HELDERSCHE- NIEU WEDIEPER COURANT. Jaargang 48. M 89. Vrijdag 25 Juli 1890. Nieuwsblad voor Hollands Noorderkwartier. J. II. VAN BALEN. Het Vorstelijk bezoek aan de Hoofdstad, ,En deae9pereort nimmer I" Jan Pieterts. Coen. Het Vuderlnmlt ghetrouwe Blijf ick tot in den doot. Wilhelmuslied. Verschijnt Dinsdag, Donderdag en Zaterdag. Abonnementsprijs per kwartaal0.70, franco per post f 0.90. Het Zondagsblad, behoorende bij deze Courant, verschijnt eiken Zaterdagavond. Abonnementsprijs per 3 maandenf 0.75. Voor de abonnee dezer Courant in de gemeentef 0.30. buiten de 0.35. RED ACTEUR-UITGEVER Molenplein 162/163. Prija der Advertentiën: Vun 15 regeh 30 cent, elke regel meer 6 cent. By abonnement, naar gelung van de hoeveelheid regels, aanmerkelijk lnger. Voor liefdadige doeleinden 3 cent per regel Dienstaanbiedingen voor den werkenden stand3 Mededeelingen en aanbevelingen 10 Amsterdam, 22 Juli. Het weder, dat zich aanvankelijk ongunstig deed aanzien, heeft zich goed gehouden. Precies op het aangekondigde uur, 10 uur 15 minuten, stoomde de trein, die H. M. de Ko ningin, H. K. H. Prinses Wilhelmina en het ge volg van 't Loo herwaarts bracht, het Centraal station binnen, onder het gebulder van de 33 saluutschoten van het aan de De Ruijterkade opge steld geschut. De vorstelijke personen werden aan het station door den burgemeester, den militairen plaatse lijken kommandant, den opperhofmaarschalk, de dame du Palais, mevrouw Hartsen, de heeren v. Westerwoudt en baron Roell, vertegenwoordigende het Bestuur van de Holl. IJzeren Spoorwegmaat schappij, en andere autoriteiten verwelkomd. H. M. de Koningin droeg een kostbaar satij nen kleed met donkerblauw fluweelen mantel, de Prinses was in het wit gekleed. Zij waren ver gezeld van de dames Van Ittersum en Van de Poll en Ridder Huijssen van Kattendijke. De vorstelijke personen werden met daverende toejuichingen begroet. Zij vertoefden een korte poos in de voor haar ontvangst in gereedheid gebrachte „Koningszaal" van het Centraalstation, waar, ter bevordering van de goede orde, uit sluitend reizigers, van plaatskaarten voorzien, toegang hadden. In de wachtkamer werden haar fraaie bloemruikers aangeboden en de aanwezige autoriteiten, voornamelijk hoofdofficieren, dool den burgemeester aan H. M. voorgesteld. De Koningin gaf herhaaldelijk aan de Directie der spoorwegmaatschappij hare tevredenheid te kennen over de weelderige inrichting van het stations gebouw. De van 's Gravenhage aangebrachte open hof- rijtuigen deden vervolgens dienst op den tocht, dien de vorstelijke personen aanvaardden naar het Paleis voor Volksvlijt, gaande langs de Prins Hendrikkade, Martelaarsgracht, Nieuwendijk, Dam en Kalverstraat, Spui, Koningsplein, bocht Heerengracht en Utrechtsche straat. Zij kwamen te 10 uur 30 daar aan om de Veiligheidstentoon stelling in oogenschouw te nemen. In de fraai versierde vestibule van het Volks paleis werden de vorstelijke bezoeksters opgewacht door de Directie en het Uitvoerend Comité der tentoonstelling (opgemerkt werden o. m. mr. J. Heemskerk Azn. en dr. Schaepman). Begeleid door dr. Ruysch en den burgemeester, namen H. M. de Koningin en de Prinses nu zeer nauwkeurig kennis van vele belangrijke zendingen. Vooral bleek H. K. H. verrast, toen een der automatische poppen het volkslied aan hief. De directie van het Paleis stelde er zich een eer in, haar bedoeld speeltuig te mogen aan Feuilleton tan de Heldersche- en Nienwedieper Courant. 