Waarschijnlijk" niet waar?
Maar zaagt gij haar ook, zooals ik, wanhopig,
schier krankzinning, opgezweept door de schrik
gestalten harer opgeruide fantasie of zich wente
lende en krimpende in het stot om af te schud
den en bevrijd te worden van die wroeging, die
haar offer niet doodt, maar den doodslag geeft
aan zijne zielsrust en martelt zonder verpoozing
hoordet gij dan ook die wanhoopskreten, die
smeekingen om nog goed te maken wat zij mis
deed, die bekentenissen van dood aan haar kind,
die rauwe kreten van wroegend naberouw?
Waarschijnlijk niet, lezer.
Zulke tooneelen aanschouwt de geneesheer.
Hier baat hem zijne medische routine en tact niet,
hier zijn ijdel de tooverbezweringen zijner recepten,
al verschuilt zich. de diagnose ook niet achter
duistere symptomen, hier komt 't er op aan meer
te zijn dan man van wetenschap en kundig arts,
hier moet hij zijn mensch, in wiens binnenste
gloort een sprank van dat goddelijk medelijden,
om in staat te zijn zulke smarten te lenigen en
ruste te schenken aan het verslagen gemoed, of
dreigende verlamming zijner geestkracht te voor
komen. Hier moet de geneesheer zijn uitdeeler
van zillke gaven, die hij ontvangen heeft of anders
naar wier bezit hij moet streven, om ze aan
anderen te bedienen als een goed uitdeeler der
gaven Gods.
Vindt gij deze schildering nu nog te overdreven
en de tint, die er over ligt, nog altijd te somber
Wijt zulks dan aan het feit, dat ik nog niet
grijs geworden ben in de praktijk, te vatbaar mis
schien ben voor indrukken of ook daaraan, dat
ik werkzaam was in die Indische maatschappij,
waar klimaat en andere invloeden belemmerend
schenen te werken op de trillingen der edelste
en teêrste snaren der moederziel en ik mij dage
lijks ergerde over de wanverhouding tusschen
moeder en kind en over de behandeling van
dat kind in de eerste levensjaren.
En in onze groote koopsteden Maar laat
ik op dien toon niet voortgaan. Niet de mis
bruiken die er bestaan tot bloedens toe te geese-
len, maar zij, die dwalen, den weg te wijzen tot
herstel, is de taak die ik mij heb opgelegd.
Bovenstaande regelen namen wij over uit het
boekje van den heer Lr. M. Jtutgers van der
Loeff: „De voeding in het eerste levensjaar,"
waarvan de vierde vermeerderde en verbeterde
druk thans is verschenen. Wij hebben dit uit
treksel gegeven om de aandacht te vestigen op
een werkje, dat zulks in hooge mate verdient.
Is het reeds zeldzaam, dat in ons klein landje,
waar het debiet meestal uiterst gering is, van
eenig werk een herdruk noodig is, het feit, dat
yan dit boekske linnen cónjaar iijds vier drukken
noodig waren, spreekt genoegzaam voor de dege
lijkheid daarvan. Na de hooggewaardeerde, gun
stige beoordeelingen van HH. Doctoren, o. a.
van den directeur van het kinderziekenhuis te
Rotterdam, om van anderen niet te spreken, achten
wij ons volkomen gerechtigd het boekje van den
heer van der Loeff warm aan te bevelen.
Bovendien heeft de schrijver zich, geheel be
langeloos, de niet gering te schatten moeite en
de groote kosten getroost, aan deze uitgaven ver
bonden. De opbrengst van dezen vierden druk
heeft hij, evenals van alle vorigen, bestemd voor
een liefdadig doel, nl. ten voordeele van kinder
bewaarplaatsen in ons land.
Èn om het goede doel èn om den uitmuntenden
inhoud, wenschen wij dit boekje in handen van
alle moeders, wie het heil hunner kinderen ter
harte gaat.
