NEDERLAND. HELDER, 17 Februari. „Naar de „Haagsche Ct." verneemt, zal eene nieuwe ridderorde worden ingesteld, voor wer kelijke verdiensten." Het bovenstaande berichtje is door alle cou ranten overgenomen zonder commentaar. Men schijnt niet eens gelet te hebben op het sarcasme dat dit berichtje bevat. Tot het tijdstip dat die nieuwe orde wordt ingesteld zullen dus alle tot nog toe verleende ordes niet verleend zijn voor werkelijke verdiensten. STATEN-GENERAAL. Eerste Kamer. In zijn antwoord aan de Kamer betreurt de mi nister van Marine, dat vele leden aan hun stem de betee- kenis van vertrouwen ontzeggen, wegens zijn weife lende houdi ng. Hij is zich van dat euvel niet be wust. De aanbouw tot vervanging en aanvulling van het bestaande materieel voor de binnen landsehe ver dediging en den algemeenen dienst moest wachten op de rapporten der staatscommissiën, die nu eer lang zijn te gemoet te zien. Daarop vooruit te loopen, ware onverantwoord en strijdig met 's lands belang. Zuinigheid zal hij blijven betrachten. Onder zijn bestuur werd niet te veel geld uitgegeven voor het veranderen en wijzigen van verouderd materieel. Hij heeft de verbeteringen doen voortzetten, door zijn voorganger toegepast. Stellig ontkent hij dat de co ntracten met de Kon. fabriek te Amsterdam zijne zorgeloosheid bewijzen. De oorspronkelijke contracten waren gegrond op billijke prijzen eu met de suppletoire contracten is beoogd om de nadeelige gevolgen van den tegenspoed der fabriek te beperken, financieel en met betrekking tot vertraging van den aanbouw. Het pantserdekkorvet «Sumatra" is nagenoeg ge reed en zal eerstdaags in goeden staat worden opge leverd, wel een bewijs, dat men hier te lande voor den bouw wel uitgerust is. Vóór de aanvaarding harer reis, zal de «Sumatra" een proefreis in de Noordzee maken. Het zal niet noodig zijn, haar bij die gelegenheid door een sleepboot te convooïeeren. Voor het toezicht op de visscberij was het volstrekt noodig nieuwe schepen te bon wen, die voor dien dienst zijn ingericht. Binnenlandsch nieuws. Helder. De Gymnastiek- en Exercitie- Vereeniging „Pro Patria" alhier, gaf jl. Zaterdag avond in „Musis Sacrum" een soirée voor de leden met hunne dames en eenige genoodigden. Het eerste gedeelte van het programma was aan gymnastiek, aan schermen en eenige voordrachten gewijd en bood veel afwisselends. Van de gym- nastieknummers trokken vooral de oefeningen aan drie stel ringen, als iets nieuws, de aandacht. Ook de overige nummers niet het minst de komische voordrachten vielen zeer in den smaak. Een aardige pantomime, „Moderne lucht vaart" getiteld, besloot het eerste deel van het programma en leverde een goeden overgang tot het tweede gedeelte, het bal, dat zeer opgewekt was en tot laat in den nacht voortduurde. Helder. De gecostumeerde hardrijderij op schaatsen, den 12 Januari jl. door de Scherm en Gymnastiek-Vereeniging „Oefening kweekt Kunst" alhier gehouden, heeft f 111.30 opge bracht. Dit bedrag is dezer dagen door genoemde Vereeniging aan het Burgerlijk Armbestuur af gedragen, met het verzoek, daarvan eene extra- bedeeling te willen houden. TexeL Aan'het postkantoor alhier en de daar onder ressorteeren de hulpkantoren werd gedu rende de maand Januari ingelegd f 1994,71 en terugbetaald f 1690,50. Het laatste door het kantoor uitgegeven boekje draagt het nummer 909. Schagen. Gssteren was het 25 jaar gele den dat de heer J. v. Scheijen als ambtenaar bij de posterijen alhier werkzaam was. Schagen. De Statuten der Vereeniging „Westfriesche Kanaal vereeniging", alhier, zijn opgenomen in de „Staatscourant" No. 38.! Enkhnizen. De poging om jl. Zaterdag weder met de stoomboot Minister Havelaar naar