Z. M. de Koning heeft ook aan den Hortus Botanicus te Amsterdam weder eene groote collectie fraaie tropische planten, waaronder varens, palmen en prachtige orchideeën, geschonken. Voor de meer dan 350 vacante predikantsplaatsen bij de Herv. kerk, is thans geen enkele candidaat meer beroep baar, dewijl de 14 candidaten, die in Mei 11. tot de evan gelie-bediening zijn toegelaten, reeds allen een beroep hebben aangenomen. Tot ontvangst van de leden der Holland Society of New-York", die in de volgende maand Amsterdam zullen bezoeken, heeft zich eene Commissie gevormd van omstreeks twintig leden. Er zal een ernstige poging in het werk worden gesteld tot landaanwinning op de Friesche wadden. Eene leening van f 1,200,000 1 en 2 Augustus opengesteld bij de heeren Broeksma en Honders, te Amsterdam en Jan Ver meer Gz., te Deventer is voor het werk uitgeschreven. Jl. Vrijdag is Jannetje Struik, de zoogenaamde 7mil- lioenenjuffrouw', uit de gevangenis te Gorinchem ontslagen. Naar men verneemt, vertoeft zij nog aldaar. De duinen op Texel worden om de tien jaar van Rijkswege verpacht aan verschillende veehouders. Bij gelegenheid van de laatste verhuring was de opbrengst aanzienlijk, ja zelfs een derde minder dan voorheen. Niet tegenstaande deze vermindering van pachtgelden valt het tegenwoordig den huurders hoogst bezwaarlijk, aan hunne financiëele plichten te voldoen èn door de heerschende malaise op het gebied van landbouw en veeteelt èn door de veelvuldige sterfte onder het vee in den laatsten tijd. Er is daarom door verschillende pachters een verzoekschrift aan den Minister van Financiën gezonden, ten einde ver mindering van pacht te bekomen, niettegenstaande de gesloten contracten over een tijdsruimte van tien jaar loopen, waarvan er nog slechts drie verloopen zijn. Wanneer men in aan merking neemt, dat de voordeelen, die 's Rijks schatkist van de duingronden op Texel trekt, van p. m. f 14,000 tot p. m. f 9000 verminderd zijn, bestaat er gegronde vrees, dat aan het verzoek van adressanten moeilijk zal voldaan kunnen worden. De heer Jhr. Kraijenhoff, te Zutfen, inspecteur van de belastingen in de provincie Gelderland, vroeger contro leur alhier, vierde jl. Zaterdag zijn 40jarig jubilé als amb tenaar bij de administratie. Hij begon zijne loopbaan in 1848 als surnumerair en werd zeven jaren later tot contröleur benoemd. Hij was ook inspecteur in de provincie Groningen. De gezamenlijke ambtenaren der belastingen in Gelder land bodem hem een souvenir aan, waarbij de heer Boel- laard, als oudste contröleur. hulde bracht aan de strikte rechtvaardigheid en humaniteit jegens al zijne ambtenaren, waardoor de jubilaris aller achting had verworven. r- De gemeente-rekening van Warinenhuizen is door den Raad voorloopig vastgesteld in ontvangst op f 16,082.35$ en in uitgaaf op f 16,641.40$. Hoe onvoorzichtig het is om jongens of kinderen zonder toezicht in zee te laten zwemmen of baden, blijkt uit het volgende treurige ongeluk: Vrijdagmiddag waren eenige jongens van ongeveer 12 jaren bij Zuid-Zandvoort aan het zwemmen. Plotseling werd, vermoedelijk door eene sterke strooming, één van hen weggedreven en verdronk. De aangewende pogingen om het kind op te visschen zijn nog niet gelukt. Op feestelijke wijze werden jl. Zaterdagmiddag te Scheveningen de zoogenaamde Montagnes Russes geopend. Hen, die nog niet in de gelegenheid waren, deze golvende glijbanen, welke in buitenlandsche badplaatsen zeer veel opgang maakten, te bezien, kan een kijkje worden aanbevolen. De inrichting is betrekkelijk eenvoudig. De baan