noemde getuige de brief, waarmede Fagel i en De Perponcher door Van Hogendorp, Van der Duyn en Van Stirum naar den in Engeland vertoevenden Prins van Oranje werden afgevaardigd. Dit merkwaardige Staatsstuk was van dezen inhoud: /Eindelijk is het tijdperk daar, waarnaar wij sedert negentien jaren reikhalsden. Ne derlands vrijheid is aan het dagen. De goddelijke Voorzienigheid deed omstandig heden geboren worden, die haar mogelijk maakten; en nu wordt zij, dank zij de vader- landsche trouw, niet door vreemde hulp ons aangebracht, maar rijst zij op uit onzen eigen boezem. Overal heeft de gisting der gemoe deren zich geopenbaard, en de Fransclien hebben de uitbarsting van dat edel misnoegen niet durven afwachten. Zij zijn gevlucht uit Amsterdam en 's Gravenhage. Terstond hebben wij den Oranje-Standaard geplant, en alles schaart zich rondom denzelven. Wij hebben ons veroorloofd te spreken in naam Uwer Hoogheid, en te handelen op uwen last. De goede zaak vorderde dit gebiedend: daardoor alleen kon de opstand algemeen worden, de geestdrift bij allen ont branden. Want er bestaan geen partijschappen meerZij zijn in den haat tegen de Fransclien en in de ongelukken des Lands verzwolgen. Van Oranje wacht alles heil, aan Oranje zweert alles trouw. Uwe Hoogheid kome terug onder een volk, dat den laatsten droppel bloeds voor haar veil heeft. Onze onder neming, wij ontveinzen het niet, is hachelijk maar wij hebben op de edelmoedige hulp van Engeland gerekend. Door Uwe Hoog heid ingeroepen, zal zij sneller en overvloe diger ons geworden. Doch op U, doorluchtig Vorst, rekenen wij boven al. Aan Uwe goedkeuring onzer daden verbiedt ons hart ons te twijfelen; maar Uwe komst is ons alles, is ons meer dan een leger waardig!" Dit van geestdrift en bezieling tintelende schrijven werd den 19den afgezonden door het Algemeen Bestuur in Den Haag, dat den 17den in functie was getreden en op Zondag 21 November de volgende, met het oog op de tijden en omstandigheden meester lijk gestelde proclamatie afkondigde: Oranje Boven! Holland is vrij De Bondgenooten trekken op Utrecht, de Engelschen worden geroepen, de Franschen vluchten aan alle kanten. De zee is open, de koophandel herleeft. Alle partijzucht heeft opgehouden. Al het geledene is vergeten, en vergeven. Alle de aanzienlijken komen in de Regeering. De Regeering roept den Prins uit tot hooge Overheid. Wij voegen ons bij de Bondgenooten, en dwingen den vijand tot vrede. Het volk krijgt een vroolijken dag, op gemeene kosten, zonder plundering of mishandeling! Élk danke God! De oude tijden komen wederom. Oranje Boven! Zoo heeft de heilrijke volksbeweging in 1813 zich van stap tot stap geleidelijk ont wikkeld, totdat 's Prinsen terugkomst het groote werk voltooide en bekroonde. Ook na 75 jaar kunnen wij met trots en dank baarheid op de Novemberdagen van 1813 terugzien. P. en Lucie kreeg een witte kasjmiren japon uit de kast, om zich op dien feestelijken dag niet in het somber zwart te vertoonen. Slechts weinig gasten werden er verwacht. Alleen de jongste broeder van den bruide gom zou overkomen, die als procuratiehouder van een groote firma te Hamburg woonde. Zijne moeder had de uitnoodiging afgeslagen, daar de reis te ver en te vermoeiend voor een oude, afgeleefde vrouw was; ze hoopte hare schoondochter spoedig kinnen hare eigen vier muren te mogen begroeten. De andere broers en zusters waren niet verzocht, daar Hortense zich beslist tegen een groot brui loftsfeest had verklaard. Zoo kwamen dus nog alleen de boezemvrienden van den ouden baron, een zekere majoor