HELDERSCHE- NIEUWEDIEPER COURANT Jaargang 48. M. 30. Zondag 9 Maart 1890. Nieuwsblad voor Hollands Noorderkwartier. J. H. VAN BALEN. Dit nummer bestaat uit twee bladen. EERSTE BLAD. BEKENDMAKING. BEKENDMAKING. #Ea desespareert mimmerl Ju* Pieten*. Coe*. Het Vaderlandt ghetrouwa Blijf ick tot in den doot. Wilkelmueliei. Verschijnt Dinsdag, Donderdag en Zaterdag. Abonnementsprijs per kwartaal0.70, franco per post f 0.90. Het Zondagsblad, behoorende bij- deze Courant, verschijnt eiken Zaterdagavond. Abonnemenlsprijs per 3 maandenf 0.75. Voor de abonnés dezer Courant in de gemeente f 0.30. buiten de 0.35. REDACTEUlt-ÜITGEVKR: Molenplein 1G2/1G3. Prijs der Advertentiën: Van 15 regels 30 cent, elke regel meer 6 cent. By abonnement, naar gelang van de hoeveelheid regels, aanmerkelijk lager. Voor liefdadige doeleinden 3 cent per regel Dienstaanbiedingen voor den werkenden stand..3» t Burgemeester en Wethouders rler gemeente Helder brengen ter kennis van belang hebbenden, dat van de geldleening, groot f 80.000. ten laste der gemeente aangegaan, op den 6 dezer zijn uitgeloot de aandeelen: No. 75 (vijf en zeventig), „125 (honderd vijf en twintig), „155 (honderd vijf en vijftig), „157 (honderd zeven en vijftig). Tegen overgifte der aandeelen en daarbij behoorende coupons, zal de aflossing en rentebetaling van af 15 Juni e. k. plaats hebben ten kantore van de Associatie-Cassa te Amsterdam. Burgemeester en Wethouders voornoemd, C. A. BEUKENKAMP, Burgemeester. C. BOON, Secretaris. Gemeente Helder. Verslag omtrent lichtsterkte, druk en zuiver heid van het lichtgas voor de straat verlichting gedurende de maand Februari 1890. Bij het contract bepaald. Bij de beproeving bevonden. Lichtsterkte in kaarsen 13 14.2 Zwnvelgehalte per 100 30 kub. voet gas in greinen 10.4 mag niet Zwavelwaterstof aanwezig niet aanwezig. zijn. Aramoniagelialte per 100 kub. voetgasiu greinen 6 3.2 Druk in millimeters op den watermanometer. Van zonsondergang tot middernacht. 25 30 tot 25 Vuu middernacht tot zons opgang 18 25 tot 18 Gedurende den overigen tijd des daags 15 18 Feuilleton van de TTaldcrschc- en Nicuwedieper Conrant. ELZENKONINGIN. Roman door N. VON E3CHSTRUTH. «Ei zoo! dus van u was die roos, amice?" zei Leopold op gerektcn toon, «en daar blijft me de kerel zoo kalm als een stokviscli bij zulk een ge val Allen eerbied, Snugoulcmc, je bent een voor beeld van zelfbelicerscliing, ik zou je in een der gelijke omstandigheid den nek omgedraaid hebben En Elzenkoningin? Stille waters hebben diepe gron den, zou haar'liartje niet een beetje tot.liefde over hellen Nu, Norbert, mijn hand er op, dat ik jou die kleine gun, maar Otthardt mag desnoods op zijn kop gaan staan, ik '/.al steeds zorgen hem bij tijds van de baan te schuiven. Vooruit dus, de zei len in topen de jonge vorst stak zijn arm door dien van den marine-officier en trok hem onder het neuriën van een vroolijk deuntje met zich mee de deur uit. In bijna ademlooze baast stormde Norbert de met tapijten belegde stoep der villa Olivia op. De twee slanke bronzen karyatiden aan weerskanten van de keurig bewerkte leuning schenen vol verbazing de strakke oogen te verdraaien om hem na te sta ren. Nog een paar treden en de jonge man stond voor de fraai gebeeldhouwde voordeur. Een oogen- "blik aarzelde hij, en trok daarna vastberaden aan •de schel. De oude bediende kwam aansloffen, deed be- Tioedzaam de deur open en boog eerbiedig het ver grijsde