is een hellend vlak, voorzien van een smal spoor, waarin zich over een afstand van ongeveer 115 meters drie verhoogingen bevinden. In een wagentje, dat zich het best laat verge lijken bij een open tramwagentje van lichte constructie, kunnen 12 k 14 personen plaats nemen. Van het hoogste punt af wordt het karretje losgelaten, loopt langs het hellend vlak over de steeds in hoogte afnemende heuvels, om, aan het eindpunt gekomen, te blijven staan. Daar wordt het terugloopen door een paal belet en een paar als matrozen gekleede mannen brengen liet voertuigje op een soort slede naar een baan, evenwijdig loopende met die waarop de afrit geschiedde. Langs deze lijn heeft de terugrit plaats. Het muziekkorps, onder leiding van den heer Benj. Wolft', zorgde bij de opening voor vroolijke muziek. (Het Vad.) Jl. Vrijdag heeft te Renkum met den van Arnhem komenden stoomtram een ernstig ongeluk plaats gehad. dat de vervallen krotten afgebroken en nieuwe huisjes gebouwd zouden worden. „Het is Lord Fauntleroy, die er op aandringt," zei hij droogjes; „hij ziet er voordeel in en gij kunt aan de menschen zeggen, dat bet denkbeeld van hem is uitgegaan." En terwijl hij dit zeide, sloeg hij een blik op zyne Lordschap, die op het haardkleed lag te spelen met Dougal. De groote hond was onafscheidelijk van het kind en volgde hem overalging Cedric wandelen, dan stapte hij deftig naast hem voort, en zat bij te paard of in het rijtuig, dan vergat het dier zijne gewone majesteit en draafde vroolijk meê. Natuurlijk werd het bericht van de voorgenomen verbetering spoedig ruchtbaar in stad en land. Eerst wilde geen mensch het geloovenmaar toen er een klein leger van werklieden verscheen, die de vuile, half ingevallen huisjes gingen afbreken, begon men te begrijpen, dat de kleine Lord weêr eene nieuwe weldaad bewezen had, en dat het aan de tusschenkomst van het lieve kind te danken zou zijn, indien aan den ergerlijken toestand van Earl's Conrt een eind werd gemaakt. Als hij eens geweten had hoe er over hem gepraat werd, hoe men hem prees wijd en zyd en welke schoone verwachtingen men van hem koesterde wat zou hij verbaasd zijn geweestMaar daar vermoedde hij niets van. Hij leefde zijn eenvoudig, gelukkig kinderleven, spelend in het park, jacht makend op de konijntjes, die hij evenwel nooit kwaad deed, nederliggend in het gras onder de groene boomen, of op het haardkleed in de bibliotheek, prachtige vertelsels lezend en er met den Graaf en later met zijne moeder over sprekend lange brieven schrijvend aan mijnheer Hobbs en van hunne karakteristieke antwoorden genietendop zijn pony rijdend met den Graaf of Wilkins tot geleide. Wanneer zij door het markt plein reden, zag hij wel, dat de menschen vriendelijk groetten en zich met eene blyde uitdrukking op hun gelaat omkeerden om hen na te kijken, maar hij dacht altijd, dat dit was omdat zijn grootvader naast hem reed. „Wat houden de menschen toch veel van u," zei hy eens, terwijl hij met een bewonderenden glimlach tot zijne Lordschap opzag. „Merkt gij wel hoe blij zij zyn wanneer zij u zien Ik hoop, dat zij later ook zoo veel van mij zullen houden." En hij was er trotsch op, dat hij de kleinzoon was van zulk een bewonderd en algemeen bemind persoon. Bij het afgaan van den Heelsnmschen Berg sprong een negenjarige jongen op den in vollen gang zijnden trein met liet doel om onopgemerkt mede te rijden met liet noodlottig gevolg, dat hij er onder geraakte en op de plaats dood bleef. Het vreeselijk verminkte lijk werd eenige uogenblikken later van onder een der wagens te