HELDERSCHE- NIEU WEDIEPER COURANT. Jaargang 49, M 25. Vrijdag 27 Februari 1891. Nieuwsblad voor Hollands Noorderkwartier. BERICHT. J. H. VAN BALEN. 82> DOLORES. ,En*desespcrecrl nimmer!' Jan Pistersz. Co en. Het Vaderland! ghetrouwe Blijf ick tot in den doot: Wilhelmuslied. Versonijnt lederen Dinsdag, Oonaerdag en Zateraag. Abounementiprijs per 3 Voor de courant binnen de gomeente naar de overige plaatsen van Nederland o naar alle landen, die in het postverdrag zijn opgenomen (inbegrepen Oost- lndic en Amerika) naar Znid-Afrika maanden. 0.70, met Zondageblad 1.05 0.90, 1.85 1.75, 2.50, 2.10 ».- REDACTEÜR-UITGEVER Molenplein 162/163. HELDER. Pr ij 8 dor advertentiën: Van 15 regel» 50 cent, elke regel meer 10 cent. Bij abonnement, nnar gelang van de hoeveelheid regels, aanmerkelijk lager. Ingezonden mcdedeelingcn en aanbevelingen, geplaatst tnssohen den tekst, per regel 15 el Advertentiën voor liefdadige doeleinden5 Dienstaanbiedingen voor den werkenden stand5 Agenten in het buitenland: België, Mr. N. Bertoux, Agence de publicité, 12 Rue St'e-Grudule, Bruxelles; N.-Jersey en Omstreken: Mr. P. Langeveld Mz., Okonite Co, Passaic. Uit vele planteen des Innds zijn reeds adressen tegen de jachtwet, in den geest van dat des heeren de Kan- ter opgezonden. In andere plaatsen gaan zij ter teekening rond. Wij vestigen er nogmaals de aan dacht op. dat een dergelijk adres ten onzen bnrccle ter teekening ligt, dage lijks van 95 ure. Met aaudrang uoodlgen wij een ieder, die tegen de jachtwet Is, uit dit adres te koineu teekcucn. De gelegenheid daartoe blijft nog acht dagen open. Onderwijzers-tractementen, (Ingezonden.) Onder bovenstaand opschrift werd eenigen tijd geleden een artikel in deze courant geplaatst, waarin betoogd werd, dat de regeling der onder- wijzers-jaarwedden in 't algemeen zeer veel te wenschen overlaat en dat zij hier ter plaatse al in 't bijzonder zeer slecht te noemen is. De positie van den onderwijzer aan den Helder is dan ook lang niet schitterend, ja zelfs ellendig te noemen: het grootste deel vau de opvoeders der jeugd moet ronddobberen met een loon van f 10 of f 12 per week. Is dit niet bedroevend De onderwijzer, de opvoeder der jeugd, de man, die Staatsburgers moet opleiden, die het volk zijn grootsten schat, zijne beschaving moet geven, wordt zóó gewaardeerd, dat hij in vele gevallen zijn bestaan moet voort- sleepen. Het kan niet anders, of zulk eene onvol doende bezoldiging eener klasse van menschen, die voor een groot deel niet alleen voor zichzelve, maar ook voor een gezin hebben te zorgen, moet op den duur verlammend werken op hun lust en opgewekt heid en daardoor ook nadeelig zijn voor 't onderwijs, dat hun is toevertrouwd. 't Is treurig, maar waarde meeste onderwijzers kunnen bij de tegenwoordige regeling nooit tot eene behoorlijke positie geraken want de kans om aan het hoofd eener school geplaatst te worden is al zeer gering. Volgens het regeeringsverslag van 1889 waren er in ons land 2921 hoofden van scholen, tegen 7828 onderwijzers hieruit blijkt ten duidelijkste dat indien de onderwijzers plotseling eens alle thans vervulde plaatsen van hoofd konden innemen, er nog 5000 onderwijzers zouden over blijven, voor wie geen kans bestond op zoodanige Feuilleton van de Heldencbe- en Niauwedieper Courant. Roman van Gravin EUFEMIA BALLE8TREM. (Uit het Duitse h.) Nu vertelde Dolores ook van de