van Schenk, die in den omtrek van Hohenberg op een afge legen villa woonde, en de geestelijke, die het jonge paar zou inzegenen. Eerst op den dag van het huwelijk zou de bruidegom terugkeeren en Hortense scheen dit niet onaangenaam te vinden. Zij was in dezen tijd verwonderlijk stil en ingetrokken vonden grootvader en Mademoiselle. Maar Lucie wist wel beter. Zij alleen zag dat gejaagd op en neerloopen tot diep in den nachtdat verbleeken, als de brievenbesteller geen van de gele, vierkante couverten afgaf, die Waldemar Weber doorgaans gebruikte. En toch was het geen verlangen naar hem, dat haar zijne brieven zoo smartelijk deed missen't was angst en onrust, en dag op dag moest Lucie tallooze malen hooren: „Zou er nog iets tusschenkomen, Lucie, iets vreeselijks? Ge weet wel papa Ontving zij een brief, dan antwoordde zij per omgaande, doch 't was altijd maar vluchtig, en de regels van haar groot, dui delijk schrift vulden de kleine pagina al spoedig. „Als hij weet dat wij nog leven en ons huis nog staat, wat zou hij dan nog meer verlangen," zeide zij, terwijl ze haar sierlijke initialen met de kroon daarboven op het roode zegellak afdrukte, en zuchtte dan, alsof ze een zwaar werk achter den rug had. (Wordt vervolgd.) Binnenland. In een hrtikel over „strandingen en kustwacht" in het „Hbl." meent de schrijver, een zeeofficier, dat de kustwacht belangrijk uitgebreid zal moeten worden. Werd op elke plaats een beambte der kustwacht aangewezen, om bij strandingen als chef op te treden, en trok men daarbij de kern der roeiers en vuurpijItoestelbedienden ook uit de manschap pen der kustwacht, zoo zoude, daar de vrij willigers, die thans op de zeedorpen de bemanning uitmaken, met geen sloepen kunnen omgaan en niet kunnen roeien, reeds veel zijn gewonnen. Geregelde oefening zoude mogelijk worden en de kans op slagen bij pogingen tot redding zou slechts grooter kunnen worden. Kustwachtpersoneel zou gemakkelijk te vinden zijn, bijv. onder de bemanningen der loodsvaartuigen. De geregelde oefeningen zouden wensclielijke verbeteringen aan het licht brengen en de gelegenheid verschaffen nog meer dan nu het geval is, proeven te nemen met vuurpijltoestellen, oliestort-inrich- tingen, handige zwemvesten als anderszins. Gedeputeerde Staten van Noordholland hebben in een schrijven aan de Gemeente besturen, betrekking hebbende op de koste- looze inentingen, herinnerd, dat voor de afgifte van vaccinatiebewijzen geen geld mag worden gevorderd, omdat de geneesheer, op grond van art. 7 der wet van 1 Juni 1865 (Staatsblad No. 60), verplicht is die afgifte binnen veertien dagen aan den belanghebbende te doen. „Het Vaderland" behelst het volgende „Na al hetgeen over de schipbreuk ge schreven is, die deze week te Scheveningen heeft plaats gehad, kan wel niemand er aan twijfelen, of het tooneel, daar vertoond, is een schande voor een beschaafde natie. Of de manschappen gered konden zijn, moge onzeker wezen, zeker is het, dat de reddings middelen maar half in orde waren en de bediening veel te wenschen overliet. Men mag verzachtende omstandigheden pleiten, zooveel men wil, die ergerlijke feiten weg cijferen is onmogelijk. Een onderzoek is noodzakelijk en ernstig overweging eischt de vraag, of het niet tijd wordt den reddings dienst van Staatswege te organiseeren. Wij hebben nu een kustwacht van Staatswege, maar dat is een eerste stap, die weinigbaat, zoolang toestanden als te Scheveningen voort duren. Particuliere krachten hebben zich op dit gebied verdienstelijk gemaakt, maar zoo ergens, dan is het hier, waar die