Het Heeft den Koning behaagd, aan I-I.Ds. adjudant- generaal, Z. Exc. den luitenant-generaal Jhr. G. M. Ver- spyck, op te dragen, aan den Keizer van Duitschland, Koning van Pruisen, Zr. Ms. gelukwenschen over te brengen ter gelegenheid van Hd. troonsbestijging. Aan genoemden adjudant-generaal is toegevoegd 's Koningsordonnans-officier, de 1ste luitenant R. Baron Van Heeckeren van Molecaten. Het echtpaar Rosier FaassenVan Velzen zal a. s. Zondag zijn zilveren bruiloft vieren. Te Scheveningcn is op het terrein achter de remise van de Tramway en „het koepeltje in duin" de baar afge bakend voor de inrichting van een z. g. „montagnerusse". Deze in het buitenland reeds bekende golvende banen zijn inrichtingen waarlangs over rails wagentjes, waarin 15 personen kunnen plaats nemen, na te zijn voortgestuwd vanzelf met groote vaart over hoogten en door laagten glijden. Met den onderbouw zou reeds binnen enkele dagen een aanvang worden gemaakt. De prijs der Meikersen is te Wageningen gedaald tot 10 cents per half kilogram. De kersen zijn klein en het weer der laatste dagen is voor het gewas ongunstig. De gepensioneerde kapitein S., die eenige dagen geleden bij een brand te zijnen huize in de Mauritsstraat te Breda zware brandwonden bekwam, is in het R.-K. Gasthuis aan de gevolgen overleden. Een groot aantal gasverbruikers te Groningen heeft zich per adres tot den Gemeenteraad gewend, met het verzoek, den gasprijs met 1 Januari a. s. te stellen op 4 cents per M3. Zij herinneren er aan, dat de gasfabriek, die het vrije eigendom der gemeente is, bovendien reeds lf millioen zuivere winst heeft opgebracht en dat het gas aan de gemeente slechts 3 cents per M3 kost. Te Steenwijk is eene timmerraansvrouw van drie jongens bevallen. Moeder en kinderen zijn allen wel en het ontbreekt niet aan het noodige. Men zegt, dat Zola aan een Italiaan vergunning gaf van „Nana* een operettetekst te maken. Het steppenhoen. Men leest thans bijna dagelijks in de dagbladen, zoowel Nederlandsche als Duitsche, van het opnieuw verschijnen, ook in ons land, van het Aziatische steppenhoen (Syrrhaptes paradoxus), dat, voor zoover men weet, in 1863 voor het eerst in Europa verscheen en zelfs hier en daar nestelde, maar spoedig door de jachtliefhebbers deels gedood, deels verjaagd werd, niettegenstaande de aan die liefhebbers gerichte bede om dat nieuwe wild toe te laten zich in westelijk Europa voorgoed te vestigen. „Het is te hopen schrijft naar aanleiding daarvan D. L. in de juist verschenen aflevering van het „Album der Natuur" dat men nu de bij ons verschijnende steppen- hoenderen zal verschooneneenige courantenberichten doen echter vreezen dat die hoop niet zal worden vervuld. In „Humboldt" (Juni 1888, S. 235) wordt de wensch uit gedrukt, dat de wegen worden opgespoord langs welke deze landverhuizers uit Azië westwaarts tot aan de Noordzee zijn getogen, en dat er tijdig maatregelen tot hunne bescher ming worden genomen. „Humboldt" noodigt daarom alle jagers en natuurvorschers dringend uit om op het voorkomen van steppenhoenderen te letten, en berichten van hun verschijnen met nauwkeurige opgaaf van plaats en datum te zenden aan dr. Reichenow, custos van het Koninklijk Zoölogisch Museum te Berlijn, en drukt alle bezitters van jachtvelden op het hart om zich de bescherming van deze vogels aan te trekken. „Of de steppenhoenderen, niet verjaagd wordende, zich in westelijk Europa voorgoed zullen