Tusschen de ijsmassa dreef jl. Vrijdag nabij het JJHorntje een rood geverfde mast, waaraan een ra en ijzer stagwerk zat bevestigd. Een vlet, die beproeven wilde een en ander te bergen, moest spoedig die poging opgeven. Aan de goederen-vletten mocht het gelukken eenige vaten petroleum aan te voeren. Terschelling, 2 Jan. Door de ijsvereeni- g'ng .,De Noordpool," werd heden eene hard rijderij op schaatsen gehouden, waaraan 35 per sonen deelnamen. Het fraaiste winterweder be gunstigde de feestgenooten. Eerst na een harden, langdurigen kampstrijd kon men vast stellen dat de prijs toekwam aan V. Grol, de eerste premie aan G. Wortel, en de tweede premie aan K. Wortel. Van alle dorpen en gehuchten op het eiland was men naar de ijsvlakte gekomen, waar de belangrijke kampstrijd zou plaats hebben. Allen keerden eerst laat en voldaan huiswaarts. •Terschelling, 2 Jan. Het begint hier thans bar uit te zien, want slechts twee bakkeis kunuen nog bakken; de overigen wachten al dagen lang op gist. Reeds sedert 12 dagen is er geen gemeenschap met den vasten wal en brieven noch couranten komen er aan. Aan verschillende artikelen uit de huishouding is reeds gebrek en ieder beijvert zich om zuinig te zijn met wat er nog te krijgen is. Met de ijsvlet wordt eiken dag beproefd van hier naar Vlieland, te komen, doch na een paar uur worstelen in 't ijs, is men genoodzaakt onverrichter zake terug te keeren. Terschelling, 2 Jan. Van de groote Noord- sche bark „Ragna," kapt. Olsen, van Danzig naar Cardiff, bier gestrand, is niets geborgen, dan wat klèeren van het scheepsvolk en eene sloep. Het schip is geheel verbrijzeld, zoodat de wrak stukken overal verspreid liggen, of naar zee zijn gedreven. Sint-Maarten. De bevolking dezer gem. bestond op 1 Jan. 1890 uit 492 m. en 517 v., totaal 1009 personen. In 1890 zijn geboren 11 m. en 8 v., tot. 19 ingekomen van elders 25 m. en 20 v., tot. 45 overleden zijn 4 m. en 6 v., tot 10 vertrokken naar elders 26 m. en 36 v., tot. 62. Het getal huwelijken bedroeg 8. De bevolking bestond dus op 1 Jan. 1891 uit 498 m. en 503 v., tot. 1001 pers., naar degodsd gezindheden verdeeld als volgt: Ned. Herv. 735- R.-Kathol. 188, Chr. Geref. 59, Doopsgez. 17 en tot geen gezindheid behoorende 2. Warmenhuizen. De nieuwjaars-collecte, alhier gehouden, bracht f 245 op; daarbij werd eene toelage uit degemeentekas gevoegd, waardoor eene som van f 376 over 80 gezinnen verdeeld kon worden en uitgereikt in sommen van f 27 Westgraftdijk. Door milde bijdragen van de meer gegoeden daartoe in staat gesteld, kon 5 dezer eene commissie het genoegen smaken aan behoeftigen alhier in ruime mate voedings middelen en brandstoften uit te deelen. Bovenkarspel. Jl. Dinsdag.en Donderdag avond werd alhier, door een zang- en operet- tengezelschap eene uitvoering gegeven die, getuige de opkomst, zeer in den smaak viel. De heer P. Fransen had zich alle moeite getroost om onze ingezetenen deze genotvolle avonden te verschaf fen, en was daartoe gedrongen om in de nood der armen onzer gemeente te helpen voorzien, daar hij de opbrengst van deze uitvoeringen, na aftrek der noodige kosten, der diaconie onzer gemeente zou ter hand stellen. Er werd voortreffelijk gespeeld. Ook de heeren musici uit Enkhuizen oogstten een daverend applaus, telkens als zij zich deden hooren. Westwoud. - Jl. Maandag had alhier op de Wijzend een wedstrijd op