NEDERLAND.
HELDER, 2 Augustus.
H. M. de Koningin en het Prinsesje deden
jl. Woensdag een rijtoer door Voorst.
Woensdag 6 dezer zullen zij officieel een be
zoek brengen aan Arnhem.
Adelborsten der Kon. Ned. Marine en
cadetten der Kon. Academie zijn uitgenoodigd
bij de groote parade, op heden, ter gelegenheid
van den verjaardag van H. M. de Koningin,
tegenwoordig te zijn en zullen zich opstellen
rechts van de officieren van den staf.
De Commissaris des Konings in de pro
vincie Noordholland, jhr. mr. J. W. M. Schorer,
heeft zich voor drie weken naar liet buitenland
begeven. Gedurende zijne afwezigheid worden
de functien waargenomen door het lid van
Ged. Staten, den heer A. van Stralen.
Betreffende het congres voor Nijverheidshygiëne
en Reddingswezen, in September te Amsterdam te
houden, wordt ons medegedeeld, dat de besturen der
sectiën zich als volgt hebben geconstitueerd, en dat
zich voor het houden van voordrachten in de sectiën
de nader hieronder te noemen sprekers welwillend
hebben bereid verklaard.
Het comité van organisatie behoudt zich voor,
al naar omstandigheden, de indeeling der voordrach
ten, desgevorderd te wijzigen of aan te vullen.
lste sectie. Bureau de heeren J. F. W. Conrad,
Voorzitter. J. M. Elias en Jhr. O. von Pelser
Bercnsberg, Onder-voorzitters. A. A. Bekaar en
Mr. H. J. A. Mulder, Secretarissen.
Aangekondigde voordrachtenl)e heeren E. H.
Begeman „De middelen tot bevordering der veilig
heid in de metaalindustrie." A. Huetde schade
lijke invloed van overmatige hitte in de stookplaatsen
van stoombooten." P. H. ter Meulen „De mid
delen tot bevordering van de veiligheid bij den
aanleg en het gebruik van electrische geleidingen."
Jhr. O. von Pelser Berensberg„De veiligheids
middelen bij het mijnwezen in Nederland, vergeleken
met die in het buitenland." J. C. SpaklerJr. „De
middelen tot bevordering van de veiligheid bij de
uitvoering van bouwwerken." H. W. E. Struve „De
met het oog op de veiligheid en het welzijn van
den werkman meest noodige en gemakkelijk uit
voerbare verbeteringen, aan te brengen in de Neder-
landsche nijverheids-inrichtingen." F. W. Westerouën
van Meeteren „De middelen tot bevordering van
de veiligheid in de textiele nijverheid en bij de
machinale houtbewerking."
2de sectie. Bureau -. de heeren Prof. dr. G. van
Overbeek de Meyer, Voorzitter. Dr. M. J. Godefroi
en dr. D. dc liaan, Onder-voorzit!crs. Dr. C. C.
Delprat en dr. E. Wiutgens, Secretarissen.
Aangekondigde voordrachten de heeren dr. J.
C. van Dooremaal„De beveiliging van het oog
van den werkman in fabrieken cn werkplaatsen."
Prof. dr. J. W. Gunning: „Welke scheikundige
middelen bchooren te worden aangewend in fabrieken
en werkplaatsen?" Prof. dr. G. van Overbeek de
Meyer„Welke maatregelen behooren te worden
voorgeschreven ter beveiliging van het personeel in
fabrieken en werkplaatsen tegen de overbrenging van
smetstoffen Dr. W. P. Ruysch „Is de opening
van herstellingsoorden voor zieke of verzwakte werk
lieden wenschelijk, en hoe is dat doel het best te
bereiken Dr. E. Wintgens „Wat kan geschieden
tot verbetering van de woningen der werklieden
buiten de werkplaatsen?" E. Winckel„Over ver
giftiging door verduurzaamde levensmiddelen."