vestigen en natura- liseeren, is natuurlijk onzeker. Maar het is te beproeven, en daartoe behoort even natuurlijk dat die vogels zoomin mogelijk gestoord worden. Het heugt ons echter nog, hoe deze in de Hollandsche duinen vervolgd werden alsof het de uitroeiing gold van een schadelijk en gevaarlijk gedierte, bijv. van den problematischen wolf of hyena, op welken in die duinen in 1848 jacht werd gemaakt. Wanneer wij nu in eene courant lezen dat de jagers zich aangorden om jacht te maken op het vreemde wild, dan vreezen wij wel dat het niet lang duren zal, of het steppenhoen zal weer verdwenen zijn. Daarom kwam het ons voor dat eene waarschuwing, als de bovenstaande, misschien nog eenig nut zou kunnen doen." Het is van algemeene bekendheid, dat alle wijnhandelaren knappe lui zijn, geoefende paedagogen, die het weerspannig gistend nat tot bedaren weten te brengen en te temmen met water; de meest ondernemenden van hen gaan zelfs verder en laten het jeugdig nat op Corfu en in Hongarije geen tijd om in het vaderland uit te gisten; zij brengen het ver weg naar Mainz, waar het onder zeer geleerde wijnkenners een voorname opvoeding geniet en Fransch van het stalletje sprakeloos van verbazing en blijdschap achter lieten. Zij durfde ternauwernood gelooven aan het wonder, dat daar zoo opeens uit de lucht was komen vallen. „Eens toen ik op mijne knie gevallen was, en mij geducht bezeerd had, heeft zij mij een appel present gegeven. Dat heb ik altijd onthouden, natuurlijkiemand, die vriendelijk voor ons geweest is, vergeten wij nooit." Lief, onschuldig kindHet was nooit in zijn hartje opgekomen, dat er menschen beslaan, die vriendelijkheden en weldaden maar hoe eer hoe liever vergeten. Het onderhoud met Dick droeg een zeer eigenaardig karakter. Dick had juist weer allerlei moeilijkheden gehad met Jack en was zeer ter neergedrukt toen zij kwamen. Zijne verbazing, toen Cedric hem met de meeste kalmte vertelde, dat zij gekomen waren om hem te geven wat hij zoo vurig gewenscht had, het middel om aan al zijne zorgen een eind te maken, was met geene pen te beschrijven. De manier, waarop Lord Fauntleroy hem het doel van hunne komst mededeelde, wa3 eenvoudig. De heer Havisham verwonderde zich over de flinkheid, waarmeê hij in een paar woorden zijn bedoeling uiteenzette. Het bericht, dat zijn vriendje een lord geworden was en, als hij maar lang genoeg leefde, ook nog gevaar liep van den graventitel te krijgen, had ten gevolge, dat Dick mond en oogen zóó wijd opensperde, dat zijne pet afviel. Terwijl hij die opraapte, deed hy een ietwat zonderlingen uitroep. Ten minste de heer Havisham vond hem zonderlingCedric hoorde hem niet voor de eerste maal. „Loop naar je zuster, hoor I" Zijne Lordschap scheen wel wat verlegen, over het weinig aristocratische antwoord van zijn vriend, maar hij hield zich goed. „Iedereen denkt eerst, dat het niet waar is. Mynheer Hobbs dacht, dat ik niet recht wijs was. Eerst verbeeldde ik mij, dat ik het niet prettig zou vinden, maar nu ik eenmaal aan het denkbeeld gewend ben, valt het mij meé. Degene die nu graaf is, is mijn grootpapa en hij wil graag, dat ik alles doe waar ik pleizier in heb. Hij is heel goed on vriendelijk al is hij een graaf en hij heeft my heel veel geld gestuurd; mynheer Havis ham heeft het en ik mag er u wat van geven om Jack af te koopen." leert spreken om als Chateau-Lafitte of als Sauterne onder de menschen te komen. „Mein lieber