hoofd. «Ah zoo, meneer de luitenant!" klonk liet in hartelijke blijdschap van zijn lippen; «mag ik u beleefd verzoeken binnen te treden?" En met veel bedrijvigheid nam hij den 7,waren mantel van «de schouders van den jongenheer. I NEDERLAND. HELDER, 8 Maart. De minister van Oorlog en de coöperatie. Het bekende besluit van den minister van Oorlog, waarbij aan actief dienende officieren en onder officieren verboden wordt eene betrekking te bekleeden in besturen van of bij coöperatieve winkelneringen, wanneer deze niet uitsluitend den verkoop van artikelen aan leden der be trokken vereeniging ten doel hebben, heeft veel sensatie verwekt en is van verschillende zijden sterk gelaakt. „Het Vaderland" zegt o. a. Met zulke zaken bemoeit zich een Neder- landsch minister van Oorlog! Het is dus des ministers zeer bepaald verlangen, dat officieren of onderofficieren niet zitten in 't bestuur van coöperatieve winkelvereenigingen, die aan niet-leden ver- koopen. Maar goede verstaanders hebben, vooral in de militaire hiërarchie, maar een half?woord noodig het is blijkbaar ook zijn verlangen, dat zij evenmin deelnemen aan 't bestuur van vereenigingen, die alleen aan leden verkoopen. In 't „karakter" dier werkzaamheden schijnt iets verlagends te zijn. Kom, mijnheer de minister, waarom nog niet een stap verder gegaan en verboden bij coöperatieve vereenigingen te koopen Dan eerst zal mijnheer Van Kempen u in goud beslaan. Ons zou het haast voorkomen, dat de werkzaamheid aan 't concipieeren van zulke circulaires verbonden ook afgescheiden van haar karakter niet wel gelijktijdig met 's ministers militaire plichten is te ver vullen. Een inzender in het „Handelsblad" vraagt: „Waarom mag een officier niet onbezol digd in een bestuur zitting nemen? „Mag een officier ook geen directeur zijn van een leesgezelschap, waarvan ook bur- ,ers lid zijn? „Zal men nu ook voor de burgerlijke mbtenaren zulk een verbod uitvaardigen? Zoo niet, waarom dan alleen voor de offi cieren Wij gelooven, dat men 's ministers bedoeling hier wel een beetje miskent, of dat boosheid deze inmenging in verband brengt met de in den laatsten tijd overal in den lande ontstane beweging tegen „Eigen Hulp." Wat toch verbiedt de minister? Niet om werkzaam te zijn in besturen van of bij de coöperatieve vereenigingen in den lande, maar enkel bij die coöperatieve vereenigingen, die niet uitsluitend aan leden verkoopen, maar ook aan personen buiten die vereenigingen. «Is mijn nicht te spreken, Lenz?" vroeg Norbert haastig, «meld me, alsjeblieft, bij haar aan." «Juffrouw Anna is zoo even met madcmoiselle Marion naar de stad gegaan om boodschappen te doen, gaf de oude man op vertrouwelijken toon ten antwoord, «maar ze zullen binnen weinig tijd terug zijnde juffrouw moest enkel maar naar de bestelde muziek gaan vragen." «Zoo! is Anna er niet? dat spijt me," en Norbert beet zich besluiteloos op de lippen. «Maar u kunt de freule spreken," vervolgde Lenz geruststellend, «wel is freule von Nievendloh op 't oogenhlik bij haar, maar zooals Jean me gezegd heeft, kan meneer de luitenant gerust binnentreden en op juffrouw Anna wachten, ik zal terstond eens gaan hooren." «Lenz!" riep de jonge zeeman haastig en weer hield den ouden man met een vlug gebaar, «zeg niets aan freule von Allingen, 'k mocht haar eens ongelegen komen. Wijs me liever ergens een kamer, waar ik ongestoord kan wachten tot mijn nicht terugkeert." «Zooals UEdele verkiest," en