IIELRERSCRE EN NIËIIWËDIEPER COURANT. Nieuws- en Advertentieblad voor Hollands Noorderkwartier. 1888. M 135. Vrijdag 9 November. Jaargang 46. Uitgever A, A. BAKKER üz. Bekendmaki n g. 17> Hortense en Lucie. „Wij huldigen het goede." Verschijnt Dinsdag, Donderdag en Zaterdag. Abonnementsprijs per kwartaal0.70 franco per post 0.90 BUREAU: MOLENPLEIN. Prijs der Advertentie»Van 14 regels 40 cents, elke regel meer 10 cents. Groote letters naar plaatsruimte; bij abonnement lager Dienstaanbiedingen a 5 cents per regel a contant. Burgemeester en Wethouders der gemeente Helder brengen ter algemeenc kennis, dat door den Raad dier gemeente, in zijne zitting van den 6 dezer maand, tot leden van de Commissie om Burgemeester en Wethouders bij te staan in het toezien op liet beheer en onderhoud van alle plaatselijke werken en vaste eigendommen, zijn benoemd de Heeren H. JANZEN Ez. J. HOOGENBOSCH. J. VERFAILLE. T. C. GO VERS. Helder, 7 November 1888. Burgemeester en Wethouders voornoemd, C. A. BEUKENKAMP, Burgemeester. C. BOON, Secretaris. Binnenland. ls' De commissie te Rotterdam voor ae herdenking van den herinneringsdag :(e_ afschudding van het Fransche juk in Nove.M ber 1813 heeft, wegens de ziekte van Z. den Koning, besloten de feestelijkheden de^ maand geen voortgang te doen hebben. Dit besluit zal zeker algemeen worde; goedgekeurd. Het jaargetijde is bovendie; voor openbare feestelijkheden niet geschikt. Een bescheiden herdenking van het heugel ijker feit, met ruime bedenking vooral van be hoeftige landgenooten, is zeker op hare plaats. Maar heter is het, elke feestviering uit te stellen tot het volgende jaar, wanneer wij hopen, dat in Mei de veertigste verjaardag van 's Konings inhuldiging te Amsterdam (12 Mei 1849) zal mogen worden gevierd. (Hld.) De Staatscommissie voor de zaken van landbouw heeft o. a. ook aan de Regeering Naar het Duitsch van W. Heimburg. Terwijl de tafel gedekt werd, stond Hor tense stil bij het venster. Op eens keerde zij zich om. „Logeert de ritmeester Van Wilken hier in het hotel?/' vroeg zij. De rossige jonkman stak zijn neus in de lucht en kneep de oogen half dicht. //Van Wilken? Van Wilken.?" herhaalde hij, alsof hij zijn gedachten moest verzamelen, „de ritmeester van Wilken ja wel, me vrouw Hij logeert hier, een verdieping hooger, No 29." Nog eens liep hij rondom de tafel, zette stoelen gereed, trok het tafel laken recht en verdween met de belofte, dat hij aanstonds de soep zou opdragen. Hortense bleef onbeweeglijk staan, en zette zich ook niet eer aan tafel, dan nadat de kellner de soep voorgediend en zich ver wijderd had. Ze zat bleek en stil voor haar bord en roerde de spijzen niet aan. z/Eet toch iets, Hortense!" smeekte Lucie. Zij schudde ontkennend liet hoofd en tuurde op de kaartjes voor de komedie, die naast haar hord lagen. //Willen we van avond maar niet thuis blijven?" vroeg het jonge meisje. „Neenantwoordde zij bits. Het middag maal liep zwijgend af. Het dessert bleef onaangeroerd. Hortense stelde thans voor den rijtoer te doen, die er 's morgens bij was ingeschoten, en weldra zaten zij zwij gend naast elkander in het rijtuig, dat haar door de lanen van den „Grooten tuin" voerde. Het trof Lucie, dat Hortense sier lijker gekleed was dan anders en dat zij op den terugrit voor een fraaieu winkel liet stilhouden, even uitsteeg en met een donker rood e parasol terugkwam. ,/De laatste mode zeide zij glimlachend tot het jonge meisje, met haar nieuwe bezitting aanstonds de hel dere voorjaarszon afwerend. Vindt gij ze mooi?" „Neen," antwoordde Lucie, „ik houd niet van zulke schelle kleuren." „Ik ook niet," hernam de jonge vrouw, wier bleek gelaat door den weerschijn van de parasol met een rozerooden blos overtogen, een geheele verandering had ondergaan. „Ik ook niet, maar liet zij er op volgen, terwijl ze de parasol boven Lucie hield, „maar ze beantwoordt aan het doel, zooals ik zie." In het hotel teruggekeerd, haastten