HELDERSCHE-
NIEU WEDIEPER COURANT.
Jaargang 48.
M. 66. J&ï*, Zondag 1 Juni 1890.
Nieuwsblad voor Hollands Noorderkwartier.
J. H. VAN BALEN.
Dit nummer bestaat
uit twee bladen.
EERSTE BLAD.
Boiiiié Bax contra Domela NieuwenMs.
S5> 0 A S G A M A L A.
"n deêespereert nimmer
J*n Pitten:. Coen.
Het Vaderland! ghetrouwe
Blijf ick tut in den doot.
Wilhelmuslied
Verschijnt Dinsdag, Donderdag en Zaterdag.
Abonnementsprijs per kwartaalf 0.70, franco per post f 0.90.
Het Zondagsblad, behoorende bij deze Coarant, verschijnt eiken Zaterdagavond.
Abonnementsprijs per 3 maandenf 0.75.
Voor de abonnés dezer Conrant in de gemeente0.30.
t w w i buiten de 0.35.
REDACTEUR-UITGEVER
Molenplein 162/163.
Prijs der Advertentiën: Van 15 regels 30 cent, elke regel meer 6 cent. Bij
abonnement, naar gelang van de hoeveelheid regels, aanmerkelijk lager.
Voor liefdadige doeleinden 3 cent per regel
Dienstaanbiedingen voor den werkenden stand3
Mededeelingen en aanbevelingen10
Woensdag, den 2isten Mei, heeft in het café
Suisse te Zaandam het lang van te voren aan
gekondigde openbare debat plaats gehad, tusschen
de heeren W. Bax, predikant te Zaandam en
F. Domela Nieuwenhuis, over het onderwerp
„Het belang der arbeider»".
Zooals men weet, was de aanleiding tot dit
debat een critiek van den heer Bax in de „Zaanl.
Courant", over een door den heer D. N. uitge
sproken rede „De eischen der arbeiders." Geest
verwanten van den heer D. N. noodigden daarop
den heer Bax tot dit publiek debat uit, wat hij
terstond aannam.
De heer Bax begon met de uiteenzetting der
stelling: „De aankweeking van het gemeenschaps
gevoel en de beoefening van zelfbeheersching, zelf
verloochening, vlijt, eerlijkheid, de beste weg tot
behartiging van het wezenlijk belang der arbeiders."
Deze stelling werd als volgt toegelicht
Tal van arbeiders van beiderlei kunne mogen
het goed hebben, 't is echter een onbetwistbare
waarheid, dat er duizenden zijn wien het ont
breekt aan hetgeen hun rechtmatig toekomt.
Dezulken zijn zeer te beklagen. Uit vrees dat
men zal zeggen„gij neemt het op voor lieden,
die geen belangstelling verdienen," deelt spr.
mede, dat hij met arbeiders hedenavond slechts
de goede arbeiders bedoelt, die vaak, ondanks
getrouwe plichtsbetrachting, een ellendig leven
hebben.
Die toestand mag niet geduld worden. De
Aarde is rijk genoeg om al hare kinderen
behoorlijk te onderhouden. Geen wonder dat
herhaaldelijk pogingen zijn aangewend om dien
onzinnigen toestand te doen ophouden. Onze
maatschappij is krankeen aantal doctoren zijn
bereid haar te helpen, maar zij zijn het niet eens
omtrent de middelen, omdat zij in opinie ver
schillen over den aard van de ziekte.
De geneesheeren die vooral op den voorgrond
treden, zijn het Roomsch-Katholicisme, het Leer
stellig Protestantisme en de Sociaal Democratie.
Geen dier drie zal volkomen genezing aanbrengen.
Het R.-K. kan niet krachtig optreden, omdat
het eischt„instemming met een leer, waaraan het
grootste deel der menschheid is ontwassen." Het
zelfde oordeel geldt het Leerstellig Protestantisme.
Ook hier weer een groote hinderpaal, die zeer
belemmerend werkt„de eisch van instemming met
een verouderde levens- en wereldbeschoutcing"Spr.
kan hier niet in bizonder heden treden, maar als
voorbeeld noemt hij Patrimonium, van welke on-
Feoilleton van de Helderiche- en Nieuwedieper Conrant.
Itoman door N. VON ESCHSTRUTH.
Een algemeene kreet van verbazing en bittere
teleurstelling ging uit den kleinen kring op.
