t Men sclirijft ons uit Anna Paulowna,
tld. 22 dezer
t //Een dar nuttigste Vereenigingen in deze
gemeente loopt groot gevaar, ontbonden te
worden, indien niet krachtige hulp van vele
zijden wordt verleend. Wij hebben het. oog
op ons departement der Maatschappij tot
Nut van 't Algemeen.
Opgericht in November 1876, sloeg het
terstond de handen aan het werk tot stich
ting eener Volksbibliotheek.
Het slaagde daarin uitnemend en winter
op winter werden honderden boeken koste
loos terlezing uitgegeven, om nut en genoe
gen te verspreiden. Steeds meerder werd de
belangstelling, maar op evenredige wijze ste
gen ook kosten en moeiten, daaraan verbondeu.
Spoedig na de Bibliotheek kwam de Spaar
bank tot stand, die tot heden haar goeden
invloed doet gelden. In 1880 werd vervol
gens vanwege ons departement een cursus
voor handenarbeid ingesteld, een zoo nuttige
oefening voor oog en hand, doch deze moest
eenige jaren later door vertrek van den
onderwijzer worden opgeheven.
Twee jaren geleden trok onze Vereeniging
zich de zorgen aan voor getrouw schoolbe
zoek, en het gevolg daarvan was de geboorte
der Vereeniging tot bevordering van School
bezoek, die meer dan 100 leden telt en haren
gunstigen invloed reeds doet gevoelen, en
nu ongeveer een half jaar geleden kwam de
vijfde instelling van het departement tot
stand, nl. het Ziekenfonds, waarvan de com
missaris-verslaggever op de vergadering van
jl. Zaterdag met dan met lof kon gewagen.
Deze laatste Vereeniging telt thans 323 leden.
Niemand zal alzoo durven loochenen, dat
ons Nutsdepartement steeds krachtig en
onvermoeid heeft gewerkt tot nut van 't
algemeen. En toch dreigt er gevaar voor
deze zoo gunstig werkende afdeeling door
het zeer geringe ledental. Wij hebben be
hoefte, dringende behoefte aan groote uit
breiding daarvan. Maai- wij houden ons
overtuigd, dat onze mede-ingezetenen door
de lezing van dit artikel en door een op
wekkend woord, dat eerstdaags tot hen zal
gericht worden, in groote menigte zullen
toetreden, om deze instelling te helpen hand
haven. De Burgemeester dezer gemeente
sprak nog onlangs bij de totstandkoming van
het Ziekenfonds de volgende woorden: „Ik
zie hierin weder het bewijs, dat de inge
zetenen van Anna Paulowna steeds willen
medewerken tot het goede." Mogen deze
woorden ook bewaarheid worden aan het
departement Anna Paulowna der Maatschappij
tot Nut van 't Algemeen. Daartoe vragen
wij ieders krachtige medewerking.
In de vergadering van jl. Zaterdag werden als
bestuurders gekozen de heeren G. H. Geer-
ligs en A. G. Pareau, in plaats van de heeren
J. C. Geerligs Sr. en J. J. Enschedé, die
als zoodanig bedankt hadden. Tot Voorzitter
en Penningmeester werden achtereenvolgens
en nagenoeg eenstemmig gekozen de heeren
R. Kaan Az. en G. H. Geerligs, die heiden
deze benoeming aannamen."
Men schrijft ons uit Schagen, dd.
22 dezer:
„Het „seizoen" is hier gisteren geopend
met de aangekondigde voordrachten van den
heer W. Van Zuijlen, in het lokaal „Céres,"
thans geëxploiteerd wordende door den heer
J. P. Blauw. Voor pl. m. honderd vijftig
personen trad genoemde artist op, en beves
tigde ten volle de waarheid der gunstige
recënsiën, welke den laatsten tijd in ver
schillende bladen omtrent hem voorkwamen.
hij je voor eeuwig aan zich ketent."
//Neen, neen, Hortense, ik vraag het hem
niet. Dat zou hem maar verdriet doen.
Praat er niet meer over."
z/lk zal 't hem vragen. Als hij je werke
lijk liefheeft, kind, als hij je niet egoistisch
liefheeft, zegt hij //ja!"
//Och neen, als 't u belieft niet van
daag ten minste niet," herhaalde Lucie,
haastig en gejaagd, want juist weerklonk een
welbekende, vaste stap op den corridor en
trad Alfred binnen. Lucie ging hem scliie-
lijker tegemoet, dan anders hare gewoonte
was, en greep hem bij den arm, alsof ze
hem vergiffenis voor iets had te vragen.
