HELDERSCHE-
NIEUWEDIEPER COURANT.
Jaargang 49.
M. 9. Woensdag 21 Januari 1891.
Nieuwsblad voor Hollands Noorderkwartier.
J. H. VAN BALEN.
PREMIEPLAAT.
Voorjaarsvrengde,
66> DOLORES.
,En desespereert nimmer!" I
Jan Piet er se. Coen.
Het Vaderlandt ghetrouwe
Bügf ick tot in den doot,
Wilhelmuslied.
Versolitlnt lederen Dinsdag, Donderdag en Zaterdag.
Abonnementsprijs per I maanden.
Voor de oourant binoen de gemeente0.70, met Zondagsblad f 1.05
naar de overige plaatsen van Nederland 0.90, nu 1.35
u n naar alle landen, d!e in bet postverdrag
zijn opgenomen (inbegrepen Oost-
Indië en Amerika) 1.75, 2.10
naar Zuid-Afrika2.50, 8.
REDACTEUR-UITGEVER
Molenplein 162/163.
HELDER.
Prijs der advertentiën:
Van 15 regels 50 cent, elke regel meer 10 cent. Bij abonnement, naar gelang van de
hoeveelheid regels, aanmerkelijk lager.
Ingezonden mededeelingen en aanbevelingen, geplaatst tnssohen den tekst, per regel 15 et
Advertentiën voor liefdadige doeleindend 6»
Dienstaanbiedingen voor den werkendan Btandn
Agenten in liet buitenland: België, Mr. N. Bertoux, Agence de publicité, 12 Rue Ste-Gudule, Bruxelles; N.-Jersey en Omstreken: Mr. P. Langeveld Mz., Okonite Co, Passaic.
Wij bieden onzen abonnés als premie op de
„Heldersche- en Nieuwedieper Courant" dit
jaar aan de prachtige staalgravure
groot 80 bij 55 cM.
Deze fraaie gravure kunnen wij onzen
abonné's leveren tegen den ongehoord lagen
prijs van f 1.25. Zij, die niet op onze courant
geabonneerd zijn, kunnen deze plaat niet
bekomen. Daar wij slechts een klein getal
gekocht hebben, verzoeken wij hun, die een
exemplaar verlangen, dit ten spoedigste op te
geven.
De gravure zal gedurende eenige dagen
bij de firma DE BUIS0NJÉ Zn. alhier wor
den tentoongesteld. De lijst, waarin die
gravure is gevat, is vervaardigd door den
heer A. BREET Wz., alhier.
NEDERLAND.
HELDER, 20 Januari.
De gewone audiëntie van den minister van
Oorlog zal op Donderdag a. s., 22 dezer, niet
plaats hebben.
Men schrijft van 's Hage aan „de Amster
dammer"
Omtrent de in wording zijnde reorganisatie
van het korps ambtenaren bij de rijkstelegraaf
is tot op heden nog niet in allen deele beslist.
Den met de nieuwe regeling belasten ambtenaar
is de strengste geheimhouding opgelegd, zoodat
niemand kan zeggen wat de toekomst zal baren.
Erg gerust zijn de ambtenaren daarover niet.
Velen vreezen, dat men hen met I April, den
dag, waarop de reorganisatie zal ingaan, of al
thans zoo kort mogelijk daarvóór, voor een
„fait accompli" zal stellen. Hierdoor zou, zoo
redeneert men, worden voorkomen, dat de be
trokken hoofden lastig worden gevallen met
klachten over vermeende of rechtmatige grieven.
Naar men mij verzekert, is de tegenwoordige
minister van Waterstaat enz. een zeer consciën
tieus mensch en beijvert deze zich zooveel hij
kan om aan ieder recht te doen wedervaren.
Fouilleton ran de Heldersche- en Nieuwedieper Courant.
Roman van Gravin EUFEMIA BALLESTREM.
(Uit het Duitse h.)
„Natuurlijk. Ik vroeg het namelijk niet
zonder reden en persoonlijk belang," zeide
dr. Rusz openhartig. „Voor den wintertijd
is er natuurlijk weinig aanneembaars voor
mij te vinden, dat ligt voor de hand
„Zekerbevestigde Dolores, toen hij
ophield.
„Ik ben dus gedwongen tot dien tijd nog
ledig te blijven," ging hij voort, en dan
zonder dak
Weer hield hij op de gewenschte uit-
noodiging echter kwam niet. Dolores, wie
deze uitnoodiging reeds op de lippen zweefde,
dacht plotseling aan Engels en aan diens
wantrouwen tegen dr. Rusz. Ook bedacht
zij, dat hij reeds lang genoeg onder haar dak
had doorgebracht kortweg, zij zweeg.
Langzaam haalde dr. Rusz zijn zakdoek te
voorschijn en veegde daarmede over zijn
voorhoofd dit was vochtig geworden.
