HELDERSCHE- NIEUWEDIEPER COURANT. Jaargang 49. M. 28. Vrijdag 6 Maart 1891. Nieuwsblad voor Hollands Noorderkwartier. BERICHT. J. H. VAN BALEN. Heldersche- en Nieuwedieper Courant 85 DOLORES. ,Ec desespereert nimmer!* Jmn Pietrrsz. Coen. Het Vaderlandt ghetrouwe Blijf ick tot in den doot; Wilhelmuslied. VersoHUnt lederen Dinsdag, Donderdag en Zaterdag. Abounementiprijs per 3 Voor de courant binnen do gomeonte a a a naar de overige plaatsen van Nederland a naar alle landen, die in bet postverdrag zijn opgenomen (inb'egrepen Ooat- Indië en Amerika) t H naar Znid-Afrika maanden. 0.70, met Zondagsblad 1.05 0.90, H w a 1-35 1.75, 2.50, 2.10 - 8.— REDACTEUR-UITGEVER Molenplein 162/163. HELDER. Prys der advertentiën: Van 15 regels 50 cent, elke regel meer 10 cent.Bij abonnement, nnar gelang van de hoeveelheid regels, aanmerkelijk lager. Ingezonden mededeelingon en aanbevelingen, geplaatst tusschen den tekst, per regel 16 et Advertentiën voor liefdadige doeleinden5, Dienstaanbiedingen voor den werkenden stand5 Agenten in liet buitenland: België, Mr. N. Bertoux, Agence de publicité, 12 Rue Ste-Gudule, Bruxelles; N.-Jersey en Omstreken: Mr. P. Langeveld Mz., Okonite Co, Passaic. Op verzoek van sommigen, die gaarne onze courant lezen, maar opzien tegen de betaling ineens van 70 cent in het kwartaal, hebben wij besloten de voortaan ook verkrijgbaar te stellen per week. De prijs voor de courant is dan, bij vooruit betaling aan ons kantoor, vijf etl een halve cent per week, met Zondagsblad er bij acht centen. Men ontvangt dan de courant in eigendom driemaal in de week tehuisbezorgd. NEDERLAND. HELDER, 5 Maart. DE JACHTWET. Ten einde een ieder in de gelegenheid te stellen kennis te maken met het adres-de Kanter, dat op ons bureau ter teekening ligt voor alle meerder jarige ingezetenen, laten wij het hieronder in zijn geheel volgen Aan de Tweede Kamer der Staten Generaal. Geven eerbiedig te kennen de ondergeteekendeu, raeerdeijarige ingezetenen der gemeente Helder; dat zij zich gedrongen gevoelen uwe aandacht feuilleton van de Heldersche- en Nisnwedieper Courant. Iloman van Gravin EUFEMIA BALLESTREM. (Uit het Duitse h.) Wat na deze verklaring tusschen mijn vader en mij als hertog en erfprins en later als vader en zoon besproken werd, doet hier niets ter zake, ik wil u alleen zeggen dat ik de zege behaalde, mis schien omdat de verloving van mijne zuster Lolo was voorafgegaan. Alles laat ik echter afhangen van de beslissing dier dame. Neemt zij miju hand aan, dan worden de Rijksbezittingen een paar vier kanten mijlen grooter wijst zij mij echter af, dan aanvaard ik de regeering, wanneer mijn vader daarvan afstand doet." „En dat alles ligt in mijne hand vroeg Dolores, toen hij zweeg. Ja," zeide hij op vasten toon, „want gij zijt de vrouw, die ik bemin." Dolores was opgestaan met bleek gelaat leunde zij tegen de tafel, die achter haar stond en zag den prins aan die insgelijks was opgestaan. „Uwe Hoogheid heeft mij ten zeerste verrast," zeide zij na eene kleine pauze kalm en waardig. „Hoe vereerend, lief en vertrouwelijk het verkeer met Monrepos was, had ik volstrekt niet kunnen ver moeden, dat hier zweeg zij. „Dat ik u beminde," vulde de erfprins aan. „Neen, Dolores, ik weet, dat ik mij niet verraden heb, want ik hield het voor een man in mijne positie voor gewetenloos, eene vrouw te vervolgen met liefde, terwijl hij haar niets zou kunnen aan bieden dan een trouwring aan de linkerhand, een te vestigen op de wet van 13 Juni 1857 Stbl. No. 87, regelende de jacht en visscherij, speciaal voor dat gedeelte, wat op de jacht betrekking heeft dat zij met den meesten nadruk wijziging van deze wet moeten aanbevelen en mitsdien verzoeken op de volgende gronden 1. die wet beschermt geen <Sïa«£sbelang, doch eenvoudig het genot van enkelen. Het financiëel voordeel dat de Staat trekt uit de jachtactenweegt op verre na niet op tegen de kosten, die de be scherming van het jachtvermaak na zich sleept. Het in wezen houden van den wildstand op zich zelf kan evenmin een staatsbelang heeten, daar hier door noch ter wille van de industrie, noch ter wille van het