onruststoken. Het Bestuur is overal waakzaam. Rust verstoring onwaarschijnlijk." Naar de „N. Rott. Crt." verneemt, worden er vanwege het Departement van Marine onderhandelingen gevoerd over den aankoop van grond in den Grooten IJpolder, voor den bouw van een schietkatoen-magazijn aldaar. De Minister van Waterstaat heeft thans bepaald, dat met 1 September a. s. de afdeeling „Spoorwegen' bij zijn Departement wordt opgeheven en dat de daaraan verbonden werkzaamheden zullen worden overgebracht naar de afdee- lingen Waterstaat, Handel, Nijverheid en Comptabiliteit. Als curiositeit verdient vermelding, dat het bezoek van Hertog Adolf van Nassau op het Loo, volgens de „Neueste Naclirichten", ten doel had de verloving van zijn oudsten zoon, den 36jarigen Wilhelm, aanstaand Groot hertog van Luxemburg, met Prinses Wilhelmina. Op die wijze zou het gemakkelijkst de Luxemburgsche „Erbschafts- frage gelost worden, zoo beweert dit blad, dat, evenals zoovele buitenlandsche bladen, in den waan schijnt te ver- keeren, dat er nog een Luxemburgsche erfopvolgings kwestie bestaat. De afdeeling Texel der Hollandsche Maatschappij van Landbouw hield jl. Zaterdag eene vergadering, waarin werd besloten dat de Voorzitter zich, naar aanleiding van den in de vorige vergadering uitgedrukten wensch, dat in het vervolg, in plaats van 4, jaarlijks 6 lammerenmarkten zullen worden gehouden, tot het Gemeentebestuur van Leiden zal wenden, met de vraag of voor alle zes markten de gewone plaats kan worden verkregen, welke nu voor vier markten beschikbaar is. De Voorzitter wenschte de bekroonde inzenders van Texelsche schapen op de Tentoonstelling te Brussel geluk met den behaalden zege en bracht hun den dank der afdeeling voor het genomen initiatief. Tot afgevaardigden naar de algemeene vergadering werden, zonder bezwaar voor de afdeelingskas, benoemd de heeren D. C. Loman en F. Keijser. Uit „de Vier Noorderkoggen" wordt over de nadeelen van den veelvuldigen en langdurigen regen o. a. het volgende gemeld „Zeer veel van de mosterd, karwei en haver, die nog op stam stond, is voor een groot deel door hagel en slagregen verwoest; die, welke aan den schelf op het land stond, begint te rotten, zoodat de opbrengst gering kan zijn. De aardappelziekte heeft zich op eiken akker nedergezet, en treurig is het te zien, dat de nog in vollen bloei staande stammen binnen drie of vier etmalen geheel verdord zijn. Ook de kwaliteit en kwantiteit laat veel te wenschen over. De veehouders treffen het nog uitstekenddoor den vroegen hooitijd „Juni", groeit het nagras flink en zien de weiden er glanzig uit, terwijl de vele watermolens en de stoom machine de landen goed droog en het water op peil houden. De bouwboer is er alzoo het slechtst aan toe." Te Purmer is een der laatste veteranen van 1813, J. De Vries, die echter, behalve bij Waterloo, ook op de Citadel van Antwerpen streed, in 95jarigen ouderdom overleden. De heer L. H. Weetjen, een bekend financier, lid der firma Chemet en Weetjen te Amsterdam en jarenlang Voorzitter van het Amsterdamsche Beurscomité, is Zater dag jl. bij het nemen van een bad noodlottig omgekomen. Hij bereikte den leeftijd van 73 jaren. Jl. Woensdagmiddag was Baron Van Asbeck te Amersfoort bezig eenige nieuw aangevoerde paarden te dresseeren. Hij besteeg daartoe een uiterst wild paard, hetwelk de anderen niet konden berijden. Eensklaps sprong het dier met alle vier de pooten tegelijk in de hoogte, waardoor het omviel