schaatsen plaats voor de mingegoeden uit deze gemeente. Niet minder dan 78 personen hadden zich daarvoor aangemeld. Door eene inteekeningslijst bij de meergegoeden in deze gemeente was eene vrij aanzienlijke som bij elkander gekomen, zoodat de commissie aan iederen deelnemer kon geven 310 turven, benevens zooveel brooden als er per sonen in het gezin waren. Bovendien kreeg iedere winnaar nog een groo- tere of kleinere som aan geld, naarmate hij meer of minder won. Voor de laatste drie rijders had men als prijzen bepaald 3, 2 en 1 gulden. De prijs van 3 gulden werd behaald door D. Nooij, die van 2 gulden door K. Snip, voor J. van Straten, en die van 1 gulden door P. Oost- wouder voor H. Bouwman. Westwoud. Jl. Woensdag had alhier, voor de tweede maal in dezen winter eene hardrijderij plaats met paard en arreslede, waaraan alleen paarden konden deelnemen die nooit een prijs of premie gewonnen hadden. De prijs (f 25) werd behaald door de zwarte merrie „Snel", van den heer C. Edel, te Zwaag, pikeur de eigenaar, de iste premie (f 10) viel ten deel aan de zwarte merrie „de Hoop" van den heer T. Schilder te Spierdijk, pikeur Jb. Schilder, de 2de premie (f 5) verkreeg de zwarte bles ruin „Appollo", van den heer A. Bakker te Hoorn, pikeur de eigenaar. Andijk. Jl. Vrijdagavond had alhier een vergadering plaats, en is de IJsclub opgericht. Hon derdzeventien leden zijn toegetreden. Gisteren wer den sommige arbeiders aangesteld, om enkele slooten voor schaatsenrijders begaanbaar te maken. 't Doel der Vereeniging is werkverschaffing in dén winter aan minvermogenden door sneeuw- opruiming, en bij gladde wegen door zandstrooiing. Oudkarspel. De bevolking dezer gemeente bestond op 1 Jan. 1890 uit 737 m. en 726 v., totaal 1463 personen. In 1890 zijn geboren 20 m. en 24 v., tot. 44ingekomen van elders 32 m. en 30 v., tot. 62 overleden zijn 12 m. en 17 v., tot. 29 vertrokken naar elders 33 m. en 34 v., tot. 67. Er zijn 12 huwelijken voltrokken, als 10 tusschen jonkm. en jonged., 1 tusschen weduwn. en weduwe en 1 tusschen gescheiden man en jonged. 1 echtscheiding had plaats en 1 werd levenl. aan gegeven. De bevolking bestond dus op 1 Jan. 1891 uit 744 m. en 729 v., tot. 1473 pers. naar de ver schillende godsd. gezindheden verdeeld als volgt Ned. Herv. 1133, R.-Kath. 271, Luth. 3, Doopsgez. 29, Ger, gezindh. 27, Chr. Geref. 2, Romonstr. 1, Waalsch Herv. 1, tot geene gezindheid behoorende 6. Alkmaar. ïn //Harmonie" liad jl. Vrijdag op uitnoodiging van de heeren A. J. Kaan, van Wieringerwaard, J. Breehaart Kz., van Winkel en Th. J. Waller, van Anna Paulowna, eene goed bezochte openbare vergadering plaats ter bespreking van het ingediend wetsontwerp betreffende de vast stelling van bet bedrag der grondbelasting op de gebouwde en ongebouwde eigendommen, in verband met het wetsontwerp tot herziening der algemeene regels ten aanzien der plaatselijke belastingen. De heer Tb. J. Waller, deelde der vergadering mede, dat door hem en de beide andere heeren een concept-adres was ontworpen aan de Tweede Kamer, waarin aangedrongen werd op het aan brengen van eenige h. i. noodzakelijke wijzigingen. Spreker lichtte dit adres, aan de hand van het ontwerp van wet en de memorie van toelichting, uitvoerig toe, daarbij eenige voorbeelden aanhalende, welken invloed aanneming van bedoeld wetsontwerp op de financiën van enkele gemeenten zou