HELRERSCHE
M MEUWERIEPER COURANT.
Nieuws- a Advertentieblad voor Hollands Noordertwartier.
1888. N° 114.
- Jaargang 46.
Vrijdag 21 September.
Uitgever A. A.
B A K K E B Cz.
Voor atané's traiten ie gemeente op 90 cent per kwartaal eii
i: H Mnnen 10
„Wij huldigen,
Verschijnt Dinsdag, Donderdag en Zaterdagnamiddag.
Abonnementsprijs per kwartaal0.9
franco per post 1.2
BUREAU: MOLENPLEIN.
Prijs der Advertentiën: Van 1—4 regels 60 cents, elke
regel meer 15 cents. Groote letters naar plaatsruimte.
Voor winkeliers bij abonnement belangrijk lager.)
-yagya.. De uitgever bericht, dat de prijs
der Heldersche en Nieuwedieper
Courant van af 1 October a. s. is gesteld:
Elke pagina zal, in plaats van drie, vier
kolommen druks beslaan; de advertentieprijs
bedraagt tien cent in plaats van vijftien cent
per regel.
Nieuwe abonné's ontvangen de tot 1 Oct. a. s.
verschijnende nummers f/rutis.
De Directeur van liet Postkantoor te Helder
maakt bekend, dat, door eene wijziging in het
vaarplan van de stoomschepen der «lied D. line", in de
reeds vroeger opgegeven dagen van vertrek der brieven
malen naar Curacao via New-York ook eene verandering
is gekomen, en het vertrek nu bepaald is op 28 September,
12 en 19 October, 2, 16 en 23 November en 7 December.
Verzendingen, naar West-Indië:
a. Guyaua
(Suriname)
over Engeland
Amsterdam
b. Cura9ao,
Bonaire en
Aruba,
over Engeland
ii Amsterdam
c. St. Martin,
St. Eustatius
en Saba,
over Engeland
Port der brieven.
15
12*
15
12*
30
25
7*
n
Tijdstippen van verzending.
a. 1°. over Engelandvan 's Gra-
vcnhage des Woensdags om de
11 dagen, te 8.15 's morg.
2°. over Amsterdam: van 'sGra-
venhage den llden van elke
maand, ten 11.45 's avonds.
b. 1°. over Nevv-York, van 's Gra-
vcnhage 28 September; 12,
en 19 October; 2, 16 en
23 November en 7 December,
te 6 u. 's avonds.
2°. over Engelandeiken
Donderdag, te 6 u. 's vonds.
3°. over Amsterdamden
llden van elke maand, te
11.45 's avonds.
4°. over Havreden 13den
en 27sten van elke maand,
te 12.30 's avonds.
|c. van 's Gravenhage des Woens
dags om de 14 dagen, te
8.15 's m.
Met 1 October a. s. beginnen wij een
der nieuwste feuilletons van de talentvolle
schrijfster WILHELMINA HEIMBURG.
14)
ÏH YR A.
Naar het Noorsch van MARIE COLBAN.
Het schip waarmede Michaël zou vertrekken, zeilde den avond
van dïenzelfden dag uit. Magdalena was in levensgevaar geweest,
en de weinige uren tusschen dat gevaar en zijn vertrek waren
zoo vol van indrukken voorbijgegaan, dat de smart van het
afscheid eerst na zijn vertrek kwam. Dc vader was buiten zich
zeiven toen hij hoorde, dat Michaël met het schip mee wilde, en
liep den geheelen dag in zich zelf te brommen. Magdalena
verstopte zich. Michaël pakte zijne zaken bij elkaar en kwam
zoo den tijd door, want woorden konden er niet meer gewisseld
worden.
Het afscheid was gehaast. Het schip, dat wat verder oplag,
had de zeilen geheschen, en al de beambten van het kantoor
stonden aan het strand, om de „Magdalena" te zien wegzeilen
ieder wist, dat 't het be9tc en meest geliefde schip van den chef
was. Over twee jaar zou Michaël terugkomen, had Thyra gezegd
om haar vader te troosten, en dat stond vasthij nam dus zoo
moedig mogelijk afscheid van den geliefden gast met den uitroep
„Tot weerziens 1" Thyra en Magdalena hadden geen woorden,
hij ook niethij drukte slechts Thyra's hand aan zijne lippen en
kuste Magdalena's goude haren. Daarna liet hy zijn blik nog
eens over alles gaan, en toen was hij weg.
Maar de avond, die daarop volgdeVader was kwaad en
kwam niet uit zijn kantoor, waar hy in wanhoop zat te werken,
Wel had hij het voorrecht van de jeugd en van de onwetendheid
behouden, alles van de lichte zijde te zien, maar dat had zijne
grenzen en die grens waren de menschen die hij liefhadals men
die van hem wegnam, werd hij een melancholicus. Magdalena
dwaalde rond als was zij niet met hare gedachten op de aarde.
