Voor de op 22 dezer te Alkmaar te houden Tentoon
stelling zijn aangegeven 22 hengsten, 13 merriën, 29 stieren
en koeien, 32 nummers schapen, benevens 75 stapels kaas.
Jl. Vrijdag herdacht mej. Heijnis haar 25jarig jubilé
als hoofd der 1ste burgerschool voor meisjes te Hooi'n.
Schoone geschenken werden haar vereerd door leerlingen
en oud-leerlingen; en ook aan blijken van waardeering en
belangstelling buiten dien kring ontbrak het niet.
Men schrijft ons uit Schagen, dd. 18 dezer:
,,'t Is weer kermis in 't dorp: de week, jaarlijks door de jeugd
om liet vermaak, door tal van neringdoenden ter wille van de lieve
dubbeltjes met ongedidd verbeid, is weder aangebroken, en ook de
paardenmarkt, als gewoonlijk door duizenden bezocht, is in vollen
gang. 't Is weer als altijd een rumoer, dat men gerust een heidensch
leven mag noemen de disharmonie tusschen het marktgeschreeuw,
de muziek van de paradetenten en de ontstemde draaiorgels, plus
de vocale straatvirtuoscn, is zoo volmaakt mogelijk. Enfin, men moet
voor de goede zaak wat over hebben, en aangezien de kermis voor
zeer velen in onze gemeente een hoogst belangrijken post op het
budget van ontvangsten vormt, in liet onvermijdelijke berusten, al
moge dan ook zulk een achtdaagschen aanval op iemands gehoor
vliezen naar waarheid eene achtdaagsche beproeving heeten.
Echter, laat ons billijk zijn, er is voor hen, die zulks wenschen,
gelegenheid, de herinnering aan dit dagelijks wederkeerend leed des
avonds door verschillende amusementen te verdrijven; immers, de
schoone kunsten zijn hier ditmaal ruim vertegenwoordigd. Daar
hebben we, om te beginnen, het bekende tooneelgezelschap Hart,
welks directeur ook nu weder zijne liefde voor het forsche, het
aangrijpende in de kunst niet verloochent, en de reeks zijner voor
stellingen zal openen met „Ben Leil, of de zoon van den nacht",
waarbij wij „een korvet in volle zee" zullen te zien krijgen. Dan
de „Hofmechanicus" Bamberg, van wien bijgeloovige zielen allicht
zullen gaan denken, dat hij, in plaats van aan de schoone, aan de
zwarte kunst doet; immers, een steenen beeld, „wat het publiek in
handen krijgt", 't welklangzaamlevend wordt, daarna in een bloemenkorf
verandert, dan weder levend wordt en eindelijk „besterft voor de
oogen der toeschouwers",, zoo iets doet aan tooverij denken. In-
tusschen, Bamberg's „Schoone Galatlié", is ean bezoek overwaard.
Dan hebben we verder, vólgens de „Zijper Courant", onze oude
Spriet. De redactie begaat hier echter eene vergissing; de kleine,
oude, joviale kindervrieud is zoowel van het wereld- als kermis-
tooneel afgetreden, doch zijhe weduwe is hier gearriveerd met een
„gezelschap artisten van den eersten rang"pantomimisten, anti-
poten, gymnasten, enz. enz., „wier werkzaamheden in alle wereld-
deelen ten zeerste bewonderd werden". Verder drie, zegge drie
café-chantants, als: één bij den heer W. lloggeveen Cz. (lokaal „de
Beurs"), met den bekenden, hier gevierden karakterkomiek De Haas
aan het hoofd, met wien echter hier dit jaar, naar ik hoor, om
het meesterschap zal kampen de komiek De Winter, optredende in
een gezelschap in het lokaal van den heer Kos, onder directie van
den heer Wittekower Gerson, bij welk gezelschap zich mede moeten
bevinden „de Wcencr nachtegalen, Oosteurijk's eerste duettisten".
Het derde gezelschap, directie. Van Schalkwijk en De Brieder, laat
zich liooren in het lokaal „'t Centrum", van den heer C. Van
der Heulen.
Aan de verdere voor een kermis onontbeerlijke stoffen van pano
rama's, kramen, draaimolens, „spiegels des gelieims", krachtmeters,
enz. geen gebrek. Ook hebben wij hier een Jan Klaassenkast, waarin
bij hen zou willen oppassen terwijl hij naar Paimpol zou snellen
om den dokter te halen...
