HELDERSCHE- NIEU WEDIEPER COURANT. Jaargang 48. M 87. Zondag 20 Juli 1890. Nieuwsblad voor Hollands Noorderkwartier. J. H. YAN BALEN. BEKENDMAKING. Vergadering van den Raad gEn dcwspereert nimmer 1" Jan Pieten;. Coen. Het Vaderlandt ghetronwe^ Blijf iele tot in den doot. Wühelmutlied. Verschijnt Dinsdag, Donderdag en Zaterdag. Abonnementsprijs per kwartaal0.70, franco per post f 0.90. Het Zondagsblad, behoorende bij deze Courant, verschijnt eiken Zaterdagavond. Abonnementsprijs per 3 maanden0.75. Voor de abonncs dezer Courant in de gemeente 0.30. - bniten de 0.35. REDACTEUR-UITGEVER Molenplein 162/163. Prijs der Advertentiën: Van 15 regels 30 cent, elke regel meer 6 cent. BJj abonnement, naar gelung van de hoeveelheid regels, aanmerkelijk lager. Voor liefdadige doeleinden 3 cent per regel Dienstaanbiedingen voor den werkenden stand'1 Mededeelingen en aanbevelingen10 t t Buitengewone der gemeente Helder, op ZATERDAG den 19 JULI 1890, des avonds ten zeven ure. Helder, den 17 Juli 1890. De Burgemeester, C. A. BEUKENKAMP. Onderwerp ter behandeling: GELDLEENING. NEDERLAND. HELDER, 19 Juli. De „Vossische Zeitung" bevat een artikel over den Nederlandschen adel. Het liberale Berlijn- sche blad maakt in dit opzicht een voor ons zeer vleiende vergelijking met Duitsche toestanden. Wekt het in Duitschland algemeene verwonde ring als iemand van nederige geboorte tot hooge ambten geroepen wordt, in Nederland wordt dit als d$ natuurlijkste zaak beschouwd, waaruit blijkt, dat het gevoel van bevoordeeling van een bijzonderen stand uit het bewustzijn des volks verdwenen is. En dit is geen jong verschijnsel, door den wetgever of spontane oorzaken teweeggebracht. Een geschiedkundige ontwikkeling gedurende eeuwen heeft tot dezen toestand gevoerd. Toen de Fransche omwenteling in Europa hare gevol gen deed gevoelen, was de Nederlandsche adel reeds sinds eeuwen geen factor meer, met welke gerekend behoefde te worden. De adel in Noord-Nederland nam het werkzaamste deel in den strijd tegen Spanje, maar allengs ontwik kelde zich een rijke burgerstand, en het patricier- schap in de steden drong den adel geheel op den achtergrond. In den voortdurenden strijd, dien het volk tegen de drukkende heerschappij der plutocratie Voerde, zag het in den adel zijn natuurlijken Bondgenoot tegen de heerschzucht der regenten In de steden, die ook het platteland trachtten te overheerschen. Tot den geboorte-adel behoorden 1 eindelijk ook zij, die in 1795 de vrijheidbren- gende Franschen met de meeste geestdrift in haalden. De tegenwoordige Nederlandsche Regeering kent evenmin onderscheid tusschen steden en dorpen daar alle gemeenten heeten als Fenilleton van dc Heldenche- en Nieuwedieper Courant. EEN TROETELKIND VAN HET GELÜK. Roman van F. VON KAPFF ESSENTHER. tusschen burgers en edelen en de Eerste Kamer vertegenwoordigt niet, gelijk in Duitschland en Engeland, de geboorte-aristocratie, maar het zijn de hoogstaangeslagenen, terwijl bij de nieuwe grondwet ook andere verdienstelijke mannen tot leden kunnen worden gekozen. Het blad acht het zeer opmerkelijk en het is een eenig voorbeeld in Europa dat de Eerste Kamer in Nederland op dit oogenblik het laatste bolwerk van het liberalisme vormt. Behalve aan het hof is in Nederland geen enkel openbaar beroep, dat alleen door adellijken kan worden uitgeoefend. De generaals zijn voor 80 pet. niet-adellijk; in de lange rij van ministers van Oorlog in de laatste 25 jaren is maar één van adel, graaf van Limburg Stirum. Alleen in den Haag is er een soort van adelspartij of liever 'adelskliek, maar deze heeft volgens de „Vossische Zeitung" geen staatkundigen invloed, daar een conservatieve partij hier te lande niet meer bestaat. De geneeskundige Raad van Zuid Holland heeft met algemeene stemmen als zijn overtui ging uitgesproken, dat het door de Regeering in haar ontwerp tot wijziging van de Epidemie-wet voorgestelde, ten aanzien van de vaccinatie, eene bron zou opleveren van» groot gevaar voor de volksgezondheid