de grijze bediende ging liem op zijn bedrijvige manier voor en opende de naastbijzijnde deur, «wees zoo goed, hierbinnen te treden, meneer." De deur ging weer dicht en Norbert stond nu alleen in het stille vertrek, waar een lieflijke geur hem tegenkwam. Daarnaast werd luid gesproken, hij herkende de steiu der mooie hofdame. w't Is oubegrijpelijk. onverklaarbaar, hoe hij zijn verwarde zaken weer zoo schielijk te recht heeft weten te brengen, Ruthriep zij met iets scherps in haar anders zoo fleemend geluid, «ik ben als uit de wolken gevallen, toen gravin Sternow me vandaag mededeelde, dat Otthardt als instructeur bij de rijschool is aangesteld en al heel spoedig naar Hannover vertrekken zal; hij moet er dus weer bovenop zijn, hij moet betaald of geërfd, hebben, want dat hij in schulden stak, daaraan valt !s Ministers bedoeling blijkt hieruit duidelijk. Het besluit wil o. i. zeggen: Wilt ge, uithoofde van uw gering inkomen, coöperatie, wilt ge de handen ineenslaan, om elkander te helpen, daar- tcgei. bestaat bij mij geen bezwaar, ge kunt dat vrijelijk doen in elke richting. Maar daarmede basta! Het ligt niet op uw weg ook voor an deren, niet tot uwe vereeniging behoorende, te zorgen. Daardoor zou het doel, waarmede ge uwe coöperatie in het leven riep, ontaarden in handel uit winstbejag. Wij zien niet, zooals liet FudtrrlawJiets ver lagends in het karakter der werkzaamheden, noch zooals de inzender in bet HandeUblad een bizonder voor officieren genomen besluit. De minister van Oorlog kon toch zoo'n be sluit niet nemen betreffende de burgerlijke ambtenaren. Ieder minister of hoofd van een departement zou dit voor zichzelf moeten doen. De werkzaamheden, aan het concipieeren van zulke circulaires besteed, achten wij volstrekt niet verloren, noch in strijd met de plichten van een minister, onverschillig van welk departement. Daar is aan de departementen wel meer tijd zoek gebracht met vrij wat onbeteekenender werk. H. M. de Koningin en H. K. H. de Prinses Von Wied hebben belangrijke aankoopen laten doen in den Bazaar, ter ondersteuning van het zendingswerk der Moravische broeders onder de negerbevolking in Suriname. De Bazaar werd jl. Donderdag druk bezocht. Voor de decoratie is door de firma Amiabel en voor de groenversiering door de firma Van Rijswijk belangeloos gezorgd. De Bazaar was gisteren nog geopend. De Nederlandsche Vereeniging tot voor koming van Ongelukken in Fabrieken en werk plaatsen is thans opgericht. In de jongste te 's Gravenhage gehouden ver gadering zijn de statuten der vereeniging vast gesteld. De heeren Westerouen van Meesteren en Mr. H. J. A. Mulder, die in deze het initia tief namen, zijn tot de eerstvolgende algemeene vergadering, welke in de maand Dec. van dit jaar moet plaats hebben, belast met de bestuurs werkzaamheden en zullen daarin worden bijge staan door een 5tal leden. Omtrent de benoeming der nieuwe inspec teurs voor het Lager onderwijs zegt het „Hbld." het volgende Het inspecteurschap is aldus gelijkelijk over de drie voornaamste staatspartijen verdeeld. Als de heer Fabius, die tot de antirev. partij behoort, de benoeming aanvaardt, zal in het kiesdistrict Delft, waarschijnlijk een verkiezing voor de Tweede Kamer noodig zijn. Het inspecteurschap is niet onvereenigbaar met het lidmaatschap der Staten- Generaal. De heer Moens heeft echter in 1880, bij de aanvaarding van zijn schoolambt, het man daat voor Sneek nedergelegd. Of de