Gaf zij een naam aan haar gevoel? Wij weten het niet en vragen
er ook niet naareen hart, dat ontwaakt, volgt geen bepaalde
wet, ieder hart heeft eigene maar eene gelukzaligheid, die weinig
van de aarde heeft, hebben zij misschien alle gemeen.
Maar Thyra? Thyra?
Hij was weg! Het helpt niet of wij vooruit hebben geweten,
dat iemand, dien wij liefhebben heen zal gaan; men ziet den dood
ook vooruit, maar niet de smart, die hij achterlaat. Toen het
laatste puntje van het schip verdwenen was, bleef zy nog lang
in den tuin ronddolen, waar een eenzame vlinder om de laatste
bloemen fladderde. Het gouden avondkleed van de zee, waarin
hij was heengereisd, werd tot een treurkleed voor haar, waarin
zij leven moet, en alles begraven, wat voor haar niet meer bestaan
mag. Vergeet, dat ge jong waart.
Daar kwam de maan en spreidde een helder licht over de
bergen en het glinsterende fjord. Zy kromp ineenhoe akelig
Binnenland.
De uitslag der verkiezing voor één lid van de Tweede
Kamer der Staten-Generaal in het district Bergum, noodig
geworden door liet overlijden van den beer Bosgra, gisteren
bekend geworden, heeft in den stand der partijen geen
verandering gebracht. De candidaat der anti-revolutionairen
en Katholieken, de lieer L. YV. De Vries, is gekozen met
1340 van de 2545 geldige stemmen (aantal kiezers 3019);
de heer E. B. Kielstra (üb.) verwierf 1125, dr. Vitus
Bruinsma (rad.) 130 stemmen.
Het „Staatsblad" bevat een Koninklijk besluit van den
3 Augustus 1888, tot invoering van postbladen.
Dat besluit bepaalt:
Onder de benaming van postbladen zullen worden inge-
oerd voor schriftelijke mededeelingen bestemde formulieren,
die ter sluiting van gegomde randen zijn voorzien.
Er zal een postzegelstempel van 5 cent, vertegenwoor
digende het enkel binnenlandsch briefport, op worden
afgedrukt.
De formulieren zullen tegen betaling van een halven
cent per stuk, behalve de waarde van het zegel, op de
postkantoren verkrijgbaar worden gesteld.
Over de benoeming der vier leden, welke met de
vijf door de wet aangeduide naast H. M. de Koningin de
voogdij over Prinses Wilhelmina zullen voeren, sclmijftde
Haagsche correspondent der „Zutf. Crt." o. a. bet volgende:
„Deze benoeming zal wel geen zuiver persoonlijke daad
van den Koning zijn, want het zal moeten geschieden bij
Kon. besluit, gecontrasigneerd door de Ministers, maar het
spreekt toch van zelf dat de Ministers het feitelijk aan
Z. M. overlaten wie hij in den raad van voogdij zitting
wil doen nemen. Uit goede bron werd mij verzekerd, dat
de Koning zijn keus had laten vallen op inr. Heemskerk,
Graaf R. J. Schimmelpenninck, Baron Mollerus van West-
kerke en Jhr. Bosch van Drakestein. Ik deel dat bericht
slechts onder reserve mede, te meer omdat ook nog andere
namen genoemd zijn. Zoo werd voor eenige dagen in de
hofkringen stellig verzekerd, dat o. a. de oud-afgevaardigde
voor het graafschap, mr. C. J. Sickesz, zeer ernstig in
aanmerking kwam. Of het waar is weet ik niet, maar dit
weet ik wel dat Z. M. zich vooral in den laatsten tijd
meermalen in dien geest heeft uitgelaten, dat hij de ver
diensten en bekwaamheden van den Voorzitter van de
Geldersche Maatschappij van Landbouw bijzonder waardeerde
en dit kan op zichzelf reeds tot bet ontstaan van het
gerucht aanleiding hebben gegeven, zonder dat het daarom
nog op waarheid gegrond behoeft te zijn."
en spookachtig scheen zij door de takken der boomenEen
noorderlichtvlam schoot heen en weer aan den hemel. Het werd
een avond vol sterreglansvallende sterren vlogen door de lacht.
Men mag een "wenseh doen bij het vallen van een ster. Zij was
nu zoo arm, dat zij niet eens iets te wenschen hadWat zou
zij wenschen Hun geluk Neen, die woorden wilden niet
over hare lippen....nu niet....eens, misschienZij wist, dat die
woorden eens zouden komen, maar zy daarboven zijn barmhartig,
en verlangden ze nu niet, dien avond niet. Het was een storm
achtige dag geweest, veel van de boomen hadden de meesten
hunner bladeren verlorenhaar levensboom had nog minder
bladeren. De sparren jammerden en weeklaagden in den wind.