voorschijn gebracht. Met de uitgifte van populaire geschriften vanwege de Maatschappij tot Nut van 't Algemeen, zooals het departement Rotterdam op de laatste algemeene vergadering had voorgesteld, zal spoedig een begin worden gemaakt. De uitgever M. E. De Grauw, te Ouderkerk aan den Amstel, onderneemt die uitgifte zonder subsidie van de Maatschappij, gelijk oorspronkelijk het denkbeeld was. Het eerst zal uit komen: „Kijkjes op Java", van Werumeus Baning. Deze boekjes zullen tegen zeer lagen prijs worden verkocht. Een fatsoenlijk gekleed heer verlangde in een brillen- magazijn te Leeuwarden een pince-nez te zien. Spoedig had hij er een naar zijn zin gevonden, en hem op den neus zettende, ging hij er mede op de stoep staan, naar de winkelier meende ter beproeving. Zeer werd deze echter teleurgesteld, toen de gauwdief er mede verdween, te ver geefs tot heden op zich latende wachten. In de vorige week werden in de exportslachterij der firma Thompson Co., te Assen, 1450 varkens geslacht, het grootste getal, dat tot dusver in één week werd bereikt. Men schrijft ons uit Schagen, dd. 30 dezer: „De volmaakte stilte, hier sedert de kermis op het gebied van publieke ontspanningen heerschende, werd gisterenavond op hoogst aangename wijze afgewisseld door het eerste Zomer-concert onzer Harmoniekapel, gegeven in den tuin van het Hötel „Yredelust", een plekje in onze gemeente, ons door onze naburen om deszeifs schoonheid benijd, waar men op schoone zomeravonden zoo heerlijk op de „bergjes" zijn kop thee of potje bier onder het groene looverdak kan gebruiken, doch dat wij, Schagcrs, wanneer er niet „iets" te doen is, totaal vergeten te bezoeken. Een keurig programma wa9 het. dat de beer Rugers had snamgesteld immers het bestond uit lste afdcelingNo. 1. „Corneliusmarsch", van Mendelssohn Bartholdy. No. 2. „Egmond", Ouverture de Beethoven, van L. E. Rugcrs. No. 3. „Frühlingserwacben", van E. Bach. No. 4. „La fille du Tambour Major", Fantaisie van J. Offenbach. No. 5. „Annen", Polka, van Stranss. 2de afdeelingNo. 6. „Berlin wie es weint und lacht", Ouver ture van Conradi. No. 7. „Die Wachtparade kommt", Marsch van Eilenberg. No. 8. „La Grande Duchesse de Gérolstein", Fantaisie van J. Offenbach. No. 9. „Ganz Allerliebste", Walzer, van E. Waldteafel. No. 10. „Finale". De uitvoering was, getuige den luiden bijval van het talrijk opgekomen publiek, voortreffelijk en deed directeur en kapel beide alle eer aan. Zonder uitmuntende leiding en geringe studie kunnen di lettanten het eenvoudig onmogelijk tot zulk eeue hoogte brengen. De eenheid, samenstemming, nuanceering en vooral de crecendo's en de cryendo's waren voorbeeldig; vooral in No. 9 waren deze laatste uitmuntend. Onder de uitgevoerde nummers kwam ook voor de ouverture „Eg- mond", van Beethoven, gearrangeerd door den heer Rugers, waarvan de uitvoering op het concours te Purmerende door het publiek met geestdrift werd toegejuicht, doch later door een lid der jury, den heer Coenen, in een der bladen eenvoudig, zonder verdere motiveering, slecht werd genoemd. Ik was niet te Purmerende tegenwoordig en kan dus over de mindere of meerdere juistheid van die uitspraak des heeren Coenen geen oordeel vellen. Ik betreur het echter, dat de jury, nu Schageu tegen hare uitspraak door het weigeren der toegekende prijs protest aariteckende, en zij in verschillende bladen heftig is aangevallen, het niet als een zedelijken plicht heeft beschouwd, de motieven, die voor hare beslissingen te Purmerende hebben gegolden, te publiceeren men zou dan kunnen oordeelen of ook eene