ontdekte voet sporen, hetwelk dokter Rusz zeer ernstig scheen op te nemen en hij beloofde te zullen onderzoeken op welke wijze de eigenaar van deze voetstappen in deu noordelijken vleugel kon zijn gekomen. Daarna nam Dolores van haren gast afscheid. Deze bleef nog een oogenblik buiten en begaf zich toen naar binnen, waarop zijne vrouw dadelijk opstond en haar breiwerk oprolde. Zij wierp hierbij een scherpen blik op haren echtgenoot, die met onzekere handen de boeken bijeenraapte, die over de tafel waren verspreid. „Scheelt u iets, Rusz vroeg zij. „Ge zijt zoo bleek." Hij schudde zijn hoofd en begon zacht een deuntje te fluiten. „Dat is geen antwoord," zeide zij verstoord en toen hij ook daarop niets zeide, ging zij heftig voort„Maar ge zult u met die ongezonde wande lingen nog eens een geduchten koorts op den hals halen. Ik weet niet, wat voor pleizier ge daarin vindt, om zoo alleen te loopen." „O, ik was niet alleen, mijn duifje," antwoordde hij zacht. „Ik ontmoette Dolores in het park, toen zij van Arnsdorf terugkeerde en ik heb haar toen mijn geleide aangeboden." Nu was de beurt aan mevrouw Rusz om bleek te worden, want haar echtgenoot wist, dat zij jaloersch was en hij had zijn pijl met voorbedachten rade afgeschotenzij wilde echter niet bekennen promotie. Maar wij behoeven niet eens het regee ringsverslag na te gaan. Laten wij den toestand in onze gemeente slechts wat nader bezien. Aan de 8 gemeentescholen zijn een 60 tal onder wijzers en onderwijzeressen werkzaam, waarvan er natuurlijk maar 8 hoofd kunnen zijn, en van de 52 overigen zal maar zeer enkelen, al bezitten zij de hoofdacte, het voorrecht te beurt vallen eenmaal als chef op te treden zij moeten dus levenslang als klasse-onderwijzers werkzaam blijven. Deze omstandigheid zou nu zoo erg niet zijn, wanneer zij na verloop van eenige jaren een behoorlijk sa laris konden verkrijgen, zij zouden zeker geen reden tot klagen hebben, wanneer zij het vooruitzicht hadden door den tijd hun materieele positie ver beterd te zien. Doch dat is niet het geval, want aan de openbare scholen in deze gemeente zijn niet minder dan 39 onderwijzers, die slechts f 500 of f 600 inkomen hebben, zonder eenig vooruitzicht op verbetering. Onder hen vindt men personen, die reeds meer dan 25 dienstjaren hebben en ook zijn er bezitters van de hoofdacte in deze categorie begrepen. Nu vragen wijis het niet dringend noodzakelijk, dat hierin verandering komt en dat velen van hen ruimer gesalarieerd worden, opdat niet alle lust, ijver en energie gedood worde Men heeft dan ook bij de vaststelling der tractementen vau de hoofden der scholen niet zoo karig en schriel gehandeld, maar daardoor tevens eene groote wanverhouding in 't leven geroepen. De verhouding der jaarwedde toch van den hoog9t gcsalarieerden onderwijzer tot die van een schoolhoofd is als 1 tot 2|. Het hoofd onvangt een tractement van f 1500 -j- f 300 f 1800 terwijl de man, die in rang op hem volgt, die hetzelfde diploma bezit en dezelfde werk uren heeft, in het gunstigste geval met f 800 moet rondkomen. Ten einde verkeerde gevolgtrekkingen tegen te gaan, voegen we er dadelijk bij, dat we het hier mee niet willen doen voorkomen, alsof het hoofd der school te ruim bezoldigd wordt en dus zijn salaris best eenige honderden guldens minder kan worden. Raadpleegt men echter de Onderwijswet, dan vindt men daar ook een geheel andere