NEDERLAND.
HELDER, 17 Februari.
„Naar de „Haagsche Ct." verneemt, zal eene
nieuwe ridderorde worden ingesteld, voor wer
kelijke verdiensten."
Het bovenstaande berichtje is door alle cou
ranten overgenomen zonder commentaar. Men
schijnt niet eens gelet te hebben op het sarcasme
dat dit berichtje bevat. Tot het tijdstip dat die
nieuwe orde wordt ingesteld zullen dus alle tot
nog toe verleende ordes niet verleend zijn voor
werkelijke verdiensten.
STATEN-GENERAAL.
Eerste Kamer.
In zijn antwoord aan de Kamer betreurt de mi
nister van Marine, dat vele leden aan hun stem de betee-
kenis van vertrouwen ontzeggen, wegens zijn weife
lende houdi ng. Hij is zich van dat euvel niet be
wust. De aanbouw tot vervanging en aanvulling van
het bestaande materieel voor de binnen landsehe ver
dediging en den algemeenen dienst moest wachten
op de rapporten der staatscommissiën, die nu eer
lang zijn te gemoet te zien. Daarop vooruit te
loopen, ware onverantwoord en strijdig met 's lands
belang.
Zuinigheid zal hij blijven betrachten. Onder zijn
bestuur werd niet te veel geld uitgegeven voor het
veranderen en wijzigen van verouderd materieel.
Hij heeft de verbeteringen doen voortzetten, door
zijn voorganger toegepast.
Stellig ontkent hij dat de co ntracten met de Kon.
fabriek te Amsterdam zijne zorgeloosheid bewijzen.
De oorspronkelijke contracten waren gegrond op
billijke prijzen eu met de suppletoire contracten is
beoogd om de nadeelige gevolgen van den tegenspoed
der fabriek te beperken, financieel en met betrekking
tot vertraging van den aanbouw.
Het pantserdekkorvet «Sumatra" is nagenoeg ge
reed en zal eerstdaags in goeden staat worden opge
leverd, wel een bewijs, dat men hier te lande voor
den bouw wel uitgerust is. Vóór de aanvaarding
harer reis, zal de «Sumatra" een proefreis in de
Noordzee maken. Het zal niet noodig zijn, haar
bij die gelegenheid door een sleepboot te convooïeeren.
Voor het toezicht op de visscberij was het volstrekt
noodig nieuwe schepen te bon wen, die voor dien
dienst zijn ingericht.
Binnenlandsch nieuws.
Helder. De Gymnastiek- en Exercitie-
Vereeniging „Pro Patria" alhier, gaf jl. Zaterdag
avond in „Musis Sacrum" een soirée voor de
leden met hunne dames en eenige genoodigden.
Het eerste gedeelte van het programma was aan
gymnastiek, aan schermen en eenige voordrachten
gewijd en bood veel afwisselends. Van de gym-
nastieknummers trokken vooral de oefeningen aan
drie stel ringen, als iets nieuws, de aandacht.
Ook de overige nummers niet het minst de
komische voordrachten vielen zeer in den
smaak. Een aardige pantomime, „Moderne lucht
vaart" getiteld, besloot het eerste deel van het
programma en leverde een goeden overgang tot
het tweede gedeelte, het bal, dat zeer opgewekt
was en tot laat in den nacht voortduurde.
Helder. De gecostumeerde hardrijderij op
schaatsen, den 12 Januari jl. door de Scherm
en Gymnastiek-Vereeniging „Oefening kweekt
Kunst" alhier gehouden, heeft f 111.30 opge
bracht. Dit bedrag is dezer dagen door genoemde
Vereeniging aan het Burgerlijk Armbestuur af
gedragen, met het verzoek, daarvan eene extra-
bedeeling te willen houden.
TexeL Aan'het postkantoor alhier en de daar
onder ressorteeren de hulpkantoren werd gedu
rende de maand Januari ingelegd f 1994,71 en
terugbetaald f 1690,50.
Het laatste door het kantoor uitgegeven boekje
draagt het nummer 909.
Schagen. Gssteren was het 25 jaar gele
den dat de heer J. v. Scheijen als ambtenaar bij
de posterijen alhier werkzaam was.
Schagen. De Statuten der Vereeniging
„Westfriesche Kanaal vereeniging", alhier, zijn
opgenomen in de „Staatscourant" No. 38.!
