HELDERSCHE-
NIEU WEDIEPER COURANT.
Jaargang 48.
M. 113. Vrijdag 19 September 1890.
Nieuwsblad voor Hollands Noorderkwartier.
J. H. YAN BALEN.
u> DOLORES.
„En dese9pereert nimmer!'
Jan Pieterts. Coen.
Het Vaderlandt ghetrouwo*
Blijf iele tot in den doot.
Wilhelmuslied.
Verschijnt Dinsdag, Donderdag en Zaterdag.
Abonnementsprijs per kwartaalf 0.70, franco per post f 0.90.
Het Zondagsblad, behoorende bij deze Courant, verschijnt eiken Zaterdagavond.
Abonnementsprijs per 3 maandenf 0.50.
Voor de abonnés dozer Courant in de gemeentef 0.30.
buiten de 0-35.
REDACTEUR-UITGEVER
Molenplein 162/163.
Prijs der Advertentiën: Van 15 regels 30 cent, elke regel meer 6 cent. Bij
abonnement, naar gelang van de hoeveelheid regels, aanmerkelijk lager.
Voor liefdadige doeleinden 3 cent per regel
Dienstaanbiedingen voor den werkenden stand3
Mededeelingen en aanbevelingen10
Ten gerieve van onze abonnés
in de Ver. Staten van Noord-
Amerika, hebben wij tot eenig agent voor
den verkoop van deze courant en voor het
aannemen van advertentiën, aangesteld voor
Nieuw Jersev en omstreken, den heer
Mr. P. LANGEVELD Mz., Okonik Co,
Passaie.
NEDERLAND.
HELDER, i8 September.
STATEN-GENERAAL.
Vereenigde Vergadering der beide Kamers
tot opening van de gewone zitting der
Sta ten-Generaal.
Pc heer mr. A. van Naamen van Eemnes, die
den voorzittersstoel bekleedt, opent, nadat de leden
der beide Kamers zich in de zaal, bestemd voor de
vergaderingen der Tweede Kamer vereenigd hadden,
tegen half één uur de vergadering en laat twee
Koninklijke hesluiten, het eene van 8 September
1890 (no. 26), houdende zijne benoeming tot voor
zitter der Eerste Kamer gedurende de aanstaande
zitting, het andere van 9 September 1S90 (Stbl.
no. 153), betreffende de opening der gewone zitting
van de Staten-Generaal, door den griffier der Eerste
Kamer voorlezen.
De Voorzitter, wieu derhalve, overeenkomstig liet
voorschrift van art. 10S der Grondwet, de leiding
der vergadering is opgedragen, benoemt acht leden
tot leden der commissie, om de commissie door
Zijne Majesteit benoemd tot opening der zitting, bij
hare aankomst in het gebouw der Tweede Kamer,
te ontvangen en in- en uitgeleide te doen.
De heeren ministers, hoofden van ministerieele
departementen, die de commissie tot opening uit
maken en zich op statelijke wijze naar het ge
bouw van de Tweede Kanier begeven, worden, na
een kort tijdsverloop daar aangekomen, in de ver
gaderzaal binnengeleid en nemen plaats voor den
Troon.
De heer Mackay, minister van Koloniën, houdt
de volgende rede
«Mijne heeren
«De Koning, wiens dierbaar leven dit jaar, Gode
zij dank, gespaard bleef, heeft ons opgedragen deze
zitting der Statcn-Generaal te openen.
's Konings betrekkingen met de buitenlandscbe mo
gendheden zijn steeds van vriendschappelijke!)-aard.
«Met ingenomenheid is gevolg gegeven aan de
uitnoodiging om deel te nemen aan de anli-slavernij-
conferentie te Brussel.
«Getrouw aan de beginselen, door Nederland als
koloniale mogendheid voortdurend gehuldigd en in
toepassing gebracht, hebben 's Konings gevolmach
tigden ernstig medegewerkt tot het heramen van
maatregelen, die kunnen strekken tot bestrijding van
den slavenhandelde Regeering betreurt ten zeerste
Feuilleton van de Heldencte- en Nienwedieper Courant.
Roman van Gravin EUFEMIA BALLESTREM.
(Uit liet Duitse h.)
IV.
Waar de ruischende lommerrijke wouden
van Noord-Duitschland koele, verkwikkende
schaduw bieden, waar de bijl nog niet gewoed
heeft om de statige eiken en beuken te vellen,
en in hunne plaats rookende, walmende fa
brieken te doen verrijzen, waar heinde en ver
niets te zien is dan het woud en de hemel
en ruischende, kabbelende kleine meeren, daar
ligt Falkenliof.