verhouding, in art. 26 (de minima betreffende), opgegeven. Eischt genoemd art. voor het hoofd der school f 700 plus vrije woning of vergoeding daarvoor, het salaris van den onderwijzer met de hoofdacte moet minstens f 600 bedragen, dat van den onder wijzer zonder hoofdacte f 400. Stellen wij nu de vergoeding voor woning op plaatsen, waar het minimum salaris gegeven wordt, op f 100, dan krijgt men eene verhouding van 800 600 400 of van 4:3:2. Ieder kan nu gemakkelijk nagaan, dat, waar het hoofd eener school f 1800 tractement ontvangt, de bezoldiging van den onderwijzer met hoofdacte moest kunnen stijgen tot f 1350 en die van den onderwijzer zonder die acte tot f 900, wilde men naar de bedoeling en in den geest van den wetgever handelen. dat hij getroffen had, zij liet hem steeds verder in haar dwaas, oud hart boren, waarin hij niets dan vergif, gal, haat en bitterheid veroorzaakte. En terzelfdertijd doorleefde Falkner op Monre- pos kwade uren, want tot zijne groote ergernis had prinses Lolo zelve aan hem met eenige overdrijving die geschiedenis van de slangen verteld en begon toen hartelijk te lachen over de dwaze ontsteltenis van „de onnoozele Satanella". „Op haar veijaardag zal ik haar in het geheim een kleine slang in een kistje sturen," besloot zij „ik zou dan die luchtsprong wel eens willen zien, die zij zal maken, als het beest tschtegen haar begint te sissen." Falkner was over dit alles buiten zichzelf van toorn. Toen men op Monrepos was aangekomen en men elkaar goeden nacht wenschte, omvatte prinses Alexandra hare zuster vol liefde, reikte Falkner de andere hand en zeide „Voor uw bestwil, Lolo, omdat ik u zoo lief heb en uwen verloofde reeds als mijn broeder beschouw, wil ik u nu iets zeggen en wel voor zijne ooren, daar het dan misschien meer zal uit werken. Ge waart van avond wel wat luid, mijn hartje, bijna te wild! Dat past niet voor eene jonge bruid, die voor den ernstigsten stap van haar leven staat I Nu rukte prinses Lolo zich los uit de armen harer zuster en bleef met vonken schietende oogen en gebalde vuisten voor haar staan. „Nu heb ik genoeg van dat schoolmeestertje spelen en zedepreken houden," kwam het woedend over hare lippen. „Juist omdat ik eene bruid ben wil ik dat niet meer, juist omdat ik eene bruid ben, doe ik wat ik wil. Ik wil niet langer gebeten zijnJuist om vrijer te zijn huw ik in plaats van een dommen prins hem daar als zijne vrouw kan ik ten minste doen wat mij schikt en wat ik magl" Dit alles overwegende is het zeer begrijpelijk, dat de gezamenlijke onderwijzers hier ter plaatse zich tot het gemeentebestuur gewend hebben ter verkrij ging van eene betere regeling hunner jaarwedden. Bij eene ernstige behandeling van hun adres zal ongetwijfeld de billijkheid van hun verzoek ingezien en eene regeling ontworpen worden, die aan de 25 of 30jarigen onderwijzer eene zoodanige positie verzekert, dat het onderhouden van een gezin op eenigszins onbekrompen wijze voor hem mogelijk wordt. Na al hetgeen in dit en het vorige artikel is aangevoerd, zou naar onze bescheiden meening eene nieuwe regeling in hoofdzaak aldus ingericht moeten zijn Voor hoofden van scholen bedraagt het minimum f 1200 -}- vrije woning of vergoeding daarvoor voor onderwijzers met de verplichte hoofdacte f800 en voor idem met de eerste acte f 600. Bij getrouwe plichtsbetrachting, ijver en geschikt heid, worden 3 