HELDERSCHE-
NIEU WEDIEPER COURANT.
laargang 48.
M. 122. Vrijdag 10 October 1890.
Nieuwsblad voor Hollands Noorderkwartier.
J. H. VAN BALEN.
BEKENDMAKING.
22> DOLORES.
„En deiespereert nimmer!'
Jan Piet erts. Coen.
Het Vaderlandt ghetrouwe
Blijf ick tot in den doot.
Wilhelmuslied.
Verschijnt Dinsdag, Donderdag en Zaterdag.
Abonnementsprijs per kwartaal0.70, franco per post 0.90.
Het Zondagsblad, behoorende bij deze Courant, verschijnt eiken Zaterdagavond.
Abonnementsprijs per 3 maanden0.50.
Voor de abonnee dezer Courant in de gemeente0.30.
,ww 0 bniten de 0.35.
REDACTEUR-UITGEVER
Molenplein 162/163.
Prijs der Advertentiën: Van 15 regels 30 cent, elke regel meer 6 cent. B
abonnement, naar gelang van de boeveelheid regels, aanmerkelijk lager.
Voor liefdadige doeleinden 3 cent per regel
Dienstaanbiedingen voor den werkenden stand3
Mededeelingen en aanbevelingen10
Burgemeester en Wethouders der gemeente
Helder maken bekend, dat de begrooting der
ontvangsten en uitgaven van de gemeente, over
het dienstjaar 1891,gisteren aan den Gemeenteraad
is aangeboden en van heden af gedurende veer
tien dagen op de Secretarie der gemeente voor
ieder ter inzage is nedergelegd, en in afschrift,
tegen betaling der kosten, algemeen verkrijgbaar
is gesteld.
Helder, 8 October 1890.
Burgemeester en Wethouders der
gemeente Helder:
C. A. BEUKENKAMP.
De Secretaris,
C. BOON.
NEDERLAND.
HELDER, 9 October.
Men leest in „de Standaard"
„Tegenover de informatiön, door den heer
Tindal omtrent 's Konings toestand ingewonnen,
zijn we in staat, andere en betere informatiön te
kunnen stellen, voor wier nauwkeurigheid we
borg spreken.
„Tot voor nu 14 dagen heeft de Koning zijn
gewonen arbeid verricht. Gelijk bekend is, ver
laat hij nooit Het Loo en moeten de ministers
alles schriftelijk met hem afdoen, maar dit belet
de persoonlijke bemoeiing met 's lands zaken
geenszins. Geheel "tien zomer gaf Z.-M.-blijk,
dat hij zich op de hoogte stelde van 't geen er
omging, en er is niet de minste grond om te
meenen, dat hij in meer of min onbewusten toe
stand zijne toestemming, waar die noodig is, ooit
zou hebben gegeven. Natuurlijk eischt dit licha
melijke inspanningvandaar dat, toen de oude
ziekte weer in hevigheid toenam, Z. M. den ar
beid moest staken. Juist de omstandigheid, datroo-
dra die ziekte erger werd, ook geen enkel konink
lijk besluit meer in de „Staatscourant" verscheen,
toont dat alles in volkomen normalen toestand
is. Nog dient er op te worden gelet, dat de
doctoren huisdokters zijn en dat dus de Regee
ring geene macht over hen heeft.
„De bijzonderheden, waaruit de persoonlijke
bemoeiing des Konings wiskunstig zeker blijkt,
zijn natuurlijk voor mededeeling onvatbaar, maar
niettemin van zoo stellipen aard, dat ze geen
ruimte voor eenigen twijfel laten."
Feuilleton van de Heldersche- en Nieuwedieper Conrant.
Roman van Gravin ËUFEMIA BALLESTREM.
(Uit het Duitse h.)
„Ik ken mijn plicht, genadige barones,"
zeide zij op afgemeten toon, //maar ik verzoek
u zicli wel te willen herinneren, dat ik u
voor die slaapkamer gewaarschuwd lieb!"