en zou blijken eene ramp te zijn voor Nederland, en daarom eene onver antwoordelijke wetsbepaling. De minister van Binnenlandsche Zaken heeft als zijn gevoelen medegedeeld, dat de ver kiezing van nieuwe raadsleden in gemeenten, welker bevolking blijkens de gehouden tienjarige volkstelling zooveel is vermeerderd, dat eene uitbreiding van het aantal raadsleden noodzakelijk is, niet moet plaats hebben binnen zes maanden 11a de officiöele vaststelling van het cijfer der bevolking, maar gelijktijdig met de periodieke verkiezing in 189T. Volgens de sterfte-statistiek over de maand Februari zijn in die maand in Nederland 658 personen aan influenza overleden. Het aantal overledenen bedroeg 10,093. De sterfte in haar geheel was het grootst te Franeker met 56.63, Deventer met 35.93, Hoorn met 34.88, Amers foort met 33.65, 's Hertogenbosch met 32.61, Breda met 32.16 en Gorinchem met 31.68 over ledenen op 1000 inwoners per jaar. De sterfte was het geringst te Sneek met 12.32, te Haarlem met 14.52, Helder met 14.82, Roermond met 17.32 en Alkmaar met 17.54. Overzicht der Pers. De oud-zeeofficier, de heer Halverhout, te IJmuiden, schrijft o. a. in het „N. v. d. D.": In de „Handelingen" der Staten-Generaal, vel 433, blz. 1639, leest men in eene rede van den heer Guyot Het is toch een vaststaand feit en ik meen er nogmaals met den meesten nadruk op te moeten wijzen dat de Marine over geen enkel oorlogsschip kan beschikken, dat slechts aan de matigst gestelde eischen van den tegenwoordigen tijd voldoet. En dit ware woord wordt geuit in de zaal der Inderdaad, zijn toestand was pijnlijk. Het was te opvallend, hoe hij heden aan de zijde van Edwina verscheen. Iedereen wensehte hem geluk, ja men zeide het hem in zijn gezicht, dat zij zijne bruid was. Zijn bloed begon te koken; indien het honderd jaar vroeger was geweest, zou hij haar met geweld ontvoerd hebben, haar tot iederen prijs tot de zijne hebben gemaakt. Haar koelheid maakte hem waanzinnig. O, haar slechts eenmaal in zijne armen te (Lukken, haar schoon gelaat met kussen te bedekken, haar te zien beven! Hij zou om haar bezit willen strijden een half dozijn tegenstanders het hoofd willen bieden Maar hij was veroordeeld tot een ellendige machteloosheid, hij kon slechts om haar ja woord smeeken. Hij had het heden weer gedaan. Terwijl hij naast haar door die schitterende menschen- massa liep, waarin hij echter slechts haar alleen zag, fluisterde hij haar die bede toe. Zou zij ook gezwegen hebben, hem ontloopen zijn, wanneer niet die afschuwelijke Melingo voor hen getreden was en hun //pleizierige schipbreuk in het huwelijksbootje" had toe- gewenscht? Of was dit voorval slechts een welkom voorwendsel geweest? Ja ja het was wel zooHij was haar tot last zij wilde niets van hem weten! Wat moest hij doen om haar hare toe stemming af te persen Ach, indien zij slechts toestemdeDe liefde zou hij haar wel doen kennen! Zij had een bedeesde natuur, zij had alleen haren broeder lief! O, hij, Sieg- mund zou haar wel tot liefde dwingenHoe echter in het bezit van het vurig begeerde meisje te komen? Wel had hij bemerkt, dat de beide andere //Maiglöckchen" hem steeds nagingen, toen hij niet van Edwina's zijde week. Vroeger zou hij er zich mee geamuseerd en er mee gespot hebbendan zou hij vermoed hebben, dat zij dat in 't oog vallend costuum alleen hadden aangedaan, om hem tot zich te lokken. Hij had gewenscht, verzocht, dat Edwina als Maiglöckchen verschijnen zou, nu had hij er zichzelf mee gestraft. Want Edwina was zichtbaar onaangenaam getroffen op liet zien van bare dubbelgangsters. Had zij hem niet verklaard, dat zij hem niet beminnen wilde, alleen omdat iedereen hem beminde En nu gevoelde zij zich onpleizierig gestemd en liet het hem ook voelen. Alexie bemerkte nu eerst dat hij geen oogen. geen woord voor haar had, dat hij nauwelijks hoorde, wat zij zeide. Ook zij wilde hem toonen niets voor hem te zijn. Vluchtig dacht zij na, wien zij met haar gunst zou gelukkig maken. Zij