13) een VAN HET GELUK. Roman van F. VON KAPFF ESSENTHER. Thans werd mijnheer West aangediend. Zij zeide tot zichzelf: Ik zal doen, wat mijn hart mij op het laatste oogenblik ingeeft. Toen zij binnentrad, stond Siegraund daar, bleek en met nedergeslagen oogen. Ook hij beefde, evenals zij. ,/Hoe verschrikkelijk is toch de liefde", dacht Edwina. 7/Hij lijdt, omdat hij bemint, en ik lijd niet minder zwaar, omdat ik niet beminnen kan En het deed haar aan, hem, die altijd op zijne overwinningen roemde, te 2ien beven. Een oogenblik spraken beiden geen woord. Eindelijk zeide hij zacht: ,Gij hebt nooit voor de balie van het ge recht gestaan, gij hebt nooit den looden last van de oogenblikken gevoeld, die het vonnis van den schuldige voorafgaan De dood of het levenWat gij nu in uwe hand hebt, is voor mij daaraan gelijk. Het is voor mij erger dan de dood, als gij neen zegt. Be denk u nog eenmaalDe eenige misdaad, waaraan ik schuldig ben, is dat ik u lief heb! En nu hebt ge maar écn kort woord te sprekenJa of neen Na een kort zwijgen zeide zij met zachte Btem u Ja-" bieden en tevens een portefeuille met stadsge zichten en gravuren naar beroemde stukken uit het Rijksmuseum. Nadat zij de tentoonstelling hadden bezichtigd, begaven de hooge bezoeksters zich langs West- Einde en Stadhouderskade naar het Rijksmuse um, waar zij te 11 uur 20 aankwamen. Het bezoek aldaar duurde slechts korten tijd, daar alleen de zg. Rembrandtzaal en de ver zameling portretten van de Prinsen van Oranje in oogenschouw werden genomen. Langs Stadhouderskade, Leidschebosch, Leid- schestraat, Keizersgracht ZZ, Hartenstraat, Gast- huismolenstecg, Paleisstraat, N.Z. Voorburgwal en Mozes- en Aaronstraat werd vervolgens de weg aanvaard naar het Paleis op den Dam, waar een dejeuner dinatoire plaats had. De plaatsen aan tafel werden ingenomen door H. M. de Koningin, H. K. H. Prinses Wilhel mina, H. D. gouvernante niiss Saxton Winter, hofdame freule Van de Poll, een dame d'hon- neur, graaf Schimmelpenninck, grootmeester, op perkamerheer, de kamerheeren ridder Van Kattendijke en baron Tindal (i. b. d.), inten dant jonkh. Van Vessem, de weth. Driessen, Van Lennep, Serrurier en Dyserinckhet oudste lid van den Raad, mr. Ludenden president van de Kamer van Koophandel, den heer D. Cordes, den president en den proc.-generaal van het Gerechtshof, mr. J. F. T. Van Valkenburg en H. J. Kist; den schout-bij-nacht, comm. van de Marinewerf, W. F. H. Cramerden generaal Den Beer Poorlugaelden kolonel der schutterij Van Someren Brand, de kolonels van het 7 de reg. infanterie, het 2de reg. artillerieden koto- nel der genie Van Teylingen, den plaats, com mandant luit.-kol. Rochell, den gemeente-secre taris Le Jolle en de commandanten van het opleidingsschip „de Wassenaer" en van het wachtschip. Het dejeuner had te 12 uren plaats in de Van SpeykzSa! en mJQHelerwijï speelde de schut terij-muziek vóór het Paleis eenige nummers. De wacht aan het Koninklijk Paleis was van des morgens 9 uur bezet door een compagnie van het 7de regiment infanterie als eerewacht, terwijl nog vier huzaren te paard als vedetten aan het Paleis opgesteld waren. Het geheele garnizoen was in groot tenue. Langs den ganschen weg, door de vorstelijke personen genomen, bewoog zich een talrijke menigte, die haar met geestdrift