zij zich toilet voor de komedie te maken. Lucie de wenschelijkheid in liet licht gesteld van maatregelen om het lager landbouwonderwijs uit te breiden en vruchten te doen dragen. De heer H. lieukels, leeraar aan de Rijks kweekschool te Nijmegen, geeft naar aan leiding hiervan in „Vragen des Tijds" eenige practische wenken over de inrichting van dat onderwijs. Hij laat de gewone lagere school en de herhalingsschool er buiten, maar gelooft dat men beter zal doen het lager landbouwonderwijs te geven in winter- sc/iolen, waar van rijkswege in lokalen der gemeente twee uren gedurende vijf dagen in de week onderwijs wordt gegeven door onderwijzers, die de akte voor landbouwkunde bezitten. De cursus zal een vierjarigen zijn, zoo dat bij aanstelling van twee onderwijzers aan elke school om de 2 jaren plaatsing van leerlingen kan geschieden. Een jaarwedde van f 300 voor elk en f 150 voor leermid- 1 *- Aa schrijver voldoende, zoodat de van Europees^ 'h jaarlijks f 750 oordeeling vai. J J .aen bedragen, waarop de school- door de ®™in<lcri"g ^nden komen. jrming der onderwijzers tot verkrij- voorg^er lagere akte voor landbouwonderwijs k*»ic hij het best geregeld door aan deRijks- mdbouwschool een éénjarigen cursus in te ^ïchten, waartoe jaarlijks 20 onderwijzers, na een zoo noodig vergelijkend exa men in natuurkennis, worden toegelaten, met toelage voor huisvesting en verpleging. De feesten ter herdenking van het GOjarig bestaan der Koninklijke Militaire Academie te Breda mogen zich in de alge- meene belangstelling verheugen. Reeds heb ben zich ruim 230 deelnemers voor den réunie-maaltijd bij de regelings-commissie aangemeld. Te Veere vergaderden jl. Dinsdagavond was gauw gereed en begaf zicli vervolgens naar de slaapkamer van hare vriendin om deze, zooals zij zoo gaarne deed, met het een of ander behulpzaam te zijn. Hortense stond in een zwart kanten japon voor den grooten spiegel; op een kleine tafel nevens haar stonden verscheidene doozen met bloemen en vederen; ze had juist een kapel van ge dreven gouddraad, met kleine gekleurde steenen bezet, in het haar gestoken; nu woelde ze deze weer ongeduldig los en wierp haar driftig op de tafel, „'t Is weer één van die dagen, dat mij niets wil gelukken," mompelde zij. „Waarom neemt ge niet een paar frissche theerozen vroeg Lucie. „Die staan je altijd zoo goed." „Omdat ik niet wil! En kijk mij als jeblieft niet zoo op de handen dat maakt mij zenuwachtig!" Lucie ging zwijgend heen en wachtte in het salon. Zij hoorde koffertjes en kistjes op den grond vallen en Hortense driftig met den voet stampen. Eindelijk verscheen de jonge vrouw. Ze droeg een touffe van licht blauwe struisveeren in het haar en een pa rure van turkooizen en paarlen. Zwijgend verlieten zij de kamer en gingen de trap af. Door de verlichte vestibule zagen zij juist een kellner met een prachtigen pièce de milieu van frissche bloemen achter de deur van de kleine eetzaal verdwijnen. Toe vallig had Hortense dit opgemerkt. „Daar wordt een feest gevierd," zeide zij, alsof ze blij was iets te kunnen zeggen, dat niets met hare inwendige gedachten gemeen had. „De kapitein van Wilken geeft na afloop van de komedie een klein souper aan zijne aanstaande met hare ouders en nog eenige familieleden," deelde de eerste kellner, die juist de gang doorkwam, haar dienstvaardig mede. Hortense boog als dankend het hoofd en trad naar buiten, waar het al begon te sche meren. „We zullen te laat komen, Lucie," zeide zij met volkomen bedaardheid, „laten we ons wat haasten!" Ze kwamen inderdaad even vóór het begin van de ouverture; alle plaatsen waren bezet; een vreemde zangeres zou de partij van Suzanna in Figaro's Hoch- zeit zingen. Ze traden een loge op den eersten rang binnen. Aan de deur stond, diep buigende, een heer, alsof hij op haar gewacht had Waldemar Weber. Mevrouw Van Leeuwen stapte hem voorbij zij scheen hem niet te hebben opgemerkt. een