HELDERSCHE-
NIEU WEDIEPER COURANT.
Jaargang 49.
M.l. Vrijdag 16 Januari 1891.
Nieuwsblad voor Hollands Noorderkwartier.
DOLORES.
„En deseipcreevl nimmer 1'
Jan Pietersz. Coen.
Het Vaderlandl ghetrouwe
Blijf ick tot in den doot:
Wilhelmuslied.
Vorscliljnt leaeren Dlasdag, Doncierdag en Zaterdag.
A 1) o ii u e m c n t s p r ij s per 3
Vuur de cuuraut binnen de gemeente
a ua:u' de overige plaatsen van Nedevlnnd
t H n naar alle landen, die in het postverdrag
zijn opgenomen (inbegrepen Oost-
Indië en Amerika)
t naar Zuid-Afrika
maanden.
0.70, met Zondagsblad 1.05
0 90, 1.35
1.75,
g 2.50,
2.10
3—
KEDACTRint-CHTGEVER
J. H. VAN BALEN.
Molenplein 162/163.
H E L D E R.
Pr ij s der advertentiën:
Van 15 regels 50 cent, elke regel meer 10 rent.Bij abonnement, naar gelang van de
hoeveelheid reu-els, aanmerkelijk lager.
Ingezonden mededeel!ngen en aanbevelingen, geplaatst tussehen don tokst, per regel 15 et
Advertentiën voor liefdadige doeleinden5„
Dienstaanbiedingen voor den werkenden stand5
Agenten in het buitenland: België, Mr. X. Bertoux, Agence de publicitc, 12 Rue Ste-Gudule, Bruxelles; N.-Jersey en Omstreken: Mr. P. Langeveld Mz., Okonito Co, Pass'aic.
Aan onze abonnés buiten de
gemeente wordt beleefd verzocht
bet verschuldigde abonnementsgeld over bet
4de kwartaal 1890, vóór 20 Januari a. s. te
willen overzenden, zullende anders door ons
daarover, met verbooging van 10 cents voor
de kosten, per post worden beschikt.
NEDERLAND.
HELDER, 15 Januari.
De luit. ter zee 2de kl. H. O. W. Planten is
in de laatste dagen van December, in Nederland
teruggekeerd, nadat hij er in geslaagd was, de
opneming der Kei-eilanden, in opdracht van liet
Koninklijk Nederlandsch Aardrijkskundig Ge
nootschap te voltooien.
De kustomtrek van alle eilanden der groep,
en de ligging der bergtoppen op Groot-Kei zijn
geheel in kaart gebrachtin de straten tusschen
de eilanden zijn tallooze peilingen gedaan, zoodat
het vaarwater daar thans geheel bekend is. Van
de, op groote schaal vervaardigde kaart der Kei
eilanden is door den heer Planten een copie
aangeboden aan de Indische Regeeringde kaart
met beschrijving zal in het Tijdschrift des Genoot-
schaps gepubliceerd worden.
De heer Planten heeft bovendien een uitge
breide verzameling etnographische voorwerpen,
alsmede tal van goedgeslaagde photographieën
van land en volk medegebrachtde tabellen der
meteorologische waarnemingen zijn eveneens van
veel waarde voor de kennis van die afgelegen
streken.
Als een bijzonderheid kan hier nog bijgevoegd
worden, dat de heer Planten de terugreis van
de Kei-eilanden naar Soerabaja heeft gedaan in
een, door hemzelf, met behulp van stuurman Buy
en eenige der beste timmerlieden op Kei, ver
vaardigd, scheepje van 13.5 meter lengte. Hij
vertrok in September en kwam den isten Novem
ber te Soerabaja aan, na Banda, Arabon, Boeton,
Boeloe, Koempa en Soemenap te hebben aange
daan.
Bij zijn vertrek ondervond hij van de zijde
der bevolking van Kei vele blijken van gehecht
heid. Toen hij van Tocal vertrok, deden eenige
honderde menschen hem uitgeleide.
