HELDERSCHE-
NIEUWEDIEPER COURANT.
Jaargang 48.
M. 96. Zondag 10 Augustus 1890.
Nieuwsblad voor Hollands Noorderkwartier.
J. H. VAN BALEN.
BEKENDMAKING.
Vergadering van den Raad
BEKENDMAKING.
Brieven uit de Oost.
„En deiespereert nimmer!'
Jan Pietertz. Coen.
Het Vnderlandt ghetrouwo
Blijf ick tot in den doot.
Wilhelmuslied.
Verschijnt Dinsdag, Donderdag en Zaterdag.
Abonnementsprijs per kwartaalf 0.70, franco per post f 0.90.
Het Zondagsblad, beboorende bij deze Conrant, verschijnt eiken Zaterdagavond.
Abonnementsprijs per 3 maandenf 0.75.
Voor de abonnéa dezer Conrant in de gemeentef 0.30.
buiten de 0.35.
REDACTEUR-UITGEVER
Molenplein 162/163.
Prijs der Advertentiën: Van 15 regels 30 cent, elke regel meer 6 cent. BJ|
abonnement, naar gelang van de hoeveelheid regels, aanmerkelijk lager.
Voor liefdadige doeleinden 3 cent per regel
Dienstaanbiedingen voor den werkenden stand3,
Mededeelingen en aanbevelingen10
der gemeente Helder,
op DINSDAG den 12 AUGUSTUS 1890,
des avonds ten zeven ure.
Helder, den 8 Augustus 1890.
De Burgemeester,
C, A. BEUKENKAMP.
Onderwerp ter behandeling:
1. Aanbieding rekening en verantwoording 1889.
2. Adres van den heer Mr. J. van Kuijk,
ontslag lid Schoolcommissie.
3. Adres van den heer H. A. Stadermann, ontslag
lid Armbestuur.
4. Adres van den heer D. Corporaal, ontslag
onderwijzer.
5. Voordracht zetters.
6. Adres onderwijzers, regeling tractementen.
7. Bezwaarschriften hoofdelijken omslag.
8. Voorstel huur van weiland gemeentereiuigiug.
9. Mededeeling ingekomen stukken.
Gemeente Helder.
Uitkomsten der beproeving van bet gas voor
de straatverlichting in de maand
Juli 1890.
Bij het
contract
bepaald.
Bij de beproeving
bevonden.
Lichtsterkte in knarsen
13
14.5
Zwnvelgehalte in 100
kub. voet gas, in grains
30
mag niet
10.6
Zwavelwaterstof
aanwezig
zijn.
niet aanwezig.
Ammoniagehalte in 100
kub. voetgas, in graius
6
3.8
Druk iu millimeters op
den watermanometer.
Van zonsondergang tot
middernacht.
25
35 tot 20
Vnn middernacht tot zons
opgang
18
20 tot 18
Gedurende den overigen
tijd des daags
15
18 tot 15
V.
Padang, 3 Juli 1890.
Waarde Heer!
Onlangs had ik een benauwden droom.
Iemand kwam mij vragen, of ik het huwelijk
van zijne dochter kerkelijk wilde inzegenen.
Feuilleton van de Heldersche- en Nieuwedieper Courant.
22) EEN TROETELKIND VAN HET GELUK.
Roman van F. VON KAPFF ESSENTHER.
Een koude rilling doorliep haar, toen
Alexie op haar toetrad.
//Lieve mevrouw von West, willen wij niet
een beetje praten vroeg zij, „over een
onderwerp, dat u zeker na aan het hart ligt,
uw geluk.'"
„Dat is geen gemakkelijk onderwerp,"
zeide Edwina afwerend. Maar Alexie nam
toch naast haar op den divan plaats.
//Hoe kan toch iemand ter wereld dit
meisje schoon vinden dacht zij, terwijl
zij haar nauwkeurig opnam. //Hare groen
achtige oogen zijn geen nimfenoogen, maar
veeleer die van een kat."