Urk te gaan is totaal mislukt. De boot raakte buiten het Krabbersgat in het ijs bezet en heeft bij de pogingen om er uit te geraken vrij zeker averij bekomen, daar zij aan het einde van den Noordelijken leidam blijft liggen. Enkhuizen. De Gemeenteraad heeft be sloten, de vooijaarsveemarkt voortaan te houden op den derden Donderdag van April en de najaarsveemarkt op Donderdag voor den tweeden Maandag in November. West-Graftdijk. Alhier, waar ook velen door den strengen winter tot werkeloosheid ge doemd zijn, verdienen sommigen een extrafje door „visch te hakken." Zij hakken namelijk gaten in het ijs en halen daaronder vele doode visschen, waaronder buitengewoon groote, op, die zij aan de eendenhouders verkoopen als voe der. Sommigen verdienen daarmede soms f 2 per dag. Marine en Leger. Bij beschikking van de ministers van Waterstaat Handel en Nijverheid en van Marine van 2 Febr. 1891 no. 160, afdeeling Handel en Nijverheid (1ste onderafdeeling en letter B no. 35, is een commissie benoemd, bestaande uit de heeren C. L. De Jong, kapt.-luit. ter zee, H. C. Haacke, oud-gezagvoerder ter koopvaardij en J. H. Meijer, oud-gezagvoerder ter koopvaardij, om een onderzoek in te stellen naar de practische waarde eener vanwege den Board of Trade in Engeland ontworpen nieuwe bewerking van het Internationaal Seinboek ten dienste van alle natiën. Hr. Ms. pantserdekkorvet «Sumatra" is, naar de Minister van Marine mededeelt, bijna gereed. De luits. ter zee 2de kl. W. Naudin ten Cate, S. Woldringh en G. C. D. Baron van Hardeiibroek, worden 23 dezer geplaatst in de rol vau Hr. Ms. torpedo-instructieschip Marnix" en gedetacheerd bij den torpedodienst. Blijkens een bij het Departement van Marine ontvangen bericht is Hr. Ms. schroefstoomschip lste kl. /Koningin Emma der Nederlanden", ouder bevel van den kapt. ter zee H. Quispel, denl8den dezer weder van de reede van Simonsstad (Kaap de Goede Hoop) naar zee vertrokken, ter voort zetting van den oefeningstocht. De off. van gez. lste kl. J. F. Brust is gisteren aan boord van Hr. Ms. stoomschoener «Dolfijn" alhier vervangen door den off. van gez. lste kl. D. W. C. van Dort Kroon. Eerstgenoemde wordt 16 Maart a. s. geplaatst aan boord Hr. Ms. ss. 4de kl. «Suriname te Amsterdam." De nieuwbenoemde gen.-maj. van Marle, comm. van de stelling van het Holl. Diep en het Volkerak, tevens bevelh. in de 3de milit. afd., heeft diefunc- tiën te Breda aanvaard. Bij kon. besluit zijn de adj.-administrateurs G. W. Erfmann, C. P. Soutendam, A. G. ter Cock, C. J. Eeg en H. W. Stoelman, met 1 Maart a. s. bevor derd tot off. van adm. 2de kl. Bij kon. besluit zijn met 1 Maart a. s. bevor derd tot luits. ter zee 2de kl. de adelb. lste kl. C. L. v. Buuren, J. H. Zeeman, F. II. de Koek v. Leeuwen, P. H. D. Schuttevaer, M. J. v. Alphen de Veer, A. C. de Joncheere, J. H. A. van Bar- neveld, P. H. Cool, H. J. Boldingh, J. L. von Leschen, J. B. M. ten Bosch. Btijkens een bij het Dep. van Marine ontvangen bericht is Hr. Ms. schroefstoomschip 4de |kl. «Bonaire", onder bevel van den kapt.-luit. ter zee II. Schotborgh, |laatst komende van Suriname, den 13 dezer te Matinique aangekomen. Aau boord was alles wel. Departement van Marine in Oost-Indië. Opgedragen Het bevel over «Gedeh" en de betr. van oudstaanwezend zeeoff. te Batavia aan 'den uit Nederl. verwacht wordenden kapt. ter zee L. M. L. de Haan. Ontheven Eervol van het bevel over «Gedeh" en de betr. van oudstaanw. zeeoff. te Batavia, de luit. ter zee lste kl., eerste off. van gen. bodem, W. J. de Bruijne. Ontslagen Op verzoek eervol uit zijn betr. de klerk bij het Dep. van Marine II. J. Kerling. OvergeplaatstUit de rolle van «Gedeh" in de rolle van «Yan Speijk," de luit. ter zee !lste kl. P. C. Swaan. VergundOm wegens overcompleet in zijn rang naar Nederland terug te keeren, aan den kapt.