„Perkaraenteu schreeuwde Lotliar met beesche
stem, /,hn ha ba, uw overvloeclslioorn schudt eer
biedwaardige schatten over ons uit, DagraarPer
kamenten, zoo waar ik leef, perkamenten. Nu,
mama, laten de diamanten u niet al te zeer drukken
Met deze woorden wierp hij zich in de leuning
van zijn stoel terug, sloeg met zijn vlakke hand
dreunend op de tafel en barstte andermaal in een
zenuwachtig lachen uit.
Roerloos hield de gravin de leuning harer stoel
omklemd, een va lbleeke tint lag over hare on-
schoone trekken, de dunne lippen hadden een
blauwachtige kleur aangenomen.
„Een alleraardigste grap, et tant de bruit pour
wie omelettel" zeide zij met een mislukte poging
tot schertsen. „Ter wille van een paar geel gewor
den papieren liet gravin Dolores zich verlokken tot
zulk een meesterlijke voorstelling der Contédie tragi-
comique. Applaudisseert toch, kinderenlief, het was
een waardig voorspel tot de vermoedelijke liefdes
geschiedenis der bewuste gravin Casgamala!" en
eene verachtelijke beweging naar de zwarte kist
besloot den zin. Voijons donc, wat houdt het kof
fertje in.
Dolores nam het op en haalde de schrifturen er
voorzichtig uit. „Heilige gedachtenissen aan onze
voorvaderen klonk spottend haar antwoord zij
boog zich naar het licht en ontcijferde niet zonder
moeJte de vreemdsoortig gekrulde letteren.
tegenzeggelijk veel goeds uitgaat. Deze Christe
lijke YVerklieden-Vereeniging heelt goede begin
selen, maar eene verzameling van deels versleten
ideön, een angstvallig vasthouden aan het oude,
belet haar krachtig te werken. Patrimonium, is
een bejaarde ,arts, niet meer op de hoogte van
zijn tijd, een aardige praatvaar, maar die groot
gevaar loopt vervelend te worden en zwaar op
de hand. Velen zien verlangend uit naar den
jongen, krachtigen medicus, zoo pas vau de aca
demie gekomen, toegerust met goede getuig
schriften en die, zij het dan ook zonder ervaring,
met uitstekende theoretische bekwaamheden van de
nieuwste ontdekkingen op medisch gebied, ge
steund door rijke waarnemingen, zonder schroom
het mes in de wonde zet.
M. H., zulk een arts is er. Ik bedoel den
derden door mij genoemden geneeskundige, de
Sociaal-Democratie. Wat wil deze en langs
welken weg? Een staat van zaken, die mogelijk
maakt, dat de Maatschappij aan al luyre leden toe-
kenne dé noodige arbeidsmiddelen en arbeidsproducten,
berekend naar de algemeen gevoelde behoefte van een
ieder. Voorwaar, een prachtig ideaal, dat eiken
humanen mensch toelacht en slechts den luiaard
en den egoïst afschrikt. Maar een ideaal,
welks verwezenlijking voorshands onmogelijk is,
dat eenige honderden, misschien eenige duizenden
jaren te vroeg aan de orde is gesteld. Waarom
De zelfzucht is helaas nog zoo groot. Of zoudt
ge niet gelooven, dat de thans levende meerder
heid zich nooit zou neerleggen bij eene uitbe
taling van het loon naar den maatstaf van de
algemeen gevoelde behoefte? Zoo kom ik van
zelf toe aan de beantwoording van de vraag
langs welken weg meent de jonge dokter zijn
doel te kunnen bereiken?
„Doodeenvoudig" antwoorden sommigen. Op
de ioo menschen zijn er 2 kapitalisten, door de
overige 98 te onderhouden. Allerkrankzinnigste
verhouding, die geen oogenblik langer behoeft
te duren, dan die acht en negentig dat willen.
Laat worden toegegeven aan de vervulling van
den kreet „ProletariërsVereenigt Uen de
heilstaat breekt aan.