aantal ingezetenen, ter gedachtenwisse- ling over de vraag: „Wat kan gedaan worden om den toestand van Veere ecnigermatc te verbeteren?" Na eenige discussie werd eene commissie benoemd, die zich namens de bur gerij tot den Gemeenteraad zal wenden met verzoek, den beker van Maximilliaan van Bourgondië te verkoopen. Het Kantongerecht te Utrecht heeft iemand, die buiten het geval van gegrond vermoeden voor gevaar gebruik had gemaakt van de noodrem om den trein te doen stil staan, veroordeeld tot f 25 boete, subsidiair 3 dagen hechtenis. Bij den kolfwedstrijd te Hoogcarspel, is de prijs, f 100, behaald geworden door J. C. Maaszen, te Hoon), de eerste premie, f 50, door C. Zomer, te Zuidscharwoude, en de tweede premie, f 25, door B. Bijlsma, te Bolsward (32 deelnemers). Bij den biljartwedstrijd verwierf G. Rolle, te Hoogcarspel, den prijs, en P. Berkhou wer Jz., te Zuidscharwoude, de premie. Er waren 16 deelnemers. In eene onlangs gehouden vergadering van de Liberale Kiesvereeniging te Bar- singerhorn werd gewezen op eene ongelijk heid in zake gemeentelijke belastingen, vooral in die gemeente voor de ingezetenen be zwarend. Die ongelijkheid was deze. Een aantal in die gemeente liggende landerijen (bijna de geheele Waardpolder) behooren aan elders wonende personen, die een werk man met het beheer belasten, nu en dan eens komen zien, of de zaken naar behooren gaan, jaarlijks de opbrengst in ontvangst nemen en niets aan de gemeentelijke huis houding bijdragen. Of het wenschelijk en tevens uitvoerbaar is, dat ook bedoelde land eigenaren in de gemeentebelastingen worden Maar nadat Lucie nevens haar plaats had genomen, zette hij zich in den naasten fau teuil met zulk een ongedwongen uitdrukking op zijn energiek gelaat, alsof deze plaats hem van gods- en rechtswege toekwam, alsof deze de eenige rechte voor hem was in de geheele groote zaal. Lucie lette nauwelijks op hem; augstig zwierven hare oogen langs de loges van den eersten rang, en ja ze kreeg een schok door al hare leden daar ginds, dicht bij de loge van den koning, zat van Wilken in uniform tusschen een def tige oude dame en een jong meisje in het lichtrood, wier lange blonde vlecht haar nog over den rug hing, en dat glimlachend naar hem luisterde. Achter hem zaten een oude heer in burgerkleeding en twee jonge offi cieren. Bezorgd wendde Lucie zich naar Hortense, en juist op dit moment keerden de blikken der jonge vrouw van hetzelfde punt terug de groote staalgrijze oogen, zich onbespied wanende, hadden een doodelijk melancholieke uitdrukking. Onwillekeurig tastte Lucie naar de tengere hand, die terstond werd teruggetrokken. Hortense zat kalm in haar fauteuil en zag schijnbaar met de grootste belangstelling naar het tooneel, waar Su zanna juist haar hoed voor den spiegel oppaste en Figaro de kamer uitstapte. Lucie zag en hoorde alles als in een droomze wist dat Hortense daar nevens haar als het ware op de pijnbank zatver ruimd haalde zij adem, toen liet bedrijf uit was. De loges werden leeg. Alles verdrong zich in de foyers. Ook Hortense stond op. Zij bewogen zich langzaam tusschen de pratende en lachende menigte. Daarop richtte de jonge vrouw hare schreden naar het buffet. „Ik heb dorst," zeide zij. In het fraai, op pilaren rustend lokaal be vonden zich slechts enkele mensclien; een paar groepen stonden voor de sierlijke schenk tafel of zaten op de sofa's bij de marmeren balustrade. Ook Hortense scheen vermoeid en nam plaats. Toen Lucie een glas Selt- serwater bestelde, zeide een stem naast haar: „Doe geen moeite, juffrouw, ik heb hier al wat gij verlangt." Waldemar Weber bood haar een glas met het mousseerende water aan en wendde zich vervolgens tot me vrouw van Leeuwen. Lucie keek om en vergat te drinkenze was overtuigd, dat Hortense in hare oogen- blikkelijke stemming hem een uitbrander zou geven. Maar neen, ze kon hare oogen niet gelooven de jonge vrouw nam glimlachend. aangeslagen, zal