jury is feilbaar de aldaar gebezigde maatstaf wel de juiste is geweest. Het is toch wel opmerkelijk, dat die zelfde, volgens den heer C. slecht uitgevoerde „Egmond", hier gisterenavond op uitdrukkelijk verlangen moest worden herhaald. Ik zou diensvolgens dan ook den ijverigen directeur onzer Kapel in overweging willen geven, zich, zoolang de jury de juistheid harer uitspraak niet heeft gemotiveerd, te houden aan het bekende „Vox Populi", etc." De „Volksbond", Verêeniging tegen drankmisbruik, zal de 15de algemeene vergadering houden te Utrecht, op den 29sten Augustus a. s., des voormiddags 11 uur. Punt VI der agenda bevat de volgende voorstellen en punten ter bespreking A. Van het Hoofdbestuur 1. liet onderwerp, behandeld in het „Sociaal Weekblad" Nos. 12 en 14 van den jaargang 1888 (aanmonstering en uitbetaling van werklieden, voornamelijk sjouwerlieden bij schepen en het bevrachten van schepen in drankgelegenheden.) 2. De Volksbond, zoo mogelijk gezamenlijk met de Neder- lansche Vereeniging tot afschaffing van sterken drank, wende zich tot den Minister van Marine met verzoek, dat den zeelieden Terwijl de huisjes gebouwd werden, reden de knaap en zijn grootvader dikwijls naar Earl's Court en Fauntleroy was vol belangstelling. Menigmaal steeg bij af, om een praatje te maken met het werkvolkdan vroeg hij naar allerlei dingen en vertelde hun van Amerika. Na twee of drie van zulke gesprekken wist hij zijn grootvader allerlei inlichtingen te geven omtrent het metsel- en timmerwerk. „Ik wil altijd zoo graag van dergelijke dingen hooren," zei hij eens; „men weet toch nooit hoe het nog eens te pas kan komen." Als hij weg was, praatte het werkvolk over hem, en lachte om zijn grappig, kinderlijk gesnap; maar zij mochten hem allen even graag lijden en hadden er pleizier in als hij zoo stond te pralen met de handen in den zak, den hoed achter op het blonde krullekopje en eene uitdrukking van warme belangstelling op het gehecle gezicht. „Zoo zijn er niet veel," plachten zij te zeggen. „En een verstandig, openhartig kind i9 het ook. De slechte aard zit er niet in." En thuis gekomen vertelden zij hunne vrouwen van hem en de vrouwen spraken er samen over en het duurde niet lang of iedereen wist het een of ander van den kleinen Lord te verhalen; iedereen wist, dat „de booze Graaf" eindelijk iets gevonden had, waarin hij belang stelde iets, dat zelfs zijn oud verbitterd en versteend hart warm had gemaakt. Maar niemand wist hoe warm het geworden was en dat de oude man iederen dag meer gehecht raakte aan zijn kleinkind, het eenige wezen, dat ooit met vertrouwen tot hem had opge zien. Ondanks zich zeiven begon hij vooruit te zien naar den tijd wanneer Cedric een jonge man zou zijn, sterk en schoon, met het leven vóór zich, maar altijd in het bezit van dat goede hart, van die gave om de menschen voor zich in te nemen en overal vrienden te maken; en dan trachtte hij zich voor te stellen wat de knaap doen, hoe hij zijne talenten en schatten gebrniken zou. Vaak, wanneer hij hem gadesloeg zooals bij daar op het haardkleed lag, verdiept in het een of andere groote boek, door den gloed van bet vuur beschenen, gebeurde het, dat zijne oude oogen begonnen te glinsteren, dat een warme blos hem naar de wangen steeg. „Die jongen kan alles mettertijd sprak hij dan tot zich zei ven, „alles!" (Wordt vervolgd.) in 's lands dienst imperatief hun, die den leeftijd van 16 jaren nog niet, facultatief hun, die dezen leeftijd reeds bereikt hebben in plaats van den dagelykschen oorlam eene andere, niet alcohol-houdende versnapering worde uitgereikt. 