Wat had zij daarmede te maken, zy? Was haar eigen smart
nog niet groot genoeg? Moest zij zich nu ook nog met die van
anderen bemoeien? Op een bank neergezegen, bleef zij met starende
oogen, als een doode, onbeweeglijk zitten, zonder hem te ant
woorden, zonder naar hem te luisteren, zonder hem zelfs aan te
zien. Wat had zij te maken met wat die man vertelde?
Toen begreep hij alles; toen was het hem duidelijk, waarom
men hem zoo spoedig had opengedaan, en had hij berouw over
de smart, die hij onwillens had veroorzaakt.
Hij stamelde een verontschuldiging:
„Inderdaad, hij had haar niet moeten lastig vallen... haar!..."
„Mij!" antwoordde Gaud, plotseling herlevend, „en waarom
mij niet, Fantec
Zij had op eens het leven teruggekregen, want zij wilde nog
niet in het oog van anderen doorgaan voor iemand, die alle hoop
verloren had, neen, dat tot geen prijs! En toen kreeg zij op
haar beurt medelijden met hemtoen kleedde zy zich aan, volgde
hem en vond de kracht om zijn kind te gaan verzorgen.
Toen zij weder thuis kwam en zich op haar bed wierp, sliep
zij een oogenblik in, tengevolge van de groote vermoeidheid.
Maar dat oogenblik van verrukking, toen zij gedacht had dat
Yann nabij was, had in haar hoofd een indruk achtergelaten,
die ondanks alles bleef bestaan; en weldra ontwaakte zij met
een schok, en richtte zich half overeind, daar zij zich iets her
innerde... Er was iets geweest omtrent haar Yann... Onder al
de gedachten, die zich in haar hoofd verdrongen, zocht zij haastig
wat dat kon zyn geweest...
Helaas! niemand anders dan Fantec?
En voor de tweede maal viel zij in denzelfden afgrond terug!
Neen, er was niet de geringste verandering gekomen in haar
treurig, hopeloos wachten.
Maar toch, zij had hem zoo dichtbij gevoelddat moest iets
zijn, dat van hem was uitgegaan en tot haar was gekomen, een
voorteeken; en daarom luisterde zy nog oplettender naar de
schreden, die zij buiten hoorde, daar zij overtuigd was, dat er
iemand komen zou, die over hem zou spreken.
Werkelijk kwam, toen het licht werd, Yanns vader. Hy nam
zijn muts af, streek zyn schoone, witte haren naar achteren en
kwam naast het bed van Gand zitten.
Ook hij was beangst, ja, want zijn Yann, zyn flinke Yann
was zijn oadste, zyn meest geliefde, zijn trots. Maar hij was
niet wanhopig, neen, nog niet wanhopig. Hij begon Gaud op
zachte wijze gerust te stellen: in de eerste plaats hadden zij, die
het laatst van IJsland waren teruggekomen, gesproken van een
dikken mist, die zeer licht de reis van het schip vertragen kon
en dan had hij nog op eens aan iets uit vroeger tijden gedacht
aan een oponthoud op de Far-oërdat zijn eilanden, eenzaam
op den weg der IJslanders gelegen, vanwaar men niet zoo spoedig
naar huis kan schrijven; hem zeiven was zoo iets overkomen,
een veertig jaar geleden, en zijne arme moeder, thans lang reeds
dood, had reeds een mis laten lezen voor zijn ziel. Kom, zulk
een goed schip, die Léopoldine, nog bijna nieuw, en allen
zulke flinke zeelui...
De oude grootmoeder Moan liep hoofdschuddend om hen heen.
Het ongeluk van haar kleindochter had haar bijna haar vroegere
kracht en haar vroegere helderheid van geest teruggegeven zij
hield nu het huishouden in orde, terwijl zij van tijd tot tijd een
blik sloeg op het kleine, geel geworden portret van Sylvester, dat
aan een spijker in den muur hing, op zijn matrozen-ankers en de
krans van zwarte kralenneen, sedert de zee ook haar kleinzoon
als offer had gevergd, geloofde zij niet meer dat de zeelieden
konden terugkeerenzij bad nog slechts uit vrees, alleen met
haar lippen tot de Maagdin haar hart koesterde zij wrok tegen
de heilige.