Het groote, grauwe steenen gevaarte, met
vier vleugels en zijne vier ronden met klim
op omrankte, hoog en steil zich verheffende
torens, grenst aan het groene woud, dat hier
veranderd is in een park, terwijl voor den
voorgevel zich een-uitgestrekt grasperk uit
breidt, beplant met maandrozen en met perken
van (le edelste soorten van deze koningin
der bloemen. De nevengebouwen liggen
achter dicht struikgewas en boomgroepen
verborgen, zoodat het schijnt alsof Fal-
kenhof eenzaam te midden van het groene
woud ligt, als een grauwe, in steen veranderde
droom uit lang vervlogen dagen.
(lat tot dusverre die conferentie niet heeft geleid
tot het beoogde menschlievende doel.
«De min gunstige weersgesteldheid heeft de goede
verwachtingen omtrent den oogst eenigermatc te
leurgesteld. De veestapel verkeert in uitstekenden
toestand. De teneinde gebrachte enquête betreffende
den landbouw heeft menige bijzonderheid aan het
licht gebracht, waarvan met vracht gebruik kan
gemaakt worden bij het overwegen van maatregelen
ter bevordering van de belangen van dien voor
namen tak van volkswelvaart.
«Eenige verbetering is merkbaar in den toestand
van handel en nijverheid, terwijl de scheepvaart,
vooral die ter zee, zich aanmerkelijk heeft uitgebreid.
«Uwe goedkeuring zal gevraagd worden voor de
met eenige stoomboot-maatschappijen gesloten over
eenkomst, teneinde een versnelden maildienst met
Nederl.-lndie te bevorderen.
«Ook dit jaar hebben in verschillende deelen des
lands werkstakingen plaats gehad van Regeerings-
wege is door afdoende maatregelen gewaakt tegen
verstoring der openbare orde.
«Aan de Staatscommissie, ingesteld bij de wet
van 19 Januari 1890 (Staatsblad No 1) is, behalve
voortzetting van den arbeid der parlementaire en
quête-commissie, opgedragen bij haar onderzoek na
te gaan, in hoeverre in de onderscheiden takken van
nijverheid behoefte bestaat aan officieele organen
tot vertegenwoordiging van de belangen der arbeiders
en tot oplossing van tussclien hen en de werkgevers
gerezen geschillen.
«De in den zomer van dit jaar te Amsterdam
gehouden tentoonstelling tot bevordering van veilig
heid en gezondheid in fabrieken en werkplaatsen
en het daaraan verbonden congres, door particulier
initiatief tot stand gekomen, gaven der Regeering
eenen zeer gewaardeerdeu steun in hare pogingen
om verbetering in den toestand te brengen.
«Bij de reeds aanhangige wetsontwerpen, welker
behandeling een groot deel van uwen beschikbaren
tijd zal vorderen, zullen nog enkele andere gevoegd
worden, waftrvoif de indiening,' reeds vroeger toe
gezegd, tot nog toe vertraging heeft ondervonden.
Voorts zullen weldra aan uwe goedkeuring worden
onderworpen eenigefinancieele maatregelen, in verband
staande met verschillende in het afgeloopen zitting
jaar tot stand gekomen wetten. De toestand van
's Rijks geldmiddelen laat toe der gemeenten te hulp
te komen zonder de Rijks-inkomsten te versterken.
Nevens de reeds aanhangige ontwerpen, het belasting
wezen betreffende, zullen wetsvoorstellen tot her
ziening van de personeele belasting en van den zout-
accijns uwe aandacht vorderen.
«Op spoedige behandeling van het in de vorige
zitting ingediende ontwerp tot regeling van den
krijgsdienst wordt prijs gesteld. Weldra zal n een
wetsontwerp, de ter uitvoering dier regeling noodige
invoerings- en overgangsbepalingen bevattende, wor
den aangeboden.
«Bovendien zullen u wetsontwerpen bereiken op
de verveningen en tot regeling der bevoegdheid om
als officier of machinist dienst te doen aan boord
van koopvaardijschepen.