en boven op zijnen berijder terechtkwam. Dezen werd het geheele lichaam opengereten, en zijn toestand is zóó ernstig, dat men voor zijn leven vreest. De aardappelziekte begint zich nu ook in't Westland meer te vertoonende prijzen zijn daardoor in den laatsten tijd belangrijk hooger geworden. De uien geven stof tot tevredenheid; de opbrengst is goed en de prijzen variëeren van f 1.90 tot f 2.10 per hectoliter. De aalbessen zijn zoo goed als opgeruimdde roode brachten 6 cent per kilogram op, terwijl de zwarte voor 12 cent per kilogram werden verkocht. Als het weder thans niet warm en zonnig blijft, is het te vreezen, dat de natuurdruiven niet rijp zullen worden. De raamdruiven beginnen te kleuren en beloven dat zij er niet over spreken wil. Ook is die zang een soort van heimelijken band tusschen hen beidenhet is alsof zij in haar zang tot hem spreekt, want dat zij hem ziet valt niet te betwijfelen, en wat zij hem te zeggen heeft, is te poëtisch voor een andere taal dan die van den zang. Ja, hij is op een gelukkigen tijd in Noorwegen gekomen. Nieuwe vermogens worden hier in hem ontwikkeld hier voelt hij zyn kunstenaarskracht dubbel. Dat geslacht met zijne sterke zenuwen, dit krachtige volk, dat hy van zijne vroegste jeugd gekend heeft en byna vergeten was, werkte ook versterkend op hem. Die hooge zedelijkheid was hem eene verkwikking na al die onwaarheid en zedeloosheid, die hij gezien had. Hier werd hard gewerkt, maar toch was het zoo rustigin het Zuiden had hij altijd naar een Zondag verlangd, die nooit kwam. Hier was het iederen dag Zondag, en hij rustte uit in die stilte, van de eeuwige onrust in het Zuiden. Kortom, hij rustte cn hij leefde. Zijne moeder had op haar sterfbed hem opgedragen naar Noor wegen te gaan en eerst haren broeders en zusters en dan aan een neef in het Westland, het bericht van haar dood te brengen bij dien neef ontmoeten wij hem nu. Hij zoekt nog in den tuin rond, waar hij Thyra hoopt te vinden; om 9 uur 's morgens komen allen bij elkaar aan het ontbyt, daarna verzorgt Thyra hare bloemen, of leest ergens in de schaduw. Terwyl hij nog gespannen naar de tonen luistert, die hij meer gehoord heeft, kijkt er achter zijn rug een jong gezichtje tusschen de takken door, en nu hij een oogenblik weg is, komt er niet alleen een lachend gezicht, maar eene lichte gestalte voor den dag, die zich verschrikt terugtrekt als hij weêr in het gezicht komt. Eindelijkroept hij uit, nu hij Thyra de laan af ziet komen, met haar tuinhoed in de eene, haar boek in de andere hand. Zij ontroert een oogenblik nu zij hem ziet, maar weet zich dadelyk te beheerschen. Zoo, Michaelwelkom thuis, neefIk hoop, dat je pleizier hebt gehad op je tocht Beken maar, dat wij je nog wel wat anders hebben aan te bieden, dan je in je dierbare Rome vindt. Michael, die haar in opgewonden verrukking genaderd was, werd op eens als verlamd door die rustige woorden. Natuurlijk heb ik pleizier gehad, kwam er eindelyk over zijne lippen dat wil zeggen, dat ik, als ik niet schilderde, altijd naar huis verlangde. Scheelt er dan wat aan vraagt zy met een langen blik op hem. Ja, er scheelt wat aan, Thyra! Ik was zoo gelukkig weêr een goed beschot. Pruimen en appelen zijn er zeer weinig. De pereboomen ptaan beter. Tarwe, haver, rogge en gerst hebben veel van het natte weêr geleden; erwten en boonen zullen echter een goed beschot opleveren. De prijzen van boter en kaas blijven stationair. De veestapel is gezond. De