Zij verstond wel wat zij zeiden „Voorbij, voorbij De over
gebleven gele bladeren sidderden aan de boomen, iedere windstoot
rukte er nieuwe af, en al die vallende bladeren ritselden zoo
spookachtig en kraakten onder hare voeten, of vlogen voor haar
uit als verschrikte menschen. Haar schaduw ging ook voor haar
uit, en hield gelijken tred met haarzij was er bang voor. De
pijnboomeu storen zich niet aan het jaargetijdezij zette zich
onder hen en luisterde naar het zachte goltgeruisch in de avond
stilte. Alles om haar heen was onveranderdhet was als altyd
een tooneel vol strenge grootschheid. Wie heeft geleden, en haar
niet gevoeld, die onverschilligheid van de natuur tegenover ons
lijden? En hij, die niet leed en haar niet kende, hij zal lijden
en haar kennen eens.
Het was bijna nacht, en zij ging naar binnen. In de tuin
kamer zette zy zich op zijn plaats, en tuurde op den kalen
wand, waar een plaat had gehangen, die hij had meegenomen.
Op haar kamer haalde zij zijne kleine geschenken aan haar
voor den dagook eenige versmade schetsen, en een paar
strepen op een papier, dat zij zich op een gelukkige dag had
toegeëigend. Dat waren de puinhoopen van hare liefde. De
engel bracht Hagar water in de woestijn. Er komen nu geen
engelen meer tot de menschen; vóór haar lag de grauwe levens
woestijn en dan de dood, de trooster. Den volgenden morgen
stond zij zoo moedig op als haar mogelijk was.
Zich hoog opheffen in een groot oogenblik, en groote dingen
beloven, kunnen velen, maar is dat groote oogenblik slechts eene
herinnering gebleven, en geldt het, de belofte na te komen, dan
begeeft den meesten de moed. Thyra wist, dat zy niet zou be
zwijken; zij kende de taak, die op haar rustte, en zij wist dat
die taak trouw zou worden volbracht, want onder die melkblanke
huid en onder dat zoo geheel vrouwelijk uiterlijk, huisde de
ijzeren wil van een man, dien niemand daar verwachtte. Wat
de mannen in haar aantrok, was juist haar vrouwelijkheid, iets
zachts, stils en vreedzaams. Michaël noemde het „troostend",
en dat was het ook. Een oude gewoonte heeft ons geleerd, die
vrouwen als willoozen te beschouwen. Wij moeten ons dat weer
afwennen.
De oude vader was oogenschynlijk bedroefder dan Thyra.
Michael's vertrek en voornamelyk de oorzaak daarvan was hem
een werkelijke slag, want hoe lief Magdalena hem ook was, met
Uit de mededeelingen van „Tijd", „Gentrum" en
„Nieuwe Noordhollander" blijkt dat liet gebeurde te Schagen
zich werkelijk heeft toegedragen als volgt:
Het 20jarig meisje heet Guurtje Borst en werd door haar
vader en haar toezienden voogd haar moeder is over
leden naar het R. K. gesticht te Zoeterwoude gebracht,
met het oog op de verkeering, die zij met een Protestantsch
jonkman te Schagen had aangeknoopt. Welk gesticht het
hier geld, kan blijken uit de volgende woorden van het
„Centrum"
„Geestelijke zusters wijden er haar zorgen om cliep
gevallen vrouwen terug te brengen op den weg der deugd.
Ook aan nog anderen wijden zij haar zorgen, nl. aan som
migen die zij door liaar voorbeeldige zorgen trachten te
bewaren, opdat niet de lichtzinnigheid haar op een verkeerd
pad mocht voeren."
De ergernis, die de verdere familie van het meisje ge
voelde over het feit dat zij naar zulk een inrichting werd
vervoerd, heeft zich aan de bevolking meegedeeld en leidde
tot de vermelde ongeregeldheden.
Aan den rechter blijft het oordeel over degenen die
zich aan het goed van anderen hebben vergrepen. Voorts
zal, volgens de „Nieuwe Noordhollander," moeten worden
uitgemaakt wie de teruggevoerde het recht gaf zich te
verzetten tegen de beslissing, die de vader, krachtens de
op hem rustende verplichtingen, heeft gemeend te moeten
nemen toen hij het meisje naar een andere plaats voerde.
Het bericht, dat in verschillende bladen de rondte
(leed, omtrent de gunning van de kanaalgraving bij Kiel,
ter verbinding van de Noord-en Oostzee, aan de aannemers,
de heeren Wiegerink, te Groenloo, kan de „Zutf. Crt." ten
stelligste tegenspreken. De Pruisische Regeering heeft tot
lieden nog niet over de gunning van het werk beslist.