«De verrichtingen van de zee- en landmacht in
Nederlandsch-Indic kunnen- weder niet anders dan
met grooten lof vermeld worden. Beider roem werd
verhoogd door de jongste wapenfeiten in Edi. Van
de zeemacht wordt opnieuw veel inspanning gevor-
Het gebouw zelf dateerde van de zestiende
eeuw en was oorspronkelijk bestemd geweest
voor een gesticht voor adellijke dames, dat
echter slechts zeer korten tijd bestaan had.
Daar de stichtster een Falkner was geweest,
zoo verviel de bezitting.weer aan de familie
als leen en een lid der familie vestigde er
zich. In den loop der volgende eeuwen
stierven de andere liniën van het geslacht
uit en die, welke Falkenhot bewoonde,
hieven tot lieden dien naam volvoeren.
Er waren sedert dien tijd daar vele jonge
valken vlug geworden, velen hadden een nest
gevonden; anderen hadden zich te hoog
gewaagd en met gebroken vleugels en gebroken
verwachtingen den dood gevonden; weder
anderen waren verdwenen, weggebleven en
gestorven, terwijl enkelen koen opvlogen
naar de zonnige hoogten, zooals dat in groote
fainiliën in den loop der eeuwen al gebeurd.
En thans was het trotsclie valkennest nog
maar slecht bezet. De oude vrijheer en zijn
neef, de legatieraad, waren de laatste
mannelijke afstammelingen van liet oude
geslacht en daar de eerste met den eenen
voet in het graf stond en de andere nog
ongehuwd was, stond liet voortbestaan van
het geslacht op zwakke voeten.
Hieraan dacht de vrijheer Alfred, toen hij
van het station komend, de plek te gemoet
ging, waar eens zijn wieg had gestaan. Wel
had hij er aan gedacht, dat het wenschelijk
was, dat hij huwde; maar onder alle jonge
dames, die hij kende, was er geen een voor
wie hij zooveel gevoelde, dat hij haar tot
derd voor (le afsluiting van een groot deel der kust
van Atjeh, die wegens de bestendiging van het ver
zet tegen het Nederlandsch gezag noodig is geoor
deeld.
«Mag de economische toestand in onze Indische
bezittingen over het algemeen niet onbevredigend
genoemd worden, teleurstellend voor het bestuur
en de inlnndsche bevolking zoowel als voor parti
culiere ondernemers is de door ongunstige weersge
steldheid veroorzaakte buitengewoon geringe koffie-
productie op Java in dit jaar. Een zeer voorzich
tig tinahcieel beleid is meer dan ooit geboden. Niet
temin fal met kracht de hand kunnen geslagen
worden aan de uitvoering van irrigatiexverken, ter
wijl uwe beslissing zal worden ingeroepen om den
verderen aanleg van spoorwegen op Java te bevor
deren door het verleenen van rentegarantie aan con
cessionarissen. De beschikbare overschotten van
vroegere dienstjaren maken het mogelijk het ge
raamd tekort op de in te dienen begrooting te dek
ken, zonder tot eene gcldleening ten behoeve van
Nederlandsch-Tndië over te gaan.
«Gods onmisbare zegen raste op nwen arbeid tot
bevordering van 's lands belangen.
«In naam des Konings verklaren wij de zitting
der Statcn-Generaal geopend.''
Den Ministers wordt, na het uitspreken dezer rede,
door de Commissie uitgeleide gedaan, en nadat zij
in de zaal is teruggekeerd, sluit de Voorzitter de
Vereenigde Vergadering.
Nadat de openingsrede in de Vereenigde Verga
dering was voorgelezen, hielden achtereenvolgens
de Eerste- en Tweede Kamer een zitting.
Eerste Kamer.
Vergadering van Dinsdag 16 Sept.
De Voorzitter, de heer mr. A. Van Naamen van
Eemnes, opent te 2.20 uur de vergadering.
De griffier doet voorlezing van het Kon. besluit,
waarbij de heer Van Namen tot Voorzitter wordt
benoemd.
De Voorzitter benoemt de twee commissies voor
het onderzoek der geloofsbrieven van de bij de pe
riodieke aftreding herkozen leden.
De heeren Van Swinderen en Stork brengen rap
port uit over de geloofsbrieven. De conclusiën strek
ken tot toelating van al de gekozenen.
Daarna zegt de Voorzitter het volgende
„Mijne Heereu
Het zeer gewaardeerd v. rtrouweD van ouzeii geëerbiedig-
den Koning heeft inij opnieuw aangewezen om deze plaats
in te nemen. Ik doe dit thans met minder schroom dan
vroeger, daar uwe medewerking en welwillendheid mij tot
dusver in bijzondere mate zijn ti-n deel gevallen, wi ik mij
verzekerd boud dat die even geweuschtc als dringend noodige
verhoudiug ook in het vervolg zal voortduren.