//Gij ziet er zoo ernstig uit, //jonge vrouw"",
zeide Alexie lachend, //terwijl uw echtgenoot
straalt van gelukMisschien ligt het
niet in uw karakter dat uwe oogen de spie
gels uwer ziel zijn
//Zoo," dacht Edwina, //zij wil zich over
tuigen of Siegmund niet huichelt," en bij die
gedachte kwam al haar trotsch boven. Neen,
zij ten minste zou baar niet de eerste triumf
bereiden.
wZeker," zeide zij, //ik ben even gelukkig
Ik antwoordde, dat zulk een verzoek mij altijd
recht aangenaam was, om de behoefte aan den
godsdienst in het leven, die zich daarin uitsprak.
De man uit mijn droom lachte mij evenwel,
toen ik dat gezegd had, in mijn gezicht uit.
„Dat is nog zoo'n Hollandsch idéé," voegde
hij mij toe, „maar hier in Indie weten wij niets
„af van die behoefte aanhoe noemdet gij
„het ook weêr? O, ja! aan den godsdienst in
„het leven. Weet gij, waaraan wij hier behoefte
„hebben? Aan en hij zette daarbij een ver
vaarlijk grooten mond op, en wees met zijne lange
vingers in die richting „aan hap, hap, en
„hoe meer happen wij nu maar krijgen kunnen,
„des te liever is het ons. Daarvoor werken wij.
„Met de rest bemoeien wij ons niet."
Ik werd al wat kregel, en antwoordde hem,
dat ik dan het verzoek niet begreep, waarmede
hij tot mij gekomen was, maar wat zag hij mij
toen medelijdend aan en nog hoor ik hem zeggen
„Dat is toch nog al eenvoudigHet bruidskleed
„mijner dochter kost mij zooveel geld, dat ik er
„nu ook bepaald op gesteld ben, dat het door
„zoovelen als maar mogelijk is kan worden
„bewonderd."
„Afschuwelijkwas het eenige, wat ik kon
antwoorden, want de man kwam al dichter en
dichter bij mij, legde mij de hand vertrouwelijk
op den schouder, en zeide mij, dat hij mij dat
woord volstrekt niet kwalijk nam. Ik was nog
te kort in Indie, om daarvoor toerekenbaar te
worden gesteld. Het zou evenwel zoo heel lang
niet meer duren, of ook ik zou zijne levensbe
schouwing de eenig ware noemen, en met ver
heffing van stem vervolgde hij„Men wordt in
„Indie op den duur onverschillig voor alles;
„onverschillig ook voor de hechtste familiebanden.
„Dat zit 'm in de lucht! Kinderen zijn daarbij
„een veel te duur artikel, om op hun bezit prijs
„te stellen. Ze houden je de happen maar uit
„den mond."
„Ellendeling gilde ik^ujt, en was vvakker.
Gelukkig brak de morgenschemering door.
Na zulk een droom, die mij alle geloof en liefde
dreigde te ontnemen, had ik toch niet meer kunnen
rusten. Ik kleedde mij aanstonds en ging den
weg op. De frissche berglucht, die ik inademde,
deed mij werkelijk goed, en toen ik op mijne
wandeling van achter de bergen meer en meer
de zon in al haar heerlijkheid zag te voorschijn
komen, brak ook in mijn binnenste een licht
straal door.
Toch wou het met 't werk, dat ik dien mor
gen te doen had, niet vlotten. Telkens kwam
die droom mij voor den geest, en ik kon mij
niet losmaken van deze zoo ontmoedigende ge
dachte ah nu inderdaad hier de menschen onver
schillig sijn voor alles, tcat doe ik dan hier
Daar kwam in een vliegende vaart een rijtuig
het erf op. De koetsier had voor mij een briefje,
en op het omslag las ik het woordjeSpoed
Het briefje was van den navolgenden inhoud
„Ons jongste kindje is ernstig ongesteld.
„Wij vreezen zeer, dat wij het zullen ver
biezen. Het is nog ongedoopt. Doe ons
„het genoegen, van zoo spoedig mogelijk
„die handeling aan onzen lieveling te vol
trekken. Het rijtuig zal op U wachten."