-luit. ter zee P. D. A. Frankamp. Benoemingen, enz. Bij koninkl. besluit is aan den heer S. Brons Boldingh, op zijn verzoek, met ingang van 1 April a. s. eervol ontslag verleend als notaris te Terschel ling. Onderwijs en Examens. Benoemd tot onderwijzer te Kesteren deneer M. Haas, te Bovenkarspel. Benoemd tot onderwijzer aan de Christelijke school te Enkhuizen, de heer G. de Jong te Bodegraven. Mej. C. Cöllen, te Sint Pankras, komt voor op de voordracht voor onderwijzeres aan de eerste tusschen- school te Haarlem. Op de voordracht voor onderwijzeres te Groot schermer zijn geplaatst de dames Stoel te Haarlem, Bakker te Hoorn en Dunnewold te Alkmaér. In de voordracht voor onderwijzer te Aartswoud is verandering gekomen, omdat de heer Tates zijne stukken terug heeft verzocht en de heer Kruiteu benoemd is te Sint-Maarten. De voordracht is nu als volgtBoot te Hem, Dekker te Nieuwe Nie- dorp en D. Claij te Zwaag. Landbouw en Veeteelt. De afdeeling «Hoorn en Omstreken" der Hol- landsche Maatschappij van Landbouw heeft besloten wederom een Landbouw-cursus te Hoorn op te richten, voornamelijk in het belang van jonge Landbouwers. De cursus zou dan gehouden kunnen worden op Zaterdagmiddag, wanneer vele jongelieden van buiten die stad bezoeken. Men schrijft uit Spanbroek: Wij leven hier tegenwoordig in een snoeitijdperk. De landlieden laten hun werkvolk, dat gewapend is met een goede bijl, een aanval op de boomen doen. Iedere boom krijgt een goede beurt, dat verzeker ik u. Zoolang er maar één takje te zien is, werkt de bijl voort. Zoo gaat men verder, tot dat men eindelijk een goede voorraad takkenbos sen, maar ook een akelige verzameling van verminkte boomen heeft gekregen. Gelukkig zijn er ook, die meer schoonheidsgevoel bezitten en niet zoo met hunne boomen leven. Kerknieuws. Beroepen bij de Doopsgez. gem. te Beemster ds. Hulshoff, pred. te Enkhuizen en Medemblik. De heer J. C. Kwant, pastoor te Grootebroek, heeft eervol emeritaat aangevraagd en verkregen. Door Z. D. H. de bisschop van Haarlem is be noemd tot pastoor te Velzen de Z. Ew. Heer S. H. van Ginkeltot pastoor te Oudeschild de Z.Ew. heer P. J. D. Wouterlood, kapelaan in de O. L. Y. Onb. Ontv.-kerk te Amsterdam. Buitenland. De nieuwe bloeddaad in Whitechapel. Wederom is Whitechapel in rep en roer. We derom zijn de bladen opgevuld met allerakelig ste bijzonderheden over het nieuwste boevenstuk van Jack the Ripper, den ongrijpbaren en onbe- grijpelijken moordenaar, die Oost-Londen tot zijn schrikbarend oefenveld gekozen en er het cijfer zijner gruweldaden, sedert April 1888, tot niet minder dan tien opgevoerd heeft. De tiende is in de smalle Chamber-street gepleegd. Daar vond men het nog warme lijk eener 25 jarige vrouw, van dezelfde ongelukkige soort als die, waartoe de vorige slachtoffers van Jack the Ripper behoorden, in de eerste ochtenduren, met den strot afgesneden, doch overigens onver- minkt, te midden van bloedplassen liggen. Alles duidt dezelfde moordenaarshand aan. Jack heeft zijnen stempel achtergelaten. Het niet verminken van het lichaam moet aan toevallige omstandigheden worden geweten. Vermoedelijk werd Jack, na de jonge vrouw in de donkere steeg te hebben gelokt en vermoord, in zijne bloe dige taak door eenen voorbijganger gestoord. Natuurlijk loopen er in de buurt tal van ge ruchten. Waar reporters even talrijk rondwaren als stille dienders en liefhebberij-detectives, daar is zulks niet vreemd. Volgens één der geruch ten wilde men weten, dat de vermoede lijke dader gepakt zou zijn, doch dit is weder een