3de sectic. Bureau de heeren W. F. H. Cramer,
Voorzitter. Prof. dr. J. W. Gunning en Ij. Serrurier,
Onder-Voorzitters. Dr. A. K. W. Arntzcnius en C.
A. Elias, Secretarissen.
Aangekondigde voordrachten dc heeren A. de
Bruyne„Over reddingbooten, vuurpijltoesteljen,
vlotten, reddingcylinders, vliegers, gebruik van olie
en andere reddingsmiddelen ter zee." L. Dufour
„Een en ander over het seinwezen bij de Staats
spoorwegen." H. D. Guyot: „Inrichting van het
reddingswezen, kustwacht, stormsignalen, enz."'W.
P. M. Penders„Over de beperking van brand in
openbare gebouwen en redding bij brand." E. M.
Uraland „Over de schietsohijven uit een oogpunt
v-m veiligheid." G. E. J. L. van Zuylen „Mede-
deeliugen uit de congressen voor hygiëne en reddings-
wezeu te Parijs in 1889 en te Toulon in 1890
gehouden."
4de sectie. Bureaude heeren Dr. H. J. A.
M. Schaepman, Voorzitter. Mr. II. Goeman Bor-
gesius, Mr. F. W. J. G. Snijder van Wissenkerke,
Onder-Voorzitters. Mr. R. J. II. Patijn, G. D.
Nellensteijli, Secretarissen.
Aangekondigde voordrachten de heeren Mr.
Th. L. M. II. Borret, „Over de Zondagsrust." H.
Gerlings, „Over volks-, school- en fabrieksbaden."
M. HenriquezPimentel, „Over arbeidersverzekering."
J. Menno Huizinga, Arts, „De geneeskundige ver
zorging van den werkman." J. N. Kooy, „Over de
wetgeving betreffende het Stoomwezen". Mr. F. W.
J. G. Snijder van Wissenkerke, „Vergelijkend over
zicht van verschillende wetgevingen betreffende den
arbeid van jeugdige personen en van vrouwen."
Voor de algemeene vergadering hebben zich reeds
bereid verklaard te spreken, op den eersten dag van
het Congresde Eere-voorzitter Jhr. Mr. G. M. L.
H. Ruijs van Beerenbroek en de Voorzitter Mr. J.
Heemskerk Az. tot opening der werkzaamheden.
Voor de volgende dagen de heeren Dr. H. J. A.
M. Schaepman en Dr. J. Th. Mouton.
De opening van het Congres zal plaats hebben
op den Isten September a. s. in het Paleis voor
Volksvlijt.
Verder kan medegedeeld worden, dat zich te Am
sterdam een Comité voor de ontvangst van Congres
leden heeft gevormd, bestaande uit de heeren C.
Dijserinck, Wethouder, Voorzitter. C. A. A. Dudok
de Wit, Secretaris. N. Wafelbakker, J. M. Elias, en
dat tijdens het Congres de volgende feestelijkheden
zullen plaats hebben.
(Alles toegankelijk op vertoon van de Congres-
kaart.) Maandag 1 Sept. Prinsessedag, kinder- en
Volksfeest op de terreinen achter het Rijksmuseum.
's Avonds, muziek en vuurwerk op den Amstel,
Venetiaansche nacht, aangeboden door acht Zeil- en
Roeivereenigingen te Amsterdam, waarbij aan de
leden van het Congres welwillend toegang wordt
verleend tot de Clublocalen van de Zeil- en Roei
vereenigingen „de Hoop" en „dc Amstel."
Dinsdag 2 Sept., 's avonds 8£ uur, receptie van
de congresleden ten Raadhuize door het gemeente
bestuur.
Woensdag 3 Sept., Muziekuitvoering op eene nader
te bepalen plaats.
Donderdag 4 Sept., 's namiddags 6 uur, gemcen-
schappelijken maaltijd, ten huize van den Heer
Couturier, Keizersgracht.
