HËLDERSi'HE EN NIEUWEII1EPER COURANT. Nieuws- en Advertentieblad voor Hollands Noorderkwartier. 1888. M. 157. „s* Jaargang 46. Zondag 30 December. Uitgever A. A. UAKXElt Gz. Horteuse en Lucie. „W ij huldigen li e t goed e." Verschijnt Dinsdag, Donderdag en Zaterdag. Abonnementsprijs per kwartaal0.70 franco per post 0.90 BUREAU: MOLENPLEIN. l'rijs der AdvertentiënVan 14 regels 40 cents, elke regel meer 10 cents. Groot© letters naar plaatsruimte; bij abonnement lager Dienstaanbiedingen a 5 cents per regel a contant. BERICHT. In het nummer, dat Dinsdag 1 Januari verschijnt, zal weder gelegenheid bestaan tot het plaatsen van een NIEUWJAARSGROET a 25 cents van 15 regelsiedere regel meer ti 5 cents. Advertentiën moeten vóór 's morgens 10 uur van dien dag worden ingeleverd, daar dat nummer om 12 uur 's middags verschijnt. Binnenland. Van de hand van den lieer IJ. Strik- werda, gepensioneerd assistent-resident en privaat-clocent in de Maleische taal, te Ab coude, is eene handleiding verschenen voor de beoefening der Maleische taal. Het oordeel, door deskundigen over dit boekje geveld, luidt bijzonder gunstig. Uit Apeldoorn schrijft menaan het„U.D." ,/IIet is ons hoogst aangenaam, de loopende ongunstige berichten omtrent den minder gunstigen gezondheidstoestand van Z. M. den Koning stellig te kunnen tegenspreken. Zr. Ms. toestand is en blijft steeds bevre- kigend. Z. M. houdt wel steeds de kamer, doch geenszins het bed, en voortdurend be handelt Z. M. de Regeeringszaken en HDs. bijzondere zaken, met zijn bekende nauw gezetheid. Ten paleize Het Loo was jl. Maandag avond een prachtige, rijk versierde en verlichte kerstboom voor de Prinses opgericht, bij welk feest, evenals vorige jaren, weder een lOtal kinderen waren uitgenoodigd, welke natuur lijk in keurige, docli thans wegens den Hofrouw, stemmige toiletjes, daarvan gaarne gebruik maakten. H. M. de Koningin onder hield zich geruinien tijd minzaam met de kleinen, die allen vele kostbare en fraaie O u d a 's meesterwerk TRIC0TRIN EN ZIJN PLEEGKIND, volgt als feuilleton op het thans bijna geëindigde. Naar het Duitsch van W. Heimburg. Selma werd vuurrood, hield haar grooten ruiker voor den mond en fluisterde: „O, neem niet kwalijk, maar ik wist niet ik dacht niet ik heb mijn woord al aan mijnheer Lippert gegeven." Hij boog zwijgend en haalde diep adem, zoodra hij zich een uitweg door het gewoel had gebaand en den corridor bereikte. De restauratiekamers lagen beneden; gelach en gepraat klonken hem tegen, toen hij de deur opendeeen groot aantal gedeserteerde dansers zaten hier bijeen, zich versterkende met echt Kuhnbacher bier. Arend trad op den kanton rechter Boom toe en legde hem de hand op den schouder. „Je vrouw legt beslag op je!" zeide hij schertsend. De jonge man sprong op. „llccft ze 't alweer dadelijk gemerkt?' riep hij. „Wat isernuweêr? Zoo even zat ze nog druk te praten met je moeder!" Schielijk dronk hij echter zijn glas uit en voldeed aan de op roeping. Arend wilde hem volgen; maar daar viel zijn blik op een man, die ver van de groote, dicht bezette tafel, in een afgezonderd hoekje met een half geledigd glas vóór zich zat. Hij had een courant in de hand en rookte uit een kort pijpje. „Remmevt vroeg hij, toen hij dicht voor hem stond. „Waarachtig, hij is 't! Waar komt gij vandaan De opperhoutvester was opgesprongen en beiden wisselden een handdruk. De dokter schoof een stoel bij en weldra zaten de twee heeren tegenover elkander. „Wel, dat's een verrassing!" betuigde Arend. „Ik had morgen vroeg bij je willen komen, om over mijn kleine Annemie te spreken," zeide Remmert. „Hebt ge het kind bij je?" „Ja." „Hier?" „Neen, 't is bij Lueie. Het wurmpje blijft zoo sukkelen; ik weet er geen raad meê." „Hadt ge mij maar eens geschreven, Remmert! Dan was ik