spriet, polsstokspringen en steenstooten. Iets nieuws is de
driebeenige wedloop voor paren (jongens van 15 tot 18 jaar).
De baan is 100 meter lang. De aangemelde paren worden
door loting ingedeeld en loopen twee tegen twee. De
binnenste beenen van elk paar worden boven de voeten en
onder de knieën te zaam gebonden. De tijd waarin een
paar de baan doorloopt, wordt opgenomen en bepaalt de
prijsverdeeling. De twee leden van een winnend paar
krijgen denzelfden prijs. Voor de winners bij de ver
schillende spelen zijn allerlei prijzen beschikbaar gesteld:
gouden, zilverenen nikkel horloges, klokken, stoelen, hammen,
kazen en sigaren. Dien middag is er ook „Nationale
wielerwedstrijd", natuurlijkwelk feest zou compleet
zijn zonder een wielerwedstrijd?
Vrijdagsavonds een der fraaiste nommers van het pro
gramma de watertocht met verlichte gondels. Daaraan
wordt door 27 vaartuigen deelgenomen, en op den Amstel
wordt de stoet opgewacht door 24 verlichte boeiers van
de Zeilvereeniging „Het IJ." De tocht gaat uit den Amstel
de Keizersgracht door, en dan door de Heerengracht terug
naar den Amstel. Bij aankomst aldaar, ten ongeveer 11
uur, wordt er een schitterend vuurwerk afgestoken, aange
boden door de gemeente Amsterdam.
Zaterdag 1 September, 's namiddags ten 1 ure, volgt
eindelijk het hoofdnummer van het programma: de histo
rische optocht „De Nassau's in de Nederlanden." Daar
mede wil men dit deel onzer geschiedenis immers
Oranje en Nederland zijn één voor oogen voeren als
een hulde aan het geslacht, dat eeuwen lang voor 's Lands
bloei en grootheid heeft gearbeid, gewaakt en gestreden.
De stoet gaat door de voornaamste wijken der stad, maar,
tot bittere teleurstelling der bewoners, niet door de Kal-
verstraat, wegens de asphaltbestrating, waarop de paarden
bij regenachtig weer niet zeer vast staan. Voorop gaat
een detachement huzaren, benevens het muziekkorps van
de Koninklijke Nederlandsche Marine. Daarna komt de
eerste groep, uit het tijdperk van Otto II van Nassau en
Alida van Vianden (eerste helft der 14de eeuw). Onder de
ruiters in deze groep komen voorGraaf Otto van Nassau,
Graaf Simon van Sponheim, Johan van Luxemburg (Koning
van Bohemen), Willem III of De Goede als Graaf van
Holland en Zeeland, Graaf Lodewijk IV van Loon, Guy
van Avesnes, bisschop van Utrecht en Heer van Amstel;
in een karos, bespannen met twee paarden, de Gravinnen
Alida en Maria van Vianden; voorts Hendrik, abt van
Prüm, op een muilezelen eindelijk tempelridders en
tempeliers (mede te paard), gevolgd door te voet gaande
burgers, landlieden, monniken en schildknapen. Deze allen,
gedost in de deels opzichtige, deels sobere, maar altijd zeer
karakteristieke kleeding der 14de eeuw, zullen een eigen
aardige vertooning maken. De „karos" b. v. heeft veel
weg van onze tegenwoordige huifkarren.
Met de tweede groep zijn wij overgegaan in de eerste
helft der 15de eeuw, het tijdperk van Engelbert I van
Nassau en Vianden (Heer van Breda door zijn huwelijk
met Johanna van Polanen). Behalve genoemden hoofd
persoon aanschouwt men ook: Hertog Philips van Bour-
gondië, Hertog Jan IV van Brabant, Willem Heer van
Brederode, Albrecht Beilinc, Schout van Gouda, mede
strijder te Schoonhoven tegen de Hoekschen, Dirk Holland,
Oud-Burgemeester van Amsterdam, Jan Heinenszoon, Schout,
benevens Leuvensche en Bredasche burgers, geestelijken,
Leuvensche leeraars en studenten en Brabantscbe landlieden.