Hortense stak hem de hand toe en bood hem
een stoel aan. Hi j nam tegenover haar plaats,
zonder de hand van zijne verloofde los te
latenzijn ernstig gelaat stond buitengewoon
vroolijk en opgewekt.
//Lucie, weet ge waar ik geweest ben?"
vroeg hij. //Raad eens!"
z/Bij grootpapa!" zeide Hortense.
//Ja, natuurlijkmaar de oude luidjes waren
zóó in hunne schaakpartij verdiept, dat ze
mij nauwelijks opmerkten. //Neen, vóór
dien tijd, mevrouw dat kan Lucie alleen
raden."
Het meisje schudde ontkennend het hoofd,
en zag hem vragend aan.
z/In onze aanstaande woning," ging hij
voort, de kleine hand drukkende, eer hij
deze losliet. //Alles is nu zoover gereed;
ge kunt komen en je rijk in oogenschouw
nemen, de meubels bestellen volgens de be
schikbare ruimte, en
z/Zijt ge daar vandaag geweest?" vroeg
Hortense.
//Ja, zoo even. Ik heb ook al een plaats
voor je werktafeltje gevonden, Lucie," ver
volgde hij; «het venster van de hoekkamer
De voordracht van de zes nommers, die het
programma vormden, nl.„Een lastig geval",
„Eene gewichtige rol", „Eene eerste liefde",
„De Hoed", „Een Vrijbiljet" en „Rammel
slag", was in één woord uitmuntendzij ont
lokte menigen gullen lach, en deed den heer
v. Z. kennen als een „denkend kunstenaar", die
door zijn hoogst fijne en juiste opvatting,
gepaard aan eene niet minder losse dan ele
gante voordracht, in hooge mate de gave
bezit van niets ietsja véél zelfs te maken.
„De lieer Van Zuijlen", las ik onlangs in een
blad „veroverde zijne hoorders stormender
hand" welnu,het was hier precies 't
zelfde. Bij zijn optreden gevoelde men zich
onmiddellijk tot hem aangetrokken, en toen
„Een lastig geval" was voorgedragen en men
tranen had gelachen om die verwenschte
melodie, die den spreker nu eenmaal in het
hoofd zat, en hem zelfs met zijn doode tante
in de armen tot zingen dwong, had de heer
Van Zuijlen gewonnen spel.
Het ligt wel eenigermate voor de hand,
dat niet alle nummers evenveel succès hadden.
Als de minst boeiende zou ik willen noemen
„De Hoed" en „Eene gewichtige rol". Met
deze opmerking wordt door mij echter geene
aanmerking gemaakt op de voordracht. Durfde
ik mij eenige opmerking van critischen aard
veroorlooven, het zou deze zijn, dat nu en
dan een weinig minder snel spreken het genot
voor de hoorders nog zou verhoogen. Zelfs
de voordracht van „Rammelslag" zou daar
door winnenin het tempo van gisterenavond
toch ging er nu en dan bepaald iets voor
het publiek verloren."
De Hooge Raad heeft gisteren verwor
pen de cassatievoorziening van den Amster-
damschen kleermaker, die tot drie dagen
gevangenisstraf werd veroordeeld ter zake
van poging tot het des onbevoegd
deelnemen aan eene krachtens een wettelijk
voorschrift uitgeschreven verkiezing.
Men verzekert, dat de telephoonlijn
tussclien Amsterdam en Rotterdam nagenoeg
voltooid is.
Jl. Zondag is weder goud men zegt
voor f 6,000,000 door de firma Baring
Brothers van Engeland, via Ylissingen, naar
Rusland verzonden.
De bovenzaal van het voormalig Ja-
pansch Museum in „Artis" te Amsterdam,
welks inhoud is overgebracht naar de nieuwe
zalen, op 1 Mei jl. in gebruik genomen, is
thans, geheel gerestaureerd, ingericht tot
huisvesting voor levende wezens, waaronder
zich o. a. bevinden de ourang oetang met
zijn speelgenoot, onlangs aan het Genootschap
geschonken, een slingeraap, de blauwe aap
met zijn zilverwitte ringbaard en dito staart;
voorts een aantal zeldzaam en moeilijk te
verkrijgen exemplaren van het apengeslacht,
alle in nieuwe, rondom getraliede hokken.