toejuichte. In het Paleis op den Dam aangekomen, was de aandrang der volksmenigte zoo overweldigend, dat de Koningin en de Prinses op het balkon moesten verschijnen om, der traditie getrouw, de juichende menigte vriendelijk te groeten. Te 1.30 ving het voorgenomen watertochtje aan, ter bezichtiging van de werken van het Merwede-Kanaal, nabij Zeeburg. Langs Damrak, Stationsplein en de De Ruij terkade reden de Koningin en de Prinses naai de Handelskade, waar zij zich op het voor haar bestemd vaartuig begaven. Het vaarwater was allerwege bezet met versierde booten, zooveel mogelijk in linie geschaard. Bij sluis Willem III (Noordhollandsch kanaal) lagen de versierde en bemande vaartuigen der Roei- en Zeilvereeni- Hij naderde haar langzaam en zeide vroo- lijk //O, zeg het nog eenmaal, om het te kunnen gelooven En zij herhaalde: „Ja, ik zal beproeven, of ik u beminnen kan Nu lag hij hartstochtelijk aan hare voeten. //Het is immers goed, heel goed, dat ge mij niet bemint het zou me maar waanzinnig makenGenoeg reeds, dat ge mij genade schenkt dat ik leven mag en in uwe nabijheid ademen l" Zij was met haar lot verzoend. Was het niet schoon, niet verheven, zoo veel geluk te kunnen uitstrooien? VI. Honderden nieuwsgierigen stonden om de kerk om iets van de prachtige bruidsstoet te zien. Om binnen te treden moest men een invitatiekaart kunnen vertoonen. Maar buiten voor de kerkdeur verdrongen de mensclien elkanderzij stonden een uur lang op de door den regen doorweekte straat te wachten om door de ruitjes van het rijtuig iets van die heerlijkheid te kunnen zien. Van het plein naar de kerkdeur was een tapijt gelegd, en de deur zelf was met bloemen versierd. Van binnen, zeide men, was de vloer met bloemen bestrooid. Men wist te vertellen van den fabelaehtigen rijkdom van den brui degom, van de schoonheid der bruid, van de pracht der juweelen, die zij gekregen had. En al die arme, vroolijke winkel ging. De aanwezige monitors en stoomkanon- neerbooten bewezen het gebruikelijk eerbetoon, terwijl de bemanning van het wachtschip en de „Wassenaer" in het tuig paradeerde, toen de vorstelijke personen in de nabijheid dier schepen kwamen. Het vaartuig, dat het Koninklijk gezelschap voerde, werd gevolgd door een ander, waarop het muziekkorps van het 7de reg. (Zaagmans) zich deed hooren. Het watertochtje, dat tot 3 uur 30 m. duurde, werd door fraai weder begunstigd. Het IJ leverde een schoon gezicht op. Van de talrijke vaartuigen, geheel in vlaggendos, werden her haaldelijk saluutschoten gelost, vele ranke bootjes en gieken omstuwden het vaartuig van de vorstelijke bezoeksters, die ook nog het groote stoohischip van de Nederlandsch-Amerikaansche Stoomvaartmaatschappij en een deel der Han delskade bezichtigden. Overal waren duizenden aanwezig. De Koningin bezichtigde aan de Handelskade nog een stoomschip van de Maatschappij Neder land en de „Both" van de Kon. West-Indischen maildienst Gedurende den rijtoer werd nog Artis en het Aquarium bezichtigd. Daarna keerden de vorstelijke personen per trein van 4.40 naar het Loo terug. (Vad.) NEDERLAND. HELDER, 24 Juli. Sprekende over het beleid van den minis ter van Marine., waaromtrent de indrukken vol gens hem zeer treurig zijn, zelfs zonder dat men volkomen op de hoogte is van hetgeen er in den laatsten tijd geschied is en nog in gang is ten aanzien van den bouw der groote schepen voor onze