tekort schieten, Staatsplicht, in te grijpen, want het geldt hier internationale verplichtingen en eischen der menschelijkheid." Het Bestuur der Zuiderzee-Vereeni- ging heeft aan de leden dier Vereeniging een nieuwe vrucht toegezonden van de arbeid des heeren C. Lely, chef van het technisch onderzoek in zake de droogmaking der Zuiderzee. Dit werk, met 15 kaarten en platen, behandelt den invloed der afsluiting op de waterloozing der langs de Zuiderzee gelegen provinciën. De ingenieur komt na omvangrijke studie van dit onderwerp tot de conclusie, dat tegen de bovenbedoelde afsluiting en gedeeltelijke droogmaking der Zuiderzee, met insluiting van den IJsel, voor zooveel de waterloozing betreft, geen bezwaar bestaat. Voor het station te Halfweg ontspoorden jl. Zondagavond twee wagens van een goede rentrein. De avondtreinen en de post kwamen daar door later dan gewoonlijk aan. De heer mr. W. Van der Kaav zal door de Kies vereeniging te Wieringerwaard uitgenoodigd worden tot het houden eener voordracht over ons belastingstelsel. Als een bewijs, dat de ploegwedstrijd, in het vorige jaar vanwege de Vereeniging tot ontwikkeling van den landbouw in Hol lands Noorderkwartier in den Groetpolder gehouden, in eene bestaande behoefte heeft voorzien, kan worden gemeld, dat de heer Kouveld, te Amsterdam, in het noordelijk deel onzer provincie dit jaar circa 60 stuks zijner bekroonde Eckert's wielploegers heeft afgeleverd. De rij der feestelijkheden ter gelegen heid van het 60jarig bestaan der Koninklijke Militaire Academie te Breda werd jl. Vrij dagavond geopend met een feest-concert in de smaakvol versierde zaal van „Concordia", door het bestuur dier Vereeniging den reünisten aangeboden. Onmiddellijk bij het binnenkomen van den gouverneur der Aca demie, generaal-majoor Baron Taets van Amerongen, speelde het orkest bet „Wien Neêrlands Bloed", dat staande werd aan gehoord. Hierna werd door den generaal aan het bestuur dank gezegd voor den aangeboden feest-avond. Een keurig programma werd uitgevoerd door de muziek der dienstdoende schutterij, luitenant - kapelmeester Kriens, waarin verscheidene nummers waren gewijd aan compositiën van Bredasche dilettanten. Op uitnoodiging werd door den luitenant ingenieur Von Brücken Fock zelf het frag ment uit zijne compositie gedirigeerd, gewijd aan het öOjarig bestaan der Academie. Vele reünisten woonden het concert reeds bij. De quasi-veekooper, die, naar men wil, te Hoorn algemeen bekend is onder den naam van S-. schijnt ook nu zijn vak te Leeuwar den te hebben uitgeoefend; hij kocht daar eone koe voor f 278.50. De verkooper was onlangs te Hoorn om onderzoek te doen, maar de betaling is tot nog toe uitgebleven. Jl. Vrijdag overleed te Spanbroek, in den ouderdom van 78 jaar, de oud-burge meester P. F. van den Steen. Zijn heengaan zal in de gemeente diep worden gevoeld. Voor den kleinen burger en den nijveren ambachtsstand toch was hij niet alleen een getrouw raadsman, maar bovenal in gelde- delijke aangelegenheden een groote steun. Uit de statistiek, opgemaakt door de Vereeniging van Nederl. steenfabrikanten, blijkt, dat er dit jaar in ons land gemaakt zijn 630,600,000 steenen, d. i. 49 millioen minder dan verleden jaar. Verder blijkt nog, dat sedert 1883 zijn opgeheven of heb ben dit jaar niet gewerkt 19 Waalstcen- fabrieken; 2 fabrieken aan Rijn en Vecht; 5 in Groningen en Friesland; 6 in Brabant en Limburg en 2 in Zeeland. Alleen aan den Hollandschen IJsel hebben alle fabrieken gewerkt. In Januari zal de heer Liebknecbt, het socialistische lid van den Duitsclien Rijksdag, voor de leden der „Unie" te Am sterdam eene spreek beurt vervullen. Keizerin Eugcnie is te Amsterdam aan gekomen en in het „Amstel-Hötel" afgestapt. Zij is weder vergezeld van mevr. Lebreton en den heer Pietri. In „Artis" te Amsterdam hebben de leeuwin en de gevlekte tijgerin jongen ge kregen. Hun aantal is nog onbekend. De groote boerenplaats te Kortezwaag, bewoond door G. S. W., is verleden week eene prooi der vlammen geworden. 