Aangezien hier veel gemakkelijker door
ijzeren buizen verwarming en veel beter
ventilatie kan worden aangebracht dan in het
oude apenliuis, verwacht de directie da} de
zeldzame en nogal gevoelige apensoorten het
hier wel, althans veel langer, zullen volhouden
dan tot nog toe het geval was. De langharige
Sim, die thans in „Artis. verblijf houdt, voelt
er zich althans zeer op zijn gemak. Zijn
vorige broeders hielden het er (wanneer wij
ons niet vergissen) maar kort uit en waren
op verre na niet zoo levenslustig als deze
bruine.
Men meldt als eene bijzonderheid, dat
van één boom in een tuin te Haarlem p. in.
11 mud keizerinperen zijn geplukt.
Als eene bijzonderheid dient te worden
dat op de straat uitziet. Daar laat ik een
prachtig bloemenrek timmeren."
//Van buiten ziet dat huis er zoo klein
uit. Ik had nooit gedacht viel Hor
tense hem in de rede.
Hij lachte. //Oorspronkelijk is het een
tuinhuis geweest, en ook nu is het voor
eenvoudige menschen bestemd, mevrouw.
Een villa had ik niet kunnen koopen. Maar
het ligt lief, is doelmatig ingericht en o n s
eigendom. Niet waar, Lucie?"
//Ja!" zeide zij, hem voorbij en naar buiten
ziende.
Hortense wachtte even. //Wanneer," be
gon zij, //wanneer zal eigenlijk
Lucie stond op, begaf zich naar de piano
en sloeg een muziekboek op.
//Wanneer we het zullen betrekken, meent
ge, mevrouw In liet najaar, denk ik, als
de bladeren van de boomen vallen."
z/Gaat ge dan eerst reizen?" vroeg zij
verder.
Hij lachte luid en Hartelijk.
z/Dan zou ik geen dokter moeten zijn, die
zich juist voor goed heeft gevestigd, mevrouw
Van Leeuwen!"
//Maar ge licht vroeger zeker veel ge
reisd?" hernam zij.
z/Veel? Neen! Maar ik ken toch een groot
deel van ons land en ben ook wel daar
buiten geweest."
z/Ook in Zwitserland?"
Hij knikte toestemmend. //Ja, en zelfs
nog verder, in Italië. Als student heb ik
daar een soort van voetreis gedaan; de
beurzen, waarvoor ik studeerde, waren ruim
en zoo had ik wat geld overgehouden. Te
Parijs bezocht ik de Tuileriën en te Londen
den Tower, en zelfs heb ik in het noorden
de middernachtszon zien schijnen."
z/Nu, dan weet ge ook bij ondervinding,
vermeld, dat jl. Zondag bij de schietoefenin
gen op de baan vnu het korps koninklijke
scherpschutters te Rotterdam het buitengewoon
lid, de heer Ilausch, op den afstand van
200 pas, staande uit de vrije hand, in de
open lucht, in eene serie van vijf schoten,
op de schijf, witte roes 10 centimeeter mid
dellijn, 5 witten rozen, het hoogste aantal
punten, 60, heeft geschoten.
Als eene bijzonderheid wordt gemeld,
dat door den jager A. Van Ewijk in de
duinen van den heer J. IL Willink, onder
Noordwijkerliout, een geheel zwart wild
konijn is geschoten.
Er wordt thans te Arnhem een straat-
oorlog gevoerd tussclien de jongens van de
„roomsclie" scholen en van de „gereformeerde"
scholen, en ook knapen van andere inrich
tingen van onderwijs hebben van het jeug
dige canaille veel te lijden.
Jl. Donderdag sneed een derteinjarige
knaap, een veertienjarigen met een mes over
het gezicht. De „Arnh. Crt." dringt er op
aan, dat maatregelen zullen genomen worden
tegen dergelijke wandaden, en eindigt met
de volgende opmerking„Dat de jongens
van de roomsclie scholen niet begrijpen, dat,
zoo hun vaders gereformeerd waren ge
weest, zij ook gereformeerd waren, en ook
gereformeerde jongens het omgekeerde niet
vatten, is liuu niet kwalijk te nemen. Dat
begrijpen volwassen mensclien ook niet. Daar
van levert de geschiedenis en de dagelijksche
ervaring doorstaande blijken."
Nu de tijd van algemeene verkoudheden
weêr aankomt, is het zeker niet overbodig
nog eens te wijzen op een gevaar, waartegen
reeds vaak gewaarschuwd werd nl. het op
den mond kussen van kinderen door vol
wassenen. Het is herhaaldelijk door genees
kundigen betoogd, en, helaas, door treurige
voorbeelden gebleken, dat een voor volwas
senen onschadelijke verkoudheid, op die wijze
overgebracht in het onontwikkelde, zwakke
lichaam van een kind, een hoogst gevaar
lijke ziekte werd.