„Welnu, lieve Dolores, mogen wij ook tot
den herfst blijven vroeg hij nu en al de
welluidendheid zijner stem klonk in die
vraag.
„Wel zeker ik verzoek het u zelfs
riep zij uit, niet zonder eenige ironie in haar
stem.
Zal de openlijk toegezegde gelijkstelling met
de postambtenaren evenwel niet alleen in naam,
maar ook in de daad plaats vinden wordt,
zooals de minister aan den afgevaardigde Van
Kerkwijk op diens interpellatie daarover verze
kerde, eindelijk gebroken met het treurige bascule
stelsel, d. i. met maxima en minima voor amb
tenaren in denzelfden rang,dan zal het aange
vraagde crediet ontoereikend blijken.
Toch kan ik bezwaarlijk aannemen, dat deze
minister zijne goedkeuring zou hechten aan een
plan, waarbij de telegraaf-ambtenaren met 25-
jarigen dienst gelijk zouden worden gesteld met
hunne collega's bij de posterijen, die 12 dienst
jaren tellen terwijl zij, die van 15 tot 20 jaren
in 't gareel liepen, een rang zouden bekomen,
door de postambtenaren reeds na 5 A 6 jaren
behaald. Geve de toekomst een bevestigend
antwoord op de gunstige verwachtingen, omtrent
den tegenwoordigen minister gekoesterd.
Men schrijft aan de „N. R. Ct." uit Parijs
De heer Travaglino, directeur der Internationale
sporttentoonstelling, welke dezen zomer te Sche-
veningen zal plaats hebben, is hier om een
comité van Fransche heeren te vormen ten behoeve
dier onderneming. Hij is met hetzelfde doel te
Berlijn en te Brussel geweest, waar hij zeer goed
geslaagd is, en hij stelt zich voor, ook naar
Weenen te gaan. De heer Travaglino heeft brieven
van aanbeveling bij zich van het ministerie van
builenlandsche zaken te 's Hage aan de Neder-
landsche legaties in den vreemde, hetgeen zijne
taak in hooge mate vergemakkelijkt, en het is
zeer waarschijnlijk dat hij met den krachtigen
steun van den Nederlandschen gezant te Parijs
ook hier slagen zal met het vormen van een
comité.
Deze sporttentoonstelling is voor Scheveningen
van groot belang, en het zou zeer wenschelijk
zijn, als daaraan buitenslands de grootst moge
lijke bekendheid kon gegeven worden, ten einde
vreemdelingen naar de Nederlandsche zeekust
te lokken.
De architect Liefrink heeft een zeer lichten en
sierlijken houten gevel ontworpen voor hetgebouw,
dat achter het groote badhuis komt te staan.
Het zal hier echter moeilijker zijn voor deze
zaak inzenders te vinden dan een comité gevormd
te krijgen, want de Fransche industrieelen begin
nen van tentoonstellingen wel wat genoeg te
krijgen.
De jachtwet. De heer Mr. H. Ph. de
Kanter te Haarlem, wil eene krachtige beweging
op het touw zetten tegen de jachtwet.
Hoorden wij niet op een onzer laatste land-
bouwvergadering, zegt hij 0. a. in een artikel
in de „N. R. Ct." hoe huurders van een
heerlijk jachtrecht een paar jaar niet kwamen
jagen, om dan het genot te hebben, er in een
Rusz hoorde dit ook zeer goed, want hij
had fijne ooren, die dikwijls meer hoorden
dan noodig was. Het bloed, dat hem naar de
wangen en het voorhoofd steeg en de snelle
ruk, waarmede hij zijn zakdoek aan flarden
scheurde, werden door de duisternis verborgen
alleen het geraas, dat het langgerekt
scheuren veroorzaakte, trof Dolores' ooren
en deed haar onaangenaam aan. Het was
echter geschied dr. Rusz en zijne vrouw
zouden tot den herfst op den Valkenhof
blijven en de humor, waarmede Dolores ge
zegend was, bracht haar dadelijk de ontstelde
Engels voor den geest, zoodat zij onwille
keurig glimlachte, wat natuurlijk ook door
de duisternis verborgen bleef. Daar Rusz
slechts eenige onverstaanbare woorden mom
pelde, voegde zij er bij
„Uit eigenbelang zou ik u ook reeds ver
zocht hebben, tot den herfst bij mij te blijven,
want ik hoop nog veel van uwe kennis te
profiteeren
„Uwe goedheid is grooter dan mijn
kennis," antwoordde Rusz weer kalm en
hoffelijk.
Dolores lachte.
„Zeg dat niet," zeide zij „ten minste niet
voordat ge zeker weet, dat ik geen paarden
voet in mijn Weener schoenen verborgen
heb. En nu, goeden nacht tot morgen
Daarna ging zij naar binnen.