zeemacht, deelt de H. kroniekschrijver van de „N. Gron. Ct." het volgende mede Dezer dagen te Amsterdam vertoevende, werden mij, uit zeer betrouwbare bron, deswege eenige mededeelingen gedaan, die mij de haren te berge deden rijzen. Gij herinnert u bijv., dat de minister van Marine in de Tweede Kamer de verwachting uitsprak, dat de nieuwe combinatie ter overneming van de fabriek van stoom- en andere werktuigen zou tot stand komen, waar door dan het werk voor de Marine binnen onze linie van defensie verzekerd zou zijn. Wat dunkt u er van als ik ti zeg, dat die onder handelingen werden gevoerd met de firma... Krupp te Essen! Ze zijn gelukkig afgestuit; want 't zou toch al te erg zijn geweest als wij bij den met den Duitschen Keizer zoo nauw geallieerden kanonnenkoning ter markt hadden moeten komen voor het bouwen van de schepen voor onze Marine, binnen onze linie van defen sie. Ik zal 't gevaar daarvan niet nader aan wijzen. Een goed verstaander... enz. Maar ook op dit oogenblik wordt nog, naar mij verzekerd meisjes, naaistertjes en strijksters, voelden eene lichte huivering. Hoe gelukkig moest die bruid zijn. Zooals de kleintjes luisteren naai de sprookjes van feeën en prinsen, zoo luis terden zij naar het vertellen van dien rijk dom. Rijkdom is voor hen geluk en zaligheid op aarde. Wie zag niet dikwijls zulke arme vrouwen en meisjes, die jaar in jaar uit hard moeten werken, uren lang geduldig op straat staan in storm en regen somtijds om een bruiloftsstoet of een feestoptocht te zien, om slechts van verre een blik te slaan in die wereld, die hun zoo tooverachtig schoon toe schijnt? Men moest heden lang wachten hoe voor namer het bruidspaar is, des te later komen zij in de kerk. Eindelijk naderde de bruidsstoeteen ein- delooze reeks equipages vol schitterend ge- kleede heeren en dames. De bruid onttrok zich zooveel mogelijk aan allerblikken men zag slechts een witte wolk, een schitterende diadeem van brillianten, een lange sleep van wit atlas. Maar de buitenstaanden bleven geduldig wachten. Misschien zou men bij het terugkeeren het gelaat der schoone bruid kunnen zien. Binnenin was het een prachtig schouwspel. Het bruidspaar werd door het voorname ge zelschap, dat het schip van de kerk vulde, even bewonderend aangekeken, als door de daarbuitenstaande mensclien. Men fluisterde elkaar de liefdeshistories van den bruidegom invan de bruid wist men niets te zeggen, zij had geen geschie werd, met een andere Duitsche fabriek onder handeld, met de Gute Hoffnungshtltte te Ober- hausen. Men voorziet echter, dat ook daar geen succes mee zal worden verkregen en de twee groote schepen zullen dus op de fabriek, die surséance van betaling heeft verkregen, worden afgewerkt. Want en dit is 't allernieuwste in den gang der zaak van het denkbeeld om den bouw op de Rijkswerf te doen plaats hebben, moet, om dc ontzaglijke bezwaren, daaraan uit een technisch en financieel oogpunt verbonden, die iedereen, behalve den minister van Maiine terstond waren opgevallen, zijn af gezien. Hoe liet nu verder zal gaan dat hooren we bij de volgende Mariuebegrooting we'. Het zal, zegt de correspondent, ten slotte maar een kwestie van geld zij 't ook veel weggeworpen geld blijken te zijn. De minister van Marine vroeg het oordeel der Algemeene Rekenkamer omtrent een door hem voorgenomen speciale regeling van de uit betaling van gelden uit 's