De volgende woordspeling over drie
bekende personen, die Amsterdam hebben
verlaten, is daar in omloop.
Hes (een tandarts, die Amsterdam voor
Berlijn verwisselde) is „uitgetrokken" prof.
Fürbinger (de naar Jena vertrokken lioog-
leeraar in de anatomie) is „uitgesneden", en
dr. Mezger is „uitgeknepen".
Indien gij een vogel aantreft met verlamden
vleugel, gij zoudt medelijden hebben met het
arme dier, althans het niet dwingen om te
vliegenindien uwen medemensch het hart
gebroken is door overstelpend leed, heb
mededoogen doe niet te hooge eischen aan
den verlamde en gebrokene van kracht.
E. Marelitt.
Ook een jager. „Gaat ge zoo zonder
hond op de jacht?" vraagt de eene jager
den anderen.
„Ja," luidt het antwoord, „iederen keer
dat ik een hond meênam, schoot ik hem per
abuis dood."
Buitenland.
Pas is Keizer Wilhelm van Duitsch-
land in het Marmeren Paleis te Postdam
teruggekeerd, of men spreekt van nieuwe
reizen. De „Ind." meldt, dat hij nog dezen
winter naar Madrid zal gaan. Ditmaal echter
zou de reis volstrekt geen politieke betee-
kenis hebben, doch alleen als een beleefdheid
jegens de Koningin-regentes beschouwd
moeten worden.
hoe mooi het op de wereld is."
i/O prachtig, prachtig
Hortense glimlachte thans. //Denkt ge,
dat andere menschen ook niet graag eens op
reis gaan
z/Men zou wel dwaas wezen, als men dat
niet prettig vond
De jonge vrouw was opgestaan en legde
hem de hand op den schouder. „Gevangen
riep zij, zoo vroolijk als een kind.
z/Ik Hoe Wat bedoelt ge
z/Nu moet ge er in toestemmen
//Waarin
z/Dat Lucie een paar maanden met mij op
reis gaat."
Hij was opgestaan en staarde nu zijne ver
loofde aan, die zwijgend tegen de piano
leunde.
z/Lucie zoudt ge Nu vroeg hij
verbaasd.
Zij schudde ontkennend het hoofd. //Neen,
ik wil niet," zeide zij.
//Ja, ze wil welZe heeft er grooten zin
in, dokterDenk eens, dat ze nauwelijks een
voet buiten de provincie heeft gezet."
Hij streek zicli met de hand over het
voorhoofd, maar antwoordde niet.
z/We zullen thuis nog wel eens daarover
spreken, Lucie," zeide hij eindelijk. De
kleur was nog altijd uit zijn gelaat geweken.
Het meisje beproefde te glimlachen, maar
het mislukte. Zwijgend namen zij weêr
plaats. Het woelde en gistte wonderlijk
in heider hart.
z/H ij kent de heele wereld," dacht zij.
z/H ij heeft al dat heerlijke genoten, maar
i k zal 't nooit zien En hij tuurde op
den blinkenden theeketel. //Ze wil mij ver
laten in den gelukkigsten tijd van ons leven
terwijl we geëngageerd zijn
(Wordt vervolgd.)
De „Truth" geeft een lijstje van de
geschenken, die Keizer Wilhelm uit Berlijn
had medegenomen om aan de verschillende
hoogere en lagere staats- en hofbeambten
van zijn vorstelijke gastheeren uit te deelen.
Iïet waren dertig diamanten armbanden en
tachtig diamanten ringen, twintig met bril-
lanten omzette sterren van den Zwarten en
den Rooden Adelaar, benevens honderdvijftig
zilveren sterren; vijftig doekspelden, zes
prachtige galadegens, veertig groote photo-
grapliische portretten van de Keizerlijke
Familie in gouden lijstdertig gouden hor
loges met ketting, waarvan een de diensten
van een der tafelbeambten moest beloonen,
en eindelijk nog een hondertal snuifdoozen
en sigarenkokers, versierd met het keizerlijk
monogram in goud en met het keizerlijk
wapen. Het Engelsche blad schat de kosten,
waarop deze vrijgevigheid die volstrekt
niet met de zuinige gewoonte van zijn
geslacht overeenstemt den Keizer zijn
reis naar Weenen en Rome doet te staan
komen, op ongeveer een inillioen mark.