De derde groep, uit het tijdperk van Engelbert II, Graaf
van Vianden, vertegenwoordigt de tweede helft der 15de
eeuw. Te paard zitten Graaf Engelbert zelf, Hertog Karei
van Bourgondië (Karei de Stoute), Aartshertog Maximiliaan
van Oostenrijk, en eene afdeeling Bourgondische soldaten.
Voorts zijn in deze groep aanwezig: Meester Henrik Wol-
fertszoon, aanzienlijk burger van Amsterdam, burgers,
vlammend leven. Maar als zij haar oogen sloot, dan zag zy de
zijne, waarmede hij naar den zang van het kind geluisterd had.
Zij haatte die oogen. Welk een gloed daarin! Nooit hadden zij
voor baar dien gloed gehad, zelfs niet toen hij haar vroeg zijn
vrouw te worden. Hij was te veel kunstenaar om niet te zien,
hoe aantrekkelijk Magdalena's vyftien zomers waren. Wat hij voor
haar had gevoeld voor hare dertig winters was zijn vergeten
jeugd, die zich deed gelden. Hij had tot nu toe slechts voor
zijn kunst geleefd. Zelfs het Parysche leven had hem slechts
als kunstenaar belang ingeboezemd. Zijn moeder's dood had hem
uit dien werkroes doen ontwaken. Toen kwamen dc reis, het
vaderland, het halve nietsdoen hier en deden de rest, hij voelde
weêr, dat hij jong was, en toen vond hij haar op zijn weg.
Zij beproefde te slapen, maar twee beelden vervolgden haar:
twee brandende oogen, die luisteren naar een gezang, dat niet
het hare is, en een bedroefd kindergezicht. Had zy Frederik's
zuster liefgehad?
Een bepaald en vast „neen" drong zich uit haar borst: zy
had nu eenmaal niemand lief. Haar eerste werkelyk gevoel
was eene gewaarwording van dankbaarheid, toen zij zag hoe
haar vader op zijn origineele, beminnenswaardige manier met
haar omging. Dat zij zelf nooit in staat was geweest, hem zoo
vroolyk te maken, kwam niet in haar op; hier was geen jalousie,
want hier was liefde zonder eigenbelang. Maar Michael! Zijn
geluk moest immers van haar komen En toch die verwon
derlijke belangstellingHij had haar vergeten voor het kind
Had hy dan slechts den zang in haar liefgehad? Wat was er
voor eene tooverij in dien zang? Had hij'deze twee aan elkaar
verbonden Hoorden zy elkander toe En was het slechts een
aalmoes, wat haar werd aangeboden? Zij vloog op. Een aal
moes aan haar! Neen, dat gevoel, dat men liefde noemt, zou
haar niet zoo vernederen; zy voelde hare waarde, en zy mocht
het bekennen: zij en aalmoezen gingen niet samen. Maar hoe
anders, groot en krachtig, zou zij niet kunnen staan aan de zijde
van een man van beteekenis, dan die onmondige! Zyzouiederen
steen wegwentelen van zyn pad, zij zou hem zijne moeder terug
geven zij wilde hem moeder en echtgenoot en geliefde zijn
een wereld van liefde woonde er in haar moedige borst; maar
terwijl zij met hem zou wonen in het huis aan den blauwen golf,
zwierf Narrifas hier rond, eenzaam en verlangend. Narrifas was
diep. Als zy een verdriet had, was het uit met haar vroolyk-
heid; zij zou voor altijd haar zang verliezen.
Die gedachte kwam altijd en altijd weêr terug den geheelen
nachthaar eerste werkelyke genegenheid voor het kind ontkiemde,
wel is waar, onder pyn en tegenstand, maar toch kwam zy. Er
viel haar eene oude geschiedenis in, die zij ergens gelezen had.
Eene koningin, die het doodvonnis van haar geliefde geteekend
had, zat tien dagen lang met haar vinger in den mond en beet
er op zonder een woord te spreken; den avond van den tienden
dag stierf zy. Zij, die haar eigen doodvonnis moet vellen, zonde
ook wel wenschen neer te zitten en in haar vinger te bijten
en dan te sterven.