3. De vergadering spreke de wenschelijkheid uit, dat de afdee- lingen plaatselijk maatregelen nemen om in hunnen kring op lotingsdagen voor de nationale militie het misbruik van sterken drank door lotelingen tegen te gaan. 4. De vergadering drage op aan het Hoofdbestuur een onderzoek in te stellen 1. naar hetgeen door den Bond kan worden gedaan om gewoonte van dronkenschap in de wetgeving te doen opnemen als een reden tot scheiding van tafel en bed of tot echtscheiding 2. naar de wenschelijkheid van het opnemen in de wetgeving van voortdurende dronkenschap als eene reden tot onder curateele stelling. B. Van de afdeelingen a. 's Gravenhage. 5. Behoort het leveren van sterken drank door of vanwege werkgevers op crediet, en het dwingen van arbeiders om ter geheele of gedeeltelijke voldoening van hun loon voor verrichten arbeid sterken drank aan te nemen (zoogenaamde gedwongen winkelnering), niet bij de wet te worden verboden? b. Haarlem. 6. Artikel 26 van het algemeen reglement zal deze wijziging ondergaan, dat voortaan gelezen wordt: „Leden van den Bond kunnen de algemeene vergaderingen bijwonen, doch mogen niet aan de besprekingen deelnemen en hebben ook geen stemrecht." c. Utrecht. 7. De vergadering drage aan het Hoofdbestuur op bij de Regeeriug aan te dringen op een wettelijk voorschrift, waarby bepaald wordt, dat schulden wegens het gebruik van sterken drank in lokaliteiten, waarvoor vergunning tot verkoop van sterken drank is verleend, in rechten niet invorderbaar zijn. 8. De algemeene vergadering drage aan het Hoofdbestuur op, bij de Regcering aan te dringen op een wettelijk verbod en strafbaarstelling van het uitbetalen van werkloonen in slijterijen, lokalen waarvoor vergunning tot verkoop van sterken drank in het klein is verleend, wijn- en bierhuizen en de daarbij behoo- rende lokaliteiten en tuinen. (Ook door de Afd. 's Gravenhage was dit denkbeeld opgegeven ter bespreking, doch niet in een voorstel belichaamd.) Op deze algemeene vergadering moeten vijf leden van het Hoofdbestuur benoemd worden ter voorziening in de vacaturen, ontstaande door dc periodieke aftreding van de heeren dr. L. Ali Cohen, A. Van der Voort Az. en mr. F. W. J. G. Snijder van Wiasenkerke, en door het nederleggen van het lidmaatschap door de heeren dr. L. J. Egeling en L. P. Walburgh Smidt. Gemeenteraad van Texel. Zitting van Zaterdag 28 Juli 1888. Tegenwoordig alle leden. Dc Voorzitter opent de vergadering. De notulen der vorige vergadering worden voorgelezen en goedgekeurd. De Voorzitter doet mededeeling van eene missive van HH. kerk voogden aan Den Hoorn, naar aanleiding der ingekomen klachten omtrent het vervoeren en behandelen der opgegraven doods beenderen, enz., met bericht tevens, dat zij zooveel doenlijk zullen zorgen, dat daaromtrent geene klachten meer zullen komen. Wordt voor kennisgeving aangenomen. De Voorzitter bericht, dat hij een schrijven heeft gericht aan den Minister van Justitie, betreffende het plaatsen van een Rijks veldwachter aan Den Burg, doch dat daarop nog geen bericht is ingekomen. Tevens deelt hij mede, dat in den toestand van het glop by J. S. Vcrberne in de Molenstraat zal worden voorzien. Betreffende het voorstel van den heer Boon, in eene vorige vergadering gedaan, tot verplaatsing van de mestvaalt van J. Zoetelief, zegt hij, dat door het Dagel. Bestuur een onderzoek is ingesteld, waaruit blijkt, dat aan het verplaatsen groote uitgaven zijn verbonden, wil men afdoende maatregelen nemen. Die uit gaven zouden ruim f 500 bedragen en het