tengevolge hebben, in den verderen loop der vergadering daarbij gesteund door den heer J. Breebaart Kz., die met tal van cijfers de kwade gevolgen, die onveranderde aanneming, mede z. i., ten gevolge zou hebben, aantoonde. Na eenig debat, waaraan de heer D. v. d. Stok, van Nieuwe Niedorp, W. F. Stoel, mr. A. P. de Lange en M. Oohen Stuart, van hier, deelnamen, waarbij op enkele bezwaren gewezen werd, werd het adres onveranderd vastgesteld en staande de vergadering door een deel der aauwezigen geteekend. De heer P. F. L. Waldeck, van Loosduinen, gaf der commissie in overwegiug, aan alle burgemeesters in Nederland een afschrift te zenden met verzoek om adhaesie. De vergadering werd bijgewoond door de leden der 2de Kamer: de heeren Land, van Dedem, Boreel en de Meijierde heer mr. W. van der Kaay was door ongesteldheid verhinderd. Het adres is van den volgenden inhoud: dat de regeering in hare memorie van toelich ting, bij genoemd wetsontwerp gevoegd, erkend, dat bij deze regeling der grondbelasting peraequatie gepaard moet gaan met verlaging en dat zij niet tegenstaande die verklaring, dat die verlaging ge biedend gevorderd wordt door de omstandigheden, waarin het grondbezit verkeert, eene bewering, die wij ten volle beamen, eindigt met voor te stellen de Grondbelasting op het gebouwde metf74S000 en die op het ongebouwd met f 400000 te ver- hoogen, zonder in het minst aan te toonen dat door den grond evenredig te weinig wordt betaald. Adressanten hebben te vergeefs getracht, het logische verband te ontdekken en het heeft hun te meer bevreemd, die verhooging door de Regeering te zien voorstellen, nadat de door haar ingestelde landbouw-commissie in haar uitgebracht rapport, gevoegd bij de door haar ingestelde enquête, deze woorden heeft geplaatst: ,/Zonder vermindering «van lasten in het algemeen en zonder afschaffing z/in het bijzonder van die heffingen, die de voort brenging belemmeren en het verdwijnen van den „eigengeerfden boerenstand in de hand werken, is aan geene wezenlijke verbetering te denken." Tot die heffingen behooren zeer zeker in de eerste plaats de mutatierechten en het wordt dan ook door hen ten zeerste betreurd, dat door de regeering niet tegelijk met dit wetsontwerp een voorstel is ingediend, om, zoo al geheele afschaffing der mu tatierechten voor dit oogenblik onmogelijk is, die rechten aanzienlijk te verlagen. Wat het tweede wetsontwerp betreft, wijzen zij op de verschillende werking die dit wetsontwerp, eoo het onveranderd in de //Staatscourant" verschijnt, zou uitoefenen in de verschillende deelen des lands. Daar waar de kosten van wegen en vaarten ten laste zijn der gemeenten, zouden de grondeigenaren aanzienlijk worden bezwaard, zoowel, en hierop wordt bijzonder gewezen de inwonende als de uit wonende terwijl daar waar de wegen en vaarteD zijn daargesteld en onderhouden worden door water schappen of andere corporatiën, de uitwonende eigenaren of geheel of gedeeltelijk zouden worden vrijgesteld van de betaling der opcenten op de grondbelasting. Wel zouden ook daar de inwonende eigenaren van die betaling ontheven zijn, maar door het verlies dat in Jdie gemeenten in hare inkomsten zou geleden worden, zouden die inwo nende eigenaren zooveel zwaarder in de eigen directe belastingen, door die gemeenten te heffen, worden getroffen. Adressanten zijn dan ook overtuigd dat daar, waar