Toen de morgen begon te grauwen, was er nog geen besluit
genomen, maar de koningin met haar vinger in den mond
speelde haar zóó door het hoofd, alsof zij zelf die Ko
ningin was. (Wordt vervolgd.)
inzonderheid van Valenciennes en Amsterdam,schildknapen,
Henegouwsclie, Amstellandsche en Waterlandsche land
lieden.
De tijd der erfmaking van het Priusdoni Oranje door
René van Chalons aan Willem van Nassau (1544) wordt
door de vierde groep afgebeeld. De daarbij optredende
personen zijnGraaf Willem van Nassau of de Rijke (57
jaar), Willem van Nassau, erfgenaam van 't Prinsdom
Oranje (11 jaar), boden, Nassausche boeren en geestelijken.
Daarna worden de groepen veel talrijker in personeel.
De vijfde, uit het tijdperk van Willem van Oranje, den
„Vader des Vaderlands", speelt in de laatste helft derzes
tiende eeuw en bestaat uit niet minder dan 28 historische
personen, waarvan 16 te paard, en voorts nog een aantal
pages van den Prins, burgers, raatrozen, Watergeuzen en
bereden krijgslieden. Wij zien daarbij o. a. Prins Wil
lem I, de Graven Johan, Lodewijk en Adolf van Nassau,
de Graven van Egmond en Hoorne, Hendrik van Brederode,
Marnix van St. Aldegonde, Admiraal Louis Boisot, Willem
van Blois van Treslong, bevelhebber der Watergeuzen,
Jacob Simonsz. de Rijk, Roclius Meeuwesz., de beroemde
timmerman, Wouter Crabeth, glasschilder, en zijn broeder
Dirk, de vermaarde schilders Lucas van Leiden, Jan
Schoorl en Maarten Van Veen of Van Heemskerk, enz.
Deze groep behoort, voorzeker tot de meest aantrekkelijken.
Doch niet minder is dit het geval met de zesde groep,
uit het tijdperk van Prins Maurits van Nassau-Oranje,
begin der 17de eeuw. Het aaDtal historische personages
bedraagt hier niet minder dan 41, waarvan weder onder
scheidene te paard. In gezelschap van Prins Maurits vindt
men hier o. a.den Keurvorst Frederik van de Pfalz,
Johan van Oldenbarneveld, Hugo de Groot, Cornelis
Pietersz. Hooft, Jacob van Heemskerk, Joos de Moer, Piet
Hein, Huigen van Linschoten, Cornelis en Frederik Hout
man, Willem Barents, Pieter Bolk en Jan Pietersz. Coen,
Gouverneurs van Indië, Simon Stevin, Roemer Visscher,
Jan Pietersz. Sweelinck, en vele andere groote mannen
uit dat heerlijke tijdperk van ons nationaal bestaan. Bur
gers, matrozen en krijgslieden besluiten de groep.
Vervolgens komt de zevende groep, het tijdperk van
Prins Frederik Hendrik, midden der 17de eeuw. Prinses
Amalia van Solms bevindt zich hier met twee hofdames in
een karos, bespannen met 6 paarden; en voorts zien we
Prins Frederik Hendrik, de Graven Ernst en Hendrik
Casimir, Maarten Harp. Tromp, Jan van Galen, Jan
Evertsen, Michiel Adr. de Ruyter, Paulus Potter, Bartli.
v. d. Helst, Jacob Cats, Joost van den Vondel, Pieter
Cornelisz. Hooft, en vele andere beroemde mannen op het
gebied van zeewezen, kunst en wetenschap.
De achtste groep, de laatste, wordt geopend door een
karos, bespannen met 6 paarden, waarin Prins Willem V
(1788), Prinses Sophia Wilhelmina van Pruisen, Prins
Willem George Frederik (14 jaar) en Prinses Louise van
Oranje-Nassau (18 jaar) gezeten zijn, en dan Prins Wil
lem Frederik (16 jaar), de latere Koning Willem I, te
paard; en daarna komen de vlootvoogden J. A. Zoutman,
J. H. van Kinsbergen, Jhr. Salomon Dedel en W. I. G.
baron Bentinck, de krijgslieden K. baron van Boetzelaer
en H. W. Daendels, en eenige andere groote mannen uit
die dagen, besloten door Amstellandsche boeren en burgers
en door bereden krijgsvolk.