Dr. Rusz bleef alleen achter onder de
boomen en zag haar na, tot zij uit het
gezicht verdwenen was.
„Dien paardenvoet ken ik, gij, nolime
tangere," mompelde hij.
paar dagen zoo'n driehonderd tegelijk te kunnen
afmaken. Nogeens, wie voedt de beesten Niet
de eigenaar van het heerlijk jachtrecht, die de
huur van de jacht opsteekt, maar de arme boer,
die als hij een hand naar dat tuig uit
steekt, dat zijn oogst vernielt, door de wet
wordt gestraft.
Verder wijst hij op de talrijke misdrijven, die
uit de toepassing der jachtwet voortvloeien,
de laatste weken zijn er vol van, en verzoekt
ten slotte aan allen, die hem willen steunen, 1
hem (per brieikaart) hun naam en woonplaats
op te geven. Later zullen zij dan een adres
ontvangen met verzoek, dat in hunne omgeving
te laten circuleeren.
Te Berlijn wordt verhaald, dat de Keizer
van Duitschland, die in het voorjaar weer een
bezoek aan Engeland zal brengen, op reis daar
heen ook ons Hof zal bezoeken.
DROOGMAKING DER ZUIDERZEE.
Weder heeft het dagelijksch bestuur der Zuiderzee-
Verceniging een nota in het licht gegeven, opge
maakt door den chef van het het technisch onder
zoek, den ingenieur C. Lely.
Een tweetal punten, betrekking hebbende op de
afsluiting van de zee door een dijk Noordholland
WievingenFriesland, wordt daarin behandeld.
Ten eerste zet de heer Lely uiteen hoe de af
sluitdijk ingericht moet zijn en hoeveel de kosten
van den dijk, de sluizen en de bijkomende werken
zullen bedragen.
Hij komt daarbij tot de volgende slotsommen
„1. dat bij het maken van den afsluitdijk afdoende
voorzorgsmaatregelen dienen te worden genomen,
om vorming van diepe geulen tijdens de uitvoering
te voorkomen
2. dat hiertoe de sluitgaten, waarin de bodem
door eene grondbezinking over de geheele lengte
moet worden verdedigd, alvorens de dijk daarin
kan worden opgewerkt, ongeveer 15000 M. lang
moeten zijn.
3. dat de bodem der zee volgens de richting
van den afsluitdijk grootendeels uit zand bestaat en
geschikt is tot het dragen van het dijkslichaam
4. dat de grond voor den afsluitdijk hoofdzake
lijk kan worden ontleend uit het kanaal door Wie-
ringen, waar de bodem gedeeltelijk uit zand en
gedeeltelijk uit klei of leem bestaat;
5. dat de grond uit het kanaal ran Harlingen
langs den Frieschen dijk grootendeels kan worden
gebruikt tot verzwaring en verhooging van dat ge
deelte van den Frieschen dijk, en verder evenals de
grond uit de voortzetting van dit kanaal door den
Makkumraervaart in den dijk kan worden verwerkt
6. dat de tijd voor de uitvoering van de af
sluiting met de bijkomende werken op niet minder
dan 8 jaar is te stellen.
7. dat de kosten voor de afsluiting met de slui-
,,'t Is goed gij hebt het gewild, de
slag is gevallen. Maar neen er is nog
een tusschenweg en als gij een goede engel
hebt, kan deze u daar nog op brengen."
Dolores had dien nacht zware, zonderlinge
droomen. Zij droomde, dat zij in de koude
nacht op een oneffen steenachtige weg, welks
scherpe kanten hare voeten verwondden,
moest kampen, tegen een dikke, zware mist.
Eindelijk stond zij voor een ondoordringbare,
grijze muur zij wist niet, of het mist of
een rots was, die den weg versperde. Om
haar heen gaapten oneindig diepe afgronden,
en toen zij zich omkeerde om terug te gaan,
had een schuimend water den weg overstroomd
of weggeslagen, zoodat zij verloren scheen.
In de verschrikkelijke angst, die zich van
haar meester maakte, klopte zij tegen den
rots, als aan een deur. En ziet de kale
grijze muur scheen zich te openen, de nevels
schenen op te trekken, al dunner en dunner
te worden en eindelijk kon zij door de muur
heen zien en zag zichzelf in haar eigen
kamer zitten. Zij was echter niet alleen.
Tegenover haar zat dokter Rusz. Deze sprak
druk tegen haar zij hoorde de muzi
kale toon zijner stem, maar zijne woorden
verstond zij niet. Hij schoof haar over de
tafel een groot beschreven papier toe, en zij
zag, hoe zij zelve het document aangreep,
verscheurde en in het vuur wierp, dat in den
schoorsteen brandde. Toen stond dr. Rusz
op, drukte op een veer op den schoorsteen
mantel en de geheele schoorsteen met dr.
