HELDERSCHE-
NIEU WEDIEPER COURANT.
Jaargang 49.
M. 15. ««dh* Woensdag 4 Februari 1891.
Nieuwsblad voor Hollands Noorderkwartier.
J. H. VAN BALEN.
„En desespereert nimmer 1'
J*n Pieterss. Coen.
Het Vaderlandt gketrouwe
Blijf ick tot in den doot:
Wilhelmuslied.
Versotiljnt lederen Dinsdag, Donderdag en Zaterdag.
Abonnementsprijs per 3 maanden.
Voor de courant binnen de gemeentef 0.70, met Zondagsblad 1.05
naar de overige plaatsen van Nederland 0.90, nu 1-35
uanr alle landen, die in het postverdrag
zijn opgenomen (inbegrepen Oost-
.Tn<Hë*en. Amerika) 1.75, 2.10
n ii njin*! 2.50, 8.
REDACT EUR-UtTGE VER
Molenplein 162/163.
HELDER.
Pr(js der advertentiëu:
Van 15 regels 50 cent, elke regel meer 10 cent. Bij abonnement, naar gelang van de
hoeveelheid regels, aanmerkelijk lager.
Ingezonden mededeelingen en aanbevolingen, geplaatst tnssoheu den tekst, per regel 15 ct
Advertentiën voor liefdadige doeleinden n
Dienstaanbiedingen voor den werkenden stand5»
Agenten net buitenlamp
(II I I
elgië,
N. Bertoux, Agence de publicité, 12 Rue Ste-Gudule, Bruxelles; N.-Jersey en Omstreken: Mr. P. Langeveld Mz., Okonite Co, Passaic.
Onderwijzers-tractementen.
(Ingezonden.)
Het streven naar lotsverbetering, dat tegenwoor
dig zich in zoovele kringen der maatschappij open
baart, laat, naar mij uit de dagbladen gebleken is,
ook de onderwijzers niet onverschillig. Althans in
de Amsterdammer" las ik, dat de aldaar geves
tigde Openbare Onderwijzers-Vereeniging (waarvan
naar ik meen ook hier ter plaatse eene afdeeling
bestaal) eene druk bezochte vergadering gehouden
had, waarop de positie van de onderwijzers daar
ter stede besproken werd en het besluit werd ge
nomen zich tot den Raad te wenden met verzoek
om een billijker regeling der jaarwedden.
Voor die handelwijze bestaat m. i. alle grond.
Sommige categoriën van onderwijzers aldaar, in
't bijzonder zij, wien het niet gelukt de hoofdakte
te verkrijgen, wat volstrekt niet uitsluit dat zij
zeer bekwame onderwijzers kunnen zijn, genieten
geen traclement, waarmee zij op den duur tevreden
kunnen wezen. Om het verwijt te ontgaan, denk
beeldige grieven te opperen, zal ik dit nader aan-
toonen, teneinde uit de tekortkomingen <i er Amster
damsche regeling de gebreken der Heldersche te
beter te doen uitkomen. Vooraf dient echter gezegd,
dat het niet valt te ontkennen dat de opeubare
onderwijzers en onderwijzeressen in de hoofdstad
des lands in veel gunstiger conditie verkeeren dan
hunne collega's in de provinciesteden en te platten
lande, wat uit de volgende tabel, mij op mijn
verzoek welwillend verstrekt, blijken zal. Het
salaris bedraagt voor hen
Zonder hoofdacte Met hoofdacte
3de onderwijzers f 600, f 800 j
2de f 700, f 900, of 1000, na
3 jaar f 1100 en na 6 jaar f 1200.
Voorwaar, geen onbillijke cijfers Voor menig
onderwijzer in andere plaatsen om te watertanden.
De gebreken, die evenwel deze regeling aankleven,
zijn de volgende.
