HELDERSCHE- NIEU WEDIEPER COURANT. Jaargang 48. M 144. Zondag 30 November 1890. Nieuwsblad voor Hollands Noorderkwartier. E N J. H. VAN BALEN. aDe regeering van Willem III. j47) DOLORES. „Eu dcscspereei'l nimmer Jan Piet er.is. Co en. Het Vodcrlnudl ghetrouwe Blijf iek tot in den doot. Wilhelmuslied. Versotiijnt ioderon Dinsdag, Donderdag en Zaterdag. Abo neinentsprija per 3 maande Voor dc courant binnen de gemeente naar dc overige plaatsen van Nederland n ii u naar alle landen, die in het postverdrag zijn opgenomen (inbegrepen Oost- Indië en Amerika) ii naar Zuid-Afrika f 0.70, met Zondagsblad f 1. 0.90, 1.25 2.10 3.- REDACTEUR-UITGEVER Molenplein 162/163. HELDER. Prijs der advertentien: Van 15 regels 30 cent, elke regel meer 6 cent. Bij abonnement naar gelang van d hoeveelheid regels aanmerkelijk lager. Ingezonden mededeelingen en aanbevelingen, geplaatst tusschcn den tekst, per regel 10 cl. Advertentien voor liefdadige doeleinden3 Dienstaanbiedingen voor den werkenden staud3 Agent voor Nieuw-Jersey en Omstreken de lieer Mr. P. LANGEVELD Mz., te Okonik Co, Passaie. In ons nummer van 11. Dinsdag beloofden wij nader te zullen terugkomen op liet regeeringstijd- perk van onzen overleden vorst. Wij geven der- halve thans een overzicht, dat uit den aard der özaak, en wegens onze beperkte ruimte, niet anders Bjdan beknopt kan zijn. r£J Wij gelooven onzen lezers geen ondienst te doen ES met de geschiedenis van dat tijdperk, de geschie- H denis der laatste veertig jaren, die bij velen onge- wijfeld nog oude herinneringen zullen opwekken, a eens in herinnering te brengen. Den 12den Mei 1849 bezwoer Willem UI de Grondwet, maar had al spoedig te worstelen met eene achterdochtige oppositie der coiistitutioniieele 3 partij, zoodat hij het ministerie de Kernpenaer moest ontslaan daarop volgde eene langdurige crisis, en ft eindelijk (30 October) nam de begaafde staatsman Thorbecke met eenige geestverwanten de teugels van het bewind in handen. Gedurende liet ruim drie- 1 jarig bestaan van dit Kabinet werden niet alleen Egde belangrijkste organieke wetten vastgesteld, maar Kfook een aantal andere maatregelen genomen tot opbeuring van de welvaart des volks, zooals de rente-conversie, de hervorming van het postwezen, de scheepvaartwet enz. Voorls werden vooral in Drente en Overijssel kanalen aangelegd, terwijl men het spoorwegen- en telegrafen net uitbreidde en de droogmaking van liet Haarlemmermeer voltooide. Intnsschen was door de herziene Grondwet de Kerk onafhankelijk geworden van den Staat, zoodat liet ministerie Thorbecke in 1852 eene overeenkomst sloot met den Heiligen Stoel, waarin geen sprake was van eenig toezicht van Staatswege, terwijl zij de stichting van een R. Katholiek episcopaat in de Nederlanden veroorloofde. Toen nu de Pauselijke allocutie van 7 Maart 1853 de herstelling der bisschopszetels in de Nederlanden aankondigde en een Apostolische brief' kort daarop liet land in 5 nieuwe bisdommen verdeelde, ontstond er eene hef tige, door de ontevredene conservatieven aange vuurde Calvinistische agitatie tegen de R. Katholieke Kerk. Het ministerie, welks val de wcnsch was der hehoudsmannen, werd den 13den April in de Tweede Kamer over die aangelegenheid geïnterpel leerd liet verklaarde, dat, met liet oog op (le Grondwet, tegen de pauselijke benoemingen niets te doen viel, maar dat de wijze, waarop de zaak behandeld was, kwetsend mocht genoemd worden voor het nationaal gevoel, zoodat de Regeering