Onverwijld stapte ik in, om weldra te staan
voor eene zielsbedroefde moeder met haar zoo
als hij, al ziet men het nu ook niet terstond
aan mij.
„O, wat is liet mij een troost, dat te lioo-
renriep Alexie, schijnbaar bewogen uit.
//Gij weet dat ik verloofd ben Nu, liet is eene
verloving zonder liefde. Mama wenschte
het zoo gaarne, (liet goede menscli had niets
te zeggen) maar ik boud volstrekt niets van
mijn aanstaandedoch dat kan nog wel
komen, niet waar Gij hebt immers eens ook
niet van uw man gehouden Gij waart im
mers bereid hem mij af te staan Ik heb het
uit uw eigen mond."
Nu kwam Alexie's bedoeling eerst duidelijk
aan bet licht.
//Zeker," zeide Edwina, //bet is gemakke
lijk iemand te leeren beminnen, als men
later ziet dat men onrecht beeft gehad liet
niet te doen. In liet begin heb ik niets van
mijn man gehouden. Sinds lang echter heb
ik alles goed gemaakt. En tegenwoordig
heb ik hem des te inniger lief."
z/Acli, hoe heerlijk is datriep Alexie
uit, //waarlijk een kleine liefdesroman."
Maar Edwina zag zeer goed dat zij zenuw
achtig sidderde en dat haar vroolijke stem,
haar lachen gedwongen was.
In Edwina ontwaakte nu eerst de trots
op hét bezit van haar man. Die veelgeliefde
man beminde haar, was haar man. Hare
mededingster kon niets uitrichten. En Edwina
liet nu zelfs alle beleefdheidsvormen varen
zij achtte het niet noodig het masker, door
zieke kind op den schoot. In heilige ontroering
doopte ik en bad. Den volgenden morgen vroeg
ging ik eens kijken. Het kindje was eenige uren
geleden gestorven; de moeder geheel buiten
kennis. De doctor achtte het den daarop vol
genden dag geraden, dat de moeder voor een
tijd naar „boven" (de Padangsche bovenlanden)
ging, om in wat koeler lucht tot meerdere kalmte
te komen. Aldus geschiedde 't, en toen ik een
veertiental dagen later ook „boven" was, wilde
het toeval, dat ik op eene wandeling de moeder
ontmoette, leunende op den arm eener vriendin.
Ik sprak haar aan, maar bemerkte al heel spoedig,
dat de meerdere kalmte, die gezocht werd, nog
niet verkregen was.
'l'oen vooral drong zich de overtuiging bij mij
op, 'dat wat ik gedroomd had niets meer was
dan een droom
I'ii wat dunkt U in deze van een tooneeltje
als dit, dat ik op mijn jongste dienstreis beleven
mocht, en tot de beschrijving waarvan ik wel
over een vaardiger pen zou willen beschikken
dan welke mij ten dienste staat?
Stel U voor de middengalerij van eene Indische
woning en plaats daarin een echtpaar, omringd
door hunne zes kinderen en door eenige vrienden
des huizes! Weet daarbij dit, dat die kinderen
nog ongedoopt waren gebleven en dat het oogen
blik gekomen was, waarop dat ontbrekende zou
worden aangevuldZie dan die kinderen met
uitzondering van het jongste, dat rustte in de
armen zijner moeder, allen nevens elkander ge
knield, om het doopwater te ontvangen Hoor
dan de plechtige gelofte der ouders, dat zij in
het vertrouwen, dat God hen helpen zou, alles
wat in hun vermogen was, zouden aanwenden,
om hunne kinderen gelukkig te maken
Kunt gij u niet voorstellen, dat in verband
met mijnen droom ik me nog altijd met inge
nomenheid dat tooneeltje voor den geest roep
Kunt gij u niet voorstellen, dat de stem des
gelcftfsZaaier, zaai in Gods naam voortna
de beschreven ervaringen wat meerAveerklank
bij mij vindt?