„Maar toch niet in ernst, lieve juffrouw
zeide Dolores.
yin vollen ernst," herhaalde de huishoud
ster, terwijl zij hare handen ten hemel hief.
In de slaapkamer spookt het en de bewoner
kan daar schade lijden aan lichaam en ziel!"
„Nu, stel u maar gerust," zei Dolores
spottend, /,ik sta er voor in dat de „booze
vrijvrouw" mij niet slechter zal maken, dan
ik ben, en wat mijn persoon betreft, kunt
ge gerust zijn. Ramo en Teréza zullen in
mijne nabijheid slapen, om mij te kunnen
beschermen, maar bovendien ligt er op mijn
nachttafel steeds een geladen revolver, dat is
in Brazilië zoo onze gewoonte."
Juffrouw Kohier boog en ging heen, maar
zij sloeg hare blikken naar boven, als wilde
zij den hemel tot getuige roepen, dat zij haren
plicht had gedaan door hare nieuwe meeste
res voor het familie-spook te waarschuwen.
Daarbuiten echter bleef zij peinzend staan.
„Dat zal een mooi huishouden worden op
den Valkenhof1, zeide zij tot zichzelf, „al
ware het alleen maar daarom, dat die Mulatin
weder hier komt, die zwarte, die in een
Christelijk huisgezin niet tehuis hoort; ge-
gwegen nog van mesjeu Ramo, dien Brazili-
De heer Henry Tindal zal Maandagavond
e. k. in het Gebouw voor den Werkenden Stand
in eene door de Kiesvereeniging „Amsterdam"
belegde openbare vergadering (toegansprijs 10 ct.)
zijn schrijven over zijn bezoek aan het Loo en
den toestand van den Koning nader toelichten.
Blijkens bij de regeering ingekomen bericht,
zal in 1891 van 15 Mei tot 15 October te Frank
fort a/M. eene internationale electriciteitstentoon-
stelling worden gehouden.
Belanghebbenden hier te lande worden voor
liet verkrijgen van nadere inlichtingen verwezen
naar het hoofdbestuur der Nederlandsche maat
schappij tot bevordering van nijverheid, Secreta
ris-Penningmeester de heer F. W. van Eeden te
Haarlem, aan hetwelk exemplaren van het pros
pectus der tentoonstelling zijn toegezonden.
Het gedenkteeken ter herinnering aan het
sneuvelen van de Graven Lodewijk en Hendrik
van Nassau, gedurende den slag op de Mooker-
heide, zal worden opgericht in de kerk te Heumen.
Het zal in December worden onthuld. Prof. dr.
Blok uit Groningen zal de feestrede houden.
Het „Vad." verneemt, dat dr. Schaepman
op een schrijven van den Soc. Dem. Bond heeft
geantwoord, dat hij zich eerst over eenige maanden
beschikbaar kan stellen voor de beloofde voor
dracht in den Bond.
De ongesteldheid van dr. Schaepman belette
hem gelukkig niet jl. Dinsdag aan de werk
zaamheden der Kamer deel te nemen.
De ministers van Waterstaat, Handel en
Nijverheid en van Financiën brengen ter kennis
van belanghebbenden, dat ingevolge de bij de
wet van 22 Juli 1890 (Staatsblad No. 134) goed
gekeurde overeenkomsten dd. 21 Jan. 1890:
i°. met ingang van 25 Oct. e. k., de Staats
spoorweg van Dordrecht naar Eist en Ressen-
Bcmmel en die van Stavoren naar Leeuwarden,
thans in exploitatie bij de Maatschappij tot Ex
ploitatie van Staatsspoor wegen, zullen worden
geëxploiteerd door de Holl. IJzeren Spoorweg
maatschappij
20. met ingang van 15 Oct. e. k., de exploitatie
van de tot dusver door de Nederlandsche Rhijn-
spoorweg-maatschappij geëxploiteerde spoorwegen
zal worden overgedragen aan de Maatschappij
tot Exploitatie van Staatsspoorwegen, en door
welke alle rechten en verplichtingen van de Ne
derlandsche Rhijnspoorwegmaatschappij tegenover
derden, met uitzondering van haar verbintenissen
tegenover houders van door haar uitgegeven
obligatien, zullen worden overgenomen
30. de rente en aflossing van de ten laste der
Neder). Rhijnspoorweg-maatschappij in omloop
zijnde geldleeningen, zoomede de verschenen en
nog niet opgekomen dividend-bewijzen, overeen
komstig de daaromtrent bij de uitgifte gedane
toezeggingen zullen worden betaald door den
Staat.