Van de pauselijke nunciatuur te Mün-
clien is tot de ultramontaansclie bladen in
Duitschland het volgende wachtwoord ge
richt „de Romeinsche kwestie is door het
bezoek des Keizers onveranderd gebleven;
vóórdat dit bezoek plaats greep, heeft de
Duitsche Regeering de verzekering gegeven
dat daarmede niet bedoeld werd de thans
bestaande verhoudingen te Rome te erkennen."
De „N. Rott. Crt." ontvangt uit Rome
het bericht, dat het neerleggen, op bevel
des Keizers, van een prachtigen lauwerkrans
op het grafmonument, ter eere van de sol
daten, die bij het bestormen van de bres in
de Porta Pia zijn gevallen (in 1870, toen
Koning Victor Emanuël van Rome als hoofd
stad van Italië bezit nam), in de pauselijke
kringen de grootste ontsteltenis verwekt heeft.
Naar uit Sofia gemeld wordt, heeft het
leven van de Koningin van Griekenland
ernstig gevaar geloopen. Van Odessa ko
mende, werd de stoomboot, waarmede de
Vorstin de reis naar Athene deed, in de
Zwarte Zee door een hevigen storm beloopen.
Slechts met moeite gelukte het den gezag
voerder, nog juist bijtijds in de haven van
Kavarna te komen. Ware die poging mislukt,
dan zou het vaartuig ongetwijfeld het lot
gedeeld hebben van tal van zeilschepen,
welke op hetzelfde oogenblik, dat de Ko
ningin gered werd, in de Zwarte Zee jam
merlijk vergaan zijn.
De heer De Lesseps heeft jl. Zondag
te Lyon eene „conférence" gehouden, waarin
hij verklaard heeft dat het Panama-kanaal
in 1890 geopend zal worden.
Tijdens de Tentoonstelling te Parijs in
1889 zal daar ook een groot internationaal
vrouwencongres gehouden worden. Dat ont
brak er juist ook nog aan
Het onlangs in Whitechapel opgericht
veiligheidscomité heeft een pakje ontvangen,
waarin de helft van de nier eener vrouw.
Een briefje van den volgenden inhoud bege
leidde de afschuwelijke zending: „Ik zend
u hierbij de helft van een nier, welke ik
eene vrouw uitsneed. De andere helft heb
ik voor mij zeiven gehouden, ik heb haar
gebakken en opgegeten. Zij smaakte zeer
goed. Ik zal u ook het mes zenden, waar
mede ik de operatie verrichtte, wanneer gij
slechts nog eenigen tijd geduld hebt." Het
briefje was geteekend„Vindt mij maar
eens, als gij kunt."
Door de geneesheeren, welke aanstonds
geroepen werden, is geconstateerd, dat het
pakje werkelijk de helft van de nier eener
veertigjarige vrouw inhield, die tijdens haar
leven misbruik van sterken drank had ge
maakt. De ongelukkige, aan wie de nier
ontnomen werd, moet 3 weken geleden nog
geleefd hebben.
Het wordt inderdaad tijd, dat er licht
komt in de zaak van Whitechapel.
Uit de beraadslagingen, welke dezer
dagen in eene vergaderingvan het algemeen
bestuur der Vereeniging tot bescherming der
Engelsche visscherij te Londen gehouden is,
bleek, dat in Amerika een onbeperkte vraag
is naar makreel. Men was algemeen van
oordeel, dat deze nijverheid op de westkust
van Ierland zeer vooruit zou gaan, daar zes
Amerikaansche huizen daar met elka&r don
gen en reeds, eenige visschers een 70 p. st.
per nacht verdiend hadden. Ook is in
Amerika een nieuwe markt gevonden voor
Schotsclie haring, en in eenige jaren zal de
afzet daarvan nog veel grooter zijn. Het
belang van dezen handel beseft men, wan
neer men bedenkt, dat een millioen tonnen
haring elk jaar aan het vasteland worden
afgeleverd.
Ook werd op de vergadering de kwestie
van de vernietiging van onvolwassen visch
nog eens ter sprake gebracht en eene motie
aangenomen, waarbij de tijd voor gekomen
werd geacht, dat tussclien de landen, die in
de verschillende wateren visschen, een over
eenkomst zou worden gesloten.
In Noorwegen neeft de winter reeds
zijn intrede gedaan. Een sneltrein van Chris-
tiania naar Drontheim is dezer dagen bij het
station Reitan in de sneeuw blijven steken.
Eerst nadat een andere trein, die van een
sneeuwploeg voorzien was, den weg vrij had
gemaakt, kon de tocht worden voortgezet.
Wij spraken bereids het bericht tegen
van het overlijden van Schleyer, den vader