ontrouwbaar uitstrooisel gebleken. Zoo zijn er meer. De politie hoort alle uren een nieuwe theorie. Daarbij komen hare eigene. Het is moeielijk voor haar, zich aan die vei-schillende oplossingen van het donkere probleem te onttrek ken. Er mocht eens eene juiste onder loopen Zoo is zij nu bezig de Spaansche bodems in de dokken en op den Theems te doorzoeken, op het beweren, dat de moordenaar een Spanjaard is. Hij is ook al een neger, een Maleier en een Chinees geweest. Het ééne lijkt even waarschijn lijk als het andere. Tot dusverre is er nog niets ontdekt. Dit is het éénige wat vaststaat. De waarheid io, dat de politie geen raad meer weet en in het duister rondtast. Op het moment worden er op straat zeer vele exemplaren eener kaart van Whitechapel gevent tegen één stuiver het stuk. Op die kaart staan met de dagteekening vermeld al de plekken, waar Jack the Ripper zijne achtereenvolgende moor den beging. Is het toeval, of was het opzet? Ik heb nu eene dier kaarten vóór mij. Niets lijkt duidelij ker dan de kring, welke de moordenaar, of de moordenares, als het ware heeft getrokken om het politiestaton in de Leraanstreet, het hart van Whi techapel De moorden zijn links en recht, boven en beneden gepleegd, doch steeds in de onmid dellijke nabijheid van gemeld station. En toch heeft de politie niets gemerkt. Zonderling Ik zegmoordenaar of moordenares. Want andermaal vindt bij velen de theorie ingang, dat Jack the Ripper eene vrouw is, of althans een man die, als vrouw verkleed, rondgaat. In casu wordt aan die overigens niet onwaarschijnlijke theorie kracht bijgezet door het vinden van eenen sluier en vrouwenhoed, welke oogenschijnlijk niet het eigendom der verslagene waren. Doch dit kan, wel bekeken, misschien slechts ééne der lis ten van Jack wezen, om de politie op een dwaal spoor te voeren. Aan andere bladen ontleenen we nog het volgende De moord werd gepleegd in Lemonstreet, op een steenworp afstand van een bureau van poli tie, onder een viaduct. De helft van den engen doorgang is afgezet door een houten schutting, waarachter vuil wordt geworpen, terwijl de an dere helft als doorgang dient. Aan beide zijden van de gang staat een brandende lantaren, maar niettemin is het in het midden van de gang zoo donker, dat het kruis, hetwelk de politie heeft gemaakt op de planken, ten einde de plaats, waar het lijk is gevonden, aan te duiden, alleen met behulp van kunstlicht kan gezien worden. Het terrein bestaat uit een doolhof van door gangen en steegjes, en daarin zijn tal van volks- herbergen, zoodat het niet moeilijk is te ont komen. Om twee uur in den ochtend vond een politie agent in dezen doorgang tegen de schutting het lijk van een jonge vrouw. Het lijk was nog warm, zoodat blijkbaar de moord pas was gepleegd. Zelfs beweert de agent, die het eerst ter plaatse was, dat hij de voetstappen nog heeft gehoord van den moordenaar, toen deze zich uit de voeten maakte. Nog een kwartier geleden was de agent bij zijn ronde deze plaats voorbijgeko men, maar toen had hij niets bespeurd. De agent zag terstond bij het licht van zijn lantaarn datv er een moord was gepleegd en floot om hulp. Een paar minuten later was een tweede agent ter plaatse. De pols der vrouw klopte, naar de agenten meenden, nog zeer flauw en daarom werd terstond iemand gezonden naar den geneesheer der wijk. Toen de geneesheer, die in de buurt woont, eenige oogenblikken later kwam, was de vrouw reeds bijna geheel dood, en stierf bijna onmiddellijk daarna. De vermoorde vrouw werd spoedig herkend.