Gaud echter hoorde begeerig die vertroostende woorden aan,
terwijl haar groote, door donkere kringen omgeven oogen met
teederheid den grijsaard aanzagen, die zooveel op den ge
liefde geleekalleen als zij hem bij zich had, bleef de dood weg,
en zij voelde zich door zijn woorden kalmer, meer nabij haar
Yann. Stil, verkwikkend vielen haar tranen neder en zij her
haalde vurig in zich zelve de gebeden tot de Maagd, Ster-van-
de-zee.
Een oponthoud daarginds op die eilanden, wegens averij mis
schien dat was inderdaad zeer wel mogelijk. Zij stond op en
kleedde zich, alsof hij terng zou kunnen komen. Neen, alles
was stellig nog niet verloren; zijn vader wanhoopte immers nog
niet. En weder ging zij eenige dagen voort met wachten.
Het was wel degelijk herfst, achter in den herfstde sombere
nachten hulden reeds vroeg alles in het donker en overdekten
het oude Bretonsche land in den omtrek met een zwarten, som
beren sluier.
De dagen zelf schenen nog slechts schemeringen te zijngroote
wolken, die langzaam voortdreven, maakten dat het 's middags
somtijds even duister was als bij avond. De wind loeide zonder
ophouden, nu eens in de verte met een geluid als van een groot
kerkorgel, waarop een wanhopige muziek werd gespeeld; dan
weder vlak aan de deur met een gebrul als van een verscheu
rend dier.
de hoofdpersoon, op do goede oude wijs, een zeer vrijgevig gebruik
maakt van zijn klompen. Ik zeg op de goede oude wijs; een
gemoderniseerde Jan Klaasscn is voor mij eenvoudig een onding.
Wie zich geneert zijne kinderen op de Markt naar de klucht te
laten kijken, kan de vertooning aan huis krijgen; immers dc lieer
Hofman publiceert, dat hij „speeld op pertijen en versieties".
Op de Paardenmarkt waren 240 stuks aan dc lijnde handel
was stug. De prijzen varieerden van f 40 lot f 425 per stuk."
Bij het hevige onweder, dat jl. Vrijdagavond boven
de Zuiderzee losbarstte, sloeg de bliksem in de nachtboot
„Amstel", die van Amsterdam naar Kampen stoomde. De
bliksem liep eerst langs den mast, sloeg over het stuurrad
naar het kompas, dat eenigszins beschadigd werd en einde
lijk naar de machinekamer. Alles liep evenwel zonder
ongelukken af.
Jl. Vrijdag werd te Houtrijk en Polanen verpachting
gehouden van het grasgewas op het voormalig eiland
Ruigoord in den Houtrakpolder, ter grootte van p. m.
6 hectaren. De opbrengst daarvan was gemiddeld f 192£
per hectare.
Door de politie te Haarlem is proces-verbaal opge
maakt tegen een 16jarigen knaap, wegens het uithalen van
een nest met woudduiven in een kastanjeboom, staande aan
den Burgwal. De duiven, die hij reeds had verkocht, zijn
in beslag genomen.
Een twaalftal dames te Amsterdam hebben eene
Dames-Roeivereeniging opgericht.
Men schijft uit Arnhem, dd. 17 dezer:
Gisterenavond, omstreeks elf uren, is hier het volgende
voorgevallen. Terwijl de heer Huydekoper, lid der kassiers
firma v. Cappelle Co., met twee heeren van eene ver
gadering huiswaarts keerende, zich op de Benedenbergstraat
bevond, waar het zeer duister is, zakte hij plotseling ineen,
zonder een woord te kunnen uiten, naar het schijntalthans
de beide andere heeren verkeerden in de meening, dat hij
een toeval had gekregen. Tehuis gebracht, bleek het
evenwel, dat den heer H. eene diepe steekwonde met een
scherp werktuig in den rug was toegebracht.
Nader kwam het volgende aan het licht: Nabij het Hötel
„de Zon" was de heer H. reeds aangesproken door een
verversknecht, die verklaarde door hem broodeloos te zijn
gemaakt. Deze man moet de heeren eenige schreden zijn
gevolgd en toen den steek hebben toegebracht. De dader
is heden door de politie gearresteerd en moet reeds hebben
bekend. Men zegt, dat het een verversknecht is, die aan
de woning van den heer H. werkzaam is geweest. De
heer H. klaagde over de wijze waarop het werk werd
verricht bij den patroon en deze moet den knecht hebben
ontslagen.
De wonde is diep. De steek heeft ook eene long gekwetst,
zoodat zij licht doodelijk kon zijn geweest. Heden was de
toestand van den patiënt vrij goed.