Anderen zeggen niet wachten op eene ver-
eeniging, die niet tot stand kan komen, maar
begonnen met een veroveringskrijg, desnoods
een bloedigen, en de zege bevochten. Wie zijn
het dichtst bij de waarheid Ik geloof de laat-
sten. De weerzin tegen de soc. hersenschimmen
is te groot, dan dat deze zoo spoedig verwezen
lijkt zouden worden. Stel dat er op de honderd
98 „verongelijkten" zijn, zullen die daarom allen
gesteld zijn op de zegeningen van het Socialisme
Gewis neen. Maar ze zullen grijpen naar het
zwaard als men hun die op wil dringen. Immers
de vrijheid zou dan zoo aan banden worden
gelegd, dat de oude orde van zaken verkieslijk
ware boven den nieuwen heilstaat. Het Neder-
landsche volk, steeds bereid ter verdediging van
de waarachtige vrijheid, gewaarborgd door de
orde en diens waarborg van de orde, zou niet
begeeren, wat de socialisten het willen opdringen
en een strijd voeren, die, eindigende in een neder
laag van de Sociaal-Democraten, grooter ellende
11a zich zou sleepen, dan thans heerscht. Spr.
leuze isAlle man aan 't icerk, allen deel ge-
11 Curriculum vitae.
„Aan mijne kinderen en kindskinderen, de
nakomelingen van het grafelijk geslacht Echters-
loh, als eene biecht en ter boetedoening van
zware zonde."
„Leest en schenkt vergiffenis ter wille van
de eeuwige barmhartigheid Gods."
nCasga-Mala, dei gratia comitssia Echter s-
lohepiae memoriae.
Natus die XXV. mensis Julii MCCCCXVIII.
Denatus die XX. mensis Octobris
MCCCCLXXVIII. anno dom. Lugent illustris-
sirni. Qui sunt relicti quinque liberi
Moestissimi.
In madatum avocatorium
JORDANUS DESIDEUIUS VON ECÜTERSLOHE."
Zij keerde het blad papier om en zag het groote,
ongeschonden familiewapen in was afgedrukt, dat
het perkament verzegelde. „Naar het opschrift te
oordeelen, hebben wij hier te doen met een levens
beschrijving van de gravin Casga-Malazeide zij
rustig. „Met uw goedvinden zal ik Desidère voor
van avond verzoeken bij ons te komen om deze
bladzijden in den familiekring voor te lezen
1,Pardon, indien ik het waag in dezen ordre du
jour eene kleine wijziging te brengen," wierp Lothar
er ironisch tusschen in. ;.Van avond ben ik van
plan naar mijne kameraden in het garnizoen te
rijden en ik betreur het, dat ik niet beleefd genoeg
ben, mijn genoegen aan uw bevelen te onderwerpen
in geval uw bidstoel u verlof geeft, vraag dan mijn
broeder om op het terras koffie te drinken
De oude gravin giggelde onbeschaamd, Dolores
bleef strak voor zich uitkijken.
nomen aan den grooten strijd in 't belang van
de menschheid in 't algemeen en van het Volk
in 't bijzonder. Hoe Door toe te passen van
wat we in onze stelling neerschreven, door aan
kweeking van het gemeenschapsgevoel en de be
oefening van zelfbeheersching, zelfverloochening,
vlijt en eerlijkheid, daarbij vertrouwende op eene
Hoogere Macht. Samenwerking moet er zijn en
kan er zijn, ook op 't gebied van 't reformatorische.
Ook de Sociaal-Democraten kunnen, zonder hun
banier weg te werpen, hierin met ons gaan. Ook
zij moeten beoefenen, wat ik in mijne stelling
aanprees. Dan wordt het waarachtig belang der
arbeiders bevorderd. Welk is dat belang? Wat
moét er plaats hebben Verhooging der stoffe
lijke welvaart en meerdere ontwikkeling van den
geest. Welnu, ontzaglijk veel kan er in dezen
geschieden, wanneer alle werklieden krachtig op
treden tegen werkelijke uitzuigers; met de noodige
lev^iswijsheid zich ontworstelen aan allerlei ver
keerdheden, die bronnen van allerlei ellenden
en een wedijver houden in de beoefening dei-
door mij aangeprezen deugden. Dan zal de
broi.ï der ellende trager, die der zegeningen
milder vloeien. Alle staatsburgers, 't zij kiezers
of niet-kiezers, moeten er aan helpen, dat het
heerlijk beginsel Recht voor Allen steeds meer
tot zijn recht kome en ook bezielend werke op
hen,. die de wetten maken. Dan krijgen we
algemeen stem- en kiesrecht, algemeene dienstplicht,
evenredige verdeeling der belastingeen arbeidsrege
ling, die wat meer beteekent dan de laatste ar
beidswet, enz., enz. Dan breken betere tijden
aan, als alle rijke en invloedrijke leden der maat
schappij diep beseffen hunne roeping tegenover
minder bedeelden en hoe heerlijk het is anderen
wel te doen. Dan zullen de woorden van ver
ontwaardiging en haat besterven op de lippen,
om plaats te maken voor uitingen van dank
baarheid en liefde.