heer Fabius zich eveneens geheel aan zijn ambt zal willen wijden is nog niet bekend. niet te twijfelen, mij» jonge vriend Babendorf was volkomen op de hoogte, wees daar maar zeker van «'t Zou me veel genoegen doen, als het gerucht bevestigd werd," antwoordde El/.enkoningin's stem bedaard, «misschien heeft men een paar eereschul den door een vergrootglas gezien; en de zoo licht- geloovige residentie noodeloos in rep en roer gebracht over den ondergang van luitenant Otthardt Het hinderde Norbert geweldig, (laf hij, zonder het te willen, het gesprokene moest opvangen, hij trad eenige schreden ter zijde, en liet zijn oogen gaan over de keurig bezette schrijftafel. In het miildèn stond een smaakvolle lijst, waaruit een bleek eii trotsch gelaat hem tegenzag; de trekken er van hadden een treilende gelijkenis met Ruth. Aan den eenen kant was een takje cypres tusschen glas en lijst gestoken, waaruit men kon opmaken, dat het portret gravin Stephanie von Hardenburg, de overleden moeder van het jonge meisje, moest voorstellen. Daarnaast zag men een kleine pastel- teekening, een nog vrij jong man in uniform, met van ernst getuigende rimpels in het voorhoofd, wat verderop nog eens hetzelfde portret, al wat ouder, in rok en met een ridderorde op de horst, en ginds op een standaard voor de derde maal als een oud, zwaarmoedig en ziekelijk man, de vrijheer von Al- tingen. Naast hem prijkt een jonge vrouw, zoo schoon als een Venus, omgeven door rozen eu kant, met groote, levendige, donkere oogen en wulpsche lippen, waarom een verlokkende lach zweemtmaar op het voorhoofd zetelt lichtzinnigheid en zucht naar genot, en de kleine marinerhlanke hand, die den waaier zoo losjes tusschen de vingers houdt, is ge woon, de knoet van onbegrensde hartstocht eu heerschzucht te zwaaien. Ah zoode bekoorlijke stiefmoederPrinses Josephine, een. twee maal, hier een uitmuntende pliotografie van Anneke, en ginds mademoiselle Marion Norbert richtte zich weer op en liet zijn blik door de kamer ronddwa len. Alles was even keurig en smaakvol ingericht. Met een paar vlugge schreden stond Norbert bij de „Het Vad." schrijft: Jl. Woensdag ontvingen wij het bericht, dat Zr. Ms. stoomschip „Atjeh" den 24Sten Februari jl. van Batavia vertrokken was, met bestemming via Ceylon naar Bassorah (Aziatisch Turkije). Er werd bijgevoegd, dat eenige sloeproeiers, in dienst van het vice-consulaat te Bassorah, tenge volge van een twist met andere inwoners, tot in het consulaat achtervolgd en daar mishandeld waren en dat de „Atjeh" thans in last had om voor deze schending van onze vlag voldoening van den Sultan te eischen. Wij hebben in afwachting van officieele mede- deelingen, die wij in de „Staatscourant" hoopten te vinden, dit bericht Woensdag niet opgenomen. Nu echter het Regeerings-orgaan geenerlei gewag heeft gemaakt van deze gebeurtenis en daarover, zij het ook met een enkel woord slechts, in het Dagblad is gesproken, hebben wij getracht nadere inlichtingen in te winnen. Te vergeefs nochthans. In hoofdzaak schijnen onze berichten evenwel juist, al mogen ze niet ge heel volledig zijn. We deelen ze daarom onder deze reserve mede. De Commissie vgn Rapporteurs over het wetsontwerp, houdende verbodsbepalingen tegen het dragen van wapenen, heeft haar eindverslag aan de Tweede Kamer uitgebracht. Zij is van oordeel, dat door de gewisselde schrifturen de openbare beraadslaging over het voorstel genoeg zaam is voorbereid. Het