Voor het niet-gecostumeerde gedeelte van den optocht
hebben zich een tiental'militaire en burgerlijke Vereeni-
gingen aangesloten. Èen detachement huzaren dient tot
sluiting van den stoet.
Zaterdag, gedurende den optocht, liggen 24 boeiers, met
vlaggen versierd, aan de Oostzijde van de Keizersgracht,
van de Leliegracht tot de Wolvenstraat.
De dag wordt des avonds om 8 uur besloten met open
bare muziekuitvoeringen voor het volk, in de Westerstraat
en op het Amstelveld, en met een vauxhal en bal in het
Paleis voor Volksvlijt, voor het deftiger publiek, ter bij
woning waarvan de leden van het comité tot viering van
den Prinsessedag en de verschillende commissieleden zijn
uitgenoodigd. Hiermede zijn de feestelijkheden geëindigd.
Het bovenstaande is slechts een dorre schets van het
groote geheel, en toch overschreed ik er reeds ver de
gewone ruimte mede. Ik heb er nu nog slechts een wensch
bij te voegen, dat de lezer er in hoofdzaak door op de
hoogte kome van al de heerlijkheden, die de Amsterdam
mers en hunne bezoekers drie dagen lang smaken of
gesmaakt hebben als deze regelen in druk verschijnen.
Amstelaar.
Binnenland.
Men schrijft aan de „Javabode" uit Buitenzorg, dat na
een ernstig onderzoek in de zaak van den eervol ontslagen
kapitein Willink Ketjen een rapport is ingekomen, luidende
„dat die officier hoogst onrechtvaardig is behandeld; dat
hem wettig toekomt en minstens moet worden toegelegd
het volle kapiteinspensioen, met rappèl van het bereids
aangehoudene," enz.
Aan een brief uit Serang, dd. 22 Juli jl., ontleent
het „Bat. Hld." het volgende:
„Wie had ooit kunnen gelooven, dat werkelijk vrouwen
een hoofdrol in de moorden te Tjilegon gespeeld hebben.
Toch schijnt dit zeker te zijn. Dat bewijst toch wel de
mate van verbittering, welke hier tegen de Europeanen
bestaat. Door een detachement soldaten vergezeld, is hier
doorgetrokken een oude tandelooze vrouw, als hadji gekleed
en sedert 30 jaren gehuwd met hadji Ishak en die in een
kampong, 20 palen van hier, gearresteerd is. Het is zoo
goed als zeker dat zij mevrouw Gubbels vermoord heeft,
althans de eerste wonden heeft toegebracht, en daarop
eenige mannen heeft aangespoord om hun hartstocht te
koelen op de twee kinderen yan „hafirs"."
De „Jav. Courant* maakt o. a. de volgende nadere
berichten met betrekking tot de in de afdeeling Anjer der
residentie Bantam plaats gehad hebbende onlusten openbaar
Dagelijks wordt voortgegaan met het uitzenden van
patrouilles tot arrestatie van deelnemers aan de onlusten,
waarvan er wederom verscheidenen, zoomede eenige ont
vluchte gevangenen, zijn opgevat.
Volgens berichten uit Batavia, dd. 30 Juli jl., is de
cholera te Soerabaja aan het afnemen.
Naar men verzekert, zal de Minister van Oorlog op
de begrooting voor 1889 eene som van f 2000 brengen
voor aanmoedigingsprijzen bij de fokkerij van reraontepaarden.
Sarah Bernhardt zal in het aanstaande speelseizoen
drie voorstellingen geven in den Franschen Schouwburg
te 's Hage.
De Rechtbank te Amsterdam heeft gisteren uitspraak
gedaan in de bekende spookgeschiedenis. De directeur van
het „Nieuws van den Dag" werd veroordeeld tot f 250 boete.