voornemens was, aan haren gezant te Rome een onbepaald verlof te verleenen. Dc Kamer ging nu over tot eene gemotiveerde orde van den dag. V Feuilleton van de Heldersclie- en Nicuwedieper Courant. Roman van Gravin EUFEMIA HALLEST REM. (Uit het D u i t s c h.) 6 Het oude, ia den dienst grijs geworden 3 mar, reed zwijgend naar Monrepos terug. Eindelijk verbrak de hofdame de stilte. Zij is werkelijk eene dame, beste Deszing," zeide zij met nadruk. En de kamerheer, die reeds lang met ongeduld op het ooi-deel zijner vriendin had gewacht, stemde stralend van vreugde met haar in. //Eene dame, natuurlijk, eene dame, geëerde vriendin,"' zeide hij. „Nu, natuurlijk is het niet," zeide de hof dame scherp. „Neen, natuurlijk is het niet," aldus poogde de kamerheer terug te krabbelen. „Gij meent, omdat Zij knikte. „Natuurlijk," zeide zij snijdend, „er blijft zoo licht wat van de vroegere omgeving, waarin men verkeerd heeft, hangen, maar hier heb ik daar, Gode zij dank, niets van gemerkt, en de eerbewijzen, waarmede zij mij, als vertegenwoordigster van de prinsessen, overlaadde, waren talloos. Dat noemt men ras, waarde Deszing!" „Ras, lieve vriendin, ja het ras, dat zich niet laat verloochenen," zeide hij, vol vreugde de handen vrijvend, want hij stelde zich zeer veel voor van het vervolgen van dit bezoek, Evenwel bevredigde het nntwoord van liet Kabinet geenszins hen, die dit laatste wilden verwijderen of door godsdienstwaanzin waren opgewonden, en het antwoord des Konings op het adres, hetwelk hem den 15den April te Amsterdam overhandigd werd, namelijk dat hij liet betreurde, dat zijn wil tegenover de Pauselijke benoemingen door de Grond wet gebonden was, bracht liet hfebinet in de nood zakelijkheid, om eene rectificatie dier woorden of ontslag tc vragen. De Koning ontsloeg daarop (19 April) liet ministerie Thorbecke, hetwelk ver vangen werd door bet Calvinistisch-conservatieve ministerie van Ilall. Den 27sten April werd de Kamer ontbonden en de blinde opgewondenheid deed de verkiezingen uitvallen ter gunste van liet nieuwe bewind. Weldra echter bleek bet, dat de geheele beweging op kunstmatige wijze veroorzaakt was om bet liberale ministerie Thorbecke te' doen vallen immers het verdrag met den Heiligen Stoel bleef bestaan, de door den Paus benoemde bisschop pen werden door dc Regeering erkend en men stelde geenerlei perk aan de werkzaamheden der Jezuïten. Toch waagde het Kabinet van Hall geen stap op den weg der reactiede Grondwet bleef onveranderd en ook de vrees voor krachtige maat regelen in de conservatieve richting bleek ongegrond te wezen. Zelfs voerden de Liberalen in de Kamer den boventoon. Wegens bet wantrouwen der anti revolutionaire partij met betrekking tot de door van Reencn ontworpen wet op het lager onderwijs, trad liet ministerie den 23sten Juni af en werd door een nog meer kerkclijk-conservatief Kabinet van der Brugghen vervangen. Daar bij de nieuwe verkiezingen voor de Tweede Kamer liet aan tal liberale leden vermeerderde, zocht liet Kabi net zich te handhaven door een wetsontwerp op het lager onderwijs, hetwelk van bet voorgaande slechts weinig verschilde en alzoo aan de liberalen niet ongevallig was. Het werd in 1857 tot wet verbeven. Het Kabinet verbeterde voorts het be lastingstelsel door afschaffing der accijnsen, op de eerste levensbehoeften, maar moest wegens de aan houdende oppositie der liberalen in 1858 aftreden. Het lag voor de hand, dal de eminente leider van laatstgenoemden, Thorbecke, nu