driejaarlijksche verhoogingen, elk van f 100, gegeven, zoodat het maximum-tracte- ment der verschillende categoriün respectievelijk be draagt f 1500 -j- vrije woning, f 1100 en f900. Zij, wien opgedragen wordt onderwijs te geven in één of meer vakken, waarvoor een bijacte vereischt wordt, ontvangen boveudien f 100 a 200. De plaatsvervangende hoofden worden aangesteld uit de onderwijzers met de verplichte hoofdacte en ont vangen f 100 boven hun gewoon salaris. Wij verraeenen, dat zoodanige regeling goede vruchten moet opleveren, dat zij een prikkel zou zijn tot ijver en volharding, dat zij ieder onderwijzer zou opwek ken tot het bereiken van het edele doeldoor practi- sche bekwaamheid en theoretische kennis uit te blin ken en zoo een sieraad te worden der maatschappij. Daarentegen moet een gering salaris oorzaak wor den, dat de onderwijzer de noodige opgewektheid in de klasse mist en de gelegenheid derft op de hoogte te blijven der nieuwere denkbeelden op pae- dagogisch gebied. Ten slotte herinneren wij aan de woorden van Blaupot ten Kate, inspecteur van het L. O.„Als de jaarwedden der onderwijzers de inkomsten van een arbeider of daglooner niet aanmerkelijk te boven gaan, dan is zulks een misslag, waarmede de zui nigheid, of liever de bekrompenheid, de wijsheid bedriegt, tot groot nadeel voor het onderwijs want een onderwijzer, door dagelijksche zorgen voor het onderhoud van zich en zijn gezin gekweld, kan geen goed onderwijs geven en ook lijdt zijn zede lijk gezag door deu ellendigen toestand vau zijn leven." „Nu, nu, Lolo, ik denk toch wel, dat ge den baron huwt, omdat gij hem met geheel uw hart liefhebt!" zeide prinses Alexandra zacht, toen hare zuster buiten adem zweeg. „Natuurlijk, daarom ook," riep de kleine door luchtigheid uit, terwijl zij een snellen blik op Falkner wierp. Zij was vuurrood geworden. „O neen, daarom alleen," verbeterde de oudste zuster met smeekenden blik, waarop de kleine furie weder in toorn losbarstte. „Ik laat geen schoolmeestertje meer over mij spelen en wat ik gezegd heb, daar blijt ik bij zeide zij knarsetandend, snelde toen zonder groeten heen en sloot zich in baar kamer op. Prinses Alexandra keek Falkner met een droevig lachje aan. „Gij zult nog veel aan haar te doen hebben," zeide zij zacht. Hij kuste vol eerbied hare hand. „Het is nog ongezuiverd druivennat, Doorluch tigheid," antwoordde hij tegen zijne overtuiging in, maar wat moest hij anders zeggen? „Ik zal er wel voor zorgen, dat het heldere, zuivere wijn wordt," voegde hij er bij, terwijl hij moeite had, zijne kalmte te bewaren. „God geve hetzuchtte zij. Falkner kon heden niet tot rust komen, want het gebeurde had hem hevig getroffen. Hij dacht met huivering aan de toekomst. Wat moest daaruit worden? Hoe zou de vrouw hare waardigheid kunnen bewaren, als de bruid die reeds met voeten trad Hij moest nu ook denken aan het noodlot, dat nu te hoog voor hem gesteld had, wat te laag voor hem was geweest. Toen hem de oogen geopend waren geworden en hij zich wilde bukken om het zoo laag geschatte wezen de hand te reiken, was het te ver voor hem en nu Nu was het te hoog en misschien ook te laat. Misschien Neen, het was werhelyk te laat, want hij was gebonden, gebonden NEDERLAND. HELDER, 26 Februari. Het gastmaal, jl. Dinsdag ten paleize aan de leden der Eerste Kamer aangeboden, werd voor afgegaan door eene ontvangst door de