volksvoedsel gelijk de visscherij nut gesticht wordt, doch integendeel groot en onoverkomelijk nadeel, gelijk door ons zal wordeh aangetoond 2. de bescherming, die de wet aan het jachtver maak verleent, is hoogst nadeelig voor landbouw, tuinbouw en bloementeelt, daar het wild leeft en onder bescherming der jachtwet kunstmatig wordt voortgeteeld van hetgeen deze takken van industrie met de grootste kosten uit den grond te voorschijn brengen. Requestranten rekenen het onnoodig deze nadeelen opnieuw uitvoerig uileen te zetten, waar de Kamer reëds herhaaldelijk door adressen van verschillende vereenigingen, die deze industrieën als 't ware vertegenwoordigen, op dat nadeel is gewezen. Zij vragen echter nogmaals 'welk Staats belang eischt, dat de wet hun gedurende 8 maan den van het jaar geheel verbiedt gedierte te dooden, dat deze uitgebreide takken van het volksbestaan voortdurend benadeelt, om dan gedurende 4 maan den, mits onder zeer onereuse voorwaarden, en nog wel alleen, indien zij niet gedrukt zijn onder Heer lijke jachtrechten,' tot' hét "d'óodën daarvan te mogen overgaan, doch alleen in een tijd, als het wild weinig schade doet, omdat de oogst van het veld is 3. De bescherming van het jachtvermaak door de jachtwet demoraliseert ons volk. Men gehoor zaamt onwillig eene wet, die onnoodige offers vergt, vooral indien er geen algemeen belang, doch slechts een particulier belang mee gediend wordt. Men maakt het niemand duidelijk, dat het misdrijf is, ongedierte te verdelgen, dat krachtens de burgerlijke wet eigendom is van hem, op wiens land het zich bevindt, en dat daar alleen komt om schade aan zijn eigendom toe te brengen, die men lijdelijk moet aanzien, om aan anderen het genot te laten van dat ongedierte te dooden. En wanneer men dan tot die overtuiging gebracht moet worden door de straffende hand der overheid, dan komt het volksgeweten in. ver/et; men zoekt op allerlei wijzen die wet te ontduiken men gaat de overheid haten, die deze wet handhaaft en onder bepaalde omstan digheden kan dat verzet zoodanig worden geprik keld dat de voorbeelden zijn trouwens talloos misdaad het gevolg wordt. En die omstandigheden worden inzake handhaving van de jachtwet kunstmatig in het leven geroepen en het zedebederf mitsdien verergerd vreemden naam en een altijd pijnlijke plaatsin zijn huis. Deze redenen dwongen mij, mijne liefde voor u te verbergen. Nu echter kan ik spreken, nu kan ik u mijne gevoelens openbaren. Dolores, zou ik op wederliefde mogen hopen Het werd stil in het hooge, koele vertrek, zoo stil, dat men de vliegen tegen de vensterruiten kon hooren brommen. Dolores stond als in diepe ge dachten verzonken, terwijl hare oogen strak voor zich uit zagen de erfprins wachtte haar antwoord af. „Hoogheid," zeide Dolores eindelijk, „ik zou u zeer misleiden, als ik zeide, dat de warme sympa- tie, die ik voor u gevoel, liefde is. Als ge deze van mij verlaugt ik bezit ze niet 1" „O, Dolores riep hij smartelijk bewogen uit. „Ik heb wel vermoed, dat een ander „Neen, neenviel zij hem snel in de rede, „geen ander. Tusschen u en uw aanzoek staat niemand. Misschien zou ook de warme sympatie, waarvan ik zooeven sprak, juist een gelukkige echt kunnen tot stand brengen „Misschien is het wel liefde, zonder dat gij het weet?" viel hij haar met een smeekenden blik in de rede. Met een treurig lachje schudde zij het hoofd. „Neen, Hoogheid, wij moeten elkander niet misleiden. Het is maar de vraag, of gij tevreden zult zijn met hetgeen ik u kan aanbieden „Dolores „Gij moet niet dadelijk „ja" zeggen, Hoogheid," viel zij weer in. „Gij moet u eerst go.ed beraden, of ge een hart kunt aannemen, dat nog geen liefde voor u gevoelt. Ik wil echter niet zeggen, dat het niet beminnen kan en u nooit beminnen zal, want ik geloof wel, dat eene vrouw u beminnen kan. Ook ik echter heb een proeftijd noodig. liet is zeer aanlokkelijk, uw aanzoek aan te nemen, omdat ik weet, dat het een aanzoek is van een verstandige a. door het veelvuldig uitreiken van de bevoegd heid als onbezoldigd rijksveldwachterwaardoor een heirleger politie-arabtenareu ontstaat, niet ten dienste van 't