gaarne bij je ge komen. Zijn de andere kinderen wel?" geschenken ontvingen en nu eenigen tijd bij den kerstboom werden beziggehouden. Mede evenals gewoonlijk, was ook thans weder een niet minder sierlijke kerstboom ten paleize opgericht voor de hofdignitarissen, heeren en dames aan wie mede kost bare geschenken waren toegedacht. De arbeiders in bet park ontvingen, namens Z. M., bij gelegenheid van het Kerstfeest een ham ten geschenke. H. M. de Koningin woonde op den morgen van den eersten Kerstdag de godsdienst oefening bij onder bet gehoor van ds. Hattink. Nog eiken dag dezer week maakte H. M. begeleid door eene hofdame, een rijtoer in open rijtuig." Eenige vrienden van volksverlichting hebben zich gevormd tot een voorloopig comité voor de oprichting van een Perma nenten Internationalen Raad van Opvoeding, en een oproeping gericht aan onderwijzers en vrienden van het onderwijs, vooral aan die der volksschool, onder alle natiën. Het doel van het comité is toenadering en verbroedering aan te kweeken tusschen de verschillende natiën, door een harmonische opvatting van de grondbeginselen der op voeding, terwijl als middel daartoe de op richting van een Permanenten Internationalen Iiaad van Opvoeding wordt voorgesteld. Die Raad van Opvoeding zal zich bezig houden met onderzoek en overweging van opvoedkundige vragen, en mededeeling doen, in gedrukte rapporten, van den hoofdinhoud der beraadslagingen en van de verkregen conclusie. In den Raad zal het streven op den voorgrond staan de volksstammen en natiën in een geest van vredelievende toe nadering met elkander bekend te maken. „Ja, dank je! Maar ik moest toch hier zijn, weet ge ik wilde eens met mijn schoonzuster praten." „O zoo!" De gelagkamer was nu geheel leeg; alleen een paar commis-voyageurs zaten in druk gesprek in een anderen hoek van liet groot verweifd lokaal, en tegen het buffet leunde een slaperige, half volwassen kellner, een van die ongelukkige wezens, die al om negen uur de oogen nietmeer open kunnen houden, omdat ze eigenlijk nog kinderen zijn. „Moet ge ook niet naar boven gaan?" vroeg de opperhoutvester. „Daar wordt nu immers gesoupeerd. Als ik geweten had, dat 't hier van avond zoo druk en woelig zou zijn, was ik stellig naar „Het Anker" gegaan." „Als gij er niets tegen hebt, blijf ik je hier gezelschap houden, Remmert. Wij zien elkander zoo zelden en daar boven ver zuim ik niets. Mijne dame heeft mij bedankt. Yertel eens, hoe het buiten in bosschen en velden gaat?" „Buiten gaat 't goed, maar binnenshuis is liet treurig gesteld. De vrouw ontbreekt daar, dokterEn de forsche man met den verdrietigen trek op het gelaat nam haastig een slok uit zijn glas. „Alles loopt in het honderd en de kinderen lijden daaronder nog het meest. Ze zijn even hulpeloos als een nest met jonge vogels, waarvan de ouden zijn weggevlogen, 't Gaat niet langer op die manier." Hij had zijn zakdoek alweer in de hand en er glinsterde iets vochtigs in zijne oogen. „De menschen zullen er wel over praten," ging hij voort, „dat ik nu al weer aan trouwen denk; mijn vrouw is nog geen jaar dood. Maar als ge wist, Arend, hoe kil en ongezellig het tegenwoordig bij mij is men zou het huis uitloopcnAlles wordt alleen gedaan, omdat het gedaan moet worden, en dan nog maar het allernood zakelijkste; aan tafel wordt geen vriendelijk woord meer gesproken, en de brokken blijven mij in de keel steken, als ik die bedroefde, blceke gezichtjes van de kinderen zie. Kortom, 't is geen leven meer, Arend „Ge hebt groot gelijk, Remmert," zeide de dokter medelijdend. „Van harte wensch ik je een goede keus, al was 't alleen om de kinderen." „Ik dacht niet aan iemand vreemds," her nam de opperhoutvester; „ik heb zoo geen tijd om uit vrijen te gaan." Hier werd hij j min of meer verlegen, en