uitgaven der Maatschappij tot Nut van 't Algemeen over 18871888 hebben bedragen f 29,889.75^, waarvan voor kosten van huishoudelijk bestuur f 8934, kosten der algemeene vergadering bijna f 5100, aan verschillende zaken tot den werkkring der Maatschappij behoorende, werd be steed f 15,357. De ontvangsten hebben bedragen f 35,000, waarvan bijna f 26,000 aan contributiën, zoodat het batig saldo ruim f 5000 bedroeg. Voor 1888—1889 zijn de inkomsten begroot op f 35,000, de uitgaven op f 46,177, zoodat uit bet vaste fonds der Maatschappij ruim f 11,000 zou moeten gesuppleerd worden, indien alle uitgaven op de begrooting vermeld, gedaan werden. Die uitgaven zullen, evenals in vroegere jaren, evenwel vrij wat minder zijn, en zeker zullen de ruim f 30,000, uitgetrokken ten behoeve van de zaken tot den werkkring der Maatschappij behoorende, niet besteed worden. Het vaste fonds, belegd in Nederl. effecten, is nog ruim f 175,000, aan renten f 7600 opbrengende. Van de paarden der Haarlerasche Tramway-Maat- schappij zijn er 14 ziek geworden, zoodat de directie ge noodzaakt is geworden den dienst te beperken. Eene dame te Kralingen, die 's avonds vóór het naar bed gaan vergeten had aan hare dienstbode te zeggen, hoe laat zij des morgens moest gewekt worden, herinnerde zich omstreeks middernacht haar verzuim, en bevreesd zich te verslapen, stapte zij het bed uit en begaf zich naar de dienstbodenkamer. Het meisje, wakker wordende, en bij het flikkeren van een nachtlichtje eene gedaante, in het wit gekleed, voor haar bed ziende staan, verschrikte daarvan zóó hevig, dat zij hare spraak verloor. Er werd terstond geneeskundige hulp ingeroepen. De toestand van de dienst bode moet echter niet gunstig zijn. De heer mr. E. H. 's Jacob heeft, wegens redenen van gezondheid, ontslag gevraagd als Commissaris des IConings in de provincie Utrecht. Op 46jarigen leeftijd is gisteren de heer O. T. Bosgra, lid der Tweede Kamer voor Bergum, na eene langdurige ongesteldheid overleden. Bij de familie Hondius, te Wageningen, is het treurig bericht ontvangen van het overlijden van haar oudsten zoon, 34 jaren oud, administrateur bij de Deli-Maatschappij in Nederl.-Indië. Een noodlottig toeval, het omslaan van paard en rijtuig, is de oorzaak van zijn dood geweest. In den nacht van Woensdag op Donderdag jl. heeft het in het oostelijk deel van het kanton Oostburg flink gesneeuwd. De boomen waren met sneeuw bedekt en zagen geheel wit. Den vorigen nacht had het gevroren. Bij het 3 le regiment infanterie te Bergen-op-Zoom worden twee honden afgericht voor militair gebruik. De eene is een herdershond, terwijl de andere tot het Pum- mersche ras behoort. Op de achterplaats van het oude Markiezenhof is een net eu ruim hok gebouwd, waar de dieren kunnen worden ondergebracht en verpleegd. Het africhten geschiedt onder de leiding van kapitein N. M. La Fontijn. Een tweede bezending koeien en stieren is voor reke ning van den heer Ubaldino Lafranconi, voor Buenos-Ayres bestemd, te Amsterdam ingescheept. Het zijn runderen van de puikste soort uit Noordholland afkomstig, daaronder prachtige beesten, die op de laatste Landbouw-tentoonstellingen bekroond zijn, en alle dieren, welke in het rnndveestamboek zijn ingeschreven. Beëediging, ontvangst en installatie van den nieuwbenoemden Burgemeester. De vreemdeling, die gisteren onze gemeente bezocht, vond de plaats onzer inwoning in feestgewaad; tal van woningen der inge zetenen prijkten met de