's Avonds, tot sluiting van het Congres, concert
en verlichting van de Tentoonstelling en den tuin
van het Palcis voor Volksvlijt.
Gedurende het Congres zal er gelegenheid zijn
tot bezichtiging, onder geleide, vanhet abattoir,
de werken van het Merwedekanaal bij Zeeburg, de
gasfabriek aan den Haarlemmerweg, de stadsbelt en
het pompstation van het Liernurstelsel, de Amster-
damsclie brandweer.
De besturen der volgende sociëteiten en Vereeni-
gingen hebben gedurende de dagen van het Con
gres hunne localiteiten welwillend voor de Congres
leden opengesteld de tentoonstelling tot bevorde
ring van veiligheid en gezondheid in fabrieken en
werkplaatsen de Maatschappij „Arti et Amieitice"
het Genootschap „Doctrina et Amicitia" het „Lees
museum" het college „Zeeraanshoop" terwijl de
"heer 'Krasnapolsky, gedurende de Congresdagen, de
Witte Zaal 's avonds van 8 tot 1 uur ter beschik
king stelt.
Door verschillende spoorwegmaatschappijen zijn
welwillend gunstige bepalingen voor de leden ge
maakt.
De Contributie der leden van het Congres be
draagt f6.Zij, die lid van het Congres wen
schen te worden of inlichtingen verlangen, kunnèn
zich aanmelden bij den heer J. D. Landré, Pen
ningmeester, Spuistraat No. 68, te Amsterdam.
Binnenlandsch nieuws.
Bergen. Jl. Zondag is alhier eene hard
draverij gehouden. De prijs werd behaald door
het paard van den heer Jb. Half, te Alkmaar,
de iste premie door dat van den heer H. Hart,
en de 2 de premie door dat van den heer W.
van Twuijver, beiden te Bergen.
Grootebroek. Tot regent van het Prot.
Weeshuis alhier is door stemgerechtigden te
Lutjebroek de heer W. Bronkhorst gekozen.
Krommenie. Het plotseling bedanken van
onzen burgemeester wordt door velen betreurd.
Voor ongeveer zes jaar werd Z. E. A. door
Z. M. den Koning benoemd. Met nieuwsgierig
heid werd de man begroet en al spoedig gaf
Z. E. A. blijken van vasten wil en strenge op
vatting.
Als gepensionneerd majoor van het Indische
leger toonde hij eene zelfstandigheid en werk
kracht, waarover velen een woordje te zeggen
hadden, niet gewoon aan zulk flink optreden
van een hoofd dezer gemeente.
Hij toor.de in vele opzichten, als in de orga
nisatie der brandweer, bij den aanleg der water
leiding, op het gebied van onderwijs, bij heer-
schende ziekten, bij onvermogen in het betalen
der belastingen, in het strijden tegen onrecht
matige handelingen, bij het verzamelen van het
gemeente archief, bij het reinigen en herstellen
van publieke wegen, het dempen van onreine
slooten, enz. enz., een man te zijn, die niemand
ontzag, en verwierf daardoor veler achting.
Dat zulke handelingen in eene kleine gemeente,
waar ieder gaarne meespreekt, te eeniger tijd tot
botsingen aanleiding moesten geven, dit was te
voorzien.
Hij, de man, die jarenlang in Indie gewoond
had en daar tot een hoogen rang was opge
klommen, moest dikwijls strijden tegen de mee
ningen van personen van weinig ondervinding,
bekrompen van gedachten en daarbij eene zekere
vreesachtigheid toonende, veeltijds door eigen
belang gekweekt, en die personen en zaken niet
van elkander durfden onderscheiden.
Van der Steen van Ommeren zal bij velen
een goeden indruk achterlaten. Moeielijk zal
het zijn hem een opvolger te geven, en jammer,
als hier de oude sleur van zaken, zoo nadeelig
voor den vooruitgang van eene plaats, weder
ingevoerd werd.