"milleton van de Heldersche- en Nienwedieper Courant.
J{oman van Gravin EUFEMIA BALLESTREM.
(Uit li et Duitse h.)
„Ik heb geen behoorlijk toilet/' antwoord
de mevrouw Rusz kortaf en volstrekt niet
hoffelijk.
//O, ik zal ook maar in het zwart zijn,"
wendde Dolores vriendelijk aan.
,/Natuurlijk, natuurlijk!" haastte dr. Rusz
zich te zeggen. //Op uw trouwkleed, lieve
Adelheid, valt niets aan te merken."
//Zoo denk ik er ook over," sprak Dolores.
wEn ik zal er door Tkerese een crêpe kant
.aan laten zetten en een mutsje laten maken
:zij doet dat werkelijk heel aardig en ele
gant."
z/Ik heb geen crêpe en het is in de stad
niet te krijgen ook. Bovendien is het mij
te duur!" was het antwoord op dit vrien
delijk aanbod.
//O, ik heb er nog veel van Therese
heeft het uit B. voor mij medegebracht,"
merkte Dolores aan.
//Hoeveel kost de meter?"
z/Dat weet ik niet meer," zeide Dolores
lachende, //maar ge zult toch wel een stukje
van mij willen aannemen, niet waar?"
//Natuurlijk," sneed dr. Rusz een grove
•weigering zijner wederhelft af. //Wij schat
ten uwe vriendelijke hulp zeer hoog, lieve
Dolores, en vooral ik, die voor mijne vrouw
De onderstaande telegrammen zijn jl. Zondag
bij den voorzitter der Kamer van koophandel
en fabrieken te Rotterdam ingekomen
No. 1. Maatschappij is door grooten goederen-
aandrang en vermijding overvoering te Rotterdam
D. P. en Rotterdam Feijenoord verplicht voor
ontvangst binnenlandsch vrachtgoederenvervoer
uitsluitend station Rotterdam Maas open te stellen,
en wel Maandag, Woensdag en Vrijdag voor
zendingen ten noorden Utrecht, en Dinsdag,
Donderdag en Zaterdag voor zendigen voorma-
ligen Rijnspoorweg en ten zuiden daarvan gelegen
stations.
Directeur-generaal,
Cluysenaar.
No. 2. Maatschappij is door grooten goederen-
aandrang en ter vermijding overvoering Roosen
daal, verplicht Belgischen staatsspoorweg te ver
zoeken vrachtgoederenvervoer van Belgie naar
en via Roosendaal af 12 dezer te staken. Deze
beperking wordt zoodra doenlijk ingetrokken,
doch zal waarschijnlijk minstens drie dagen moeten
worden gehandhaafd.
Directeur-generaal,
Cluysenaar.
Maandag werd het volgende telegram ontvangen:
Ter voorkoming van opstopping onzer over
gangsstations van richting Duitschland zijn wij
tot ons leedwezen genoodzaakt aan Duitsche
spoorwegen te verzoeken tot en met 14 dezer
geen vrachtgoederen voor stations onzer lijnen
af te zenden en onderweg zijnde vrachtgoederen
zoolang op te houden.
Directeur-generaal,
Cluysenaar.
De „Amh. Ct." schrijft
„Bij het op 23 December door den Raad
van ministers aan de Tweede Kamer ingediend
wetsontwerp tot regeling van het inkomen der
Kroon wordt het bedrag voorgesteld „op een
som van zeshonderd-duizend gulden, alzoo op
hetzelfde cijfer, hetwelk bij de wet van 19 Au
gustus 1849 aan wijlen Koning Willem III was
toegelegd".