Enkhnizen. De poging om jl. Zaterdag
weder met de stoomboot Minister Havelaar naar
Urk te gaan is totaal mislukt. De boot raakte
buiten het Krabbersgat in het ijs bezet en heeft
bij de pogingen om er uit te geraken vrij zeker
averij bekomen, daar zij aan het einde van den
Noordelijken leidam blijft liggen.
Enkhuizen. De Gemeenteraad heeft be
sloten, de vooijaarsveemarkt voortaan te houden
op den derden Donderdag van April en de
najaarsveemarkt op Donderdag voor den tweeden
Maandag in November.
West-Graftdijk. Alhier, waar ook velen
door den strengen winter tot werkeloosheid ge
doemd zijn, verdienen sommigen een extrafje
door „visch te hakken." Zij hakken namelijk
gaten in het ijs en halen daaronder vele doode
visschen, waaronder buitengewoon groote, op, die
zij aan de eendenhouders verkoopen als voe
der. Sommigen verdienen daarmede soms f 2 per
dag.
Marine en Leger.
Bij beschikking van de ministers van Waterstaat
Handel en Nijverheid en van Marine van 2 Febr.
1891 no. 160, afdeeling Handel en Nijverheid (1ste
onderafdeeling en letter B no. 35, is een commissie
benoemd, bestaande uit de heeren C. L. De Jong,
kapt.-luit. ter zee, H. C. Haacke, oud-gezagvoerder
ter koopvaardij en J. H. Meijer, oud-gezagvoerder
ter koopvaardij, om een onderzoek in te stellen
naar de practische waarde eener vanwege den Board
of Trade in Engeland ontworpen nieuwe bewerking
van het Internationaal Seinboek ten dienste van
alle natiën.
Hr. Ms. pantserdekkorvet «Sumatra" is, naar
de Minister van Marine mededeelt, bijna gereed.
De luits. ter zee 2de kl. W. Naudin ten Cate,
S. Woldringh en G. C. D. Baron van Hardeiibroek,
worden 23 dezer geplaatst in de rol vau Hr. Ms.
torpedo-instructieschip Marnix" en gedetacheerd
bij den torpedodienst.
Blijkens een bij het Departement van Marine
ontvangen bericht is Hr. Ms. schroefstoomschip lste
kl. /Koningin Emma der Nederlanden", ouder
bevel van den kapt. ter zee H. Quispel, denl8den
dezer weder van de reede van Simonsstad (Kaap
de Goede Hoop) naar zee vertrokken, ter voort
zetting van den oefeningstocht.
De off. van gez. lste kl. J. F. Brust is gisteren
aan boord van Hr. Ms. stoomschoener «Dolfijn"
alhier vervangen door den off. van gez. lste kl.
D. W. C. van Dort Kroon. Eerstgenoemde wordt
16 Maart a. s. geplaatst aan boord Hr. Ms. ss.
4de kl. «Suriname te Amsterdam."
De nieuwbenoemde gen.-maj. van Marle, comm.
van de stelling van het Holl. Diep en het Volkerak,
tevens bevelh. in de 3de milit. afd., heeft diefunc-
tiën te Breda aanvaard.
Bij kon. besluit zijn de adj.-administrateurs G. W.
Erfmann, C. P. Soutendam, A. G. ter Cock, C. J.
Eeg en H. W. Stoelman, met 1 Maart a. s. bevor
derd tot off. van adm. 2de kl.
Bij kon. besluit zijn met 1 Maart a. s. bevor
derd tot luits. ter zee 2de kl. de adelb. lste kl.
C. L. v. Buuren, J. H. Zeeman, F. II. de Koek v.
Leeuwen, P. H. D. Schuttevaer, M. J. v. Alphen
de Veer, A. C. de Joncheere, J. H. A. van Bar-
neveld, P. H. Cool, H. J. Boldingh, J. L. von
Leschen, J. B. M. ten Bosch.
Btijkens een bij het Dep. van Marine ontvangen
bericht is Hr. Ms. schroefstoomschip 4de |kl.
«Bonaire", onder bevel van den kapt.-luit. ter zee
II. Schotborgh, |laatst komende van Suriname, den
13 dezer te Matinique aangekomen. Aau boord
was alles wel.
Departement van Marine in Oost-Indië.
Opgedragen Het bevel over «Gedeh" en de betr.
van oudstaanwezend zeeoff. te Batavia aan 'den uit
Nederl. verwacht wordenden kapt. ter zee L. M. L.
de Haan.