Rusz draaide als een molen rond en toen
het voorgedeelte weer verscheen, was dokter
zen en bijkomende werken op 42 millioen gulden
zijn geraamd."
In de tweede plaats worden nagegaan welke de
voor- en nadeelen der afsluiting buiten verband
met de droogmaking zullen zijn. Tegenover de
voordeelen der afsluiting voor de waterkeering, de
waterloozing, waterverversching en voor de spoor
wegverbinding NoordhollandFriesland staan de
nadeelen, welke de visscherij er van zal ondervinden.
Dit punt wordt uitvoerig besproken in een nota
vrn dr. P. P. C. Hoek, den rijks-adviseur voor
visscherijzaken. Deze zet uiteen, dat wanneer de
Zuiderzee afgesloten wordt door een dijk Enk
huizenUrkKeteldam, de visscherij tot op een
vijfde zal inkrimpen, doch dat zij geheel zal ver
dwijnen bij den aanleg van een dijk Noordholland
WieringenFriesland. Het is echter de vraag of
ook bij het eerste plan de visscherij niet op den
duur zal verdwijnen.
De heer Lely treedt nu in een vergelijking van
de voor- en nadeelen der afsluiting. Z. i. nu wegen
de voordeelen, al zijn zij niet precies onder cijfers
te brengen, op tegen het nadeel van het verlies
der visscherij. Wanneer echter de afsluiting in
verband met een latere droogmaking wordt gebracht,
dan verkrijgen we een nieuwe provincie van vrucht
baren kleigrond, waarvan de bruto-opbrengst vele
malen die der visscherij (geschat op 1 a 2 milli
oen gulden) zal overtreffen. De heer Lely komt
eindelijk tot het volgende beslnit:
1. dat de voordeelen der afsluiting, wanneer deze
buiten verband met de droogmaking wordt be
schouwd, betrekking hebben op
a. de afdoende beveiliging tegen overstrooming
van de Zuiderzeeprovinciën
b. de vermindering van de onderhoudskosten der
dijken binnen de ontworpen afsluiting.
c. de waterloozing van de boezems en polders,
die op de Zuiderzee afwateren.
d. de waterverversching van Friesland en Noord
holland.
e. de spoorwegverbinding over den afsluitdijk
tusschen Noordholland en Friesland.
2. dat de nadeelen der afsluiting betrekking
hebben op de visscherij.
3. dat de scheepvaart van de afsluiting geen
nadeel zal ondervinden.
4. dat volgens zijne raeening de voordeelen niet
van dien aard zijn, dat het wenschelijk zou zijn
alleen met het oog daarop, geheel afgescheiden van
eene latere droogmaking de afsluiting ten uitvoer
te brengen.
5. dat daarentegen die voordeelen wel van dien
aard zijn, dat wanneer de afsluiting in verband met
eene droogmaking wordt uitgevoerd, een belangrijk
gedeelte van de kosten der afsluiting alleen met
het oog op die voordeelen nuttig besteed kan
worden geacht, geheel afgescheiden van het belang,
dat aan de afsluiting voor eene latere droogmaking
is verbonden."
Rusz verdwenen. Toen begonnen zich weder
nevelen over deze duidelijke schilderij te
verspreiden snel, als voortgedreven door
den stormwind en weer werden de grijze
wolken vaneen gescheurd en nu zag Dolores
zichzelve in het schemerlicht staan, in het
wit gekleed, hand aan hand met A lfred
Ealkner. De plaats, waar zij stonden, was
het heksengat, beneden in het park. Het
schijnbaar beweginglooze water glinsterde
bun donker tegen, de dennen en beuken
fluisterden geheimzinnig boven hunne hoof
den en op een open plek van het park ver
toonde zich een bloedroode streep aan den
hemel, waar zooeven de zon was ondergegaan.
Alfred Falkner liet hare handen los en liep
in de richting van die streep voort. Toen
werd het donker. Het water van het heksen
gat sloeg over haar heen en het werd steeds
duisterder voor haar.
Daarna droomde zij verder, dat zij zich
langzaam door het park zag loopen, met
een brief in de hand, waarop een vreemd
poststempel stond. Zij scheurde het couvert
open en begon te lezen, maar terwijl zij
daarmede bezig was, viel er iets, w&t wist
zij niet, op het papier, en zij zag, dat er
een groot, rond gat met verzengde kanten in
ontstaan was. Weer weid dit beeld beneveld
en weer werd het licht, en zij zag zich over
het terras van den Valkenhof loopen, waar
Mevrouw Rusz en haar man stonden. Achter
haar liep een bediende, die de theetafel aan
bracht en alle namen plaats en zij schonk
drie koppen thee in. Toen kwam Engels
met haastige! schreden het terras oploopen hij