de teugels weder zou opvatten, doch dit werd tegengehouden door den invloed der Conservatieven en door dc antipathie des Konings, zoodat er een fusieministerie Rocliussevan Bosse ontstond, hetwelk zich ge matigd liberaal noemde. Het werd door vele libe ralen ondersteund, maar kon toch bij de behande ling van gewichtige wetsontwerpen niet op de steun der meerderheid rekenen. Toen de Eerste Kamer den 8sten Februari 1860 den spoorwegwet verwierp, trad het 8 dagen later af, Daarop vormde van Hall een nieuw Kabinet en wist met groote behen digheid het stelsel van staatsspoorwegen in liet wetsontwerp te doen opnemen. Hij werd opge volgd door van Zuylen en deze door van Heemstra en nadat de bcgrootiug van laatstgenoemden was daar Dolores hem zeer goed beviel en hij bovendien iemand was die gaarne met de geheele wereld op een goeden voet wil staan. Intusschen stond ook dokter Rusz aan het venster en wreef zich in de handen, terwijl hij het rijtuig nakeek. „Kijk, kijkzeide hij, „onze lieve nicht schijnt op Monrepos zeer gezien te zijn. Ei, ei „In ieder geval slechts een beleefdheid ter wille van Alfred," zeide mevrouw Rusz, die aan het andere raam ijverig zat te breien. „Denkt ge dat?" vroeg de dokter, zacht lachend. „Ik zou integendeel aan eene an dere reden gelooven, als ik ten minste bedenk, hoe uw zoon zich tot heden jegens haar ge dragen heeft. Maar dat is hetzelfde," voegde hij, als het ware tot zich zelf, er aan toe. „In ieder geval zal hij haar dan voortaan meer ontmoeten en Dolores is eene te groote schoonheid, dan dat een man lang ongevoelig voor haar kan blijven." Mevrouw Rusz zuchtte. „Het is bijna alsof hij een afkeer van haar gevoelt," merkte zij aan, terwijl hare naalden sneller tikten. „Rood haar is ook niet iets voor iedereen." „Papperlepapspotte dr.Rusz. „Natuurlijk zal zoo'n rood Grietje uit het dorp, met zomersproeten en leelijk rood, met kammen opgeschikt haar, iemand met een goeden smaak niet zeer aanstaan. Maar Dolores? de meest verwende man zal haar met be wondering zien of hij weet niet wat schoon is." Nu liet mevrouw Rusz het breiwerk plot seling in haar schoot vallen. „Ei ei, gij zijt geheel vuur en vlam," zeide zij met een dreigenden blik uit hare koude verworpen, gaf de Koning na een langdurige crisis zijne toestemming tot de vorming van een tweede ministerie Thorbecke. Nu kwam er weer leven en befeeging in het staatsbestuurde departementen van Eeredienst werden afgeschaft, de slavernij in de West-Indische Koloniën opgeheven, tot het door graven van Holland op zijn Smalst en tot den aan leg van den Waterweg van Rotterdam naar zee be sloten, bet uitsluitend stelsel van Staatsspoorwegen ter zijde geschoven en het middelbaar onderwijs door de wet van 1863 geregeld. Vooral werden de plannen door den minister Betz tot afschaffing der accijnsen met groote bijval ontvangen. De ver kiezingen van 1864 versterkten in de Kamer de kracht der liberale partij. Nu echter vormde de koloniale kwestie, inzonderheid die van het cul tuurstelsel, een nieuw struikelblok. Een wetsont werp omtrent die aangelegenheid van den minister Uhlenbeck werd in 1862 door de Tweede Kamer aangenomen, maar door de Eerste Kamer verwor pen. Daarop werd laatstgenoemden minister ver vangen door Fransen van de Putte, een radicaal op koloniaal gebied. Deze ging verder dan Thorbecke wilde en het kwam in Maart 1866 tusschen dezen, gesteund door Olivier, minister van Justitie, en van de Putte tot eene