De hoofdacte kan behaald worden op 20 jarigen
leeftijd. Neemt men nu in overweging, dat bij het
examen voor de hoofdacte één punt te weinig in
een der hoofdvakken tot afwijzing kan leideD, dan
is het duidelijk, dat er tusschen de wetenschappe
lijke kennis van een onderwijzer met en die van
een onderwijzer 2onder hoofdacte somtijds maar een
klein verschil bestaat. Gaat men bovenstaande tabel
na, dan springt het direct in het oog, dat een
onderwijzer van 20 of 21 jaar, die de hoofdacte
bezit, 100 gld. meer verdient dan een onderwijzer
van 30, 40 of 50 jaar, dié genoemde acte niet
bezit. Al is de eerste nu iemand, die geheel en al
feuilleton van de Heldersche- en Nienwodieper Courant.
72 DOLORES.
Roman van Gravin EUFEMIA BALLESTREM.
(Uit het Duitse h.)
„De oogen zij heeft de oogen geopend
kwam het met ontzetting over prinses
Lolo's lippen, terwijl zij met uitgestrekte
armen, starende oogen en bleeke lippen op
Falkner toevloog en aan diens voeten ineen
zakte.
„Dat komt er al van mompelde dokter
Rusz, terwijl Dolores zeide
„Spoedig, Alfred, hef haar op Het arme
kind zou van angst ziek kunnen worden
Falkner had zich reeds gebukt en hief
nu de prinses van den grond op, welke
krampachtig snikkende hare armen om zijn
hals sloeg en het blonde hoofdje tegen zijne
wangen drukte, evenals een klein kind, dat
men met den zwarten man heeft bang ge
maakt. De gillende kreet was ook gehoord
door hen, die voor de kapel waren achter
gebleven.
„Dat was LoloO, ik heb het wel ge
dachtriep prinses Alexandra, terwijl zij
de kapel binnentrad. Falkner verscheen
echter reeds boven aan de trap met zijn last,
die snikkend aan zijn hals hing.
„Zij zal in de frissche lucht wel spoedig
opknappen,11 zeide hij op den vragenden blik
der andere zuster.
den tact mist om met kinderen om te gaan en
dus ook om ze te onderwijzen (iets, wat zear goed
denkbaar is, al is bevordering slechts mogelijk na
het houden van een goede proefles)ja, al staat
hij zelfs met weerzin voor de klasse en is de twee
de het pendant van den eerste, dan „verdient"
deze toch f 100 meer dan gene.
Verder volgt uit de tabel
ten 1ste, dat de jaarwedde van een onderwijzer
met hooldacte, daardoor f 500 vermeerderd kan
worden
2de dat alleen de 1ste onderwijzers twee drie-
jaarlijksche verhoogingen verkrijgen. Deze onrecht
vaardige regeling werd door den Heer Steen hof,
wiens voorstel aanleiding gaf tot bovengenoemde
vergadering, ten zeerste gewraakt (Zie Amsterdam
mer No. 2386) en m. i. terecht. De verkeerde
grondslag, waarop zij berust, blijkt uit het voor
afgaande ten duidelijkste en het besluit van de
Amsterdamsche onderwijzers verdient daarom alles
zins toegejuicht te worden door hen, die het wel
meenen niet alleen met den onderwijzersstand maar
ook met de moeitevolle, over het algemeen heel
slecht gesalarieerde en veeltijds weinig gewaardeerde
taak van den onderwijzer.
Op welke grondslagen dan een billijke regeling
der jaarwedden behoort te berusten
Ik vind het antwoord hierop in de volgende
stellingen, die ik, omdat ze in 't algemeen en der
halve ook voor deze gemeente gelden, uit het reeds
genoemde nummer van de Amsterdammer wil over
nemen. Mogelijk wekken ze onze vroede vaderen
tot nadenken en zoo we hopen ook tot het aan
brengen van hoog noodige verbeteringen in deze
aangelegenheid op.
De regeling der jaarwedden moet, zal ze recht
vaardig zijn, uitsluitend, berusten op de praktische
bekwaamheid van den onderwijzer.
Deze is afhankelijk van
a. tact in het geven van onderwijs, den omgang
met de kinderen, de ervaring als onderwijzer, enz.
b wetenschappelijke kennis.