liet zich door een bejaard, adellijk diplomaat voor den dans engageeren, verliet Siegmund schijnbaar vroolijk Volksvertegenwoordiging van de tweede koloniale mogendheid der wereld, de natie, die het geluk heeft het heerlijk Insulinde te beheerschen. Wij vragen waar moet dit heen In de memorie der Marine-begrooting voor 189 staat reeds te lezen, dat, was op het oogen blik (October 1888) de indienststelling van een type „Atjeh" urgent, er zoude geen gevolg aan kunnen gegeven worden. Het is nu 16 jaar geleden, dat de Atjeh-krijg aanving, toen wij, wat de zeemacht betreft, in denzelfdên treurigen toestand verkeerden. Wie schudt de natie wakker, de tweede kolo niale mogendheid, die ingedommeld is Wie geeft ons oorlogsschepen, in plaats van twist op kerkelijk, school en sociaal gebied Het wordt meer dan tijd, want wij zouden wel eens kunnen worden wakker geschud en, de oogen uitwrijvende, moeten uitroepen: Het is te laat! En wat zouden wij aan onze kinderen en kleinkinderen moeten antwoorden bij de vraag „Ouders, wat hebt gij met onze koloniën ge daan Wij schipperen en schipperen, tot zoolang wij als koloniale mogendheid weggeschipperd worden, om eindelijk als natie te verdwijnen, al schip perende Wij zien er nu geen ander redmiddel op dan den Koninklijken weg, dat ismet oor logsschepen aan te schaffen en hiervoor ge durende eenige jaren eenige millioenen te be stemmen. Wij herhalen wat wij in dit blad van 14 October 1889 schreven. Onze volksvertegen woordigers moeten een zekere som voteeren tot vernieuwing der vloot, te verdeelen over een mini mum getal jarenongeacht de gewone begrooting, moet jaarlijks op het budget voor dit doel een post voorkomen. STATEN-GENERAAL. Eerste Kamer. Zitting van Donderdag 17 Juli. De Kamer heeft heden, onder groote belang stelling van het publiek op de tribunes, de be handeling van de Spoorweg-overeenkomsten ten einde gebracht. Zij werden nog bestreden door de heeren Rengers, Stork, Fransen v. d. Putte, Kappeyne, Alberda, van Royen en Vlielander Hein en ver dedigd door den heer van Zuylen van Nijevelt en de ministers van Waterstaat en Financien. Ten slotte werd het ontwerp aangenomen met 22 tegen 17 stemmen. Vóór stemden de heeren: van Lynden, Bult man, Verheijen, Viruly, van Zuylen, Regout, de Bruyn, 't Hooft, van der Breggen, Blussé, Donker, Pijnappel, van Pallandt, Coenen, van Lier, Mer- ckelbach, Hengst, Smitz van Oijen, L. van Nis pen, Magnce, F. van Nispen en de Voorzitter. Tegen de heerenBreuning, van Swinderen, van Roijen, Eysinga, Six, Rengers, Hein, Kap peyne, Alberda, Niesingli, van Alphen, Prins, Stork, van Akerlaken, Welt, Fransen van de Putte en Muller. Binnenlandsch nieuws. Helder. Lijst van brieven, geadresseerd aan onbekenden, gedurende de 2de helft der maand Juni 1890: N. Bommel, P. Hendriks, N. Punselie, J. Smit, C. v. d. Weijde en Middendorp, allen te Amster dam Van Eisen, te ApeldoornJ. Bas, te Bus- sumW. van Aken, te 's GravenhageW. de Boer. te Heerenveen Alera, te JoureA. v. d. Staag, te LochemJ. Geelhuizen, te Uitgeest J. Visser, te VlissingenJ. Kuit, te Zaandam A. Hoogendijk, J. Boot Jzn.,E. H. van der Spek, woonplaatsen onbekend. Van het Hulpkantoor Anna PaulownaF. Sasburg, te Amsterdam. BriefkaartenWed. Zwaneveld, te Amsterdam. AmerikaS. Witsenburg, HomewoodD. Lebe May, te New-York. BelgicM. Kohls, te Antwerpen. Texel. Op dit eiland woont een viertal gezusters, allen weduwen, welke respectievelijk 9°> 85, 77 en 75 jaren tellen. De vijfde zuster is voor een drietal jaren op 79jarigen leeftijd in den weduwstaat overleden. Anna Paulowna, 16 Juli. Naar wij vernemen, zal alhier den 5 Augustus a. s. de keuze plaats hebben voor een lid van den Ge meenteraad, welke vacature ontstaan is door het vertrek van den heer C. E. Perk. Hoogwoud, 16 Juli. Alhier heerscht in enkele gezinnen roodvonk. Nu verbiedt art. 15 van de wet op de besmettelijke ziekten aan hoofden van scholen, kinderen uit huizen of vaar tuigen, waarin eene besmettelijke ziekte voor komt, op de