Het ;s voor eene gemeente van groot belang
wie haar hoofd is.
Amsterdam. In tegenstelling met het be
richt, in een hier verschijnend dagblad opgenomen,
dat de Koninklijke Fabriek van Stoom- en andere
Werktuigen zou zijn aangekocht door een firma
te Utrecht, kunnen wij mededeelen, dat de fabriek
niet is verkocht en dat zelfs omtrent het lot
dezer inrichting op het oogenblik nog niets valt
te zeggen. Het werk wordt geregeld voort
gezet.
Scheveningen. De vrees, dat door de
spui-kwestie in het algemeen en vooral door
het besluit om tot zomerspuiing over te gaan,
de badplaats door de vreemdelingen gemeden
zou worden, is gelukkig niet bewaarheid. Wel
wijst tot nog toe het aantal baden een nadeelig
verschil aan met dat van vorige jaren, maar
het zou dwaas zijn dat minder gebruik aan
het spuien toe te schrijven; het gure weder kan
daar alleen de oorzaak van zijn. Zoodra in de
laatste dagen de temperatuur van de lucht en
het zeewater eenigszins ging stijgen, werden 600
tot 800 baden per dag genomen.
De hotels zijn alle goed bezet; de groote ho
tels hebben zelfs geen kamers meer disponibel.
Het aanstaand bezoek van den groothertog
van Saksen Weimar en zijn dochter moet
thans als een feit van groote beteekenis worden
aangemerkt; deze vorstelijke personen schijnen
niettegenstaande het spuien toch wel hier te
willen verblijven.
Marine en Leger.
Zr. Ms. instructiebrik „Pollux" kwam jl. Don
derdag middag te Arasterdam aan uit de Zuiderzee,
ten einde van commandant te verwisselen. De luit.
ter zee lste kl. R. G. A. L. Jansen van Afterden,
bestemd voor Oost-Indië, is eervol ontheven van
het bevel daarover, terwijl de luit. ter zee lste kl.
II. G. J. Wolterbeek als command. officier dier
brik den verderen oefeningstocht met de jongens
van Zr. Ms. opleidingsschip „Admiraal van Was
senaar" zal voortzetten.
Zr. Ms. instructiekorvet „Nautilus", comm. kapt.-
luit. ter zee II. G. Hildebrandt, die den 26 Juli jl.
van Leith is vertrokken, wordt den 8 dezer ter
reede van Hellevoetsluis verwacht.
De luit. ter zee lste kl. W. Röraer, die afgetre
den is als commandant van den torpedodienst te
Hellevoetsluis, wordt in het laatst van dit jaar
geplaatst aan boord van de pautserdekkorvet „Su-
matra" als lste ^officier. Deze bodem is bestemd
voor den dienst in Oost-Indic.
De machinist 2de kl. J. van Rees, thans op
non-activiteit, is met ingang van 15 dezer geplaatst
bij den Marine-torpedodienst te Hellevoetsluis.
In de militaire afdeeling van het Berlijnsche Con
gres van geneeskundigen zal volgens de „Nordd.
Alg Ztg." Nederland vertegenwoordigd zijn door
de heeren H. F. A. Giesberts en II. Zwaardemaker,
officieren van gezondheid bij het Nederlandsche leger.
Departement van Marine in Oost-Indië.
Benoemdbij de Gouv.-marine tot 2dcn stuurman,
de 3de stuurman II. N. Blatt en overgeplaatst van
het stoomschip „Ternate" op id. „Gier" bij het
Loodswezen te Soerabajatot loods 3de kl., de
hulploods H. van Groningen.