Op grond hiervan is het onrechtvaardig (immer
nog van Amsterdam sprekende)
ten lsten dat een onderwijzer zonder hoofdacte
in geen geval meer dan f 100 verhooging van
jaarwedde kan verkrijgen, terwijl de jaarwedde van
hem, die de hoofdacte bezit, met f 500 kan ver
hoogd worden.
2de dat de minst geschikte onderwijzer met de
hoofdacte meer verdient dan de meest geschikte
onderwijzer zonder die acte.
3de Het is onbillijk, dat de eerste onderwijzers
wel, doch de 2de en 3de niet na een zeker aantal
dienstjaren verhooging van jaarwedden krijgen.
4de de 2de en 3de onderwijzers verdienen over
het algemeen in vergelijking met de 1ste onder
wijzers te weinig.
Nemen we nu alles samen, dan blijkt uit het
voorgaande duidelijk, dat op genoemde vergadering
niet zoo zeer werd besloten om verhooging, als
Prinses Lolo kwam echter niet zoo spoedig
tot bezinning. Zij was niet van Falkner's
hals los te rukken en hare tranen bleven
steeds ruimschoots vloeien.
„Zij heeft de oogen geopend en mij toe
gewenkt," gilde zij „maar ik wil niet ster
ven, Alfred, ik laat u niet los laat gij
mij ook niet los gij zijt zoo goed
niet waar Laat mij niet sterven niet
sterven niet sterven
Nu verloor de Erfprins echter het geduld.
„Eleonorazeide hij streng en scherp,
zoodat zij dadelijk ophield met snikken, zoo
als dikwijls het geval is bij kinderen, die
om niets schreien. „Eleonora, wat beteekent
dat Schaam je
Langzaam maakten zich de ronde, zachte
armen van Falkner's hals los, maar het
betraande gezichtje bleef aan zijn borst rusten,
totdat de hertog naderbij trad en zijne dochter,
bij de hand vattende, tot zich trok.
„Juffrouw von Druse," zeide hij, „weest
zoo goed de prinses naar huis te geleiden
en naar becl te brengen
„Papa riep zij verstoord uit.
„Gij weet, dat ik niet van dergelijke
tooneelen houd," antwoordde de hertog geër
gerd. „Ook wensch ik mij dezen schoonen
avond niet verder te bederven. Gij zijt na
melijk nog niet van ons verlost," wendde hij
zich tot Dolores „gij hebt ons immers een
lied beloofd 1"
„En ik hoop mijn schuld met rente te
kunnen aflossen, Uwe Hoogheid J" antwoordde
Dolores beminnenswaardig en alleen een fijn
opmerker zou in haar stem een lichte aarze-
wel om een rechtvaardiger regeling der jaarwedden
te verzoeken. Ben ik wel ingelicht, dan heeft de
Amsterdamsche Gemeenteraad, op een deswege in
gediend adres geantwoord, de grieven van de
onderwijzers uit den weg te zullen ruimen. Dit
voornemen verdient alle waardeering en de toejui
ching van ieder, die het wel meent met het on
derwijs en de onderwijzers.
A bon entendeur, salut
Nu rijst van zelf de vraaghoe staat het met
de regeling der onderwijzers-jaarwedden hier ter
plaatse Kleven aan deze de gebreken der Amster
damsche of is zij ingericht op den grondslag, door
mij als den eenig goeden aangegeven en berustende
op de practische bekwaamheid P Ik laat het ant
woord hierop over aan den aandachtigen lezer en
zal mij voorloopig alleen bepalen tot een korte
uiteenzetting van de wijze, waarop de tegenwoor
dige salarissen vastgesteld zijn. Tot voor ongeveer
6 jaren nog genoten alle onderwijzers (van onder
wijzers sprekende bedoel ik ook onderwijzeressen)
een tractement van f 600behaalde een van hen
de hoofdacte, dan was een enkele kennisgeving van
dat heuglijk feit aan den gemeente-secretaris vol
doende om de eerste maand de beste aanspraak
te hebben op eene verhooging van ruim f 8het
salaris toch bedroeg voor iedere bezitter van de
hoofdacte f 700, zonder meer. Dat was het maxi
mum tractement. Het behoeft nauwelijks gezegd
te worden, dat op den duur de onderwijzers daar
niet mee tevreden konden zijn en ook al spoedig
pogingen tot verbetering hunner jaarwedden aan
wendden. De gemeenteraad scheen het gemotiveer
de daarvan in te zien. Althans eene nieuwe rege
ling werd ontworpen, veel beter dan de oude, en
ook goedgekeurd. Zij behelsde in hoofdzaak het
volgoode: Ieder onderwijzer met hulpacte werd
aangesteld op een wedde van f 600.