Mann" werd eens in een café in ditzelfde Mainz mij toegevoegd „Guter Wein ist ein „gutes geselliges Ding", und jeder Mensch kann sich wohl eininal davon begeisteren lassen". Ik liet den enthousiast doorslaan en hoorde hein in het eind den wijn een soort van staand leger noemen, in het aanzijn geroepen in het belang van de vreugde en tegen delasten van het leven: Rijnwijn de Infanterie; Champagne de Cavalerie; Bourgogne de Artillerie; Dessertwijn Adjudanten; Tokayer de oude generaals. Toen werd het mij te machtig en van mijn tafeltje opstaande, zeide ik „wanneer de natiën alleen met deze wapenen gingen strijden, „zou het evenwicht in Europa toch niet bewaard blijven." O. Breitschwert. Vanwege het Hoofdbestuur der Vereeniging „Het Nederlandsche Rundvee-Stamboek" is aan belanghebbenden en belangstellenden in den Nederlandschen veestapel het volgend schrijven gericht: In 1889 worden alle natiën opgeroepen, om te Parijs deel te nemen aan de groote internationale tentoonstelling, die dan in die wereldstad zal worden gehouden. Algemeen is het bekend, dat de Nederlandsche Regeering niet voornemens is officieel deel tc nemen. Velen hebben zich afgevraagd: Zal nu Nederland door afwezig heid schitteren. Wij hopen en vertrouwen van neenEene particuliere com missie toch heeft zich samengesteld, om de belangen der Neder landsche inzenders te behartigen, en die commissie treedt bij de Parijsche commissie als zoodanig op en is door laatstgenoemde erkend. Met die commissie samen te werken, was ook het doel van het besluit der algemeene vergadering van de Vereeniging „Het Nederlandsche Rundvee-Stamboek", op 28 Mei jl. te Amsterdam genomen, om de inzending van rundvee op de bedoelde Tentoon stelling zooveel mogelijk te bevorderen. Nuttig, ja noodig wordt het toch geacht om onzen zoo beroemden Nederlandschen veestapel op dien internationalen wedstrijd waardig te doen vertegenwoordigen, om den vreemdeling te toonen de goede eigenschappen van ons vee, en vooral ook, om geen poging na te laten, om te trachten den achteruitgaanden toestand van onzen landbouwer en veehouder weder te verbeteren. Maar.... om aan het voornemen gevolg te geven, ontbreken aan onze Vereeniging de noodige fondsen. Wel heeft de algemeene vergadering besloten eene bijdrage van f 500 uit de kas der Ver eeniging te geven en voor f 500 deel te nemen in een waarborg fonds, doch dat bedrag is natuurlijk verre van voldoende om de hoog noodige kosten te bestrijden. Het is daarom dat het Hoofdbestuur der Vereeniging „Het Nederlandsche Rundvee-Stamboek" deze richt tot alle besturen van onze Nederlandsche Maatschappijen en Vereenigingen, die zich bevordering van veeteelt ten doel stellen, tot alle belang hebbenden, tot alle belangstellenden in onzen veestapel, met dringend verzoek door het geven van bijdragen of door het nemen van dón of meer aandeelen in het waarborgfonds deze zoo gewich tige zaak te steunen. Wanneer men zich herinnert op welk eene schitterende wijze Frankrijk is vertegenwoordigd geweest op onze Internationale Landbouwtentoonstelling in 1884 te Amsterdam, dan zal men het ook zeker willen aanmoedigen dat, nu Nederland van Frankrijk de uitnoodiging ontvangt, eene ons vaderland waardige verzameling rundvee op die Wereldtentoonstelling worde ingezonden. In die verwachting en met de overtuiging, dat afwezigheid van ons vee nadeelig voor ons vaderland zoude zijn, bieden wij nevens gaand inschrijvingsbiljet aan, met beleefd verzoek, dat vóór 1 Augustus a. s. aan den Algemeenen Secretaris der Vereeniging terug te zenden. DE KERMIS. 