getracht worden moet de gemeen tefinanciën te versterken, dit niet gezocht moet worden in het verzwaren der opcenten op de Grondbelasting, daar hierdoor de kleine grondbezitter-gebruiker, zwaar zal worden gedrukt, tenzij de percentage, door het Rijk op de grondbelasting te heffen, lager worde gesteld. Zij wijzen hierbij tevens op den zwaren last, die op den Landbouw is gelegd bij de laatste regeling der Grondbelasting op de gebouwde eigendommen, door ook de landbouwschuren aan te slaan en dien aanslag zoo hoog op te voeren, dat het niet meer tot de groote zeldzaamheden kan gerekend worden, den aanslag van de huurwaarde van het gebouwd hooger te zien, dan de pacht van gebouwen met het daarbij behoorend land bedraagt. Ook meenen zij, dat daar waar in het wetsont werp wordt voorgesteld, art. 238 der gemeentewet te wijzigen en art. 254 dier wet te doen vervallen, de landbouw opnieuw zwaar dreigt getroffen te zullen worden. Hoewel zij nu erkennen, dat deze twee artikelen der gemeentewet bij het daarstellen van gemeente instellingen als b. v. gasfabrieken, abattoirs enz. aanleiding tot moeielijkheden geven, zoo is het toch hunne vaste overtuiging dat daar waar die gemeente-instellingen, marktgelden, wik en weeg- loonen betreffen, het niet aan de gemeentebesturen kan worden overgelaten, het bedrag dier heffingen vast te stellen, zelfs niet met de restrictie, dat het bedrag dier heffingen door Gedeputeerde Staten wordt goedgekeurd. Bij de nog voor eenige jaren bestaande heffingen van marktgelden, wik- en weegloonen te Alkmaar en te Hoorn, nu dank zij de 2de Kamer een wei nig verlaagd, maar bij aanneming dezer wet zeer zeker zoo niet boven dan toch weder op de vroegere cijfers door die gemeentebesturen teruggebracht, was het een zeldzaamheid, dat een landbouwer met een bedrijf van 20 bunders weiland en dus ongeveer 20 koeien melkende, aan die heffingen f 50 betaald. Deze belasting, drukkende op de omliggende bewo ners dier provinciesteden, en dus niet op hunne inwoners, is zoo exorbitant hoog, dat verdere com mentaar hun geheel overbodig toeschijnt. Tot nog toe heeft het kapitaal, 111 onroerend goed belegd, eene groote bijdrage geleverd voor de in standhouding van het huishonden van den staat. Het kapitaal in portefeuille heeft tot heden weinig of niets daaraan betaald. Adressanten zijn dan ook van oordeel, dat, zoolang van dit laatste- geene grootere offers gevraagd worden, het grondbezit wel verre van grootere bijdragen in de Staathuis houding te worden opgelegd, het veeleer in aan merking komt die bijdrage te verminderen. Zij zouden het betreuren als deze kwestie de verkiezingen in dit jaar ging beheerschen, maar toch ontveinzen zij zich niet het gevaar, dat daar voor bestaat, indien de landbouwersstand in plaats van overeenkomstig het advies der landbouwcomrais- sie ontheven te worden van die heffingen die de voortbrenging belemmeren en het verdwijnen van den eigengeerfden boerenstand in de hand werken, nog zwaarder wordt belast, Blijkt het echter dat op geene andere wijze te gemoet is te komen aan den eisch tot versterking der gemeentefinanciën, dan door de uitwonende grondeigenaren in die gemeente daaraan te laten bijdragen in den vorm van hoogere opcenten op de grondbelasting, dan meenen adressanten dat de grondbelasting op de gebouwde en ongebouwde eigendommen vastgesteld moet worden op vier ten