Ontheven Eervol van het bevel over «Gedeh"
en de betr. van oudstaanw. zeeoff. te Batavia, de
luit. ter zee lste kl., eerste off. van gen. bodem,
W. J. de Bruijne.
Ontslagen Op verzoek eervol uit zijn betr. de
klerk bij het Dep. van Marine II. J. Kerling.
OvergeplaatstUit de rolle van «Gedeh" in de
rolle van «Yan Speijk," de luit. ter zee !lste kl.
P. C. Swaan.
VergundOm wegens overcompleet in zijn rang
naar Nederland terug te keeren, aan den kapt.-luit.
ter zee P. D. A. Frankamp.
Benoemingen, enz.
Bij koninkl. besluit is aan den heer S. Brons
Boldingh, op zijn verzoek, met ingang van 1 April
a. s. eervol ontslag verleend als notaris te Terschel
ling.
Onderwijs en Examens.
Benoemd tot onderwijzer te Kesteren deneer M.
Haas, te Bovenkarspel.
Benoemd tot onderwijzer aan de Christelijke school
te Enkhuizen, de heer G. de Jong te Bodegraven.
Mej. C. Cöllen, te Sint Pankras, komt voor op de
voordracht voor onderwijzeres aan de eerste tusschen-
school te Haarlem.
Op de voordracht voor onderwijzeres te Groot
schermer zijn geplaatst de dames Stoel te Haarlem,
Bakker te Hoorn en Dunnewold te Alkmaér.
In de voordracht voor onderwijzer te Aartswoud
is verandering gekomen, omdat de heer Tates zijne
stukken terug heeft verzocht en de heer Kruiteu
benoemd is te Sint-Maarten. De voordracht is nu
als volgtBoot te Hem, Dekker te Nieuwe Nie-
dorp en D. Claij te Zwaag.
Landbouw en Veeteelt.
De afdeeling «Hoorn en Omstreken" der Hol-
landsche Maatschappij van Landbouw heeft besloten
wederom een Landbouw-cursus te Hoorn op te
richten, voornamelijk in het belang van jonge
Landbouwers.
De cursus zou dan gehouden kunnen worden op
Zaterdagmiddag, wanneer vele jongelieden van
buiten die stad bezoeken.
Men schrijft uit Spanbroek:
Wij leven hier tegenwoordig in een snoeitijdperk.
De landlieden laten hun werkvolk, dat gewapend
is met een goede bijl, een aanval op de boomen
doen. Iedere boom krijgt een goede beurt, dat
verzeker ik u. Zoolang er maar één takje te zien
is, werkt de bijl voort. Zoo gaat men verder, tot
dat men eindelijk een goede voorraad takkenbos
sen, maar ook een akelige verzameling van verminkte
boomen heeft gekregen. Gelukkig zijn er ook, die
meer schoonheidsgevoel bezitten en niet zoo met
hunne boomen leven.
Kerknieuws.
Beroepen bij de Doopsgez. gem. te Beemster ds.
Hulshoff, pred. te Enkhuizen en Medemblik.
De heer J. C. Kwant, pastoor te Grootebroek,
heeft eervol emeritaat aangevraagd en verkregen.
Door Z. D. H. de bisschop van Haarlem is be
noemd tot pastoor te Velzen de Z. Ew. Heer S.
H. van Ginkeltot pastoor te Oudeschild de Z.Ew.
heer P. J. D. Wouterlood, kapelaan in de O. L. Y.
Onb. Ontv.-kerk te Amsterdam.
Buitenland.
De nieuwe bloeddaad in Whitechapel.
Wederom is Whitechapel in rep en roer. We
derom zijn de bladen opgevuld met allerakelig
ste bijzonderheden over het nieuwste boevenstuk
van Jack the Ripper, den ongrijpbaren en onbe-
grijpelijken moordenaar, die Oost-Londen tot zijn
schrikbarend oefenveld gekozen en er het cijfer
zijner gruweldaden, sedert April 1888, tot niet
minder dan tien opgevoerd heeft.
De tiende is in de smalle Chamber-street gepleegd.
Daar vond men het nog warme lijk eener 25
jarige vrouw, van dezelfde ongelukkige soort als
die, waartoe de vorige slachtoffers van Jack the
Ripper behoorden, in de eerste ochtenduren,
met den strot afgesneden, doch overigens onver-
minkt, te midden van bloedplassen liggen.