Neen de Europeanen worden in Indie niet
altijd zulke nietsdragende egoïsten als de man
uit mijn droom mij wilde wijsmaken. Ze gunnen
een ander ook nog wel een paar happen. Na
al de hartelijkheid, die ik op mijne dienstreis,
waaraan ik reeds tot twee malen in dezen brief
dacht, van dikwijls mij geheel onbekende men
schen ondervond, zou het al heel ondankbaar
zijn, wanneer ik dat niet openlijk vermeldde
Wat heb ik door die hartelijkheid veel genoten
en veel gezien
Zoo kwam ik ergens, waar twee dageu later
een Inlandsch feest zou gevierd worden. Ik moest
den volgenden dag verder, maar liet mij over
halen, 0111 terug te komen en dat feest bij te
wonen.
Het had plaats naar aanleiding van het einde
van de „poewasa" (vasten). Zooals velen zullen
weten is de Mohammedaan, welks godsdienst
hier bijna uitsluitend door deze Inlanders beleden
wordt, verplicht, gedurende de maand Ramadhan
de maand, waarin Mohammed zijne eerste
openbaring zou ontvangen hebben te vasten.
Dat vasten moet geschieden van den vroegsten
morgenstond (nl. van het oogenblik af, dat men
in de ochtendschemering een witten van een
de wellevendheid opgelegd, langer voor te
houden.
//Geef u tocli geen moeite om aan de
waarheid te twijfelen zeide zij. //Mijn man
bemint mij innig en ik hem."
//Aan het laatste lieb ik nimmer getwijfeld,"
siste Alexie baar giftig toe. //Vrouwen van
uwe soort en van uwe beginselen beminnen
altijd hunnen man, volgens plicht en geweten.
Dat is zooals liet behoort, dat is deugdzaam,
ook dan, wanneer de man de in dit geval
onbegrijpelijke moeite doet zijne vrouw te
koopen. Als hij b. v. zijn aanstaanden schoonva
der redt van een bankroet door de dochter van
dien zelfden waardigen schoonvader aan den
speeltafel van liem te winnen. Maar dat
beteekent niets in weerwil van dat alles
kan zoo'n huwelijk een modelhuwelijk zijn."
Edwina was bij deze woorden opgespron
gen, alsof zij door een adder gebeten werd.
//Gewonnendacht zij, terwijl het haar
door de ziel sneed.
„Gij praat onzin", zeide zij, doch hare
woorden klonken nu niet meer zoo zeker als
daar straks. Een stortvloed van hooze ge
dachten drong hare ziel binnen. Als het
eens waar was, wat dit schepsel zeide. En
plotseling werd een ontzettend licht geworpen
op dat punt, dat haar altijd duister was ge
weest: de verhouding tusschen haar vader
en Siegmund, en met elke seconde groeide
haar geloof aan hetgeen Alexie daar gezegd had.
«Ik praat geen zottepraat," zeide Alexie,
zwarten draad kan onderscheiden) tot aan zons
ondergang. Men heeft zich te onthouden niet
alleen van spijs en drank, maar zelfs van het
brengen van iets in het lichaam wat ook, terwijl
het tevens verboden is, zich het vasten door
braking of aderlating gemakkelijker te maken.
Geen enkele zinnelijke handeling is dan geoor
loofd. Ook het slikken niet Zijn nu de
Mohammedanen gewoon, gedurende de genoemde
maand een gedeelte van den nacht met elkander,
zooveel hunne middelen zulks toelaten, in over
daad door te brengen, hunne dagtaak is waarlijk
niet gering te achten, en te begrijpen is het, dat
met groot verlangen naar het einde van dien
tijd van onthouding uitgezien wordt. Zoodra dan
ook de nieuwe maan van de op Ramadhan volgende
maand zich aan den hemel vertoont, met welk
oogenblik dat einde gekomen is, worden vreugde
schoten gelost en de erven der inlanders feestelijk
verlicht. Den volgenden morgen stroomen zij
naar hunne moskeeCn, waar een voor die gele
genheid toepasselijke preek gehouden wordt. Ieder
draagt dan zijn beste kleederen. Vreugde is op
aller gelaat te lezen. Telkens als vrienden elkan
der ontmoeten wenschen zij elkaar geluk en
omhelzen elkander. De onderlinge bezoeken be
ginnen daarna, waarbij de met eten en drinken
geledene schade ruimschoots wordt ingehaald,
terwijl de armen zich te goed doen aan hetgeen
van de tafels der rijken overschiet. Maar daar
mede vergenoegt men zich niet. Op verscheidene
plaatsen van Sumatra's Westkust althans worden
nog voor een gemeenschappelijk feest gelden inge
zameld en zulk eer. feest nu heb ik bijgewoond.