14 stuks prachtig rundvee waaronder in het stam boek ingeschreven zijn verbrand, bene vens alle veldproducten en vele meubelen, enz. Goede vrienden! Het Hof te Leeuwarden heeft het vonnis der Rechtbank te Heerenveen bevestigd, waarbij A. Sch., oud 53 jaren, timmermansknecht te Joure, is veroordeeld tot 6 maanden gevangenisstraf, omdat hij zijn vriend G. Ykema, nadat deze hem op koffie, broodjes en borreltjes onthaald had en zij daarna aan een weg waren gaan liggen slapen, f 8 heeft ontstolen, terwijl deze nog sliep Voor de Rechtbank te Middelburg bad zich jl. Vrijdag te verantwoorden Pieter De Koeijer, 43 jaar oud, arbeider, wonende te Ierseke ter zake van 26 Augustus op een boerenhofstede de vrouw van C. Meijaard vermoord te hebben. Het O. M. eischte levenslange gevangenis straf. Een klein mannetje had zich verloofd met een zeer lange dame. Het aandoenlijk verhaal 't welk de laatste aan haar vriendin ten beste gaf, werd besloten met de woorden: En toen zonk hij mij in de armen." „K 1 o m, meen je zeker," luidde het spij tige antwoord. Een pas getrouwd paartje op een bank in het park; een oude heer zit naast hen en schijnt te slapen. Zij: „Mijn lieveling!" Hij: „Mijn duifje!" Zij: „Mijn hondje!" Ilij: „Mijn poesje!" Zij: „Mijn lammetje!" Hij: „Mijn kippetje!" Zij„Mijn gansje Hij: „Mijn lamsboutje!" Oude heer, hen op onbeleefde wijze in de rede vallende: „Ik zou liever maar dadelijk de heele arke Noachs opnoemen, dan zijn we van 't gezanik af." Een getuige aan wiens waarheidsliefde door den advocaat der tegenpartij min of meer werd getwijfeld, riep verbolgen uit: „Nog nooit mijnheer, heeft een leugen mijn lippen bezoedeld!" „Dat bewijst nog niets," deed de ander opmerken, „want gij spreekt door den neus." Begrooting van de Inkomsten en Uitgaven der gemeente Helder, voor den dienst van 1889. Hoofdstukken. Inkomsten. Bedrag. I. Ontvangsten wegens vroegere diensten 3407.01 II. Inkomsten van gem.- eigendommen en bezit tingen 572.50 III. Opbrengst van belastin gen en heffingen. 153160.174 IV. Ontvangsten van ver schillenden aard en toe vallige baten 21935. V. Buitengew. ontvangsten. 70. Totaal 179144.684 U i tgaven. I. Kosten van huishoude- II. lijk bestuur 14085. Kosten van invordering van de plaatsel. belasting en teruggave deswegens 9050. III. Kosten van onderhoud aan gem.-eigendominen en de deswege verschul digde lasten 17802. IV. Kosten der openbare veiligheid en brandweer 25729.43 V. Kosten der plaatselijke gezondheids-politie VI. Kosten voor het onderwijs VII. Kosten van het arm we zen,mit-sgaders subsidiën en bijdragen aan onder scheidene daarmede in verband staande instel lingen VIII. Renten en aflossingen. IX. Pensioenen en wacht gelden X. Andere uitgaven, niet onder de vorige hoofd stukken behoorende. XI. Buitengewone uitgaven van allerlei aard. XII. Onvoorziene uitgaven. Totaal 7 179144.684 Balans. Inkomsten: Gewone. 175737.674 Buitengewone3407.01 12500.— 57530.— 31335.— 5000.— 1250.— 3200.