Overgeplaatstuit de rolle van „Pontianak" in
die van „Benkoelen" als oudste officier, de luit.
ter zee 2de kl. H. T. Hovenuit de rolle van
„Benkoelen" in die van „Pontianak" als oudste
off. de luit. ter zee 2de kl. M. W. L. Olivieruit
de rolle van „Soerabaja" in die van „Padaug", de
luit. ter zee 2de kl. L. H. G. Kroluit de rolle
van „Prins Hendrik der Nederlanden" in die van
„Bali", ten einde gedetacheerd te worden aan boord
van het stoomjacht „Koerier", de adelb. lste kl.
H. J. Boldingh en M. Schoouit de rolle van
„Atjeh" in die van „Prins Hendrik der Neder
landen", de adelb. lste kl. J. Hofstede en K.
van Andel.
Onderwijs en Examens.
Vlieland. Te Amsterdam is bij het exa
men voor hoofdonderwijzer ook geslaagd de heer
S. Boon, onderwijzer alhier.
Landbouw en Veeteelt.
Evenals vorige jaren wenscht de „Vereeniging
tot ontwikkeling van den landbouw in Hollands
Noorderkwartier" ederom eene commissie naar
Engeland af te vaardigen, tot den aankoop van
een aantal volbloed Lincolns ramlammeren.
De zeer gunstige uitkomsten, vooral in dit
voorjaar verkregendoen de Vereeniging wenschen,
dat zoo ruim mogelijk gebruik zal worden ge
maakt van de gelegenheid, om in het bezit te
komen van uitstekende fokrammen.
De dieren worden op de volgende voorwaarden
aangeboden
1. De prijs, die in het afgeloopen jaar f 105
was, zal dit bedrag niet te boven gaan en zoo
mogelijk lager zijn.
2. De rammen worden te Amsterdam aange
voerd en aldaar op een nader te bepalen dag
verloot.
3. Elke ram ontvangt een nummer en de be
stellers of hunne gemachtigden zijn gehouden het
op hun lot gevallen nummer te accepteeren en
te betalen.
4. Na afloop der verloting zijn de dieren voor
rekening en risico der nieuwe eigenaars.
Het bestuur houdt het recht aan zich, bij geen
genoegzame deelneming, de aankoop niet te doen
doorgaan. Eventueele bestellingen worden vóór
16 Augustus e. k. aangenomen door den Secre
taris der Vereeniging, den heer W. Teengs, te
Wieringerwaard, bij wien desverlangd nog nadere
inlichtingen te bekomen zijn.
De te Haarlem gevestigde afdeeling van
de Hollandsche Maatschappij van Landbouw
heeft een keuring gehouden van veulens, af
komstig van den in 1889 bekroonden dekhengst
„Agamemnon", van den heer A. A. van den
Berg. Daarbij zijn de (belooningen toegekend
als volgt: H. Schoo,Haarlemmermeer, isteprijs;
A. J. G. Timmermans, idem, 2de prijs; Johan
De Clercq, Houtrijk en Polanen, 3de prijs. Er
waren 16 veulens aanwezig, van 46 maanden
oud.
Kerknieuws.
PREDIKBEURTEN.
Herv. gemeente te Texel.
Zondag 3 Augustus, voorm. 9.30 te Burg ds.
Gemser, van Broek op Langedijk. (Avondmaal.)
Oudeschild nam. 1.30 ds. Gemser, van Broek
op Langedijk.
Doopsgez. gemeente te Texel.
Zondag 3 Augustus voorm. 10 uur ds. Kuipers.
Herv. kerk te Noordzijpe:
Zondag 3 Augustus, vm. 9.30, Schagerbrug,
ds. van Kluijve.
Herv. kerk te Zuidzijpe
Zondag 3 Augustus, n.m. 1.30, Burgerbrug,
ds. van Kluijve.
Doopsgezinde Gemeente te Zuidzijpe
Zondag 3 Augustus, vm. 9.30, Oudesluis, ds.
van Calcar.
Herv. kerk te St. Maarten
Zondag 3 Augustus, vm. 9 uur St. Maarten,
ds. Mtihring.