vaderlandsche driekleur. Dit geschiedde, omdat op dien dag door den nieuwbenoemden Burgemeester, den heer C. A. Beukenkamp, te Haarlem, in handen van Z. Exc. den Commissaris des Konings, de ambtseed werd afgelegd. Tegen half acht ure des avonds keerde de Burgemeester uit Haarlem terug. Aan 't station van den Spoorweg werd Z. Ed. Achtb. ontvangen door de leden van het Dag. Best. en geleid naar een der wacht kamers, waar de Muziek-Vereeniging „Crescendo" en de Zang- thuis te zijn, dat ik het had kunnen uitschreeuwen van blyd- schap, maar jy, jij bent niets blij mij terug te zien! Ik begrijp je nooit goed, Thyra! En ik begrijp je klacht nietHoe kun je het betwijfelen, dat ik blij ben je terug te zien, dat allen hier in huis het zijn? Je bent immers vader's gast Slechts zijn gast? En als ik nu meer wilde zijn? Als ik voor jou meer wilde zijn, Thyra? Je ontwijkt mij altijd. Maar nu kan ik die onzekerheid niet langer uithouden, nu moetje mij aanhooren. Ik ben naar buiten gegaan om te lezen, antwoordde zij, niet in staat hare ontroering te verbergen. Zooals je ziet heb ik dit uurtje na 't ontbyt voor mij zeiven. Vader zal bly zijn je terug te zien: het is niet hartelijk van je, datjo niet dadelijk na je thuiskomst naar hem toe bent gegaan Vandaag moet je mg je rustige uurtje geven, zeide hij met vastheid. Ik heb je iets te zeggen: als je het niet goedkeurt, moet ik dadelijk weg van hier: dan ben ik hier te lang geweest. Weg van hierWil je ons verlaten Dat hangt van jou af; binnen een paar dagen vertrekt je vader's schip, ik heb pas den kapitein gesproken. Het gaat naar de Middellandsche zee. Misschien ga ik mede. Nu, dan geef ik je mijn uurtjebedorven kinderen weigert men niet3, en jij wordt door iedereen hier bedorven. Niet door jou 1 Als eene moeder bederf ik je, ondankbare? Zorg ik er niet moederlijk voor, dat je het hier goed hebt onder ons dak MoederlijkWat een koud woord Ik dacht, dat jou geen woord liever was; je aanbadt immers je moeder. Ja zeker! Tot ik hier kwam, had ik slechts haar en mijn kunst. Nu is het anders. Vergeten voordat er zelfs nog gras over haar graf is gegroeid 1 Vergeten? Nooit! dikwijls betrap ik er mij zelf op, dat ik droom, dat zy nog leeft, en dat ik jou met haar zie. Ge zoudt voor elka&r geschapen zijn geweest. Ja, wat kan een kunstenaar al niet droomen, zeide Thyra, altijd ontwijkende, droomen hoort bij het handwerk. Lach niet, Thyra, en antwoord mij op een vraag. Waar door heb ik mij den laatsten tijd zoo gelukkig gevoeld? Waarom was ik als nieuw geboren, toen ik hier slechts een paar weker geweest was? Je antwoordt niet? Dan zal ik voor je antwoorder Het is door jou, Thyra I Wat de zon voor de bloemen is, dat ben jij voor my geweest, alles komt tot ontwikkeling. (Wordt vervolgd.) vereeniging „Excelsior" zich* achtereenvolgens, ter eere van den Burgemeester, deden hooren. Door genoemde Zangvereeniging werd een welkomstgroet tot den Burgemeester gericht van den navolgenden inhoud „Welkom te Helder, Iioofd onzer stad! Hoog wordt des Konings keuze geschat* Dagen van twijfel zijn nu voorbij Allen zijn dankbaar, allen zijn blij. Trouw aan den Koning gloeit ons in 't hart, Bindt ons te zamen in vreugde en smart. d'Eed, thans gezworen, waardigt Uw rang. Welkom, wees welkom, God spare U lang! Helders bevolking, vreedzaam en stil, Blijve eenstemmig steeds met Uw wil! Heilige vrede, wijsheid en kracht Snoer' ons tc zamen: Eendracht maakt macht! Een sierlijke afdruk van