in November door den heer inr. I. A. Levv van Amsterdam in eene openbare vergadering dier Kiesvereeniging worden besproken. In 1890 zal te Leiden weder eene maskerade worden gehouden. De Rechtbank te Amsterdam veroor deelde jl. Dinsdag den gepensioneerden kapi tein H. J. C. Jansen, wegens oplichting en bedreiging (jegens den heer A. C. Wertheim, zooals reeds vroeger is gemeld), tot 2 jaren gevangenisstraf. Tevens beval de Rechtbank, dat de veroordeelde terstond in voorloopige hechtenis zou genomen worden. Zij achtte hier „vrees voor herhaling" aanwezig en motiveerde dus de hechtenis met een beroep op de „maatschappelijke veiligheid", dat is de veiligheid van den heer Wertheim. De Rechtbank te Dordrecht heeft een persoon uit Heerjansdam veroordeeld tot één jaar gevangenisstraf, omdat hij een buurman, met wien hij in niet al te beste verstand houding leefde, met een hooivork op het hoofd had geslagen, waarvan hersenschudding het gevolg was geweest. De Rechtbank te Arnhem heeft jl. Dinsdag uitspraak gedaan in de zaak van den kassier Freedricks te Wageningen en hem veroordeeld tot drie jaar gevangenisstraf. „Chrysanthemum frutescens" schrijft J. K. Budde in „Het Nederlandsch Tuinbouw blad", is de naam van eene schoone, prach tige, uitmuntende en zoo ge wilt kunt ge er zelfs nog meer op schoonheid betrek king hebbende adjectieven achterplaatsen maar ook dankbare plant, die van bet vroegste voorjaar af tot laat in den herfst eene bloemen pracht ten toon spreidt, die men gerust „non plus ultra" kan noemen. En die bloemen, lioe vlug, los en bevallig komen zij boven het glas, dat hij ook haar aanbood, en noo- digde liem met een handgebaar uit, nevens haar op de sofa plaats te nemen, wat hij dan ook deed. En nu wist Lucie ook, waarom? Daar tegenover, op dien lagen divan, zat van Wilken met zijne aanstaande, die met kinderlijk welgevallen een portie ijs verorberde en niet opmerkte, hoe de blikken van haar verloofde op die schoone vrouw in haar doorschijnend kanten kleed rustten. Hortense zag er op dit moment inderdaad bekoorlijk uit. Het praten en glimlachen stond haar goed, en zooals zij het fraaie kopje wat op zijde hield gebogen en met haar waaier van blauwe en zwarte struis veeren speelde, trok zij menigen bewonde rend en blik tot zich, Maar de cavalier paste niet bij de dame, vond Lucie. Hij bad iets ja, ze kon het niet onder woorden brengen aan zijne klee ding lag het niet, ook niet aan zijn uiterlijk, want hij was groot en knap van postuur aan de min of meer burgerachtige wijs, waarop hij met mevrouw van Leeuwen om ging, dacht Lucie eindelijk. Ze zette het glas op het tafeltje neer, zonder het aan de lippen te brengen, en zag de terugstroomende menigte na, daar de bel reeds had aange kondigd, dat het tweede bedrijf een aanvang zou nemen. Ook Hortense stond op en kwam, de vin gertoppen op den arm van mijnheer Weber rustende, achter het geëngageerde paar aan. Ze had Lucie nevens zich gewenkt en hield hare hand vast. Lucie zag hoe zij de oogen, terwijl zij druk in gesprek was, onafge wend op den slanken officier vóórhaar hield gevestigd. „Hortense", vroeg het meisje, toen zij hare vroegere plaatsen weer hadden ingenomen, „wat moet dat beteekenen?" „Niets," was het antwoord. „Als dit be drijf uit is, gaan we heen. Ik ben doodaf." En werkelijk kwam zij doodelijk vermoeid in het hotel en in het salon terug. De theetafel stond gereed en de kaarsen voor den spiegel waren aangestoken. Lucie hielp haar de sortie afdoen. „Mijn beste!" zeide zij hartelijk, terwijl ze haar over de bleeke wangen streelde en zich tot haar overboog. „Kom, laten we er gens anders heengaan, ge wordt hier nog ziek „Waarom?" viel de jonge vrouw haar toornig in de rede. „Heb ik soms een mis daad bedreven? Moet ik mij verbergen? Hoe komt ge er toe mij zoo iets voor te stellen

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche en Nieuwedieper Courant | 1888 | | pagina 1