Koningin- Regentes en de Koningin. Eerstgenoemde sprak alle uitgenoodigden toe. De jonge Koningin gaf aan alle heeren de hand. Tot het gevolg der Koninginnen behoorden de Grootmeesteresse Mevrouw Van Hardenbroek, Mevrouw Hartsen, Mevrouw Insinger, de freules Van Ittersum, Van de Poll en Rengers en de gouvernante Miss Saxton Winter. Graaf Schimmelpenninck ontving de heeren, terwijl mede aan den disch zaten de vice-admiraal Van Capellen, de hh. De Constant Rebecque, Baron Taets van Amerongen, De Ranitz, Van de Poll Sijtsema en Schimmelpen ninck. Voor 64 couverts was aangerecht. De Regentes had rechts van zich de Koningin en links de Voorzitter der Eerste Kamer, de heer Van Naaraen. Naast Koningin Wilhelmina zat Graaf Schimmelpenninck en tegenover de Regentes de Oud-Voorzitter Van Eysinga. ,De leden zaten naar anciënniteit. Ook de griffier en de commies griffier waren genoodigd. Na afloop van den maaltijd sprak Koningin Wilhelmina in de zijzaal met enkelen, 0. a. de burgemeesters van Amsterdam en van Rotterdam, terwijl de Regentes allerminzaamst met alle aanwezigen beurtelings een gesprek voerde. Binnenlandsch nieuws. Schagen. Ruim xoo personen veel te weinig voor zooveel goeds luisterden jl. Zondag in het lokaal van den heer Kos alhier naar de opvoering van Multatuli's Max Havelaar, door het gezelschap van de heeren Kreukniet, Bigot, Poolman en Blaaser. Zoo het ooit geldt, dan geldt het hierde afwezigen hadden ongelijk, want heerlijk was de vertolking van Multatuli's schoone schepping. Daverend werden de too- neelisten dan ook toegejuicht en het was geen wonder, dat de heer Henri van Kuijk --de bewerker van het tooneelstuk door het dank bare publiek meermalen werd teruggeroepen, te meer, daar hij zelf de rol van Max Havelaar vervulde. Eere wien eere toekomt door zijn woord en door zijn eer. En toen bij daar aan dacht, drukte hij de tanden vast op elkaar. „Voorwaarts," zeide hij tot zichzelf, „voorwaarts eu niet omzien dat had nog geen Falkner gedaan. Eu zij, daarginds in den Valkenhof, zij zou het ook niet doen, want niet tevergeefs voeren wij het devies„Alle Valken eerlijk." XI. Ich sprack zum GeierReisz uit dem Herzen Den Namen mir, des drin gegrabe.n sieht, Vergessen lernen will ich und versohmerzen. Des Geier aprach„Es ist zu spat." E. Geibel. De zinsnede„Men weet niet wat de volgende dag zal brengen," wordt dikwijls uitgesproken, zonder daarbij na le denken d. w. z. gedach- tenloos als in gewoonte, machinaal. I11 waarheid denken slechts weinigen na over de diepe zin, die in die woorden ligt, want met hetzelfde recht kun nen wij in plaats van den volgenden dag, het vol gende uur zeggen en zelfs van de zestig minuten van dit korte tijdsverloop, dat voor velen taph zoo lang kan wezen, is geen enkele, waarover wij met zekerheid zouden kunnen beschikken. Dat is ook een der grootste bewijzen van God's wijsheid, waaruit wij de deemoed kunnen leeren, welke de Heiland van ons verlangt. Niet alleen dat de raenschelijke geest, die in de diepte der aarde en in de hoogte der lucht door dringt,. wiens doel geen grenzen kent, dat deze sterke geest machteloos staat als een kind voor het volgende uur, waarvan hij zegtik zal het zoo of zoo doorbrengen of aanwenden; maar de mensche- lijke geest in al zijn hoogmoed de ergste, die

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche en Nieuwedieper Courant | 1891 | | pagina 1