Herv. kerk te Eenigenburg
Zondag 3 Augustus, n.m. 1,30, ds. Zegers,
pred. te Koedijk.
Noord- en Zuidzijpe.
3 Aug., ds. v. Kluyve, Schagerbrug vm., Bur
gerbrug nam.
10 Aug., ds. Fetter, Schagerbrug nam., Bur
gerbrug voorm.
Huisduinen.
10 Aug., ds. Hobus, voorin.
Wieringen.
3 Aug., ds. Pareau, Hipp. voorm., de Oev. nam.
10 Aug., ds. Bomraezijn, Oostl. voorm.. Hipp.
nam.
Uit onze Koloniën.
Van den civielen en militairen gouverneur
van Atjeh en Onderhoorigheden is het volgend
25 Juni jl. te Penang aangeboden telegram ont
vangen
„Een-en-twintig. Brigade met landingsdivisie,
vijand 'verdreven uit zeer sterke stelling Padawa
pontong Niberg toealan en Matadier. Bood
weinig tegenstand; liet weinig dooden achter.
Matadier zou bij hardnekkigen tegenstand veel
offers hebben gekost. Gezondheid en geest
troepen gunstig. Wij gesneuveld Amboineesch
fuselier Talajane 16632, lichtgewond Europeesch
sergeant Oldendorp rÓ9o8. Amboineesche fuseliers
Sombow 22836, Manoeroe 10931.
Op Flores, waar de tegenstand hardnekkig is,
bleek versteiking noodig. Den 24sten Juni jl.
zijn van Semarang geëmbarkeerdde majoor der
inf. Collard, de kapiteins der inf. Philips en
Cramer, de iste luit. der inf. van Geuns, Broek
hof? en Westerbeek, de 2de luit. der inf. van
der Wal, de iste luit. der art. Hemmes, de adj.-
onderoffic.-kwartierm. Gereke, 11 önderofficieren
der inf., 2 onderoff. der artill., 2 korporaals der
artill., 37 Europeesche en 49 Inlandsche fuseliers
10 Europeesche en 12 Inlandsche artilleristen,
4 hospitaalsoldaten en 150. dwangarbeiders.
Zr. Ms. „Flores", thans te Soerabaja, zal bin
nenkort naar Batavia vertrekken, ten einde van
daar langs den kortsten weg naar Atjeh te gaan,
tot het deel uitmaken van het blokkade-eskader
aldaar. Dit eskader neemt onze geheele Indische
zeemacht in beslagzijn wij wel ingelicht, dan
zijn er op dit oogenblik nog maar drie zeeschepen
van eenig aanbelaug in de andere deelen van
onzen archipel zeilende, stoomende of voor anker
liggende. (Javabode.)
Omtrent de laatste gebeurtenissen te Edi ver
neemt men nog, dat het 6de bataljon naar Bagoh
en Oeleh-Gadja op marsch ging, voornamelijk
met het doel om T. Oesoef, het hoofd van laatst
genoemd Staatje, te tuchtigen. Zeer te betreuren
is het echter, dat de tocht niet zoo goed afliep
als gehoopt werd niet wat het succes op militair
gebied betreft want de Atjehers zijn zelfs uit
een zeer sterke benting gevlucht, alleen tenge
volge van het artillerievuur, zonder den aanval
onzer infanterie af te wachten maar tengevolge
van een ongesteldheid (buikloop), die onderden
troep uitbrak en waarvan gebrek aan drinkwater
en dientengevolge het gebruiken van onzuiver
water als de oorzaak moet beschouwd worden.
Reeds waren de troepen tot dicht bij de Kedei
van Oeleh-Gadja, toen die ongesteldheid zoo
toenam, dat een 70 tal manschappen er aan leed
en onder die omstandigheden besloot majoor
Halewijn terug te keeren. In het bivouakterug-