't Ia toch een aardig ding, zoo'n kermisZelfs de deftigste philosoof ontkomt niet aan haar bekoring. Zoolang de kermis nog ver te zoeken is, wordt er soms niet malscli over haar gesproken en moet zij nog al eens een veer laten, maar heeft zij eenmaal haar jaarlijkschen intocht gehouden, dan is 't of zij alles en allen met haar toover- staf aanraakt, en stemt menige bestrijder van gisteren hartelijk in met het: „Schept vreugde in 't leven En waarom ook niet? De kermis is en blijft nu eenmaal voor duizenden bij duizenden de éénige gelegenheid, om zich eens een paar dagen in 't jaar naar hartelust volop te vermaken. Iets anders, iets beters er voor in de plaats te stellen, dat even aantrekkelijk en even vermakelijk is, heeft nog maar altijd niet mogen gelukken. Veroordeelen en afschaffen gaat gemakkelijk; maar een mensch is zóó niet, of hij wil toch wel eens een pretje hebben. Dat deze en gene bij dat pretje de maat wel eens overschrijdt en de perken te buiten gaat, is jammer genoeg, doch dit gebeurt niet alleen bij de kermis, maar ook bij vele andere dingen. Om die buitensporigheid van sommigen, over de geheele kermis het doodvonnis uit te spreken en de goeden met de kwaden te laten lijden, is te hard. In afwachting van En bet eind van het geval was, dat Dick Jack werkelijk afkocht en zich zeiven in het onverdeeld bezit zag van de zaak, eenige nieuwe borstels, een keurig uithangbord en een pak nieuwe kleeren. Het kostte hem in den beginne, evenals de appelen vrouw, moeite om aan zijn geluk te gelooven hij staarde zijn jeugdigen weldoener aan, met een gevoel alsof hij droomde... Het scheen, dat hij niet tot het besef van de werkelijkheid kwam, vóórdat Cedric hem de hand toestak en hartelijk afscheid van hem nam. „Vaarwel, Dick," sprak hij toen, en hoewel hij zijn best deed om op den gewonen toon te spreken, was er toch eene zeer merkbare trilling in zijne stem en een vochtige glans in zijne groote bruine oogen. „Ik hoop dat de zaak goed zal gaan. Het spijt mij, dat ik weg moet, maar misschien zal ik nog wel eens terugkomen wanneer ik een graaf ben. Ik hoop, dat gij mij eens schryven zult; wij zijn altijd zulke goede vrienden geweest. En mocht gij het eens willen doen, dan is dit mijn adres." En hij gaf hem een stukje papier. „Ik heet nu ook niet meer Cedric Errol, maar Lord Fauntleroy en nu vaarwel, Dick Dick knipte eens met de oogen, en toch schenen ook zijne wimpers vochtig te worden. Hij was geen welopgevoede schoen poetser en hij zou verlegen gestaan hebben, indien hij had moeten zeggen wat hij op ,dit oogen blik voelde; misschien was dat de reden waarom hij het maar niet eens probeerde en alleen met de oogen knipte en het brok trachtte door te slikken, dat hem opeens in de keel was geschoten. „Ik wilde wel, dat gy niet heengingt," zei hij met heesche stem. Toen knipte hij weer met de oogen. Vervolgens zag bij den heer Havisham aan en even aan zijne pet rakende, sprak hij„Ik dank u wel, mijnheer, dat gij met hem hier gekomen zijt en zooveel voor mij gedaan hebt. Hij is hy is zoo'n aardig klein ventje," liet hij er op volgen. „Ik heb altijd veel met hem op gehad. Hij is zoo'n slim ventje, en zoo aardig...." En toen zij zich omgekeerd hadden, keek hij hen achterna alsof hy niet recht wist hoe hij het had, en hij had nog altijd