Graaf van Rechteren Limpurg, onder Almeloo, heeft
aan zijne pachters voor dit jaar 10 percent pacht kwijt
gescholden.
Voor de verkiezing van twee leden van den Gemeente
raad te Vlieland, in plaats van de heeren B. Snooy (over
leden) en A. K. M. Hartog (vertrokken), zijn uitgebracht
35 stemmen. Gekozen werd de heer P. T. Bakker, met
27 stemmen. Herstemming tusschen de heeren A. Sap,
die 17, en A. Molenaar, die 12 stemmen had.
De Doopsgezinde gemeenten te Enkhuizen en Medem-
blik hebben zich vereenigd tot ééne gemeente, ouder den
naam van „Doopsgezinde gemeente Enkhuizen en Medem-
blik". Beide gemeenten waren sedert eenigen tijd, Me-
demblik reeds eenige jaren, vacant. De te beroepen leeraar
zal de pastorie te Enkhuizen betrekken.
De Rechtbank te Haarlem veroordeelde jl. Donderdag
tot zes maanden gevangenisstraf Abraham Wijkhuizen,
wegens diefstal van een schilderij uit het Stedelijk Museum
aldaar.
Het Gerechtshof te Leeuwarden heeft het vonnis der
Rechtbank te Assen, waarbij Geert Roo, wegens moord op
zijn zoontje, veroordeeld werd tot 20 jaren gevangenisstraf,
bevestigd.
Te Leeuwarden had ter gelegenheid van den ver
jaardag van Prinses Wilhelmina eene harddraverij plaats
voor paarden met tweewielige rijtuigen, die niet meer dan
drie geadverteerde prijzen hadden gewonnen (driejarige
paarden uitgezonderd). Er werd deelgenomen door 16 paarden.
De prijs, een zilveren watei-ketel met dito onderstel, waar
aan door een geacht ingezeten was toegevoegd eene keurige
photographie van de Prinses, in zwarte lijst, gedekt met
een gouden kroon, werd gewonnen door den zwarten ruin
„Jan", van den heer J. Veenstra, te Metslawier, bereden
door A. Siderius; de premie, een zilveren koffiekan met
dito komfoor, door den bruinen ruin „Jan", van den heer
G. De Wit, te Sint Jacobi-Parochie, bereden door dien
heer zelf.
De wedstrijd werd opgeluisterd door het stedelijk muziek
korps en door eene talrijke volksmenigte bijgewoond.
De roeiwedstrijd en de volksspelen hadden mede vele
toeschouwers gelokt.
Het weder was in het begin van den dag slecht, doch
later schoon.
Gedurende de parade ontlastte zich een hevig onweder.
Te Deventer kwam de eerste nieuwe tarwe in den
handel. De kwaliteit liet veel te wenschen over.
Den laatsten tijd begint onder de Bataviasche dames
de mode, om ook in négligé rouw te dragen, veld te winnen.
Dezer dagen zag men voor het eerst zulk een kostuum,
bestaande uit een vaal grijze sarong en kabaija, zwarte
kousen en donkere slofjes, terwijl geen versierselen, van
welken aard ook, daarbij werden gedragen.
Zoo doorgaande zou men ten slotte de meest intieme
kleedingstukken wel van zwarte stof kunnen gaan vervaar
digen.
Men schrijft ons van Texel, dd. 31 dezer:
„Het feest van de verjaardag der Prinses is heden tegen alle
verwachting aan den Burg met de noodige opgewektheid gevierd,
waarbij in de eerste plaats hoofddoel was de schoolgaande jeugd
een prettigen dag te bezorgen.
Wanneer men nagaat, dat, tot organisatie van dit feestje, eerst
's avonds te voren werd besloten, moet men zich verwonderen
over het rijke programma, dat der jeugd werd aangeboden en de
uitmuntende prettige wijze waarop alles van stapel is geloopen.
Het feest werd door fraai weder begunstigd en duurde ook
voor ouderen van dagen tot in den nacht.