- Zij was een vrouw van omstreeks 25 jaren, die in deze buurt langs de straten placht te zwerven en onder den naam arroty Nell (Roode Lena) bekend stond. Op dien dag was zij in gezelschap gezien van een man, vergezeld door een pakjes drager. Deze zegt, dat haar metgezel er uitzag als een stoker en blijkbaar een vreemdeling was. Daar er toevallig vele Spaansche schepen in de haven lagen, heeft de politie een onderzoek ingesteld, maar zonder gevolg. De politie en de geneesheeren zijn het er over eens, dat ook deze moord in de meeste opzich ten strookt met de vorige negen moorden, welke in dezelfde buurt en op dezelfde wijze zijn gepleegd. Tijd, plaats en omstandigheden, zelfs de wond aan den hals, strooken geheel met de wijze, waarop de andere misdaden gepleegd zijn. Daar de politie een vrouwenhoed in den doorgang heeft gevonden, gelooft zij dat de moordenaar óf een vrouw is óf zich in vrouwen gewaad heeft gekleed en zich onder deze ver momming op de loer heeft gelegd. Men neemt aan dat de moordenaar ook het lijk wel op dezelfde wijze zou verminkt hebben, indien hem daarvoor de tijd ware gegund. Blijkbaar is de man bij zijn werk door de komst van den agent gestoord. Overeenkomstig de instructién, die hen voor dergelijke gevallen zijn gegeven, lieten de agen ten het lijk liggen op de plaats waar zij het vonden. Haar hoed lag naast het lijk. Een kam was het eenige voorwerp, dat zij bij zich had, maar van berooving kon toch geen sprake zijn. Toen het lijk naar het politiebureau was ver voerd, vonden de agenten twee shillings, welke achter een pijp van de waterleiding waren verborgen. Behalve de hoed en de geldstukken heeft men geen voorwerpen gevonden, welke slechts eenigszins met de moord in verband kunnen staan. Van den moordenaar is verder nog niets bekend. Een later bericht meldt De Londensche politie heeft nu een man ge vat, wiens kleederen met bloed bevlekt waren en die dezelfde moet zijn mét wien men de in Whitechapel vermoorde vrouw een kwartier voor den moord gezien heeft. Men gelooft dat hij werkelijk de langgezochte Jack the Ripper is. Maar dat zal nog nader moeten blijken. Keizer en Kanselier. Berlijn, 15 Febr. (Part. Corr.) (Overgedrukt uit bet Hbld.) Tijdens het diplomatieke feestmaal, dat de rijks kanselier Caprivi Vrijdag heeft gegeven, heeft keizer Wilhelm weer menigeen verbaasd door de onbevan genheid en openhartigheid waarmede hij zich met de afgevaardigden van alle partijen over allerlei politieke quaesties onderhield. Reeds per telegraaf is gemeld, dat de keizer ook heeft gesproken over den toestand der mijnen in de Rijnprovincie en Westfalen, en in het bijzonder zijn leedwezen betuigde over de tegenwerking, welke de groote fabrikanten in deze streken tegen de sociaal-politieke arbeidswetgeving voeren. Over deze zaak sprak de keizer vooral met den liberalen afgevaardigde dr. Schmidt uit Elberfeld en toonde daarbij volkomen op de hoogte te zijn van het mijnwezen. Zelfs was den keizer het getal der wag- gons bekend, welke in Januari voor het vervoer van steenkolen werd gebruikt. Daarbij werd er ook over gesproken, dat ondanks het gebrek aan wag- gons, waardoor het vervoer van steenkolen in Duitschland zeer onvoldoende was, toch het vervoer van kolen naar Nederland geregeld, en zelfs met sneltreinen geschiedde. Dat de groote fabrikanten zoo weinig met den spoorweg-minister dr. Maybach zijn ingenomen, schreet de keizer toe aan hun eigenbelang. Zoo 0. a. zeide de keizer«Ik weet, dat zij den heer Maybach aanvallen, omdat hij in Engeland een partij rails heeft besteld. Ik heb hem echter gezegd, dat hij groot gelijk had, want hoezeer ik er ook naar streef om onze nijverheid te steunen, zoo kan toch dit soort rails alleen in Engeland worden gemaakt. Prins Bisraarck heeft de groote fabrikanten verwend. De gewezen kanselier luisterde alleen naar hen, en ik