aan. En dan eene meesteres, die eene vrij
geest is en niets gelooft ja, ja, dat zal
zij op het tooneel hebben geleerd en iets
duivelachtigs heeft zij als kind reeds over
zich gehad, toen zij mij met haar kalebas
óp het hoofd zoo liet schrikken en bovendien
nog dolle schik er in had. Ja, ja, dat roode
haar! Wacht u voor den geteekende, zegt
het spreekwoord!"
Zij, die het onderwerp van deze over
peinzing was, de tot vrijgeest bevorderde
jonge meesteres, stond intnsschen aan het
raam van de torenkamer, met het hoofd,
dat God zijn schoonste sieraad verstrekt had,
op de borst gezonken en de handen gevou
wen. Wat ging er in deze jonge ziel om?
//Misschien zou juffrouw Kohier het ge
weten hebben. Maar deze moest voort om
haren plicht te doen. Toen zij den zuidelij
ken vleugel passeerde, hoorde zij in de ver
trekken, die door het echtpaar Rusz bewoond
werden, de luide, toornige stem van Alfred
en te gelijk kwam hij naar buiten en liep
snel de trappen af, de huishoudster voorbij,
zonder haar te zien.
//Zoo, zoo," mompelde zij, „die hebben
daarbinnen weer eens vuursteen en lont ge
speeld dan vliegen er vonken. Nu,
wat inij betreftwie rust wil hebben, moet
hooren, zien enzwijgen."
Alfred Falkner had, na de voorlezing van
het testament, zijne moeder naar hare kamer
gevoerd, gevolg door dr. Rusz, die met ge
bogen hoofd in diepe gedachten daar henen-
ging-
In hare kamer gekomen, zette mevrouw
Rusz zich neder en ontdeed zich van haar
hoed. De zaak had haar zeer aangegrepen.
Haar zoon doorliep een paar malen de kamel
en bleef toen plotseling voor haar staan.
De afdeeling Arnhem van het Nederlandsch
Werkliedenverbond hield jl. Zondagnamiddag
een vergadering, waarin het lid der Kamer, de
heer B. H. Heldt, optrad als spreker over het
nut der coöperatie, meer in het bijzonder over
de oprichting van een coöperatieve broodbak
kerij.
De heer Heldt zette uiteen, dat coöperatie voor
hen, die van een beperkt inkomen moeten leven,
het meest practische middel van „eigen hulp"
is. Hij schetste de voordeelen der coöperatie,
met namewering van drankmisbruik door de
noodzakelijkheid van contante betalingdaarom
ook voorkoming van schuldenbesparing van
uitgaven, wat zelfs de gelegenheid opende om
aajideel in een bouwmaatschappij te nemen en
ten slotte eigenaar van een huisje te worden
onvervalschte waar.
Met het voorbeeld, dat Den Haag oplevert,
had de heer Heldt succes. Daar is in 1879 met
behulp van den heer Domela Nieuwenhuis een
coöperatieve broodbakkerij opgericht met 156
leden. In 1888 was het ledental reeds geklom
men tot 1200 en was de omzet f 87.000. De
winst bedroeg, ondanks de lage broodprijzen,
12 pCt.
Aan het debat, waartoe gelegenheid gegeven
werd, namen vier tegenstanders deel. De heer
Heldt beantwoordde en weerlegde de opmer
kingen.
Ten slotte deelde de voorzitter van de afdeeling
mede, dat terstond pogingen in het werk zullen
worden gesteld om te Arnhem een coöperatieve
broodbakkerij op te richten.
Men leest in het „Hbld."