bij de Tweede Kamer ingekomen ont werp, houdende bepalingen ter voorkoming van aanvaring of aandrijving op de openbare wateren in het Rijk, die voor de scheepvaart openstaan, strekt om voor alle wateren in het Rijk, al of niet in beheer van het Rijk zijnde, dezelfde be palingen te doen gelden in het belang der vei ligheid van de scheepvaart. Art. x bepaalt dat het onderwerp door den Koning bij algemeenen be stuursmaatregel wordt voorzien. Bij art. 2 wordt aan provinciale-, gemeente- en waterschapsbestu ren, voor zoover zij daartoe thans bevoegd zijn, toegelaten bepalingen te maken, mits niet in strijd met de door den Koning te geven voorschriften. Dr. Schaepman, die jl. Donderdagavond in de Vereeniging „Oefeningen Wetenschappen" te Haarlem een letterkundige lezing zou komen houden, was door ziekte daarin verhinderd. Van de hand van mr. L. W. C. van den Berg, hoogleeraar aan de Indische Instelling te Delft, heeft in de „N. Rott. Crt." een belang rijk opstel, getiteld „De toekomst van Atjeh," geschreven. Daarin deelt de schrijver zijn be vinding mede omtrent den Atjeher, met wien hij bij herhaling in aanraking is geweest. Een oplossing van het Atjeh-vraagstuk ziet sclir. in het volgende: Binnen den kring onzer versterkingen trachte men eene andere bevolking te lokken, die er be lang bij heeft ons te steunen; een kolonisatie in massa, vooral van een bevolking, die aan het hanteeren der wapenen gewoon is, als Ambon- neezen of Madoereesche Barissan. Bij Ambon- lafcl, juist, daar lag het schil dersgereedschap van Elzenkoningin en eenige schetsen die meisjeskop iu losse omtrekken moet stellig Anneke verbeelden, maar er ontbreekt nog veel aan de gelijkenis, en ginds ligt een rood ingehouden boek, R. v. A. slaat er in blinkende gulden letters op het leed geen twijfel meer, Lenz bad hem in Ruth's kamer bin nengelaten Een gloeiend rood steeg den verschrikten jongen man naar de slapen, en een plotselinge opwelliug volgend, wilde hij zich verwijderen, en in de gang vluchten reeds sfrekte hij de hand uit naar de deurknop, toen Alice's stem opnieuw tot zijn oor doordrong. «Lieve hemel, al vier uur Dan moet ik weg, mijn hartje en Norhert hoort, boe schielijk een stoel weggeschoven wordt. «Ik ga naar het orgel concert en moet eerst nog toilet maken, men kan rooit weten, wie men er aantreft!" VSangoulème's hand viel hem slap langs het lijf; als hij op dit oogenhlik de kamer verliet, moeBt hij de hofdame tegenkomen en dat zou vermoede lijk aanleiding geven tot noodelooze vragen en ver moedens, maar al te gevaarlijk voor dat fantas tische meisjesbrein. Hij stond besluiteloos en heet zich op de onderlip; zijn toestand was hoogst pijn lijk. «En hoe is je onlangs dat hal bekomen klonk het opnieuw doar de naaste deur, «0 ik verzeker je, beste Ruth, dat ik me allerkostelijkst geamu seerd heb, goddelijkMijn verrukkelijke zeeman heeft mijn hoofd totaal op hol gebracht, ik dweep met heui en hoop vurig, dat hij op 't concert we zen zal. Een gevaarlijk raensch, die Sangoulème, Ruth, hij heeft me dingen gezegd 0, als ik ijdel was, zou ik me overtuigd moeten houden, dat ik bizonder in zijn smaak hen gevallenEn oogen lieve hemel, wat een blikken heeft hij me toege worpen Men zou volstrekt niet vermoeden, dat er achter die ernstige gelaatstrekken zulk een Dou Juan schuilt." (Wordt vervolgd.)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche en Nieuwedieper Courant | 1890 | | pagina 1