botsing, waarbij de Tweede Ka mer dezen laatsten in het gelijk stelde. Thorbecke nam zijn outslag en van de Putte kwam aan bet hoofd van een aangevuld Kabinet, hetwelk echter na de verwerping der cultuurwet reeds in Mei aftrad. Van Zuylen van Nijeveld vormde nu den 28sten Mei -een nieuw conservatief ministerie, waarin hij de portefeuille van Buitenlandsche zaken aanvaardde terwijl hij den rijk begaafden, maar conservatieven Heemskerk, met die van Binnenlandsche Zuken belastte. Het werd nu de taak van Meijer om de koloniale aangelegenheden te regelen in plaats echter van zijne toezeggingen dienaangaande te vervullen, ver liet hij den lOden September 1866 zijn zetel, om de betrekking te aanvaarden van gouverneur-gene raal van Indië. Toen voorts de Tweede Kamer den 27sten September daarover haar ongenoegen in een votum te kennen gaf, werd zij den 2den October ontbonden. De verkiezingen waren niet ongunstig voor liet ministerie, daar Heemskerk verklaard had, dat hij de beginselen der wet op het lager onderwijs van 1857 zon handhaven. Het hoofd van het Ka binet struikelde echter over de rol, die hij als on derhandelaar in de Luxemburgsche kwestie op zich genomen had, en in November 1867 werd zijne bcgrooting verworpen. Het geheele Kabinet diende zijn onslag in, doch de Koning verklaarde den 2 Isten December, dat hij geene reden had, om daar aan zijn vertrouwen te ontnemen, waarna de Tweede Kamer nogmaals ontbonden werd. Van de zijde van het ministerie werden alle krachten ingespannen, om dc kiezers te winnen zijne leden echter werden den 22sten Januari 1868 nergens gekozen en de Liberale partij verkreeg de meerderheid. Niettemin bleef het ministerie zitten en Heemskerk scheen be vissclienoogen. „Zeker, dierbare Aclelheid ,gij weet dat ik als aestheticus beoordeelen kan wat werkelijk schoon is," hernam Rusz zeer kalm, maar onder zijne brillenglazen uit gleed oen on beschrijfelijke blik langs de lang niet sehoone gestalte der oude, verbitterde, koele vrouw, die hij om financiëele redenen gehuwd had. „Als ik artikelen, en veel gelezen artikelen, over de eischen der schoonheid schrijf, dan kan ik dat tocli niet als een blinde over de kleuren doen. Ik hen thans juist bezig te schrijven over de schoonheid van het Ger- maansche haar „Papperlepap", zeide nu op haar beurt mevrouw Rusz zeer droog, want zij had zich nimmer erg geïnteresseerd voor de artikelen die haar man schreef en haar begrip van de schoonheidsleer was in diepe duisternis ge huld. „Wij hebben liet er niet over, wat gij schoon vindt „Zeer juist aangemerkt", weerlegde de dokter sarcastisch. „Laten wij ter zake komen. Ik houd liet derhalve voor zeer onwaarschijn lijk, dat Alfred door zooveel schoonheid niet geroerd zal worden. Dat zal zij zelf wel liet beste weten, want wat laat zij de Sata- nclla zingen? Enlfaclit der Flamme rotlic Gluthen, ïh'r schalft- midi nicht aus diesel' Welt. Dcnn wo sieh -Münnerhodnnutli briistot, Mein Soepter reielie Erute halt. Ich wolm in jedes Weibes Herzen, Ieh beuge jedes Mannes Macht, leb bin die Scblang' im Paradicse, Und stift* Unheil drum hub' Acht I En daar, volgens de wijze beschikking van reid tot verzoening, maar na een krachtige inter pellatie van Thorbecke over de ontbinding der Ka mer werd de begrooting van Buitenlandsche Zaken den 28stcn April wederom verworpen. Nu trad het ministerie af en zag Thorbecke zich voor de derde maal belast met de samenstelling van een Kabinet. Hij bracht het den 2den Juni tot