een nevel voor de oogen en een brok in de keel, terwijl hy het slanke, mooie kind daar zoo dapper zag voortstappen naast zijn ernstigen, deftigen geleider. (Wordt vervolgd.) bet andere en betere, dat misschien nog wel eens komen zal, moeten we ons voorshands nog maar met de oude kermis zien te behelpen. En daarom roepen we aan iedereen, die verstandig genoeg is om te zorgen dat het kermisgenot van deze week hem of haar in latere weken niet berouwt, van harte een „pleizierige kermis!" toe. Verscheidene ondernemers van publieke vermakelijkheden, die hier reeds van ouds een goeden naam hadden, zijn weêr flink voor den dag gekomen, en bovendien prijken er ook weêr enkele nieuwe op het programma. Daar hebt ge in de Spoorstraat de Hollandsche Opera uit Amsterdam. Zonder anderen opzettelijk in de schaduw te willen stellen, mogen we toch wel zeggen, dat dit nu eens dezen keer het neusje van de zalm is. Wie had het ooit van zijn leven gedacht, dat er op onze Heldersche kermis nog eens een Hollandsche Opera zou komen't Grootste wonder van de wereld, watblief? En nu.kan ieder met eigen oogen de verwezen lijking van dat wonder in de Spoorstraat gaan aanschouwen. Zooals het spreekwoord zegtkomt de berg niet tot Mahomed, dan gaat Mahomed naar den berg. Menigeen onzer plaats- genooten had reeds dikwijls gehoord en gelezen van al het kunstgenot, dat in den Parkschouwburg te Amster dam te smaken viel, maar miste tot dusver tijd en ge legenheid om daarvoor een uitstapje naar de hoofdstad te maken. Welnu, thans is het voortreffelijke gezelschap der „Vereenigde artisten" tot ons gekomen en kan ieder het gaan Itooren, zonder van spoor of stoomboot gebruik te moeten maken. Over de wijze van opvoering der opera's heeft de geheele kunstwereld niets dan lof. En zelfs de beroemde criticus Daniël De Lange te Arasterdam, die lang niet toegevend is als het de kunst geldt, gewaagde herhaaldelijk in de gunstigste bewoordingen van de uitmuntende voorstellingen door dit gezelschap. Het heeft zijne opvoeringen aangevangen met „De Huzaren in het dorp", een Hollandsche bewerking van Maillarts bekende „Dragons de Villars", en zich daarmede al da delijk aller bijval veroverd, gelijk de avond van Maandag reeds voldoende bewees. Wij durven dan ook aan dit gezelschap een zeer druk bezoek voorspellen, want ieder, die ware kunst wil genieten, zal van de hem door de Hollandsche Opera daartoe aangeboden gelegenheid gaarne en herhaaldelijk gebruik maken. Zonder aarzelen kan van de onderneming des heeren Van Lier, op het Nieuwe Kerkplein, volkomen hetzelfde gezegd worden. Het Hollandsch Tooneelgezeischap uit Amsterdam heeft een voortreffelijke reputatie op kunst gebied, en bovendien waarborgt de welbekende naam van A. Van Lier ons, dat er iets degelijks en boeiends komen zal. Ook velen der artisten zullen wij weêr met ingenomenheid begroeten; de dames Ellenberger en Van Rossura b. v., en de heeren Veltman (wie kent den „ver- rajer" Veltman niet!) Potharst, Van Hilten, enz. enz. be zitten een vermaardheid, die ook meermalen tot ons is doorgedrongen. De openingsvoorstelling hedenavond met het beroemde volksstuk „Zwarte Griet", van Rosier Faassen, is al dadelijk een zeer gelukkige keus. Wat zal het vol zijn bij Van Lier! En morgenavond, bij de opvoering van het boeiende drama „De Moorin van Granada", zal men ook niet licht een staanplaatsje onbezet vinden. Het terrein Tivoli is óók al door een