Behaalde of bezat .hij de hoofdacte, dan was het
minimum salaris f 700 bekwaamheid enz. konden
het doen stijgen tot f 800, ja zelfs tot f 1000.
Dit laatste salaris was evenwel slechts weggelegd
voor 1ste onderwijzers, waarvan er aan iedere
school een zou zijn, om naast het hoofd der school
op te treden.
Dat beloofde voor sommigen, die meenden goed
aangeschreven te staan, nog eens een goede tijd
te worden. Jammer evenwel, dat zooals maar al
te vaak in den onderwijzersstand gebeurt, ook dit
maal al hunne illusiën in rook moesten opgaan.
Wat gebeurde?
Men stuurde de onderwijzers met een kluitje
in het riet. beloofde hun veel, maar gaf hun
niets. De regeling werd niet eens uitgevoerd en
na eenigen tijd werd aan haar nutteloos bestaan
een einde gemaakt. Heel eenvoudig werd zij eenige
maanden later naar de snippermand verwezen en
vereenigde de Raad zich, zelfs zonder protest van
een der leden, met het volgende voorstel, ingediend
door den toen alhier aanwezigen Hoofd-Ingenieur
der Marine, den heer Jansen.
ling hebben kunnen waarnemen.
Nu ging men weer terug door de laan
naar den Falkenhof bijna in dezelfde
orde Dolores vooraan met den hertog,
Rusz met juffrouw von Druse, de kamerheer
met mevrouw Rusz, welke doodsbleek en
opgewonden was door het tooneel in de kapel.
Bij het eerste paar had zich gravin Schinga
en bij het tweede haar echtgenoot gevoegd
nu volgde prinses Alexandra, die haar arm
om hare zuster had geslagen en geheel achter
aan volgden de erfprins en Falkner.
Na een lange stilte nam de eerste het
woord.
„Baron Falkner," zeide hij, „wat moet ik
van het gebeurde met mijne zuster denken
„Zooals Uwe Hoogheid heeft gezien. Anders
niets," antwoordde Falkner rustig.
„Anders niets herhaalde de erfprins.
„Meent gij daarmede, dat de woorden mijner
zuster slechts de uiting waren van een oogen-
blikkelijke opwelling
„Gedeeltelijk wel, Uwe Hoogheidwas
het rustige, vastberaden antwoord.
„Gedeeltelijk En overigens vroeg de
erfprins heftig.
„Overigens beken ik schuld, door het uiten
van een onvoorzichtig woord in haar jong
hart verwachtingen te hebben opgewekt, die,
zooals ik vrees, slechts op zand gebouwd
zijn."
„Hoe moet ik dat begrijpen
„Het is reeds meer gebeurd, dat dochters
van vorsten afdaalden tot hare onderdanen
maar deze hadden meer aan te bieden dan ik."
„Daarop komt het niet aan, Falkner,"
Er zullen 4 klassen van onderwijzers zijn. Tot
de 1ste en 2de kl. behooren zij, die een hoofd
acte bezittentot de 3de en 4de, de overigen met
alleen hulpacte.