Dagel. Bestuur aarzelt den Raad te adviseeren, tot die uitgaaf te besluiten. Naiiat verschillende leden hunne zienswyze hebben medegedeeld en de heer Mets had voorgesteld om te onderzoeken of men niet door sintels een goedkooper toegangsterrein zou kunnen maken, wordt besloten, de zaak tot later aan te houden. Ter tafel worden gebracht eenige provinciale bladen en circu laires, die na mededeeling voor kennisgeving worden aangenomen. Omtrent het verzoek van G. Hz. Geus en Jan Antz. Geus, betreffende het dempen van den Burgwal achter hunne woningen in de Warmoesstraat, zegt de Voorzitter, dat met eigenaars van belendende erven is goedgevonden, dat de demping voor gezamen lijke rekening zal geschieden, met inachtneming van de door den Raad bepaalde voorschriften. Aangenomen voor kennisgeving. Omtrent het in de vorige vergadering ingekomen verzoek van Sijb. Koning Jbz., zegt de Voorzitter, dat het Dagel. Bestuur, na herhaald onderzoek, tot de overtuiging is gekomen, dat eene radicale opheffing der bezwaren te groote kosten zou vereischen. Geheele demping en rioleering was daartoe noodig, maar dit zou te groote uitgaven vorderen, liet eenige wat kan worden gedaan ter verbetering is, dat de sloot zoo rein mogelijk worde gehouden, en dit zal bij voortduring geschieden. Aangenomen voor kennis geving. Ter tafel wordt gebracht een verzoek van eenige ingezetenen te Oude Schild, om op de Haven tusschen Dros en Bijl één lantaarn en van af het dorp tot aan de Haven, twee lantaarns te plaatsen. De Voorzitter zegt, dat het Dagel. Bestuur daarin nogal bezwaar ziet, hoofdzakelijk langs den Zeedyk, op grond van het gevaar, dat zou ontstaan, voor het mogelijk schrikken der paarden. Aangezien de lantaarns den geheelen nacht moeten branden, zou het eene belangrijke uitgave vorderen. De heer C. Keijser Pz. zegt, dat het plaatsen van lantaarns bepaald gevaarlijk zou zijn. De heer Mets meent, dat het gevaar zou kunnen worden weggenomen óf door de lantaarns na aankomst van den laatsten dienst op te steken, óf door het licht aan de Dijkzijde af te sluiten. Wordt na eenige discussie aangehouden tot nader. De Voorzitter brengt ter tafel de rekeningen van dc gemeente, van het Algemeen Armbestuur, van het Algemeen Weeshuis en van de Bank van Leening, dienst 188 7. Er wordt eene Commissie benoemd, bestaande uit de heeren Tijs Mz. Zym, Mets en Dros, tot nazien der genoemde rekeningen. Ter tafel wordt gebracht de verordening op het lager onderwijs. Na algeheele mededeeling, maakt de heer Westenberg de aanmer king, dat geen vrijdom van schoolgeld wordt toegestaan voor kinderen van onderwijzers. Na beantwoording door den Voorzitter, en daar de heer Westen berg van zijne aanmerking geen voorstel tot wijziging wenscht te maken, wordt de verordening zonder wijziging goedgekeurd. De openbare zitting wordt opgeheven, ter behandeling der ingekomen reclames tegen den hoofdelyken omslag. Na heropening der vergadering vraagt de heer Boon, of het schoolgeld voor de school van M. U. L. O. in het belang der burgerij niet zou kunnen worden verlaagd. De Voorzitter geeft in overweging, deze zaak tot eene volgende vergadering uit te stellen en alsdan daaromtrent een voorstel in te wachten. Door den heer C. Keijser Pz. wordt de wenschelijkheid geuit, de vergaderingen des avonds te houden. De Voorzitter zegt, dat hij voornemens is de volgende verga dering des avonds te houden, en, ten gerieve van de buitenleden, zoo mogelijk met lichte maan.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche en Nieuwedieper Courant | 1888 | | pagina 2