„Raadpleegt men de wet van 1849, dan klop
pen de cijfers volkomen maar zoo men de zaak
wat nauwkeuriger bekijkt, is de aangehaalde
zinsnede uit de Memorie van Toelichting niet
geheel juist. Feitelijk stelt de Regeering eene
verhooging van het inkomen der Kroon met
f 200,000 in het jaar voor. Het geheele inkomen
van de Kroon afgescheiden van de renten
van het persoonlijk particulier vermogen, waar
mede de Wetgev :r niets te maken heeft,
bestaat uit twee elementende inkomsten van
de Kroondomeinen en het rechtstreeks inkomen
uit 's Lands kas, waarvan hier de regeling wordt
voorgesteld. In 1849 is bij bet voorstellen van
dezelfde regeling als uitgangspunt aangenomen,
al die zaakjes moet opknappen, daar zij
tegenwoordig van de mode niets meer op
merkt. En ik zie ook gaarne uwe natuur
lijke schoonheid nog verhoogd door een on
berispelijk kleed, beste Adelheid!"
Mevrouw Rusz wierp haren gemaal epn
dankbaren blik toe. Ofschoon zij een jaar
ouder was dan hij, was zij toch eene indruk
wekkende verschijning.
„Wat moet ik daarbij doen? Ik zou uw
fijn gezelschap maar bederven verzette me
vrouw Rusz zich norsch, hetwelk zij echter
slechts voor den vorm deed.
„Dat doen beschaafde menschen nooit,
lievelingantwoordde Dr. Rusz teeder.
„Gij komt. dus en morgen vroeg komt
Therese uw kleed halen," zeide Dolores
hierop, om er een eind aan te maken en stond
toen op.
„Hoe, gaat gij reeds?"
„Ja, ik ben vermoeid en heb hoofdpijn
bovendien heb ik nog iets te doen, voordat
ik naar bed ga."
//Ik zal u vergezellen zeide Dr. Rusz,
tot groot misnoegen zijner vrouw, terwijl
Dolores er zich met een lichte zucht in
schikte.
Zij traden nu in dezen warmen avondlucht
naar buiten, gevolgd dopr twee jaloersche
blauwe oogen, waarvan geen blik ontging
aan den man, die in het donker aan de zijde
▼an die schoone vrouw voortschreed.
„Ik haat haar en hij moet zich in acht
nemen siste mevrouw Rusz. Wat zou zij
wel gezegd hebben, als zij gezien had, hoe
dokter Rusz haar zijn arm reikte, welke zij
inderdaad aannam Zij wilde het niet afwij-
dat het geheele inkomen van de Kroon èèn
millioen zou moeten bedragen. Men had toen
dus het gemiddeld opbrengstcijfer van de Kroon
domeinen te onderzoeken, om te weten welk
bedrag uit 's Land kas gevorderd werd om dit
totaalcijfer vol te maken. In de Memorie van
Beantwoording van het wetsontwerp van 1849
deelde de Regeering mede, dat deze opbrengst
in de laatst voorafgegane jaren gemiddeld f411,831
zuiver had bedragentot een rond cijfer herleid
vier ton gouds dus. In verband daarmede werd
het door de schatkist uit te keeren inkomen op
zes ton vastgesteld, en zoo hel millioen bereikt.
„Maar in de Memorie van Toelichting tot het
tegenwoordig wetsontwerp zegt de Regeerin
dat de gemiddelde opbrengst van de Kroondo
meinen „gedurende de regeering van Koning
Willem III hebben bedragen gemiddeld f 646,456
per jaar" alweder, in een rond cijferzes ton.
„Door nu het inkomen uit de schatkist vast
te stellen mede op zes ton, stelt de Regeering
als geheel inkomen van de Kroon voor, niet
het millioen 's jaars, dat men in 1849 als vol
doende aanmerkte, en dat ook nu wel vol
doende zal zijn, -- maar f 1,200,000 of: twee
ton per jaar meer. Ziedaar dus feitelijk eene
verhooging van twee ton 's jaars, die door geen
enkel argument wordt gedekt of gesteund. Mis
schien bestaan daarvoor goede redenen, maar
dan had de Memorie van Toelichting ze behooren
mede te deelenwij kunnen ze vooralsnog niet
bespeuren. Integendeel gelooven wij, dat de
tegenwoordige verhoudingen en toestanden, zoo
wel die in de maatschappij in het algemeen als
die betrekkelijk de schatkist in het bijzonder,
eene goede aanleiding geven om juist dit cijfer
van Staatsuitgaven niet indirect te verhoogen.