weet, dat hij dikwijls in maanden geen anderen burger die geen ambte naar was dan de Commerzienrath Baare uit Borchum sprak. Van zulk een bescherming van enkele standen mag onder mijn regeering geen sprake zijn". Met denzelfden afgevaardigde sprak de keizer ook over de andere moeilijkheden, welke hij onder vindt bij al zijn pogingen om hervorming in te voeren. «Het ergste zei Wilhelm is de groote man te Friedrichsruhe Wanneer hij zich maar stil wilde houden. Ik heb, toen Bismarck zijn aan vallen tegen mij en mijne regeering begon, hem laten verzoeken deze aanvallen te staken en op zijn hoede te zijn. Wta Bismarck eigenlijk wil, weet ik niet. Wanneer hij meent, dat hij mij na deel bezorgt, dan vergist hij zich. Hij geeft dei- wereld sleehts het schouwspel van een man, die zijn eigen lauweren vernielt. Bismarck heeft ook geen reden om boos op mij te zijn, want ik heb mij niet van hem gescheiden, maar hij is van mij weggegaan. Ik was bereid hem den roem over te laten, verbonden aan de oplossing van een der gewichtigste quaesties der arbeiders-politiek, maar hij weigerde zelfs een mijner denkbeelden aan te nemen, en zoo noodzaakte hij mij andere medewer kers te roepen." Ten slotte uitte keizer Wilhelm de hoop, dat zijn hervormingen, hoewel langzaam, toch eindelijk tot stand zouden komen. Deze openlijke verklaring des keizers, en dat nog wel tegen een afgevaardigde van de partij, welke voorheen voor Reichsfeinde doorging, heeft in politieke kringen groot opzien gewekt, want men neemt aan dat het 's keizers doel is geweest deze opmerkingen algemeen bekentl te maken. Daaruit blijkt wel, dat de keizer, evenals de rijkskanselier Caprivi, steun zoekt waar hij die maar kan vinden. Met graaf Courad Preysing, lid van het centrum, sprak de keizer geruimen tijd over de buitenland- sche politiek. Ook al zijn de bijzonderheden van dit gesprek niet bekend, zoo weet men toch zeker, dat de keizer zich alles behalve als een krijgszuch tig man heeft doen kennen. Zoo 0. a. weidde de keizer uit over de groote verliezen, welke.zelfs een overwinnend land in den oorlog lijdt, en dat op een wijze, welke men eerder van een philantroop zou verwachten, dan van een jeugdig keizer, die steeds met het leger dweept. Het is echter de algemeene indruk, dien men van Js Keizers mededeelingen heeft ontvangen, dat Wilhelras geduld ten opzichte van prins Bismarck uitgeput begint te raken. Indien de gewezen kan selier op dezelfde wijze voortgaat met zijn aanvallen zou de keizer wel eens tegen Bismarck kunnen optreden. Het «Hbld" voegt hieraan het volgende toe: Een teruggehouden telegram. De brief van onzen Berlijnschen correspondent, in ons nummer van heden, werd ons Vrijdagavond geseind, doch slechts enkele regelen er van konden wij mededeelen. De «Telegraphen-censur" had het telegram dus gekortwiekt en het grootste deel teruggehouden. Nu deelen wij het onderdrukte stuk een paar dagen later mede. Waarom het telegram terug zou zijn gehouden? Onze correspondent staat in voor de volkomen juistheid zijner mededeeling en de Keizer kou dus niets gesproken hebben, indien Z. M. zijne meening in deze niet wilde bekend maken. We vermoeden dat de «Telegraphen-censur" te groote dienstijver getoond heeft. Surtout pas ie zéle!" Duitschland. Keizer Wilhelm heeft het tegenwoordig verschrikkelijk druk, om zijn broer af te richten tot minister-voor-alles. Na vier maanden cursus in het ministerie van Binnen- landsche Zaken, zal Prins Heinrich drie weken doorbrengen in de departementen van Financiën en Openbare werken, daarna drie weken in Landbouw en EerediensU

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche en Nieuwedieper Courant | 1891 | | pagina 2