Door menig belangrijk besluit heeft deze Kamer ook in
het afgeloopen jaar getoond, zich van haar gewichtige mnar bij
zondere roeping volkomen bewust te zijn. Zoo voortgaande
vlei ik mij dat Gods zegen op onzen arbeid moge rusten en
het welzijn van het dierbaar Vaderland zal worden bevor
derd.
Ik verklaar het voorzitterschap der Eerste Kamer te heb
ben aanvaard.
Daarna werden de leden der commissie voor ver
zoekschriften benoemd.
Vervolgens worden de afdeelingen opnieuw saam-
gesteld.
De heer YVertheim vroeg verlof, om op een nader
te bepalen dag aan de Regeering twee vragen te
stellen
vrouw verlangde. Niet dat hij geblazeerd
was, want voor (leze ziekte van de hoogge
prezen negentiende eeuw had zijn degelijk
verstand hem bewaard, maar de ledigheid
van hoofp en hart bij al deze vroolijke en
bekoorlijke meisjes hacl hem afgeschrikt.
„Der Wahn ist kurz, die Reu' ist lang,"
had eene waarschuwende stem hem ingefluis
terd, als hij dacht de rechte gevonden te
hebben en dan had de vreeselijke gedachte,
zijn geheele leven te moeten slijten aan de
zijde van eene vrouw voor wie hij geen
sympathie gevoelen kon, hem nog intijds van
de dreigende ketenen gered. Daarenboven
was hij acht-en-dertig jaar geworden en
legatieraad bovendien, en dat hij deze snelle
bevordering slechts aan zich zelf te danken
had, dat kon niemand loochenen. De «schoone
Falkner" was dan ook de hoop en het ver
langen van alle moeders, met rijpe en over
rijpe dochters.
Hij had eene ernstige, bijna strenge opvat
ting van liet leven en zijne plichten en de
diplomatische loopbaan, waartoe hij zich 'looi*
dé wenschen van zijn oom, zijne moeder en
zijn stiefvader gedrongen had gezien, viel
volstrekt niet in zijn smaak. De weten
schappen lokten hem veel meer aan en hij
had ook het vaste voornemen zich, zoodra
hij geheel vrij was, daaraan te wijden.
En thans ging hij die vrijheid misschien
juist te gemoet, door zonnige velden, schaduw
rijke wouden en geurige weilanden, maar hij
lo. Wat is der Regeering bekend omtrent de
spanning, die blijft lieersehen in de kolonie Suri
name op politiek gebied in de verhouding tusschen
den Gouverneur en de Koloniale Staten op maat
schappelijk gebied in de verhouding van de ver
schillende klassen der bevolking onderling 2o.
Mochten de officieuse ongunstige berichten van par
ticulieren en dagbladen juist zijn, wat geschiedt
door de Regeering, om aan den alsdan ondragelij-
ken toestand een einde te maken. Spr. heeft deze
vragen reeds aan den minister van Koloniën ken
baar gemaakt.
Het gevraagde verlof wordt verleend; de dag der
interpellatie nader te bepalen.
De Kamer is daarna op reces gescheiden.
Tweede Kamer.
Vergadering van Dinsdag 16 Sept. ten 3 ure.
Voorzitter generaal Van der Schrieck, die de ver
gadering opent met de volgende rede
Mijne heeren
Van ganscher harte roep ik u, mijne heeren, welkom toe
bij den aanvang van dit zittingsjaar.
Ter naleving van het gebrnik zal ik mij ook nu veroor
loven liier eenige woorden in 't midden te brengen. Dit is
mijn plicht; evenwel gevoel ik geheel en al hoe moeilijk het
is bij deze, voor mij nog al eens terugkeerende gelegenheid,
uict in herhnling te vervallen doch ik weet tevens dat
oprecht gemeende gezegden, al werden ze van deze plaats
meermalen gebezigd, bij u, mijne heeren, steeds eene wel
willende ontvangst ontmoeten.
Het door mij zeer hoog gewaardeerd voorrecht, deze betrek
king opnieuw tijdelijk te kunnen en te mogen wanrnemen,
ben ik aan de u bekende omstandigheid verschuldigd een
nadere verklaring daarvan is dns on noodig.