Alles duidt dezelfde moordenaarshand aan. Jack
heeft zijnen stempel achtergelaten. Het niet
verminken van het lichaam moet aan toevallige
omstandigheden worden geweten. Vermoedelijk
werd Jack, na de jonge vrouw in de donkere
steeg te hebben gelokt en vermoord, in zijne bloe
dige taak door eenen voorbijganger gestoord.
Natuurlijk loopen er in de buurt tal van ge
ruchten. Waar reporters even talrijk rondwaren
als stille dienders en liefhebberij-detectives, daar
is zulks niet vreemd. Volgens één der geruch
ten wilde men weten, dat de vermoede
lijke dader gepakt zou zijn, doch dit is weder
een ontrouwbaar uitstrooisel gebleken. Zoo zijn
er meer. De politie hoort alle uren een nieuwe
theorie. Daarbij komen hare eigene. Het is
moeielijk voor haar, zich aan die vei-schillende
oplossingen van het donkere probleem te onttrek
ken. Er mocht eens eene juiste onder loopen
Zoo is zij nu bezig de Spaansche bodems in
de dokken en op den Theems te doorzoeken, op
het beweren, dat de moordenaar een Spanjaard
is. Hij is ook al een neger, een Maleier en een
Chinees geweest. Het ééne lijkt even waarschijn
lijk als het andere.
Tot dusverre is er nog niets ontdekt. Dit is
het éénige wat vaststaat. De waarheid io, dat de
politie geen raad meer weet en in het duister
rondtast.
Op het moment worden er op straat zeer vele
exemplaren eener kaart van Whitechapel gevent
tegen één stuiver het stuk. Op die kaart staan
met de dagteekening vermeld al de plekken, waar
Jack the Ripper zijne achtereenvolgende moor
den beging.
Is het toeval, of was het opzet? Ik heb nu
eene dier kaarten vóór mij. Niets lijkt duidelij
ker dan de kring, welke de moordenaar, of de
moordenares, als het ware heeft getrokken om het
politiestaton in de Leraanstreet, het hart van Whi
techapel De moorden zijn links en recht, boven
en beneden gepleegd, doch steeds in de onmid
dellijke nabijheid van gemeld station. En toch
heeft de politie niets gemerkt. Zonderling
Ik zegmoordenaar of moordenares. Want
andermaal vindt bij velen de theorie ingang, dat
Jack the Ripper eene vrouw is, of althans een
man die, als vrouw verkleed, rondgaat. In casu
wordt aan die overigens niet onwaarschijnlijke
theorie kracht bijgezet door het vinden van eenen
sluier en vrouwenhoed, welke oogenschijnlijk niet
het eigendom der verslagene waren. Doch dit
kan, wel bekeken, misschien slechts ééne der lis
ten van Jack wezen, om de politie op een dwaal
spoor te voeren.
Aan andere bladen ontleenen we nog het
volgende
De moord werd gepleegd in Lemonstreet, op
een steenworp afstand van een bureau van poli
tie, onder een viaduct. De helft van den engen
doorgang is afgezet door een houten schutting,
waarachter vuil wordt geworpen, terwijl de an
dere helft als doorgang dient. Aan beide zijden
van de gang staat een brandende lantaren, maar
niettemin is het in het midden van de gang zoo
donker, dat het kruis, hetwelk de politie heeft
gemaakt op de planken, ten einde de plaats,
waar het lijk is gevonden, aan te duiden, alleen
met behulp van kunstlicht kan gezien worden.
Het terrein bestaat uit een doolhof van door
gangen en steegjes, en daarin zijn tal van volks-
herbergen, zoodat het niet moeilijk is te ont
komen.
Om twee uur in den ochtend vond een politie
agent in dezen doorgang tegen de schutting het
lijk van een jonge vrouw. Het lijk was nog
warm, zoodat blijkbaar de moord pas was gepleegd.
Zelfs beweert de agent, die het eerst ter plaatse
was, dat hij de voetstappen nog heeft gehoord
van den moordenaar, toen deze zich uit de
voeten maakte. Nog een kwartier geleden was
de agent bij zijn ronde deze plaats voorbijgeko
men, maar toen had hij niets bespeurd. De
agent zag terstond bij het licht van zijn lantaarn
datv er een moord was gepleegd en floot om
hulp. Een paar minuten later was een tweede
agent ter plaatse. De pols der vrouw klopte,
naar de agenten meenden, nog zeer flauw en
daarom werd terstond iemand gezonden naar
den geneesheer der wijk. Toen de geneesheer,
die in de buurt woont, eenige oogenblikken
later kwam, was de vrouw reeds bijna geheel
dood, en stierf bijna onmiddellijk daarna.