Gelijk wij gisteren mededeelden onder het
nieuws uit de Transvaal, komt mevrouw Kruger,
de echtgenoote van den President, weldra in Hol
land.
Aardig ouderwetsch klinken de woorden, waarin
„De Patriot" dit mededeelt:
„Mej. Kruger, eggenoote van president Kruger,
sal binne kort op reis gaan na Holland vir 'n
kort kuiertji."
Wij hopen dat men haar het „kuiertji" door
Holland's steden zoo aangenaam mogelijk zal
maken.
ST ATEN-GENER A AL.
Tweede Kamer.
Zitting van Dinsdag 7 October.
Ingekomen was het bericht van overlijden van
den heer Visser van Hazerswoude.
De heer Viruly Verbrugge interpelleerde den
minister van Buitenlandsche Zaken over het ver
nieuwde verbod tot invoer van Nederlandsch vee
in Engeland.
De minister bevestigde het bericht. Het verbod
is uitgelokt door het voorkomen van mond- en
klauwzeer bij 15 runderen op een pachthoeve te
Vaals (Limburg). Onze legatie te Londen doet
alles om de Engelsche Regeering te bewegen,
U zult toch die uitnoodiging van haar,
om op den Valkenhof te blijven wonen, niet
aannemen, moeder?" vroeg hij.
„Die uitnoodiging is, zooals gij gehoord
hebt, reeds aangenomen," zeide dr. Rusz.
„Met uwe bewilliging, moeder?" vroeg
Alfred nadrukkelijk.
„Nu, dat mijn man dat terstond aannam
heeft mij wel verrast," zeide mevrouw Rusz
aarzelend.
„Wij kunnen, door nog een poosje hier te
blijven, op ons gemak onze beschikkingen
voor de toekomst maken," merkte dr. Rusz
aan.
Alfred wendde zich toornig af.
„Ik kan van liaar niets aannemen en het
allerminst zooiets," zeide hij.
„Dat dacht ik eerst ook," zeide mevrouw
Rusz, „maar, daar gij nu toch spoedig zelf
heer van den Valkenhof zijn zult, kunnen
wij nog wel hier blijven, meen ik."
„Ik spoedig zelf heer?"
Alfred wendde zicli verbaasd om.
z/Nu ja, als ge Dolores huwt," zeide me
vrouw knikkend en zeer tevreden met deze
bepaling van den overledene.
„Dat zal nimmer gebeuren!" riep Alfred
snel en heftig.
„Niet?" herhaalde mevrouw Rusz ver
schrikt. „Nu, dan verklaar ik u voor on
toerekenbaar," zeide zij koel.
„Daar hebt ge gelijk in, Adelheid," merkte
de dokter aan, „maar Alfred zal er natuurlijk
wel eens over nadenken," voegde hij er ver
goelijkend bij„natuurlijk heeft het voor hem
op het oogenblik iets onverdraaglijks, om op
bevel te huwen, maar ach, dat gaat spoedig
over; de tijd doet alle hoeken slijten."
„Durft gij u ook nog met mijne aangele
genheden te bemoeien?" riep Alfred uit, en
het verbod te schorten, totdat zij nader zal hebben
aangetoond, dat het een geheel sporadisch geval
is, in een uithoek des lands, dien men uitstekend
goed kan afsluiten. Antwoord op een daarom
trent gericht telegram aan den Engelschen mi
nister van Binnenl. Zaken (die in Schotland
vertoeft) is nog niet ontvangen. Wat zonder
schade voor de zaak kan worden gepubliceerd,
zal in de „Staatscourant" worden opgenomen.
Behandeld werd het wetsontwerp, houdende
bepalingen betreffende 's Rijks waterstaatswerken.
Tegen art. 1 werden verschillende bedenkingen
geopperd, terwijl de C. van R. eenamend. had
voorgesteld, om te gemoet te komen aan de be
denkingen der waterschapsbesturen, die vreesden
voor inbreuk op hunne rechten bij in- en uitlaten
van water.
Zitting van Woensdag 8 October.