— 943.254 Uitgaven: Gewone 175001.43 Buitengewone4143.254 179144.684 179144.684 Waarschijnlijk batig saldo nihil. Poster ij en. Met het oog op het a. s. Sint-Nicolaasfeest wordt het publiek door den Minister van Waterstaat enz. uitgenoodigd voor eene zorg vuldige en stevige inpakking der bij die gelegen heid met de pakketpost te verzenden voor werpen zorg te willen dragen. Ook wordt met nadruk aanbevolen om de adressen, voor zoover zij niet op den omslag der pakketten geschreven kunnen worden, met stijfsel of andere kleefstof, mits niet met lak, daarop in hun geheel vast te hechten, in dier voege, dat voor het losraken tijdens het vervoer geen gevaar besta. Buitenland. De invoer van rundvee en kalveren uit Nederland in Duitschland is verboden. De President der Zwitserschc Republiek, tevens chef van het departement van Oorlog, generaal Hertenstein, is, gelijk men weet, gevaarlijk ziek, zoodat hem zelfs een been moest worden afgezet. De oorzaak van deze ziekte is zeer gering. De President had zich een likdoorn laten uitsnijden, maar verwaarloosde een daardoor ontstaan wondje. Voor eenige weken maakte de President een forsche wandeling op den St. Gotthard, met dit gevolg, dat hij zich na zijn terugkeer onmiddellijk te bed moest begeven, daar de wond zich over den teen van zijn rechtervoet had uitgebreid. De geneesheeren beschouwden ook deze uitbreiding der wond niet van groot gewicht, maar de President kon zich niet rustig houden. Tegen den raad der doctoren stond hij weer op en verrichte zijn gewone werk zaamheden, waardoor de ziekte steeds erger werd. Een bekend Zwitsersch chirurg, professor Kocher, werd toen ontboden en deze zag geen ander middel dan op ver schillende plaatsen van den voet insnijdingen te maken. De President kreeg toen hevige koorts, terwijl tevens de wond zich steeds uitbreidde. Eene amputatie van den teen of van den voet zelfs, was niet meer voldoende, zoodat de eenige hoop op redding bestond in het afzetten van het rechterbeen boven de knie. Deze operatie werd met goed gevolg ver richt. De patiënt bevindt zich naar om standigheden vrij wel, maar is volstrekt niet buiten gevaar. Een der leden van den Bondsraad en chef van het departement van landbouw, dokter Deucher, die den president bezocht, vond den toestand alles behalve geruststellend. Generaal Herstenstein is een man van 63 jaren. Sedert 9 jaren is hij lid van den Bondsraad, maar steeds weigerde hij zich tot President te laten verkiezen. Eerst in December van het vorige jaar liet Herten stein zich overhalen, stelde zich candidaat en werd toen tot Bondspresident gekozen. Eene beroemde schilderij van Rafaël, „de graflegging van Christus" in de Pieters kerk te Perugia, is gestolen. Alle Musea in Europa zijn gewaarschuwd. Te Parijs heeft men het nu weer zeer druk over generaal Boulanger, en wel naar aanleiding van een eisch tot echtscheiding, welke door mevrouw Boulanger is ingesteld. Beide echtgenooten verschenen reeds een maal voor den president der Rechtbank, doch de poging tot verzoening slaagde niet. De president geeft het echter nog niet op en zal den heer en mevrouw Boulanger heden weer bij zich ontvangen. Gelijk men weet, werd dezer dagen toen de ingenieur Obrecht door het vallen van een gaskroon in het Théatre Lyrique te Parijs werd gedood, nog een ander heer door de glasscherven gekwetst. De gewonde bezoeker werd terstond verbonden en reed met een zijner vrienden naar huis. Het blijkt nu, dat deze heer was Prins Eugenius, de jongste zoon van den Koning van Zweden, die te Parijs bij Gervex de schilderkunst beoefent. De Prins zat met zijn adjudant,

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche en Nieuwedieper Courant | 1888 | | pagina 2