„Het geldt hier eene kiesche en teederezaak,
zal men zeggen juist daarom is het ieders plicht
om die onpartijdig en zonder schroom noch
valsche schaamte te beoordeelen".
Een Hollandsche Keppler. Misschien
de tijd zal het, wellicht na ons, moeten leeren
zouden we, in plaats van Keppler, zelfs wel
den naam van Galilei of Newton mogen plaatsen
boven de onderstaande mededeelingen omtrent
de Nederlandsche ontdekking, hypothese, theorie
of hoe men het noemen mag, die een gewich-
tigen invloed schijnt te zullen uitoefenen op de
wetenschap van het heelal en dan ook sedeit
1888 in groote mate de aandacht der geleerden
bezighoudt: de theorie van dr. A. Brester Jr.,
leeraar aan de H. B. school te Delft, over dc
chemische samenstelling van onze Zon en de
vaste sterren, die allen zonnen zijn van andere
werelden,
Het is een sotal jaren geleden, dat de astro
nomen. bij een totale zonsverduistering, waar
namen dat de Zon door een lichtkrans omgeven
zen, want zij was zich bewust, dat zij zich
tegenover dien man had laten medesleepen
door eene te groote heftigheid, welke haar
nu ongepast en onnoodig toescheen. Doe-
ter Rusz scheen hare gedachten te raden,
want na eenige schreden gedaan te hebben,
zeide hij
„Wat moet ge wel van mij gedacht heb
ben, toen ik u gisteren over zaken sprak,
die u zoo diep moesten treffenVergeef
mij met Staël's woorden: Toutcomprendre
c'est tout pardonner. En ge zult uij hegrij
pen, of misschien hebt ge reeds begrepen,
•wat ik bedoelde met de woorden, die u zoo
troffen
„Ach, ik wond mij onnoodig op," ant
woordde Dolores vriendelijk, Ge kent toch
zeker de legende van de Achillespees
welnu, ge hadt het ongeluk, juist de mijne
te treffen. Ook ik mag dus wel tot u zeg
genneem het niet te zwaar op, als ik mij
wat sterk heb uitgedrukt!"
„Ge hadt gelijk Ge hadt gelijk riep
<lokter Rusz uit. „O, ik ben zoo blijde dat
mijn schijnbaar gebrek aan tact in uwe oogen
verontschuldiging heeft kunnen vinden. Gij
weet, lieve Dolores, dat wij, arme menschen-
kinderen, steeds hopen, steeds plannen ma
ken, terwijl de toekomst voor onze oogen
verborgen blijft en de harten des menschen
gesloten zijn, opdat wij daarin niet kunnen
.lezen
//Wat wel zeer jammer is," merkte Dolo
res vroolijk en niet zonder bedoeling aan,
want zij had wel eens gaarne willen zien in
ket hart van haren geleider, of' diens ver
ontschuldigingen werkelijk zoo ernstig ge-
is en zich aan hare buitenzijde ontzagwekkende
lichtkolommen en een stralenkrans vertoonden,
die nader waargenomen <le namen ont
vingen van protubcranzen en corona. 1 >e Fransch-
man Petit hield die protuberanzen eerst voor
bergen (wier hoogte dan tot op zoowat 80.000
kilometers werd berekend); maar weldra kwam
men tot de hypothese, die nog heden vrij alge
meen wordt aangenomen, dat genoemde ver
schijnselen, in verband met de in 1612 door Ga
lilei ontdekte Zonnevlekken, op de volgende
wijze zijn te verklaren.