Nader meldt men:
De dader van den aanslag op den heer H is een kasten
maker. Dronkenschap, geene wraakoefening, wordt thans
als de aanleidende oorzaak opgegeven.
Negentien leden van de Militaire Sportvereeniging,
allen huzaren-officieren en officieren der rijdende artillerie,
hielden jl. Zaterdag een wedstrijd om den afstand van
Zutphen naar Amsterdam binnen 12 uren tijds te paard af
te leggen. De afrit geschiedde op onbepaalde tijden. Allen
legden binnen den gestelden tijd den afstand af en kwamen
met hunne paarden in den besten welstand aan. De 5
eersten waren: ritmeester Van Raden in 6 u. 45 min.;
ritmeester Jhr. Van der Wijck in 6.56; 1ste luitenant
W. Peters in 7.17; kapitein Jhr. Van den Bosch, ordon-
nance-officier van Z. M. den Koning en luitenant Baron
Hardenbroek van Amerstol.
In sommige streken van Overijsel is de hooioogst
begonnen. De opbrengst valt zeer tegen. Het hooi wordt
duur verpacht.
KEIZE R FEE D E R I K.
Tentoonstelling van het lijk. Tal van belangstellenden
hebben jl. Vrijdag en Zaterdag gebruik gemaakt van de gelegen
heid om het lijk van den ontslapen Keizer te gaan bezichtigen.
De doode ligt op een laag ijzeren veldbed, dat met metalen
knoppen is versierd. Tot aan de borst is hy met eene witte zijden
sprei bedekt. Het bovenlijf is gehuld in een baptisten hemd met
staande kraag en stijve manchetten, die met schildpadden knoopen
zijn gesloten. Het gelaat is diep ingevallen, de slaap- en juk-
Gaud was bleek geworden en liep boe langer hoe meer ge
bukt, als had de ouderdom haar reeds met zijn wieken aange
raakt. Dikwijls betastte zij de voorwerpen, die haar Yann hadden
toebehoord: zijn fraaie trouwklcederen, die zij openvouwde en
weder inpakte als een krankzinnige, vooral ook een van zijn
blauwe wollen buizen, dat den vorm van zijn lichaam behouden
hadals men het voorzichtig op dc tafel uitspreidde, kwamen
de vormen van zijn schouders en zijn borst eenigszins uiteinde
lijk legde zij het geheel alleen op een plank in de kast en raakto
zij het kleedingstuk niet meer aan, opdat het langer die indrukken
behouden zou.
lederen avond steeg een koude nevel uit den grond op; dan
tuurde zij door het venster op de treurige vlakte, waar hier en
daar een wit rookwolkje begon op te stijgen uit de een of andere
hut: daar waren overal de mannen teruggekomen, als trekvogels,
door de koude naar hnis gedreven. Aan vele van die haard
vuren was de avond thans gezellig; want met den winter was
de liefde wedergekeerd in het land der IJslanders...
Zich vastklemmend aan het denkbeeld, dat hij zich op die
eilanden had opgehouden, was zij weder eenigszins gaan hopen
en opnieuw begonnen te wachten...
Hij kwam nooit weder.
een onstuimigen Augustusnacht was daarginds, op de groote
zee bij IJsland, te midden van een helsch geraas, zijn bruiloft
met de zee gevierd.
Met de zee, die vroeger zijn voedster was geweest, die hem
had gewiegd, die hem tot een grooten en sterken jongeling had
gemaakt, en die hem than3 in al de schoonheid van zijn
mannelijke kracht weder tot zich nam, tot zich alleen. Een diep
geheim hield die vreeselijke bruiloft omsloten. Donkere sluiers
waren er boven uitgespannen, dikke gordijnen badden het feest
verborgen gehouden; en de bruid had zelve het bruidsgezang
aangeheven met een stem, wier kracht alles overtrof. Hij,
denkend aan Gaud, zijn vleeschelijke vrouw, had zich in een
reuzenworsteling tegen die echtgenoote van het graf verzet.
Eindelijk had hij zich moeten overgeven en de armen geopend
om haar te omsluiten, met een luiden kreet als een stervende
stier, de mond reeds gevuld met water, de armen wijd uitge
strekt en verstijfd voor immer.
En op zijn bruiloft waren allen te gast, die hij er vroeger
toe had genoodigd. Allen, behalve Sylvester, die zich ter ruste
had gelegd in de heerlijke tuinen ver aan de andere zyde
der aarde.