stand en vertrouwde de leiding der Binnenlandsche Zaken toe aan Fock, terwijl hij zelf zonder portefeuille bleef. Aanstonds werden nu de door Heemskerk herstelde ministeriel! van Eeredienst weder afgeschaft, en de verkiezingen versterkten de liberale partij. Het dagbladzegel werd opgeheven en de doodstraf afgeschaft. Vele Liberalen waren intusschen van meening, dat het uitstekend hoofd van het ministerie niet genoeg meeging met den vrijzinnigen stroom des tijds in het ministerie zelfs ontstonden oneenig- heden, zoodat het zich allengs ontbond en eindelijk tegen het laatst van 1870 ook Fock zijn ontslag nam. Intusschen was de oorlog tusschen Duitschland en Frankrijk uitgebarsten, en de sympathie der Nederlandsche aristocraten, inzonderheid der Hofco- terie was zoozeer voor Frankrijk, dat de beweging der Nederlandsche legermacht in Juli P870 vijande lijke bedoelingen tegen Duitschland verried. De geweldige slagen, door Duitschland aan Frankrijk toegebracht, noodzaakten echter het ministerie eene strikte onzijdigheid te bewaren, terwijl de liberale partij zich beijverde, om.de dwaze annexatievrees zooveel mogelijk weg te nemen. (Slot volgt.) NEDERLAND. HELDER, 29 November. In het rouw vertrek ten paleize Het Loo staat de kist ter hoogte van ongeveer 1.6 Meter, ge heel overdekt door rouwfloers. Boven het hoofd is eene ruit, waardoor men 's Konings kalm ge laat aanschouwt. Op de kist ligt de admiraalsjas, de sabel en de steek van Z. M. Aan het voeteneinde ligt een prachtige palmkrans met witte rozen en wit lint doorstrengeld. Onmiddellijk na het dichtsoldeeren van den kist door den architect Mouton, ten 3 uur, is H. M. de Koningin-weduwe de droeve baar gaan bezichtigen. Bij gelegenheid van 's Konings begrafenis worden dertien vorsten verwacht, als verwanten van den overledene of als vertegenwoordigers van gekroonde hoofden. De Prins von Wied wordt weldra in de resi dentie verwacht. den Schepper, in elke vrouw een klein wei nisje van eene duivelin woont, en die eigen schap op den man steeds een zekere toover- maclit heeft uitgeoefend, zoo hoop ik nog het beste van dit geval." „Ik zou wel willen, dat ge duidelijker sprak," zeide mevrouw Rusz, „maar ge doceert altijd, alsof ge op den katheder stond. Goed, dan zullen wij derhalve afwachten, wat voor goeds er van de kennismaking van Dolores met de lieden van Monrepos zal komen." „Laten wij afwachten," herhaalde de dokter, in diepe gedachten verzonken. „En als onze verwachtingen niet verwe zenlijkt worden, als Alfred tegenover haar blij ft zooals hij tot heden geweest is?" vroeg zij in gespannen verwachting. „Wat dan?'' „Ja, wat dan lieve, dat weet ik ook niet." Nu wierp mevrouw Rusz haar breiwerk op zijde en trad op haar man toe. /Zoo, gij weet het niet?" zeide zij snijdend. „Maakt dat een ander wijs, mij kunt ge niet bedriegen, mijn waarde! Ik ben zóó zeker dat uwe plannen geheel, tot in de kleinste bizonderheden, sinds lang gereed zijn, dat ik voor de waarheid daarvan vergif zou durven innemen!" En met een kort, schril lachje verwijderde zij zich. Dokter Rusz echter stond nog lang daarna op dezelfde plek. „En toch hebt ge geen gelijk," zeide hij eindelijk zacht, met een zonderling lachje. „Tot in de kleinste bizonderheden is het nog niet gereed, want ik weet nog niet precies hoe ik het zal aanleggen. Hebt daarover echter geen zorg, het „hoe" zal ik ook

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche en Nieuwedieper Courant | 1890 | | pagina 1