dit lied werd inmiddels den Burgemeester aangeboden door mej. G. Kiljan, die daarbij deze toespraak hield „Edel Achtbare Heer Burgemeester Reeds op onderscheidene wijzen is het gebleken, dat Helders bevolking ingenomen is met uwe benoeming als Hoofd der gemeente. Hooger nog stijgt onze blijdschap, na de plechtige beëediging voor het gewichtig ambt, waartoe onze geëerbiedigde Koning u geroepen heeft. Mogen de vele blijken van onze oprechte belangstelling in uw persoon en onze hooge ingenomenheid met uwe waardigheid al het noodige bijdragen, wat strekken kan om den lust en de kracht te vermeerderen, zoo noodig bij het wel volbrengen van de eervolle taak, u door den Koning op de schouderen gelegd. Bij monde der plaatselijke Vereeniging „Excelsior" en in den geest onzer gemeente Helder, neem ik de vrijheid, deze eenvoudige welkomstgroet u te overhandigen. In de taal der tonen uitgesproken, hopen wij, dat deze onze handelwijze u welgevallig zal wezen." De Burgemeester, getroffen door de hulde, hem ook in dit oogen blik gebracht, dankte de leden van beide Vereenigingen, voor de treffende wijze, waarop zij hem een ontvangst hadden bereid. Hij gaf de verzekering, dat ook de wijze, waarop de ingezetenen zijne benoeming toonden op prijs te stellen, hem zou aansporen de belangen der gemeente, zooveel in zijn vermogen is, te bevorderen. Toen de Burgemeester zich door de vestibule van 't Station naar 't rijtuig begaf, waarin hij zich met zijne medeleden van het Dag. Best. naar 't Raadhuis zou begeven, liet de Zangvereeniging zich opnieuw hooren. Een onafzienbare menigte juichte den Burge meester toe, op 't oogenblik, dat hij in het rijtuig plaats nam door de Spoorstraat, de Weststraat, langs den Kanaalweg, over 't Westplein en door de Dijkstraat, begaf hij zich naar 't Raadhuis, waar mede eene talrijke menigte verzameld was. 't Raadhuis was fraai geëlhunineerd en ook de beide lantaarns daarvóór waren met gaskronen versierd. Ten Raadhuize werd de Burgemeester door de twee jongste Raadsleden, de heeren Van Neck eu Oudenhoven, verwelkomd, door de Vereeniging „Crescendo" met muziekuitvoe ringen begroet en vervolgens naar de Burgemeesterskamer geleid. Vóór de plechtige installatie begaf zich de Burgemeester te midden der verzamelde menigte, die hij dank en hulde bracht voor de door haar betoonde sympathie bij gelegenheid zijner benoeming. In de Raadszaal, die met fraaie planten en bloemen was ver sierd, had vervolgens eene buitengewone zitting van den Gemeente raad plaats, die geopend en voorgezeten werd door den oudsten Wethouder, den beer Maalsteed. De heeren Korver, Vos en Franken werden verhinderd in deze zitting tegenwoordig te zijn. Na de opening der vergadering werd door den Secretaris, op verzoek des Voorzitters, voorgelezen het Koninklijk Besluit ter benoeming van den heer Beukenkamp tot Burgemeester dezer gemeente. Vervolgens werden de heeren Van Neck en Oudenhoven uitgenoodigd, met den Secretaris, den benoemden Burgemeester de vergadering binnen te leiden. Toen de Burgemeester de zaal binnentrad, stonden alle leden van hunne zetels op en hield de Wethouder, de heer Maal steed, deze toespraak „Mijnheer de Burgemeester! Ik spreek in naam van den Gemeenteraad, en dus ook in naam van de gemeente zelf, als ik u gelukwensch met uwe benoeming tot Burgemeester, in de plaats van wijlen onzen geachte» heer Stakman Bosse, en u in die betrekking welkom heet in deze vergadering. Het is ons zeer