honderd. Adressanten meenen, dat de twee millioen, die het Rijk daardoor zou opofferen, aan de schatkist terug kunnen worden gegeven, door aau het Rijk de 28 opcenten op het patent te laten behouden, die volgens de memorie van toelichting een millioen opbrengen, een verlies voor de plattelands-gemeenten van weinig beteekenis, gelijk ook uit de staten door de regeering bij het wetsontwerp gevoegd, blijkt, en door aan het Rijk de bevoegdheid te laten 10 opc. op de hoofdsom der personeele belasting te blijven heffen, een bedrag ook circa een millioen vertegenwoordigende, en niet zooals nu wordt voor gesteld, die opcenten ten bedrage van 20 gebeel prijs te geven. Hierdoor zou de ingediende wet tot herziening der algemeene regelen ten aanzien der plaatselijke belastingen gewijzigd moeten worden en zou naar hunne meening de vrijstelling, vervat in 4, kunnen en moeten vervallen, waartoe te meer reden bestaat, omdat hierdoor de ongelijke werking der wet in de verschillende deelen des lands zeker zeer zou worden verminderd. Adressanten verzoeken dus de Kamer lste Hare goedkeuring aan het Wetsontwerp tot vaststelling van het bedrag der grondbelasting alleen dan te verleenen, als het bedrag wordt vastgesteld op vier ten honderd. 2de Het wetsontwerp tot herziening der algemeene regels ten aanzien der plaatselijke belastingen niet aau te nemen, dan tenzij a. aan paragraaf 1, handelende over art. 238 der gemeentewet, worden toegevoegd deze woorden „Daar waar deze retributies, marktgelden, wik- nof weegloonen betreffen, mogen deze echter tot z/geen hooger bedrag geheven worden dan noodig ,/is te achten, om den betaler naar evenredigheid „van het gebruik of genot, dat hij heeft, in de „kosten van aanleg, onderhoud of verstrekking van „het door hem gebruikte of genotene te doen dra- „gen poortgelden en recognitiën wegens de uit- „oefening of aanvaarding van bedrijven of bedie ningen worden in geene gemeente geheven." b. Uit par. 3 handelende over art 240 der ge meentewet te doen vervallen, het onder a. genoemde. c. par. 4 handelende over art. 242 der gemeente wet. te wijzigen en te laten luiden: Het getal der opcenten op de hoofdsom der grondbelasting kan zoowel voor de gebouwde als ongebouwde eigendommen tot zestig gaan. Worraerveer. Jl. Zondag vergaderde alhier het hoofdbestuur van den Provincialen Bond voor Harmonie- en Fanfarecorpsen. Vertegenwoordigd waren de corpsen te Amsterdam, Zaandam, Purmerend, Edam, Weesp, Wormerveer, Beets en Alkmaar. De voorzitter herdacht de feestelijkheden van het laatste concours te Edam, en de gulle ont vangst, zoowel van Edam's ingezetenen als van het gemeentebestuur ten deel gevallen. Besloten werd dit jaar den 26 Juli alhier een concours te houden. Tot het houden van een optocht bij die gelegenheid, is door den Burge meester reeds toestemming verleend. Haarlem. Den 8 dezer is de op 24 De cember aanbesteedde verdieping van het Spaarne en bijkomende werken gegund aan den laagsten inschrijver, den heer A. Visser, voor f 41620, met verplichte grondberging. Marine en Leger. Jl. Vrijdagmiddag zijn, onder toezicht van ver scheidene militaire en civiele autoriteiten, voor de torpedo-inschietplaats aan zijkanaal F op het Noord zeekanaal, proeven genomen om door middel van buskruit het ijs in de vaargeul te doen springen. De uitkomsten kunnen, afgezien van de kosten, niet zeer bevredigend