terwijl hij zich met zijn zakzoek over den baard streek, I liet hij er op volgen: „Ik weet niet,dokter, Het correspondentieblad verschijnt voor loopig in het Fransch, Duitsch en Engelscli. De hier bedoelde oproeping is intusschen in zeven talen gelijkelijk verschenen. Een eenvoudige verklaring van adhaesie aan een der ondergeteekenden of direct aan den alge- meenen secretaris, den lieer Herm. Molken- boer, te Bonn aan den Rijn, is voldoende. Men vindt onder de oproeping namen van mannen uit Amerika, België, Denemarken, Duitschland, Frankrijk, Engeland, Nederland, Oostenrijk-Hongarije, Zweden en Zwitserland. Voor ons land zijn het die van de heeren J. II. Eggelte Pz., hoofd der school te Am sterdam B. M. Kool van Kasteel, oud-insti- titeur te Loenen aan de Vecht; H. G. Rood- huyzen, rustend hoofdonderwijzer te Amster dam, en C. Van der Zeyde, leeraar te Zaandam. Voor de meer dan- 350 vacante predi kantsplaatsen bij de Hervormde kerk is tlians geen enkele candidaat meer beroepbaar, ter wijl de 29 candidaten, die in dit jaar tot de Evangelie-bediening zijn toegelaten, reeds allen een beroep of toezegging van beroep hebben aangenomen. De heeren IJ. Pos, te Utrecht en J. H. Sehreuder, te Rotterdam, die nog beschikbaar zijn, hebben zich nog niet beroepbaar gesteld. Jl. Zaterdag geraakte een voerman van Kolhorn nabij Schagen met paard en rijtuig in de vaart. In het rijtuig zaten, behalve de voerman, zeven personen, waaronder vijf kinderen. Allen werden gered, waartoe veel bijdroeg, dat de postwagen van Barsinger- horn in de nabijheid was en liet liclit daar van de hulp vergemakkelijkte. De afdeeling „Waard en Groet" der IJollandsche Maatschappij van Landbouw is voornemens, om tegen het einde van Januari of ge mij begrijpt? Ik dacht aan „Aan Lucie?" zeide Arend niet gedempte stem. „Ze had bij je willen blijven mompelde hij. De opperhoutvester knikte toestemmend. „Ja het arme kind! Ik heb haar on rechtvaardig beoordeeld. Maar als men be droefd is, wikt en weegt men zijn woorden zoo niet. Ik was bitter gestemd en voelde mij zoo ongelukkig, en bovendien we leven in zoo'n slechte wereld, Arend. God weet, aan welke praatjes ik haar zou hebben bloot gesteld, en daarvoor Hij ontving geen antwoord. De lippen stijf op elkander geklemd, staarde dokter Arend onafgewend op het deksel van liet bierglas, dat de kleine kellner vóór hem op tafel had gezet. Boven op de zaal werd juist een toost gedronken; de stemmen van de menschen en de tonen der muziek waren duidelijk hoorbaar. „En zij?" vroeg hij eindelijk op gesmoorden toon. „'t Is niet gemakkelijk stiefmoeder te worden, dokter." „En zij?" vroeg hij nog eens met bijzon deren nadruk. „'t Zijn toch de kinderen van liare zuster, Arend „Ze is nog zoo jong!" zeide hij half binnensmonds. „Maar ze heeft een hart voor de kinderen, dokter, en dat is liet voornaamste." „En weet zij 't?" „Daarom ben ik bij haar geweest." Het gesprek werd hier gestaakt. De beide heeren, die aan het andere eind van het vertrek hadden gezeten, waren vertrokken; de kleine kellner was nu werkelijk bij het buffet in slaap gevallen men kon den regu lator duidelijk liooren tikken. Daar sloeg liet twaalf uur. „Maar ik houd je misschien op?" vroeg de opperhoutvester eindelijk. „Ik verlang ook naar bed en denk dat ik, ondanks de muziek, toch wel zal slapen. Wanneer mag ik morgenochtend met Annemie bij je komen, dokter?" Arend stond op. „Tusschen negenen en tienen of tusschen eenen en tweeën," ant woordde hij maar hij zag den ander daarbij niet aan. „Goedennacht dan, Arend „Slaap wel, Remmert!" Hij ging weer zitten, zonder reclit te weten wat hij deed, en verroerde zich eerst, toen de kastelein binnentrad en hem verwonderd aankeek. Toen stond hij op en begaf zich naar boven. De feestgenooton zaten nog aan