Inlandsche hoofden, gevolgd door hunne onder-
hoorigen (vrouwen zoowel als mannen, jongen
zoowel als ouden) kwamen eerst hunne opwach
ting maken bij den eerstaanwezende van het
Nederlandsch bestuur, ten wiens huize ik ver
toefde. Die woning was weldra geheel gevuld,
zoodat de meesten zich met eene staanplaats daar
buiten moesten vergenoegen. Maar aan dezen
wijdde ik de meeste aandacht. Ik kon me niet
verzadigen aan de aanschouwing van die bonte,
veelkleurige kleeding. Het was een schilderachtig
tooneel, waarbij ik telkens aan eene studenten-
markerade dachten wat een aardig groepje
vormden de schoolkinderen, ieder met een vlag
getje in de handOp een en ander lettende
zag ik, hoe vlak voor de woning, waar ik was,
ruim baan gemaakt werd. Inlandsche muziek,
om welke te genieten men een Inlander zijn moet,
werd weldra gehoord, en in de vrij gemaakte
ruimte verschenen telkens een paar Inlanders, die
eerst handen en voeten in allerlei onmogelijke
bochten wisten te wringen, en daarna met eene
sabel elkander kwansuis gingen bevechten. Ik
geloof gaarne, dat het heel kunstig was, maar
vond dat het minst indrukwekkende van het
programma. Dan boeide mij meer wat ik een
paar uren later aanschouwde op het eigenlijke
feestterrein, waar voor eene hardrijderij eene
cirkelvormige baan van duizend meters was in
gereedheid gebracht. Telkens tegelijk vierpaarden,
bereden door keurig uitgedoste jockeys, traden
in het strijdperk. Wat vlogen die beestenGeen
paard was er, dat niet binnen de anderhalve
minuut de baan had afgerend Van de zijde der
bevolking ontbrak het dan ook niet aan luide
kreten van ingenomenheid met het schouwspel
lionend en koud//ik ben goed onderricht
en men kent de roman uwer liefde. Ik
weet het van mijn neef Steinburg, en deze
weet het van den oberkellner van het restau
rant Sacher. Neen ik praat geen onzin
Als men aan iemands verstand mag twij-
felen, dan zou dat zijn aan dat van den held
van uw roman! Zoover mij bekend is, koopen
alleen de Arabieren hunne vrouwen
//Genoeg geen woord meerriep Ed
wina.
De woede der versmaade mededingster
brak echter zonder terughouding bij Alexie
los. Zij was geen dame meer, maar een
woedend wijf, dat zichzelf vergat. Hare
smadelijke woorden hadden Edwina eindelijk
eenigszins hare bedaardheid doen herwinnen.
.Gij vergeet uzelf," zeide zij. „Vóóralles
vergeet gij, dat ik uw gast ben. Overigens
liebt gij mij thans opnieuw bewezen, dat
mijn man werkelijk zoo gelukkig is als men
zegt want hij is aan uwe lagen ontsnapt."
//Wie weet," was het antwoord, //ik was
niet te koop dat verhoogt mijne waarde
voor hem."
//Laten wij er een eind aan maken," zeide
Edwina beslist. „Ik verlaat uw huis om er
nimmer weer in terug te komen."
En zij liet Alexie staan en keek naar Sieg
mund om, die met mevrouw von Corini lachte
en schertste, zonder iets te vermoeden van den
storm, die zijn geluk bedreigde.
(Wordt vervolgd.)