Daarentegen zij het mij vergund iets te zeggen omtrent
de reeds ingediende en de zeer spoedig te verwachten wets
ontwerpen, waarvan een zeer aanzienlijk gedeelte als vèn
bijzonder gewicht te achten is. De behandeling dezer talrijke
wetten zal iu de eerstvolgende maanden buitengewoon veel
inspanning van ons vorderen. Voorzeker zullen wij en
ik kun dit gerust namens de gansche Tweede Kamer der
Stnteu-Generaal zeggen. met on\ermoeidcn ijver en vol
maakte toewijding onze beste krachten aan dien arbeid be
steden. Wij zullen met den mecstcn ernst er onafgebroken
naar streven dit is onze eerste en voornaamste plicht
de Nedcrlandsche wetten zoo volKBtncn als slechts eenigszins
mogelijk is, in overeenstemming te doen zijn met den geest,
met den waren toestand, met de wezenlijke belangen onzer
medeburgers en landgenooten, want wij weten dat zulks
gebiedend vereischt wordt om deze wetten getrouw, nauwge
zet, behoorlijk te zien naleven en ze aldus tot liet werkelyk,
het bestendig welzijn van liet ons zoo innig dierbaar Vader
land te doeu strekken. Het staat immers onwrikbaar vast,
dat een Volk alleen onder het uitdrukkelijk beding van
zijuc wetten in alle opzichten te eerbiedigen, gelukkig, voor
spoedig, onafhankelijk kan zijn en blijven. Daarbij zyn
wij zoo stellig denkbaar overtuigd dnt wij medeverantwoor
delijk zijn voor het ongekreukt handhaven der bestaande
rechten en vr'jlicden, waaraan wij, Nederlanders, zoo bij
uitnemendheid sterk gehecht zijn.
Ik geloof dan ook onzen arbeid zoo veel omvattend en
zoo hoogst belangrijk - - vooral met het oog op de gevolgen
daarvan te mogen noemen, dat die niet te volbrengen ia
dan met de. voorlichting en de ondersteuning van den Al-
mnchtigen en Alwijzen God. Mogen dezo nimmer hoog
genoeg te schatten gaven ons in de ruimste mate toegedacht
zijn.
In de vaate hoop, ja schier in het vertrouwen, dat zulks
geschieden zal, anuvnnrd ik, voor dezen uiterst korten tijd,
het voorzitterschap onzer vergadering, met de herhaling van
de nit den grond des harten voortkomende wenschen, waar
mede gij. Mijne Heeren, U zeer zeker vercenigen znlt, dat
onzen zeer geëerbiedigden Koning, Z. AI. Willem III, nog
vele alleszins gelukkige en voorspoedige regeeringsjaren ge
schonken mogen worden en dat Hoogstdcszclfs gezin door
den Albestnuvder voortdurend geleid en beschermd bljjve,
tot het heil van het vrije en aan Oranje getrouwe Nederland 1
(Toejuichingen van alle banken.)
kon toeli de liern als het ware toewenkende
vrijheid niet met groote vreugde begroeten,
want die was slechts te hereiken als eerst
zijn oom gestorven was, zijn'oom, aan wien
hij met on verbreekbare ketenen geklonken
was, maar dan
Deze laatste gedachte voleinde hij niet,
misschien omdat het niet goed was op zulke
dingen te bouwen, misschien ook omdat het
rijtuig juist den breeden kiezelweg inreed,
die, aan beide zijden door hooge schaduw
rijke bosschages begrensd, naar den zuide
lijken poort van Falkenliof voerde.
Toen het rijtuig onder den overdekten
inrijpoort stil hield, trad hem zijn stiefvader
te gemoet, een kloeke, groote gestalte met
oogen vol uitdrukking, het sluike, grijze haar
achter over gekamd, waardoor het eigenaardig
gevormde ronde hoofd, bijzonder gelijkende op
den vorm van een kattenkop, zeer uitkwam.
Hij droeg een bril en zijne dikke knevel
was even donker als de wenkbrauwen. Dat
was nu mijnheer dokter Rusz, de vroegere gou
verneur of „de meester'1, zooals demenschen van
den Falkenliof hem nog steeds noemden, en een
niet te miskennen indrukwekkende verschij
ning, wiens haast pijnlijke ordelievendheid
ook in zijne kleeding te zien was. Hij scheen
elk oogenblik van den dag bereid het par-
quet van het een of ander hof te betreden,
zoo zorgvuldig en onberispelijk was zijn
toilet.
(Wordt vervolgd.)