Sjy. kan zich begrijpen, dat bij de volgers
der S.-D. richting vaak booze gezindheden op
rijzen. Niét meega'ande met die "partij, erkent
hij toch, dat haar streven reeds vele goede ge
volgen heeft gehad, merkbaar tot in de vorste
lijke kabinetten en in de woning van een Rot
schild. Dwaasheid is het echter dat de S.-D.
richting alles op één lijn stelt, goede en slechte.
Het toppunt van hunne dwaasheid echter is in
de tegenwoordige economischen toestand de eisch
van den acht uren werkdag te stellen.
Spr. komt tot de slotsom dat aankweeking van
het gemeenschapsgevoel en de beoefening van
zelfbeheersching, zelfverloochening, vlijt en eer
lijkheid de beste weg is om te komen tot de
behartiging van het wezenlijk belang der arbeiders.
Juist in onzen tijd wordt meer en meer een
streven openbaar om de openbare meening te
bewerken. Er wordt veel voor het volk gedaan
in menigen kring. Vooral zij die den grooten
volksvriend, den godsdienst, in eere houden,
kunnen voor het volk veel goeds tot stand
brengen. Ik bedoel vooral ook de aanhangers
van het nieuw en echt Protestantisme, dat, zonder
instemming te eischen met verouderde meeningen
en beginselen, van krachtdadigen invloed ten
goede kan zijn. Worden wij dan ook eenerzijds
als „stumperds" beschouwd en ter anderer zijde
„lk heb nooit eenige beleefdheid van u verwacht
noch ondervonden," antwoordde zij koel, „en door
uw schitterend voorbeeld geleerd met gelijke munt
terug te betalen. Er is geen enkele reilen, waarom
ik Desidère niet even goed van middag zou kunnen
vragen, want mijn bidstoel is minder despotisch
dan uw speeltafel, geen eereschuld houdt mij daaraan
gebonden."
Vernietigend rustten bare grijze cogen op zijn
aschgrauwe trekken toen nam zij met kalme be
rusting liet zwarte koffertje onder den arm en zonder
eenigen groet verliet zij bet vertrek. In de deur
gleed het deksel van de kist en viel op den drempel
neer. Lothar sprong er op toe, raapte het gevallen
voorwerp op en boog zich met overdreven devotie
voor de grijze gestalte. „Dit uur zal u altijd mij
doen gedenken, addergebroedselsiste hij in haar
oor, terwijl zijn oogen van woede flikkerden daarop
lachte hij hardop en voegde er luide aan toe„Op
deze wijze stapelt een galante broeder vurige kolen
op het hoofd van haar, die hem belasterd heeft!"
VEERTIENDE HOOFDSTUK.
Jene Tage sind vorüber
Jcne Hammen sind verglüht.
Roquette.
De familie was op het terras bijeengekomen.
Het was drukkend beet; geen windje bewoog zich
en wanneer men naar den diep blauwen hemel
opzag, scheen de lucht in trillende beweging, zoo
buitengewoon helder was zij en doorstoofd van
zomerwarmte.
Dagmar en Isabella waren in 't wit gekleed.
„ongeloovigen" geheeten, het geloof aan Gods
liefde dringe ons, steeds meer liefde te bewijzen
en de helpende hand te bieden aan hen, wier
strijd om het bestaan zooveel zwaarder is dan
de onze. Ik heb gezegd!
Thans kreeg de heer D. N. het woord.
Hij riep Ds. Bax toe:
Ik zou den heer Bax hetzelfde kunnen zeg
gen, wat ik onlangs Ds. Westhoff van Amster
dam na een door hem gehouden toespraak toe
voegde Kom nog één stap naderbij en wij
reiken elkaar de broederhand. Schitterender
pleidooi voor ons beginsel kunnen we moeilijk
vergen dan de heer Bax heeft geleverd. Immers,
iemand, die erkent dat het socialisme een prach
tig idiaal hoog houdt, geeft zich voor dat be
ginsel gewonnen.