genoemd worden. Door het korps genietroepen te Utrecht zijn proeven genomen met het doen springen van het ijs door middel van schietkatoen-patronen, welke, naar men verneemt, beter voldoen dan dynamiet- patronen. Bij koninklijk besluit van 5 Maart 11. (Staatsblad no. 30) is het bedrag der lichting van de nationale militie vastgesteld op 11000 man, waarvan 600 voor den dienst ter zee te bestemmen. Het aantal lotelingen, dat zich voor den dienst bij de zeemi litie aanbood, bedroeg 2056. De luits. ter zee lste en 2de kl. F. C. E. L. Koster en A. Pieren, uit Oost-Indie in Nederland teruggekeerd, zijn op non-activiteit gesteld. De luit. ter zee lste kl. A. C. Zeeman, thans nog dienende in de Marine-directie alhier, wordt toegevoegd als adjudant aan den commandant der stelling Willemstad. De plaatsing met 1 Febr. a. s. alhier, van den luit. ter zee 2de kl. F. Pinke staat in verband met zijn a. s. benoeming tot leeraar bij het Kon. Insti tuut voor de Marine alhier. Hr. Ms. schroef'stoomschip lste kl. „De Ruyter," onder bevel van den kapt. ter zee Wbaron Van Hogendorp, is bestemd om in de volgende maand naar Curaqao tfe vertrekken, ter aflossing van Hr. Ms. schroefstoomschip „Johan Willem Friso," dat aldaar is gestationeerd. Hr. Ms. raramonitor „Panter", onder bevel van den kapt.-luit. ter zee H. R. J. J. Thorbecke, thans gestationeerd te Dordrecht, komt 1 Febr. a. s. in station te Rotterdam, vanwaar hij 1 April naar Iiellevoetsluis terugkeert, ten einde deel te nemen aan de zomer-oefeningen in het zuider-frontier. Hr. Ms. Oorlogsstoomschip „Padang," comman dant de luit. ter zee lste kl. J. van Scheers, heeft, na het ondergaan der noodige herstellingen en het innemen van kolen, Singapore verlaten en is naar Atjeh teruggekeerd. Naar men verneemt is generaal-majoor Den Beer Poortugael, bevelhebber in de lste militaire afdee- ling, voornemens, ontslag uit den militairen dienst aan te vragen. Benoemd tot adjudant-onderofficier bij het 5de bat. lste reg. infanterie alhier, de sergeant-majoor J. Wieringa. Door den minister van Oorlog is bepaald dat aan de onderofficieren en minderen van de bataljons infanterie, aangewezen voor bezettingstroepen en aan die van het wapen der vesting-artillerie, een paar hooge vetlaarzen zal worden verstrekt, boven en behalve de twee paar schoenen, waarvan die mili tairen thans voorzien zijn en dat die laarzen alleen zullen worden gedragen bij practische oefeningen, bij artillerie-werkzaam heden, bij batterijbouw en bij wachtdienst en in bijzondere gevallen, waarin de bevelvoerende officieren ter plaatse dit bepaaldelijk nuttig of noodig acht. Departement van Marine in Oost-Indië. Ontslagenop verzoek, eervol uit 's lands dienst, de lithograaf bij het hydrographisch bureau te Batavia. Th. Andersom Overgeplaatstoff. v. gez. 2de kl. R. Willemsen, van „Oenarang" op „Van Speijk" idem K. A. E. Seipgens, van „Van Speijk" op „Oenarang". idem L. J. van den Berg, van „Gedeh" op „Soerabaja"; idem J. Kwast, van „Gedeh" op „Atjeh" luit. ter zee 2de kl. C. M. van Vliet, van „Merapi" op „Gedeh" adelb. lste kl. E. van Assum, van „Atjeh" sp „Merapi" luit. ter zee 2de kl. W. Gaade, van „Hydrograaf" op „Soerabaja" idem E. de Haan, van „Soerabaja" op „Banda" idem J. M. Comraijs, van „Melvill van Carnbëe" op „Samarang" idem H. van Praag, van „Samarang" op „Melvill van Carnbée" luit. ter zee lste kl. H. O. Feith. van „Oenarang" op „Flores" idem W. M. J. Visser, van „Flores" op „Gedeh" luit. ter zee 2de kl. W. J. Umbgrove, van „Blommendal" op „Gedeh" id. Jhr. C. Roell, van „Gedeh" op „Blommendal" adj.