De vermoorde vrouw werd spoedig herkend.-
Zij was een vrouw van omstreeks 25 jaren, die
in deze buurt langs de straten placht te zwerven
en onder den naam arroty Nell (Roode Lena)
bekend stond. Op dien dag was zij in gezelschap
gezien van een man, vergezeld door een pakjes
drager. Deze zegt, dat haar metgezel er uitzag
als een stoker en blijkbaar een vreemdeling was.
Daar er toevallig vele Spaansche schepen in de
haven lagen, heeft de politie een onderzoek
ingesteld, maar zonder gevolg.
De politie en de geneesheeren zijn het er over
eens, dat ook deze moord in de meeste opzich
ten strookt met de vorige negen moorden, welke
in dezelfde buurt en op dezelfde wijze zijn
gepleegd. Tijd, plaats en omstandigheden, zelfs
de wond aan den hals, strooken geheel met de
wijze, waarop de andere misdaden gepleegd
zijn. Daar de politie een vrouwenhoed in den
doorgang heeft gevonden, gelooft zij dat de
moordenaar óf een vrouw is óf zich in vrouwen
gewaad heeft gekleed en zich onder deze ver
momming op de loer heeft gelegd. Men neemt
aan dat de moordenaar ook het lijk wel op
dezelfde wijze zou verminkt hebben, indien
hem daarvoor de tijd ware gegund. Blijkbaar
is de man bij zijn werk door de komst van den
agent gestoord.
Overeenkomstig de instructién, die hen voor
dergelijke gevallen zijn gegeven, lieten de agen
ten het lijk liggen op de plaats waar zij het
vonden. Haar hoed lag naast het lijk. Een kam
was het eenige voorwerp, dat zij bij zich had,
maar van berooving kon toch geen sprake zijn.
Toen het lijk naar het politiebureau was ver
voerd, vonden de agenten twee shillings, welke
achter een pijp van de waterleiding waren
verborgen. Behalve de hoed en de geldstukken
heeft men geen voorwerpen gevonden, welke
slechts eenigszins met de moord in verband
kunnen staan.
Van den moordenaar is verder nog niets bekend.
Een later bericht meldt
De Londensche politie heeft nu een man ge
vat, wiens kleederen met bloed bevlekt waren
en die dezelfde moet zijn mét wien men de in
Whitechapel vermoorde vrouw een kwartier voor
den moord gezien heeft.
Men gelooft dat hij werkelijk de langgezochte
Jack the Ripper is. Maar dat zal nog nader
moeten blijken.
Keizer en Kanselier.
Berlijn, 15 Febr. (Part. Corr.)
(Overgedrukt uit bet Hbld.)
Tijdens het diplomatieke feestmaal, dat de rijks
kanselier Caprivi Vrijdag heeft gegeven, heeft keizer
Wilhelm weer menigeen verbaasd door de onbevan
genheid en openhartigheid waarmede hij zich met
de afgevaardigden van alle partijen over allerlei
politieke quaesties onderhield.
Reeds per telegraaf is gemeld, dat de keizer ook
heeft gesproken over den toestand der mijnen in
de Rijnprovincie en Westfalen, en in het bijzonder
zijn leedwezen betuigde over de tegenwerking,
welke de groote fabrikanten in deze streken tegen
de sociaal-politieke arbeidswetgeving voeren. Over
deze zaak sprak de keizer vooral met den liberalen
afgevaardigde dr. Schmidt uit Elberfeld en toonde
daarbij volkomen op de hoogte te zijn van het
mijnwezen. Zelfs was den keizer het getal der wag-
gons bekend, welke in Januari voor het vervoer van
steenkolen werd gebruikt. Daarbij werd er ook
over gesproken, dat ondanks het gebrek aan wag-
gons, waardoor het vervoer van steenkolen in
Duitschland zeer onvoldoende was, toch het vervoer
van kolen naar Nederland geregeld, en zelfs met
sneltreinen geschiedde. Dat de groote fabrikanten
zoo weinig met den spoorweg-minister dr. Maybach
zijn ingenomen, schreet de keizer toe aan hun
eigenbelang.