De Zon zoo redeneerde men bestaat uit
een donkere kern, omgeven eerst door nevelen,
daaromheen een lichtende massa (photospheer)
en eindelijk, als buitenste laag, een wolkenmassa
welke door de photospheer wordt verlicht,
een en ander te zamen eenige miliioenen malen
grooter dan het bolletje, hetwelk wij menschen
bewonen en dat wij ons soms verbeelden het
middelpunt van het heelal te zijn. Ten gevolge
nu van geweldige revoluties op de donkere zon-
nekern zoo h'ypotneseerde men verder
ontstaan ontzagwekkende storingen in dcgloeiende
gasmassas, welke die kern o.ngcvennevelen en
photospheer scheuren vaneen er ontstaat een
zonnevlek, waardoor men de donkere kern ziet,
en wolkachtige, natuurlijk gloeiende massas wor
den (in den vorm van protuberanzen) in de
buitenste zonatmosfeer uitgeworpen,
Toen dr. l.rester drie jaren geleden eene voor
dracht gereed maakte vuor de leden tier Haag-
sclie maatschappij „Diligentia", trof het hem
eensklaps, dat dc ontdekkingen op het gebied
der scheikunde tut eene geheel andere verklaring
van deze verschijnselen leidden, welke niet in
strijd kwam met de groote moeilijkheid, die zich
bij bovenvermelde hypothese voordeed, nl. om
die geheimzinnige geweldige „zonrevuluties" te
verklaren.
Wind. storm, orkaan, al wat op zulke atmos
ferische „revoluties" gelijkt dacht de geleerde
onderzoeker wordt op onze planeet veroor
zaakt door de afwisselende warmte, welke onze
Aarde van de Zou ontvangt. Ware die afwisse
ling er niet, dan ware er ook geen wind. En
daar nu de Zon zelve in glodenden toestand
verkeert en niet door iets anders wordt verwarmd,
kan er dus ook geen atmosferische stoornis, veel
minder „geweldige revolutie" bestaan. Integen-
deel, de Zon is het hemelsche „perpetuum itn-
mobile", de absolute rust, hieruit blijkende, dat
de haar omgevende gasmassa's, in plaats van
1 zooals anders zou moeten geschieden door
elkaar te worden geworpen en gemengd, vol-
i komen laagsgewijze blijven liggen: iets clatzelfs
al bij de minste atmosferische bewegingen en
dus zeker bij „geweldige revoluties" totaal on-
mogelijk zou zijn.
1 meend waren, als hij ze deed voorkomen,
i //God beware ons, dat zou verschrikkelijk
zijn!" riep dokter Rusz eveneens vroolijk
uit, want hij had liet terrein weder ver
overd. //Denk eens aan, wat men al te zien
en te lezen zou krijgen: woorden van liefde,
I waartoe de spraak zich zoo vriendelijk leent,
I berekening, list, afkeer
„Maar ook ware vriendschap en welwil-
i lendheid
„Deze wilde ik juist voor het laatst be-
1 waren. Maar met de hand op het hart, lieve
Dolores achter de grootste welwillend-
beid, de warmste vriendschap schuilt nog
een duiveltje, dat ons toefluistert: Als het
maar niet zoo belachelijk was, of als het
maar niet verboden was, of als liet zoo en
J zoo was
//Vriendschap en welwillendheid zijn ornler-
j deelen van dat grootsche, eenige gevoel
de liefde, die geen nevengedachte kent en
j .doof blijft voor het boosaardig gefiuister van
alle duivels der wereld!" antwoordde Dolores
met warmte en toch op vroolijken toon. Dr.
Rusz kon echter uit dezen toon niets bizon-
ders opmaken; ook kon hij niets lezen uit
hare trekken, die nu en dan door het maan
licht werden beschenen, dat tusschen de
boomen doordrong.
„Zij bemint dus en wil daarom niets van
een verbintenis met Alfred weten," dacht hij.
En luid zeide hij: „Ja, de liefde! Levens
zon, levenslicht! Ach, waar zijt gij!"
(Wordt vervolgd.)