school toe te laten binnen 8 dagen nadat de ziekte, volgens verklaring van een ge neesheer, uit die huizen of vaartuigen is gewe ken, op eene boete van 525 gld. en met ge vangenis van 13 dagen te zamen of afzonder lijk. Doch hoe is het voor die hoofden mogelijk daarop toezicht te houden, zoo niet dagelijks van het gemeentebestuur opgave ontvangen wordt van de gezinnen, waarin eene besmettelijke ziekte is uitgebroken Zeer te bejammeren is het, dat de gemeente besturen daartoe bij de wet niet verplicht zijn. Avenhorn. Tot wethouder alhier is benoemd de heer Kok, te Grosthuizen. Avenhorn. De versterking en verbete ring van den Mijzer-polderdijk is gegund aan den laagsten inschrijver, den heer P. v. Doornik, te Warder. 's Gravenhage. Op de aankondiging, dat jl. Woensdag tegen den avond alhier de spuiing hervat zou worden, hadden zich honder den te voet, per rijtuig of rijwiel naar de sluizen in het ververschingskanaal begeven. Het in het voorkanaal tusschen de binnen- en zeesluis opgepompte grachtwater werd van kwart vóór zevenen tot kwart vóór achten dus gedurende een uur in zee uitgelaten. De eerste zomerspuiing heeft dus plaats gehad. Het grachtwater in de stad is in bevredigden toestand. Edwina was niet teruggekomen. Zekerlijk wilde zij van Siegmund geen woorden van liefde meer liooren. 't Liefst zou ook hij het bal verlaten hebben, maar bij wilde geen verder opzien baren en bleef. Het feest bad zijn toppunt bereikt. Van alle kanten lachten hem vriendelijke vrouwen gezichten tegen, maar niet ééne bekoorde hem. Ook barones Corrini was bij reeds gewaar geworden. Zij bezocht het feest onder geleide harer moeder, daar haar man nog niet van zijn eervolle dienstreis teruggekeerd was. Vroolijk en toch zacht zuchtend vertelde zij hem, dat zij reeds sinds lang haar costuum Prinses Maiglöckchen had vastgesteld. Daarom kon zij het niet ongebruikt laten liggen, hoewel haar man ver weg was In het //Frühlingsballet" is prinses Maiglöck chen de geliefde van prins Waldmeister, en nu had Siegmund, meende zij schertsend, zijn geliefde gevonden. En welk een verdoovende geur verspreidde deze //Maiglöckchen11Hij zat naast haar, danste met haar en zij spraken schertsend over lente en liefde. Der jonge levenslustige vrouw begonnen de wangen te gloeien, en hoe lief en verlei delijk lachte zij hem tegen. Die vriendelijke lach van Maiglöckchen verstoorde hem, deze, ook deze beminde hem alleen die andere niet! En -opnieuw ontwaakte in hem dat verterende, kwellende verlangen naar haar, naar de onbereikbare, naar dat marmeren beeld, dat zich niet ver murwen liet! Maiglöckchen bemerkte al spoedig dat hij heden niets voor haar gevoelde en begaf zich naar huis, ontstemd over Waldmeisteris koele behandeling. West keerde naar de hoofdzaal terug misschien was Edwina er nog wel. En wer kelijk, daar stond zij naast haar broeder. Wanneer zij zijne gelijktijdige verdwijning met barones Corrini eens vernam? Edwin zelf zou het in zijne onnoozelheid kunnen verraden. z/Zijt gij daar eindelijkriep hij haar toe. z/Waar zijt ge gebleven?" «Ik wil naar huis!11 antwoordde Edwina koel. //Ik wensehte alleen te weten, waar mijn vader is. Laat ik u niet storen, mijn heer West!" z/Gij mij storen?" zeide hij bitter. //Gij weet zeer goed, dat ik geen ander Maiglöck chen zie dan u!" z/Ik twijfel er aan maar om "t evenIk wensch u veel genoegen, mijnheer West kom Edwin z/Edwina Edwina," fluisterde hij harts tochtelijk, zich tot haar overbuigend, //waarom zulke harde woorden? Gij weet, dat ik u alleen liefheb!" Toornig antwoordde zij //Ik zal u nooit wederliefde kunnen schenken nooit! Gij hebt geen hart, geen liooger streven, geen ware, innerlijke adel gij hebt niets als geluk i //Gij haat mij, Edwina! Dat is het begin i der liefdeMet zulke oogen hebt ge mij nog nooit aangezien!" i En een gelukkige, zegevierende lach ver helderde zijn gelaat. (Wordt vervolgd.)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche en Nieuwedieper Courant | 1890 | | pagina 1