-adm. G. W. Erfmau, van „Flores" op „Koning der Nederlanden"idem H. W. Stoelman, van „Koning der Nederlanden" op „Flores" luit. ter zee 2de kl. C. J. R. Kroesen, van „Pontianak" op „Koning der Nederlanden" idem A. J. Loke, van „Pontianak" op „Atjeh" idem J. J. Oudemans, van „Koning der Nederlanden" op „Pontianak" idem C. Kruijs, van „Atjeh" op „Pontianak". Vergunning verleend om te repatriëeren luit. ter zee 2de kl. C. M. van Vliet, idem lste kl. W. M. J. Visser, off. v. adm. 2de kl. R. F. Baron van Heerdt tot Eversberg, luit. ter zee lste kl. J. M. Phaff, idem 2de kl. H. O. W. Planten en A. Pieren. Benoemingen, enz. Bij Kon. besluit zijn bevorderd tot commandeur in den orde van den Nederl. Leeuw, de heeren jhr. mr. G. L. M. H. Ruys van Beerenbroek, minister van Justitiemr. A. Van Naamen van Eemnes, Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal, en jhr. mr. G. J. Th. Beelnerts van Blokland, Voor zitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal. Tot zetters der directe belastingen te Zijpe zijn benoemd de heeren A. Schermer en G. Nieuwland ter vervanging van de heeren D. de Graaf en C. Paarlberg. Kerknieuw 8. Bedankt voor het beroep naar de Herv. gem. te Huisduinen, door den heer H. J. Heijnen, cand. te Amsterdam. Ds. R. Kuperus, pred. bij de Doopsgez. gem. van Burg, Waal en Oosterend, komt voor op het drietal voor pred. bij de doopsgez. gem. te Bar- singerhorn. Jl. Zaterdag werd de synodus contracta der Ned. Herv. kerk, samengeroepen tot behandeling van het hooger beroep, ingesteld door een pre dikant, van een uitspraak van het prov. kerkbe stuur in Noordholland, waarbij hij uit de Evan geliebediening ontzet was, op de gebruikelijke wijze door den predikant M. A. Perk gesloten. Buitenland. Frankrijk. De „Teraps" deelt een telegram mede uit Saint-Louis (in Fransch Senegambie), gedagteekend n Jan., waarin wordt gemeld, dat kolonel Archïmard (de aanvoerder der Fran- sche expeditie, welke uitgezonden is tegen koning Ahmadoe van Segu) de troepen van dezen neger- vorst bij Jouri (dertig mijlen ten Zuidwesten van de stad Proro) ten tweeden male heeft ge slagen. Duitschland. Te Hamburg is een gewel dige brand uitgebroken. Sedert jl. Vrijdagavond stonden de groote tabak-pakhuizen van Weber, Möller Co. in vlammen. Het tabakpakhuis van David Jessurum is reeds afgebrand. De schade is belangrijk. Engeland. Tengevolge van de hevige vorst is de scheepvaart op de Theems bijna geheel onmogelijk, zelfs voor groote stoombooten. Wegens de felle kou is het stërftecijfer aanmer kelijk toegenomen. Sedert Kerstmis is alle verbinding met Helgoland afgesneden, waar reeds gebrek aan levensmiddelen begint te ontstaan. Groote drij vende ijsvelden beletten het eiland te naderen, welks 2000 inwoners gewoon zijn geregeld we kelijks proviand aangevoerd te krijgen uit Ham burg. Italië. Uit Rome wordt gelegrapheerd, dat een sneeuwstorm, die 50 uren aanhield, alle verbindingen met Opper-Italie bijna geheel ver broken heeft. Te Rome zakte jl. Vrijdag nabij het Konin klijk paleis een in aanbouw zijnd huis in, waarbij

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche en Nieuwedieper Courant | 1891 | | pagina 2