De heer Bax begon met onderscheid te maken
tusschen goede en slechte arbeiders. Zoo wordt
de kwestie reeds dadelijk onzuiver. Als die on
derscheiding gemaakt wordt, moet men ook op
klimmen tot de oorzaken der verkeerdheden.
Maar vragen we liever, of het tegenwoordig
maatschappelijk stelsel voldoet aan de eischen
van het recht. Ds. Bax geeft toe, dat de Aarde
rijk genoeg is om al hare kinderen goed te
onderhouden. Welnu, dan volgt hieruit, dat
het de schuld is van eenige egoïsten, die slechts
voor anderen de brokken over hebben, die'ze
zelf niet lusten, dat zoovelen gebrek lijden.
Waarom krijgen niet allen het deel wat hun toe
komt 't Komt door de slechte verdeeling der
arbeidsproducten, in het leven geroepen door de
bezittende klasse, die eerst gestolen heeft en toen
wetten gemaakt, die het stelen voor 't vervolg
verboden. Hierop moet de nadruk gelegd en
erkend, dat de wetten belemmerend in den weg
zitten om een ieder zijn rechtmatig aandeel te
doen ontvangen.
't Bevreemde mij, dat mijn tegenstander niet
als vierden arts noemde, dat echte Protestantisme,
waarvan hij zelf een voorstander is. Of telt dit
niét nfee, is het soms een k wakzalver
De Sociaal-Democratie vergelijkt hij met een
jeugdig, bekwaam arts. Welnu, wat willen we
meer? Heusch, we zijn den heer Bax dankbaar
voor dit goede getuigenis.
De heer Bax vreest als gevolg van een strijd
tusschen de bezittende en niet-bezittende klassen
een grootere verwarring. Grootere verwarring
dan thans heerscht, is niet mogelijk.
De middelen om tot oplossing der sociale
kwestie te komen, stellen we niet zoo eenvoudig
voor, als mijn tegenstander dit deed voorkomen.
Wij gelooven ook niet dat „98" van de „100"
genegen zijn om te helpen aan de verwezenlij
king van ons beginsel.
De weerzin der „98" steunt grootendeels op
onkunde. Die te verbannen is slechts een kwes
tie van tijd. Steeds grooter wordt de schare,
die ons volgt en haakt naar nog een hoogere
vrijheid, dan die ze thans bezit, om nl. als ze
er pleizier in heeft, van honger dood te gaan.
Het vertrouwen op de Hoogere Macht, waar
van de heer Bax sprak, leidt bij consequente
toepassing tot uitsluiting der zelfwerkzaamheid
en kan dus gerust buiten spel blijven.
Samenwerking met anderen willen wij, maar
Beiden zagen bleeker dan gewooulyk. Dagmar hield
den blik ernstig en peinzend gericht op de ver
wilderde bladeiranken aan hare zijde. Isabella's
trekken droegen den stempel eener hevige, verbor
gen zielesmart, die over de donkere oogen een sluier
wierphet had den schijn alsof telkenmale tranen
er in opwelden.
De bleekroode bloemen der acacia, die Lothar
met „levensgevaar" in den ouden tuin van het slot
geplukt bad, hingen slap en verwelkt in de donker
golvende lokken van freule von der Ropp en
Desidère's blik volgde de teedere blaadjes, die als
twee sneeuwvlokken om de schouders der jonge
dame dwarrelden. Hij zat ter zijde in een lagen
fauteuil, het hoofd achterwaarts leunend tegen de
koele bladeren van den bloeiende oleander; de
schoongevormde hand lag achteloos over de leuning
der stoelzooals hij daar zat, was hij op end' op
het type van een echt aristocraat.
Lothar had tusschen hem en de oude gravin
plaats genomen. Hij ontvouwde de perkamenten
en begon op verlangen zijns broeders hun inhoud
voor te dragen.
nNach der geborth Christi vnssers herren,
Dushend vierhundert vtid seven vnde achtigshten
jaretwischen pfingslhen vnd ostern, Donerstage
nach dem Sunntage Jubilate, hadt es
„In 's hemels naam, I.othar, ik begrijp er geen
jota van," riep mevrouw Leontiue bijna kwaad er
tusschen. „Als misschien het geheele testament op
deze manier geschreven is, dan verzoek ik beleefd
het eerst te laten vertalen
Lothar haalde even de schouders op. „Laten wij
maar eens op de volgende bladzijden kijken," aut-
woordde hij op een toon van verveling.
(Vervolg in het Tweede Blad.)