Amsterdamsche kunstonderneming in beslag genomen. Daar vinden we in den schouwburg Van Boas en Judels de „Vcrccuigde Vavivtvs-Tooiicelistcn", onder directie van de heeren Kreukniet en Blaaser. De voorstellingen van dit jeugdige maar uitmuntende gezelschap werden in de Amsterdamsche bladen herhaaldelijk met zooveel lof en aanmoediging besproken, dat wij een bezoek zonder bedenking kunnen aanbevelen. Gisterenavond gaven deze tooneelisten een opvoering van het aangrijpende drama „Kleine Jacques", naar Jules Claretie, dat ontelbare malen te Parijs, Brussel, Amsterdam, enz. met buitengewoon succès vertoond is, en thans ook hier bij de toeschouwers blijkbaar zeer in den smaak viel. Hedenavond volgt „De gebochelde", ook al een der beste nommers van het repertoire. Men kan er op aan, dat de heeren Kreukniet en Blaaser, voor ver scheidenheid en afwisseling zorgende, tevens altijd iets goeds te zien zullen geven. In Tivoli gaat de wakkere directeur van het Internatio naal en Hollandsch Operetten-gezelschap, de heer C. Stroober, precies van hetzelfde stelsel uit. Afwisseling van spijs doet eten, denkt hij terecht; daarom noemt hij zijn onder neming dan ookGrand Spectacle Concert Varié. Zondag en Maandagavond heeft men reeds gelegenheid gehad om zich hiervan te overtuigen, en een kijkje te nemen bij het optreden van de nieuwste en grootste excentriciteiten der wereld. Daar er iederen avond een geheel nieuw pro gramma beloofd wordt, behoeft men het niet bij één bezoek te laten; den volgenden avond komen er al weêr andere grappen en amusementen. Voor ruimte zal men in „Musis Sacrum" óók moeten zorgen, want niet alleen is hier de „entree vrij* (een prijs waarop niemand iets zal willen afdingenmaar er is daar uitsluitend gelegenheid tot dansen, en voor dansen moet je flink uit den weg kunnen. Het programma luidt eenvoudig: prettige, opwekkende, feestelijke, gezellige samenkomsten gedu rende de kermisdagen. Vier van de aantrekkelijkste adjec tieven dus uit ons Nederlandsch Woordenboek. Wie op de alleraardigste muziek van de heeren Polak niet kan dansen, is een kniesoor! Voor de oogen, ooren en voeten der kermisbezoekers is dus perfect gezorgd. Maar de maag heeft ook hare eischen. Zij wil ook wel eens kermis houden en met een lekker extraatje getrakteerd worden. Wat lekkers? Wat extra's Aha, denkt ieder dadelijk, dan moeten we naar Boukamp! Evenals sedert onheugelijke jaren is P. Boukamp ook nu weêr met zijn nette Wafelkraam present, op den Kanaalweg, hoek van de Molenbrug, je weet wel. Van kostelijke waar en uitstekende bediening kan men daar verzekerd zijn. En bovendien ziet men dadelijk aan de heerlijke wafels zelf, of men terecht is. P. B. staat er in gebakken, dat beteekent natuurlijk P. Boukamp; maar wilt ge er Prima Beslag of Puike Boter uit lezen, ook goed, want dat is óók waar. De mensch zal bij brood alleen niet leven, maar bij wafelen alleen ook niet. Voor de variatie wil men wel eens een bordje Beignets.Heerlijk en van versche appe len gebakken, vindt men ze op het Havenplein in de van ouds bekende Taverne Parisienne van Lemeur-Consael, heel uit.... Parijs! Wat je vèr haalt, smaakt lekker. Maar hier wordt het lekkere u uit Parijs gebracht, en dat is wel zoo makkelijk. Wie de tent voorbijloopt en de smakelijke beignets, wafelen en andere Yerverschingen ruikt en ziet,

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche en Nieuwedieper Courant | 1888 | | pagina 2