Met dank maken wij melding, dat J. Hin op welwillende
wijze paard en rijtuig heeft aangeboden en verstrekt bij de
onontbeerlijke rijtoer voor de jeugd. Ook de heer Keijser heeft
zich niet onbetuigd gelaten."
Men schryft ons uit Schagen, dd. 31 Augustus jl.:
„De Prinsessedag was ook hier voor een niet klein gedeelte
van ons opkomend geslacht een feestdag. Door dc zorg namelyk
van eene Commissie, bestaande uit de heeren W. Roggeveen Cz.,
F. J. Gielen, J. Van der Maaten, Cs. De Pater en J. Winkel,
werd alhier een vliegerwedstrijd gehouden, op een terrein (weiland),
daartoe welwillend door den &erd\J" J°ngh afgestaan, en
waaraan door p. m. 140 knap ^,jn va^deelgenomen. De Commissie
genoot welwillend geldelyken ste^eracln verschillende ingezetenen
en was daardoor in staat gesteld orrr.i„ö njeidene prijzen, waaronder
werkelyk fraaie, beschikbaar te In optocht trokken de
kampioenen, ten 10 ure des morgens, ^r het terrein, en hoewel
het weder zich dreigend liet aanzien, na^ de wedstrijd toch een
aanvang, en werd gelukkig, nu en dan be.. henen door de traditio-
neele oranjezon, ten einde gebracht. Tijdens den stryd werden
de jeugdige deelnemers onthaald op melk en koek, en toen zij
na den afloop waren verzameld in het lokaal „De Beurs" van
den heer W. Roggeveen, op koek en wijngrog. Aan den wedstrijd
bleek volgenderwijs te zyn deelgenomen a. hoogststaande vliegers
47 stuks b. schoonste 1c. aardigst uitgedachte 3en d. kleinste.6.
De pryzen, die door den heer W. Roggeveen Cz, met een
flinke toespraak, in verband gebracht met den nationalen feestdag,
werden uitgereikt, waren volgenderwijs behaald: rubriek a: G.
J. v. d. Maaten, Joh. Overtoom, A. Roggeveen, N. Prins, Mel
ker, J. Koorn, P. Brugemann, H. Schene, Jb. Keet, J. Nagel
hout, J. Smit, K. Roggeveen, J. Deutekom, J. Oudshoorn en°D.
Tamis; rubriek b: J. Ranke; rubriek c: A. Baptist en N. De
Boer; rubriek d: H. Caarls, F. Doornbos, P. Weeland en P.
Spijkerman. De woorden van den heer Roggeveen werden meer
malen onderbroken, door de luide hoera's der jeugdige vader
landers, die daarna, op sprekers verzoek, het feest besloten met
het zingen der drie bekende coupletten van ons volkslied, op eene
wijze die onwêersprekelyk bewees dat ieders borst „onbeklemd" was.
Alle lof ten slotte aan de heeren die ook dit jaar den zoo uit
nemend geslaagden wedstrijd hebben georganiseerd, en zich de
vele moeite, daaraan verbonden, hebben getroost. Waarlijk, het
lidmaatschap van zulk eene Commissie is geen sinecure. Wie er
anders over oordeelt, zou daardoor slechts toonen dat hij, wat
betreft zaakkennis, in dit opzicht geen „hoogvlieger" is."
Buitenland.
De Duitsche „Reihsanzeiger" bevat een keizerlijk besluit
van gisteren van den volgenden inhoud„De aanteekeningen
van Keizer Wilhelm I leggen een kostbare getuigenis af
van den zielenadel, den edelen vromen zin van den afge
storvene. De kennisneming daarvan mag het volk niet
onthouden worden. Derhalve heb ik op dezen voor mijn
Huis zoo gewichtigen dag besloten, een uittreksel daarvan
openbaar te maken, als een gedenkteeken ter eere van
Wilhelm I, en als voorbeeld voor mijn Huis en mijn volk."
Het blad geeft daarop vier uittreksels, gedagteekend
11 April 1857, 31 December 1866, 31 December 1871 en
31 December 1878.