algemeen, maar ten dienste van enkele par ticulieren, terwijl hun bevoegdheid van verbaliseeren met; 'dat van gewone politiedienaren gelijk staat. Het* ontzag voor dezen neemt af, naarmate het aantal dezer dienaren der openbare macht in parti culieren dienst toeneemt; door het premiestelsel, hetgeen mogelijk maakt dat 1 iïy'As-ambtenaren door particulieren worden bezoldigd, om ten strengste eene wet toe te passen, die schade doet aan 't algemeen. Dit fooienstelsel bederft niet alleen de politie te velde, doordien zij tuk op meerdere verdienste voornamelijk de particulieren helpt, aan wie wat te verdienen is, maar zij ontneemt ook aan de menigte het laatste ontzag voor die dienaren, omdat in haar oog, wat belooning is voor ex tra diensten, eenvoudig met omkooping gelijk staat. Waar onder deze omstandigheden het aantal overtredingen der wet op de jacht en visscherij reeds in 1887 tot over de 6000 gestegen was tegen 1300 in 1854, daar kweekt die wet eene zekere vertrouwdheid met, eene stellige onderschatting van het begrip misdrijfdie almede zeer demoraliseerend werken op het volk, daargelaten nog de kolossale uitgaven, die deze veroordeelingen voor 't Rijk medêbrengen, daar bijna alle opgelegde geldboeten door het ondergaan van gevangenisstraf worden gekweten. Requestranten komen op bovenstaande gronden tot u met het verzoek, om door eene uitspraak van uwe vergadering bij de Regeering aan te dringen op zoodanige wijziging van de wet op de Jachten VissfSerij, dat de kunstmatige bescherming van den wildstand en daarmede van het jachtvermaak een eir.de neme en het wild, overeenkomstig de bepaling van art. 626 en 641 B. W. kome onder het ge- meene recht, en de bescherming daarvan gelijk sta met die van andere eigendommen terwijl zij tevens ten dringendste aanbevelen, om, ter inkrimping van de schade door den land- en tuinbouw van Heer lijke jachtrechten te lijden, de af koopbaarstelling daarvan te vergemakkelijken. 't Welk doende, enz. (Volgen de handteekeningen.) Aan het jl. Maandag door H. M. de Koningin- Regentes aan de hoofden der diplomatieke missiën of hun zaakgelastigden aangeboden diner waren, met H. M., 29 dischgenooten aangezeten. Ter rechterzijde van H. M. zat de doyen van het corps diplomatique, baron d'Anethan, gezant van Belgie; aan haar linkerzijde de Duitsche gezant, baron von Saurma Jeltsch. Koningin Wilhelmina nam geen deel aan het gastmaal, dat, te half zeven aangevangen, te ongeveer half negen was afgeloopen en bijzon der schitterend was, zoowel wat de versiering van den disch als 't menu betreft. edelrann, omdat ik mij verheeld, dat uw hart een toevlucht zou kunnen zijn voor het mijne en omdat de eenzaamheid mij altijd zoo treurig stemt maar dat kan mij niet verleiden, het levensgeluk -- uw levensgeluk op één kaart te zetten, zonder te weten of ik zal winnen. Daarom moet ge mij eenigen tijd tot nadenken toestaan. Wilt ge dat doen „Kan ik neen zeggen vroèg hij met een zucht. „En hoe lang zal ik op uwe beslissing moeten wachten Want ik ben reeds besloten „Hoe lang?" zeide Dolores droomerig. „Ik weet niet hoe lang ik tegen den twijfel in mijn eigen hart zal moeten strijden. Wanneer ik strijd, doe ik het open en eerlijk, ook tegen raijzelve. „Dat weet ik, DoloresEn ik zal wachten wachten, totdat gij mij roept. Eén ding echter moet ik u nog zeggen ook ik zal strijden, niet met mijzelf echter, want in mij is alles reeds hel der, maar om u en ik zal daarmede niet eerder ophouden, voordat gij zelve tot mij zegt, dat het tevergeefs is, dat gij een ander bemint. E11 misschien zal ik ook overwinnen, want ik ga immers niet zonder hoop van u weg Zij glimlachte smartelijk. „Met een armzalig „misschien", zeide zij zacht. „Niet armzalig I" antwoordde hij met warmte. „Weet ge niet, dat zeker schrijver eens gezegd heeft, dat het woordje „misschien" het visitekaartje der hoop is „En als de hoop nu daarop schrijftp. p. c. pour prendre congé vroeg Dolores. Een oogenblik zag de erfprins in hare angstig op hem gerichte oogen toen riep hij hartstochte lijk uit„Dat zou ik zwart op wit moeten hebben, want de hoop verlaat de menschen nooit