De Kamer zal, na afloop van de aanhangige
ontwerpen, zich begeven tot het sectie-onderzoek
van de Staatsbegrooting.
Het debat ovcr het ontwerp tot vaststelling van
bepalingen, betreffende Rijks waterstaatswerken is
heden voortgezet. De minister van Waterstaat
wijzigde den aanhef, van art. 1, zoodat een be
stuursmaatregel zal regelen, wat ter ter bescher
ming van 's Rijks waterstaatswerken, alsmede ter
verzekering van doelmatig en veilig gebruik van
de werken noodig is, voor zooveel daarin niet
door de wet of door de op een op de wet ge
grond kon. besluit is voorzien.
Een ademendement der Commissie van Rap
porteurs, door de Regeering bestreden, om den
bestuursmaatregel niet te doen slaan op 1. aflei
ding van water- uit- en afvoer in Rijkswateren
2. op werken tot doen uitloopen van vloeibare
stoften en 3. op werken tot afleiden van water
uit kanalen onder beheer van het Rijk is
aangenomen met 67 tegen 16 stemmen.
Artikel 1, aldus gewijzigd, werd goedgekeurd.
B i n n en I a n d s c h n i e uw s.
Helder. Gemeenteraad. Zitting van Dins
dag 7 October 1890.
Voorzitter de heer Burgemeester.
Tegenwoordig 14, later 15 leden; afwezig zijn
de heeren Hordijk en Van Wijngaarden, aanvanke
lijk ook de heer Over de Linden.
De tribune is goed bezet.
Na voorlezing en goedkeuring der gehouden aan-
teekeningen van het verhandelde in de vorige ver
gadering, wordt de gemeente-begrooting voor 1891
door den Voorzitter, namens B. en W., den Raad
aangeboden. Tot het onderzoeken dezer begrooting
splitst zich de Raad in drie afdeeliugen, die bij
loting aldus worden samengesteld: 1ste afd., de
heeren Van Neck, Oudenhoven, Over de Linden,
Van Twisk en Verfaille2de afd., de hh. Bakker,
Hordijk, Iloogenbosch, Klik en Vos; 3de afd., de
hh. Franken, Govers, Korver en Van Wijngaarden
Deze afdcelingen zullen, respectievelijk onder pre-
verachtelijk voegde hij er bij: „liet is ieder
een niet gegeven om gold te vrijen!"
Achter des dokters brilleglazen flikkerde
het verdacht op bij deze steek, maar hij hield
zich kalm als altijd.
„In dit geval," zeide hij rustig, „is de
rijke bruid aan u vermaakt."
„Denk daarover hoe ge wilt," hernam Al
fred trotsch, „blijf wat mij aangaat op den
Valkenhof op uwe lauweren rusten, maar,"
vervolgde hij luid en toornig, „bemoei u niet
met mijn zaken en spaar mij uwen raad. De
meening van mijne moeder te hooren is inijne
plicht, al is het ook in dit geval niet de
mijne. Maar iedere poging tot overreding
van u wijs ik beslist af, eens voor al
E11 na dit ultimatum verliet Alfred toornig
de kamer.
Dokter Rusz keek hem lachend na en wreef
zich de blanke, goed verzorgde handen.
„Laat de storm uitrazen, Adelheid," zeide
hij, „het zal spoedig genoeg gedaan zijn.
Natuurlijk is de vrijheerlijke trots van uw
zoon gekrenkt, maar zelfs de heftigste storm
neemt ten slotte een eind. Wij blijven voor-
loopig hier en ik mag geen Rusz heeten,
als Alfred niet over jaar en dag hier heer
is!"
„Nu, dat ware te wensclien," zeide me
vrouw Rusz, „maar Dolores zal anders niet
lang zonder vrijer blijven en wie weet wat
er gebeurt, als Alfred in zijn trots te lang
wacht."
Dokter Rusz lachte zachtjes in zich zelf.
„Laat dat maar aan mij over, lieve vrouw,"
zeide hij, „ik heb de uitnoodiging om hier
te blijven niet zonder bedoeling aangenomen.
(Wordt vervolgd.)