Rijks kas, nog toe komende aan personen, behoorende tot de zee macht of het loodswezen, die na een noodlottig toeval in de uitoefening van hun dienst vermist, doch wier lijken niet gevonden waren. De minister wenschte de gelegenheid te openen 0111 tlie gelden aan de rechthebbende betrekkingen der vermisten uit te betalen, zonder dat het noodig zou zijn de bij het Burgerlijk Wet boek omschreven verklaring van vermoedelijk overlijden af te wachten. Het voornemen bestond, om de uitbetaling te doen geschieden, wanneer een vol jaar na het plaats gehad hebbende onge val was verloopen, en, "door het inwinnen van alle ter zake dienstige rapporten en inlichtingen, de dood van den vermiste als zeker mocht worden aangenomen. De Rekenkamer had tegen de voorgenomen regeling geen bezwaar, doch ter voorziening in liet gemis eener akte van overlijden, zou zij gaarne ontvangen een ministerieele verklaring, dat een vol jaar na het ongeval was verloopen, en volgens de ingekomen rapporten, uit de om standigheden en bijzonderheden, die zich hadden voorgedaan, met genoegzame zekerheid was af te leiden, dat de betrokken persoon was omge komen. Na de aanneming door de Eerste Kamer der Staten-Generaal van de wet tot bekrachtiging der spoorwegovereenkomsten, is als regeerings- commissaris hij de Nederlandsche Rijnspoorweg maatschappij opgetreden mr. J. Ph. van Bosse, administrateur der Generale Thesaurie. Het huldeblijk voor de graven Lodewijk en Hendrik van Nassau zal niet op de Mooker- heide worden geplaatst wat bezwaarlijk wordt geacht met het oog op het voortdurend onder houd, den invloed van het weder, mogelijke baldadigheid, gebrek aan toezicht, enz. maar in de Protestantsche kerk te Heumen. Men meldt thans aan de Parijsche „Temps", dat de Keizer aller Russen zich definitief bereid heeft verklaard als arbiter in het Fransch-Neder- landsch grensgeschil, betreffende Suriname en Fransch Guyana, op te treden. denis. Des te onbegrijpelijker was dus de keus van den bruidegom, die met zichtbaren trots en met van geluk stralende oogen zijne bruid naar liet altaar leidde. Zij liep met opgeheven hoofd, maar de oogen hield zij neergeslagen. Een stoet van bekoorlijke, met rozen versierde bruidsmeisjes volgde haar. De lentebloemen, die op den vloer waren uitgestrooid, verspreidden een bijna betooverende geur. De bisschop, die hen zou trouwen, ver scheen in zijn vol ornaat en begon in het latijn het huwelijksformulier voor te lezen. De wangen van den bruidegom werden donkerder gekleurdmen zag liet hem aan, dat deze plechtigheid hem ontroerde. Het hoofd van de bruid was gebogen onder den last van het geluk De geestelijke eindigde en het bruidspaar was, volgens de stellingen der Katholieke kerk, met onverbreekbare banden aan elkaar verhonden. In triumf voerde de jonge echt genoot zijne vrouw van het altaar de schit terende toekomst tegemoet, die hun wachtte. In de Sacristv ontving het jonge paar de gelukwensehen van de aanwezigen.. Moest Edwina, die zulk een eenvoudige, stille jeugd achter zich had, niet gelooven, dat zij in een sprookje verplaatst was Hooggeboren graven en baronnen, trotsclie geld-aristokraten, beroemde kunstenaars en schrijvers drongen om haar heen, om kaar hulde te brengen. Zij behoorde nu ook tot hen. (Wordt vervolgd.)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche en Nieuwedieper Courant | 1890 | | pagina 1