voor altijd!" Zij schudde slechts met het hoofd zij wist wel beter. En de erfprins ging en toen hij het woordje H. M. de Koningin-Weduwe heeft aan de heeren H. van Kuyk c. s., te Amsterdam, door den minister van Binnenl. Zaken, als antwoord op hun adres om schadevergoeding wegens de verplichte sluiting der schouwburgen, doen weten, dat zij geen termen gevonden heeft om schade loosstelling te verleenen. Adressanten hebben thans besloten, zich tot de Tweede Kamer te wenden. De onthulling van het monument voor de graven Lodewijk en Hendrik van Nassau te Heumen is thans vastgesteld op 14 April, zijnde de datum waarop de slag op de Mookerheide heeft plaats gehad. Houders van toegangsbewijzen worden verzocht voor halleen n.m. in de kerk te zijn, dewijl na dién tijd niemand daar wordt toegelaten tot na de aankomst van de commissie met de genoo- digden. In den Raad van Ministers is vastgesteld, dat de requesten, tot nog toe „aan den Koning" ge richt, in het vervolg moeten gericht worden „aan de Koningin" of „aan de Koningin-Weduwe, Regentes". Het is in het vervolg aan de postambte naren ten strengste verboden postzegels, welke door het publiek in gewone- of aangeteekende brieven als pasmunt of tot overmaking van kleine bedragen zijn ontvangen, tegen geld in te wisselen. Te Amsterdam werd jl. Maandagavond eene drukbezochte volksvergadering ter aanbe veling van het algemeen stemrecht gehouden, waarin de heer J. Stoffel, uit Deventer, onder donderende toejuichingen, de tegenwoordige Tweede Kamer een remmachine noemde, die alle sociale hervormingen tegenhoudt, en de heer Domela Nieuwenhuis betoogde, dat geen der tegenwoordige partijen weet wat zij wil. In het kiesdistrict Bergum is tot candidaat voorde Tweede Kamer aangewezen J. A. Fortuyn, die zich die keuze heeft laten welgevallen. De óojarige Vorst Georg Victor Van Wal deck en Pyrmont, vader van Hr. Ms. de Ko ningin-Regentes, zal hertrouwen met de 33jarige Prinses Louise vanSleeswijk-Holstein-Gltlcksburg, eene dochter van een broeder van den Koning van Denemarken. De commissie van voorbereiding der leger- wet zal a. s. Maandag weer bijeenkomen. Het overleg met de Regeering js nog niet aangevan gen. „misschien",' dat hij zoo gaarne nog had uitgesproken, terugdrong, bleef hem niet veel hoop meer over om op te bouwen. Maar menschen van zijn leeftijd bouwen toch nogluchtkasteelen, tot een wind stoot komt die ze allen in puin doet vallen. Dolores was alleen gebleven met kloppend hart en kloppende polsen, maar nauwelijks was de erfprins verdwenen, of zij deed zichzelf de vraag„Wat hebt ge gedaan Welk recht hebt ge een hart iets voor te spiegelen, dat ge niet geheel meer kunt geven Welk recht hebt ge hoop op te wekken, die ge niet kunt vervullen En toch zou zij nog het liefst „ja" hebben gezegd, want het kwam haar voor, dat zij, door de hand van den erfprins aan te nemen, in eene veilige haven geborgen zou zijn, waar zij zich altijd gered kon beschouwen, wanneer ook soms de hooge golven der levenszee haar het schuim in de oogen mochten slingeren, zoodat zij niet duidelijk meer kon zien welken weg zij te volgen had. En zij geloofde bij nader inzien, toch wel gelukkig te kunnen zijn aan de zijde van zulk een edel mensch als de erfprins was, zelfs wanneer zij hem nu al niet zoo liefhad als zij verzekerd was te kunnen liefhebbenzij wist en vermoedde ook nog niet hoe zwaar haar arm hart gewond was en hoe onher stelbaar diep de wond wa3. Deze erkenning was haar nog bespaard gebleven en zij zou haar nog lang bespaard gebleven zijn, indien juist de zonderlinge stemming, waarin zij verkeerde, haar niet naar buiten had gedreven in Gods vrije natuur, om daar beter te kunnen deuken, beter te overleggen, ofschoon de weegschaal zich reeds een weinig begon te neigen naar de zijde van den erfprins, want, zooals gezegd is, zij had nog niet geproefd van de appel der kennis, had naar de taal van haar eigen hart nog nimmer geluisterd, maar die steeds gebiedend tot zwijgen gebrachtzij was nog blind. (Wordt vervolgd.)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche en Nieuwedieper Courant | 1891 | | pagina 1