tafel. Er of in liet begin van Februari 1889 te Nieuwe Niedorp eene tentoonstelling te houden van zaaigranen en tuinzaden. Ter opluistering zullen ook inzendingen van zuivelproducten worden aangenomen. Inzendingen kunnen alleen geschieden door leden der genoemde afdeeling, terwijl de tentoongestelde producten geteeld moeten zijn in 1888 op gronden, bij de inzenders in gebruik. Door den heer Ch. Swart, te Nieuwe Nie dorp, secretaris der afdeeling „Waard en Groet", worden de noodige inlichtingen gaarne op aanvrage verstrekt. De toegang tot deze tentoonstelling zal opengesteld zijn voor alle leden der Hol- landsche Maatschappij van Landbonw. Te Nieuwe Niedorp is eene collecte gehouden voor Nieuwjaars-uitdeeling, die f 313.55 heeft opgebracht. Het verbouwen der openbare lagere school te Schagerbrug (gem. Zijpe) is gegund aan den laagsten inschrijver P. Honijk, te Schagerbrug. De heer C. Honigh, leeraar aan de Rijkslandbouwschool te Wageningen, is door de Arrondissements-rechtbank te Arnhem beëedigd als vertaler voor de Fransche, Hoogduitsche, Engelsche, Zweedsche, Deen- sche en Noorsche taal, terwijl hij zich, blij kens circulaire aan verschillende lichamen van handel en nijverheid gericht, ook belast met vertalingen uit het IJslandsch, Russisch, Finsch, Turksch, Spaansch, Portugeesch, Italiaansch en nieuw-Grieksch. Bij de Hollandsche Opera te Amsterdam is in studie eene nieuwe oorspronkelijke opera: „Ada van Holland", muziek van Beijerlé, tekst van IJ. Theod. Boelen. heersclite een opgewonden stemming; de een praatte nog harder dan de ander. De mu ziek speelde een potpourri en ging juist van een sentimenteele melodie tot een vroolijk studentenlied over. „Hier! Dezen kant uit!" riep de kanton rechter Boom aan het eind van de groote tafel, die in den vorm van een hoefijzer was geplaatst, terwijl hij zijn champagneglas op hief. „Arend, kom hier bij ons zitten Ook het jonge mevrouwtje in haar witte bruidsjapon wenkte hem met haar servet. „Dokter, kom toch! Waar zijt ge zoolang gebleven?" De kellner schoof een stoel aan, en weldra zat hij in den fideelsten hoek, zooals hem werd verzekerd, tusschen twee mooie vrouw tjes, die hem met zijn lang wegblijven plaagden, en dronk champagne en praatte en antwoordde. „Dokter!" riep Boom hem toe, „gij moet scheidsrechter zijn tusschen mijne vrouw en mij! Ge zijt toch zoo'n halve heilige ge trekt nu onder anderen zoo'n allermelancho- liekst gezicht, alsof ge aan een begrafenis maal zit." „Ja, ja, de dokter moet zeggen wie gelijk heeftriepen de dames. „Goed! Nu dan, dokter,de dames beweren dat een vrouw haar man nooit vergiffenis behoeft te vragen, ook niet als ze wezen lijk ongelijk heeft. Hoe' onverstandig, niet waar?" „Hoe ongalant, niet waar riep mevrouw Elsa Boom lachend. „Al wacht ge tot den jongsten dag, toch zeg ik nooit: „Pater peccavi „Maar, goede menschen," begon de dokter, „hij, die schuld heeft, moet toch „Ja juist! H ij, maar niet z ij. Wij hebben op enkele uitzonderingen na nooit schuld verklaarde zij met innige zelfvoldoening. Arend moest lachen. Maar daarop werd hij ernstig. „Nu is de zaak buiten kwestie," hield de jonge man bedaard vol, „maar toen we nog niet getrouwd waren, drong ze er eens op aan, eigenzinnig als alle meisjes zijn, dat ik om de eene of andere nesterij een voetval voor haar zou doen, met bedreiging dat ik anders mijn congé zou krijgen. Ze meende 't in allen ernst! Nu, wat zou ik doen? Met knorren en tegenstribbelen krijgt men bij dat vrouwvolk niets gedaan, om de eenvou dige reden dat ze dit veel beter kunnen dan wij. Elsa, let eens op dat gezicht van den dokter bij lièm zoudt gij je verrekend hebben! Ge moogt God op je bloote knieën

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche en Nieuwedieper Courant | 1888 | | pagina 1