Zoo 0. a. zeide de keizer«Ik weet, dat zij den
heer Maybach aanvallen, omdat hij in Engeland
een partij rails heeft besteld. Ik heb hem echter
gezegd, dat hij groot gelijk had, want hoezeer ik
er ook naar streef om onze nijverheid te steunen,
zoo kan toch dit soort rails alleen in Engeland
worden gemaakt. Prins Bisraarck heeft de groote
fabrikanten verwend. De gewezen kanselier luisterde
alleen naar hen, en ik weet, dat hij dikwijls in
maanden geen anderen burger die geen ambte
naar was dan de Commerzienrath Baare uit
Borchum sprak. Van zulk een bescherming van
enkele standen mag onder mijn regeering geen
sprake zijn".
Met denzelfden afgevaardigde sprak de keizer
ook over de andere moeilijkheden, welke hij onder
vindt bij al zijn pogingen om hervorming in te
voeren.
«Het ergste zei Wilhelm is de groote
man te Friedrichsruhe Wanneer hij zich maar
stil wilde houden. Ik heb, toen Bismarck zijn aan
vallen tegen mij en mijne regeering begon, hem
laten verzoeken deze aanvallen te staken en op
zijn hoede te zijn. Wta Bismarck eigenlijk wil,
weet ik niet. Wanneer hij meent, dat hij mij na
deel bezorgt, dan vergist hij zich. Hij geeft dei-
wereld sleehts het schouwspel van een man, die
zijn eigen lauweren vernielt. Bismarck heeft ook
geen reden om boos op mij te zijn, want ik heb
mij niet van hem gescheiden, maar hij is van mij
weggegaan. Ik was bereid hem den roem over te
laten, verbonden aan de oplossing van een der
gewichtigste quaesties der arbeiders-politiek, maar
hij weigerde zelfs een mijner denkbeelden aan te
nemen, en zoo noodzaakte hij mij andere medewer
kers te roepen."
Ten slotte uitte keizer Wilhelm de hoop, dat
zijn hervormingen, hoewel langzaam, toch eindelijk
tot stand zouden komen.
Deze openlijke verklaring des keizers, en dat nog
wel tegen een afgevaardigde van de partij, welke
voorheen voor Reichsfeinde doorging, heeft in
politieke kringen groot opzien gewekt, want men
neemt aan dat het 's keizers doel is geweest deze
opmerkingen algemeen bekentl te maken. Daaruit
blijkt wel, dat de keizer, evenals de rijkskanselier
Caprivi, steun zoekt waar hij die maar kan vinden.
Met graaf Courad Preysing, lid van het centrum,
sprak de keizer geruimen tijd over de buitenland-
sche politiek. Ook al zijn de bijzonderheden van
dit gesprek niet bekend, zoo weet men toch zeker,
dat de keizer zich alles behalve als een krijgszuch
tig man heeft doen kennen. Zoo 0. a. weidde de
keizer uit over de groote verliezen, welke.zelfs een
overwinnend land in den oorlog lijdt, en dat op
een wijze, welke men eerder van een philantroop
zou verwachten, dan van een jeugdig keizer, die
steeds met het leger dweept.
Het is echter de algemeene indruk, dien men
van Js Keizers mededeelingen heeft ontvangen, dat
Wilhelras geduld ten opzichte van prins Bismarck
uitgeput begint te raken. Indien de gewezen kan
selier op dezelfde wijze voortgaat met zijn aanvallen
zou de keizer wel eens tegen Bismarck kunnen
optreden.
Het «Hbld" voegt hieraan het volgende toe:
Een teruggehouden telegram.
De brief van onzen Berlijnschen correspondent,
in ons nummer van heden, werd ons Vrijdagavond
geseind, doch slechts enkele regelen er van konden
wij mededeelen.
De «Telegraphen-censur" had het telegram dus
gekortwiekt en het grootste deel teruggehouden.
Nu deelen wij het onderdrukte stuk een paar
dagen later mede.
Waarom het telegram terug zou zijn gehouden?
Onze correspondent staat in voor de volkomen
juistheid zijner mededeeling en de Keizer kou dus
niets gesproken hebben, indien Z. M. zijne meening
in deze niet wilde bekend maken. We vermoeden
dat de «Telegraphen-censur" te groote dienstijver
getoond heeft.
Surtout pas ie zéle!"
Duitschland. Keizer Wilhelm heeft het
tegenwoordig verschrikkelijk druk, om zijn broer
af te richten tot minister-voor-alles. Na vier
maanden cursus in het ministerie van Binnen-
landsche Zaken, zal Prins Heinrich drie weken
doorbrengen in de departementen van Financiën
en Openbare werken, daarna drie weken in
Landbouw en EerediensU