aangenaam, dat, ter vervulling van deze gewichtige betrekking, de keus van Z. M. onzen geëerbiedigden Koning zich heeft gevestigd op u, inwoner der gemeente, die, door uw lidmaat schap van den Raad en van het Dagelijksch Bestuur, geacht kan worden bekend te zijn met de behoeften der gemeente. Wij hebben dus alle recht om van u te verwachten, dat gij, Mijnheer de Burgemeester, bezield zijt met den ernstigen wil, om, zooveel in uwe macht is, er naar te streven, om die behoefte te bevredigen, de gemeentebelangen te bevorderen, aan onderwijs en financiën uwe zorgen te wijden, handel en nijverheid te steunen en door uwen invloed hulp te verleencn, waar die wordt ingeroepen. Een ruim veld vah werkzaamheid ligt vóór u, en ik durf u de verzekering geven, dat voor al deze dingen u den steun van den Raad niet zal ontbreken. Onze innige wensch is, dat, onder Hoogeren zegen, uw bestuur heilrijk zal zijn voor de gemeente eu nieuwe bronnen van welvaart zich mogen openen. En hiermede, Mijnheer de Burgemeester, verzoek ik u het Voor zitterschap van den Gemeenteraad te willen aanvaarden en tevens het onderscheidingsteeken, dat door den Burgemeester bij plechtige gelegenheden wordt gedragen." De heer Maalsteed overhandigde daarop aan den Burgemeester den Voorzittershamer, alsmede het insigne, bevestigd aan een zilveren ketting. De Burgemeester tooide zich met het onderscheidingsteeken en aanvaardde zijne betrekking met het houden der volgende rede: „Mijne heeren Door Zijne Majesteit onzen geëerbiedigden Koning tot Burgemeester der gemeente en Voorzitter van den Gemeenteraad benoemd, aanvaard ik die betrekking. Vereerd met deze onderscheiding en het blyk van vertrouwen, door den Koning geschonken, besef ik niettemin ten volle het groote gewicht eu het moeielijke der taak, welke mij is opgedragen. Vertrouwend op de welwillendheid en krachtige medewerking van den Raad, op de voorlichting en den steun van den geachten Secretaris, die gedurende een reeks van jaren aan de gemeente belangen is werkzaam geweest, beloof ik met al de kracht die in mij is, te zullen trachten zooveel mogelijk op de hoogte der gemeente belangen te komen. Ik zal mij uitsluitend aan die belangen wijden, en alles aanwen den om die betrekking met eere te bekleeden. Dat de beraadslagingen van den Raad onder mijn voorzitterschap door uw aller medewerking zich mogen kenmerken door orde en degelijkheid. Dat steeds onder het geheele Bestuur een vriendschappelijke geest moge heersehen en dat alle persoonlijke veete of partijbelang bij ons moge zijn uitgesloteu, en wij de spreuk hiddigen „eendracht maakt macht". Ingevolge de bepalingen der wet stel ik mij voor, in het bestuur der gemeente de meest mogelijke openbaarheid toe te passen, opdat ieder ingezeten kan weten hoe de gemeentebelangen behartigd worden. Wilt, mijne heeren, ook mij als uw Voorzitter met welgevallen ontvangen, gelieft mij in de uitoefening mijner betrekking te onder steunen, met uwen bijstand, met uwe welwillendheid, met uwe toe genegenheid, ten allen tijde met uw vertrouwenoprechtelijk ver klaar ik daarop den hoogsteu prijs te stellen. Mijn dank zij gewijd aan allen, die mij tot heden zulk een groot bewijs van achting en vërtrouwen hebben geschonken, ik hoop mij die voortdurend waardig te maken, eu die achting en dat vertrouwen in liet algemeen bij de ingezetenen te verwerven.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche en Nieuwedieper Courant | 1888 | | pagina 2