Onder begunstiging van het prachtigste weer had
jl. Maandag te Medemblik de harddraverij plaats, uitge
schreven door de Vereeniging „Medemblik en Omstreken".
Eene buitengewone menigte menschen was tegenwoordig.
Opgehoopt zaten, neen stonden de menschen in den trein,
wel een bewijs, dat de locaalspoor nog nieuw is, en men
daardoor nog niet bekend is met wat het beteekent als te
Medemblik harddraverij gehouden wordt. Twaalf paarden
dongen mede. De prijs van f 200 werd behaald door de
bruine merrie „Marianne", van den heer A. Witteveen, te
Rauwerd, berijder S. Witteveen; de eerste premie (f 75)
door de bruine merrie „Helena", en de tweede premie (f25)
door (le zwarte blesmerrie „Emma", beide paarden van
den heer H. Dalenberg, te Alkmaar, berijder A. Dalenberg.
De premie van f 10, uitgeloofd voor het mooiste jockey
kostuum, werd toegekend aan den pikeur C. Bier.
Thyra was het toch nog geheel anders. Die liefhebbende natuur
had zoolang hij jong was eigenlijk nooit iemand gehad van wie
hij werkelijk houden konzijne ouders wareo vroeg gestorven,
zijne vrouw en dochter waren koel voor hem of schenen zoo.
Frederik was zijne eerste liefde geweest; toen volgde Thyra, die
alleen regeerde tot Narrifas kwam, maar Narrifas was een speel
kameraad, het waren de twee vagebond-naturen, die elkander
aantrokken. Thyra was cn bleef altijd zijn grootste, ernstige
liefde.
En zy, die alles verloren heeft moet nu haar vader troosten,
en zij is tegen die taak opgewassennaturen als de hare winnen
in sterkte naarmate er meer kracht vereischt wordt. Hoe ver
schijnt ons reeds de tijd, toen zwakheid, hulpeloosheid het ideaal
van vrouwelijkheid was, toen de man slechts het buigend riet
in zijn hand kon liefhebben. Heb een sterke vrouw lief, en zie
dan wat uw leven wordt, o man
Ook bij Magdalena was er geen spoor van hulpeloosheid. Zij
was zoo bedroefd over zijn heengaan, dat zij dacht het niet te
kunnen uithouden, maar toch hield zij het dapper uit, cn reeds
den volgenden dag was zij moediger dan grootvader. Toen hij
de kantoordeur niet wilde openen, sloop zij door een kleine
achterdeur, die hij had iaten maken om dadelijk buiten te kunnen
zyn.
Zij vond den man, die zich te nauwernood's nachts rust gunde,
op een sofa uitgestrekt. Toen hij uit zijn dommeling ontwaakte,
vond hij haar op een bankje voor hem zitten, en zy drukte haar
hoofdje tegen hem aan en begon te schreien alsof haar hart zou
breken en toen begreep hij, dat hij geen recht had ontstemd te
zyn als een oude piano. Hij moest troosten, want het scheen
toch te zijn, zooals Thyra gezegd had: het stumpertje had haar
hart weggegeven. Hij was kwaad geweest op Michaël, maar
eigenlijk kon hy het hem toch niet zoo kwalijk nemen, dat hij
verliefd was geworden op dat lieve schepseltje. Eu hij nam
haar mee naar den zonneschijn en ze lachten tegen elkaar om
elkander te troosten. Zij was niet wat men „verloofd" noemt
hoe kwam het dan, dat zij altijd aan den afwezige dacht, en wist,
dat zij er recht op had, ja, dat hij zelfs eens terug zou komen
en dat zij dan nooit meer zouden scheiden
Voor zijn vertrek hadden zij slechts een paar woorden gewis
seld. Zij zat aan haar eigen raam in de tuinkamer, en tuurde
op de glinsterende zee en op het schip, dat hem zou meenemen.
Toen kwam hy naar haar toe, en wilde haar iets zeggen tot
afscheid, maar de woorden wilden niet over zijne trillende lippen.
Eindelyk zeide bij
Wij zijn samen in gevaar geweest, Magdalena; zulk een
gevaar is^ een eeuwige band. Je zult mij niet vergeten, niet
waar Kan ik daarop vertrouwen 1
Ik vergeet u niet, klonk zacht haar antwoord.
Maar het waren toch niet die woorden, die den diep3ten
indruk hadden achtergelatenwat er in de boot gebeurd was,
vervulde al hare gedachten en droomen. Wat was er gebeurd
in dc boot? Het begin kon zy zich, hoeveel moeite zij er zich