Het aantal onderw. 1ste kl. bedraagt 6, hun
salaris f 800, het aantal onderw. 2de kl. 3 met
een jaarwedde van f 70020 onderwijzers 3de
kl. ontvangen eene bezoldiging van f 600 en de
overigen eene van f 500. Deze schitterende regeling
bestaat nog heden ten dagehaar voornaamste
verdienste bestaat hierin, nergens op gebaseerd te
zijn. En hare uitvoering? Het lust mij niet, daarop
commentaar te leverenieder, die er belang in
stelt, herinnere zich slechts wat de heer Korver
er van zeide bij de algemeene beraadslagingen over
de begrooting. Het is daarom geenszins te ver
wonderen, dat de onderwijzers hier ter plaatse
niet met hun toestand tevreden zijn en opnieuw
een adres hebben ingediend om verbetering hunner
jaarwedden. Jammer echter voor hunne zaak, dat
het eenig antwoord hierop bestaan heeft in een
schuiven op de lange baan, in eene verklaring
van den Burgemeester, dat het adres bij de vast
stelling der begrooting voor het jaar 1892 behan
deld zal worden. Moge het voorstel van den heer Vos
iets meer positiefs opleveren en rekening houden met
de billijke eischen en klachten der onderwijzers,
zoodat het voor de goeden onder hen mogelijk
wordt zich een menschwaardig bestaan te ver
schatten.
Dat deze wensch spoedig vervuld worde
Dixi.
NEDERLAND.
HELDER, 3 Februari.
Inkomen der Kroon. Bij haar antwoord
op het Voorloopig Verslag der Tweede Kamer
heeft de Regeering voldaan aan het verzoek om
nadere inlichtingen over de jaarlijksche opbreng
sten van het Kroondomein. Uit de gespecificeerde
opgaaf van die opbrengsten over de laatste tien
jaren (18801889) blijkt, dat deze inkomsten zeer
wisselvallig en sedert een reeks van jaren voort
durend dalende zijn, terwijl deze daling waar
schijnlijk nog aanhoudt, ook in verband met
afkoop van de tienden. De Regeering is dan
ook van oordeel, dat geen voldoende grond be
staat voor de in het Verslag uitgesproken stelling,
dat het gezamenlijk inkomen, bedoeld in art. 24
der Grondwet, met 2% ton gouds zou vermeerderen.
Doch al ware het anders, dan nog zou, naar
de meening der Regeering, hierin volstrekt geen
aanleiding behoeven te liggen om het bedrag
antwoordde de erfprins rustiger. „Het is er
maar alleen om te doen, te weten, wiens
neiging het sterkst is die mijner zuster
voor u, of de uwe voor mijne zuster
„Vraag dat aan prinses Eleonora zelve
haar antwoord is het mijneantwoordde
Falkner.
De erfprins zuchtte maar zweeg. Hij kon
zich alles best verklaren. Hij wist, dat zijne
„kleine zuster," als zij hare zinnen op Falkner
gezet had, liever alles zou opofferen en de
wereld zou verlaten, waarin zij was opge
voed, om aan zijne zijde te leven, dan zich
gedwongen aan een aan haar stand passend
huwelijk over te geven.
Op den Valkenhof aangekomen, bleef men,
ook prinses Lolo, nog eenigen tijd bijeen,
maar het gesprek was gedwongen en de
vroolijkheid was verdwenen. De anders zoo
goedgeluimde hertog trachtte zichtbaar met
moeite zijne goede stemming terug te krijgen,
terwijl hij een ernstige en verwijtende blik
op zijne tweede dochter sloeg, wie men het
kon aanzien, dat zij met moeite haar toorn
en hare tranen kon weerhouden. Prinses
Alexandra zag bekommerd voor zich, mevrouw
Rusz zocht naar adem en Falkner stond er
bij als iemand, die vastberaden den dreigen
den storm afwacht. De meest onbevangenen
waren Keppler en graaf Schinga maar
ook Dolores scheen volstrekt niet verlegen te
zijn, als ging het haar geheel niet aan. En wer
kelijk had het tooneel daarbuiten haar niet
zoo verrast als de anderen zij was immers
de vertrouwde der kleine prinses
(Wordt vervolgd.)