HELDERSCHE- NIEU WEDIEPER COURANT. Jaargang 49. M 37. Vrijdag 27 Maart 1891. Nieuwsblad voor Hollands Noorderkwartier. J. H. VAN BALEN. PREIVHEPLAAT. DOLORES. ,Ei: desespereert nimmer 1" Jan Piettrsz. Coen. Het Vaderland! ghetronwe Blij! ick tot iu den doot: Wilhelmuslied. VersoHUnt lederen Dinsdag, Donderdag en sZaterdag. Abonnementsprijs per 3 Voor de courant binnen de gemeente H naai' de overige plaatsen van Nederland naar alle landen, die in bet postverdrag zijn opgenomen (inbegrepen Oost- Tndic en Amerika) ft naar Zuid-Afrika maanden. f 0.70, met Zondagsblad 1.05 0.90, ff 1.35 1.75, 2.50, t 2.10 «•- REDACTEUR-UITGEVER Molenplein 162/163. HELDER. r gelang - Pr ij 9 der advertentiën: Van 15 regels 50 cent, elke regel meer 10 cent. Bij abonnement, hoeveelheid regels, aanmerkelijk Inger. o Ingezonden mededeeliugen en aanbevelingen, geplaatst tusschen den tekst, per regel 15 et Advertentiën voor liefdadige doeleinden5» Dienstaanbiedingen voor den werkenden stand. 5, Agenten in het buitenland: België, Mr. N. Bertoux, Agence de publicité, 12 Rue Ste-Gudule, Bruxelles; N.-Jersey en Omstreken: Mr. P. Langeveld Mz„ Okonite Co, Passaic. Aan onze abomés Imitcn de gemeente, die de staalgravure ..VOORJAARSVREUGDE" verzocht hebben, wordt medegedeeld, dat wij die, na ontvangst van het bedrag (fl.25 met 15 cent verhooging voor port en emballage), aan hun adres zullen afzenden. Zij, die zich met 1 April a. s. op dit blad abonneeren, ontvangen de tot dien datum verschijnende nummers gratis. Zij, die zich per week op dit blad willen abonneeren, kunneir zich daartoe aan ons kantoor vervoegen. De prijs is 5j cent per week voor de courant en 8 cent met Zondagsblad, bij vooruitbetaling. NEDERLAND. HELDER, 26 Maart. Verhouding van Nederland tot andere mogendheden. Bij de algemeene beschou wingen in de afdeelingen der Tweede Kamer, gevoerd naar aanleiding van de legerwet, werd vrij uitvoerig stilgestaan bij de verhouding van Nederland tot andere Staten en onze positie als koloniale mogendheid. Er werd op gewezen, dat wij in een zeer gunstigen toestand verkeeren. Niemand maakt aanspraak op een deel van ons grondgebied, wij geen aanspraak op streken buiten onze grenzen gelegen. De handhaving van Belgïe's neutraliteit, door de groote mogendheden gewaarborgd, komt ook aan Nederland ten goede. Wij kunnen onze gunstige positie slechts beder ven, indien wij vergeten, dat onze macht te klein is om op den gang der algemeene Europeesche politiek invloed uit te oefenen. Zoolang wij ons bepalen tot handhaving van de bescheiden plaats, welke Nederland in het Europeesche Statenstelsel inneemt, bestaat er, voor zoover men zien kan, voor aanvallen van buiten geenerlei gevaar. Be proeven wij echter onze strijdkrachten in te richten Feuilleton ran de Heldersohe- en Niauwedieper Conrant. 94) Roman van Gravin EUFEMIA BALLESTREM. (Uit het D u i t s c h.) Men leefde thans echter niet meer in den tijd van koning Jerome, toen men plezier maakte en op een vulkaan danste, lachte en dwaasheden bedreef. Onzen tijd is, wat dat aangaat, wat solider ge worden. Lolo verlangde echter, nu zij koning Jerome niet kon huwen, slechts naar één ding, ril. ontslagen te worden van den dwang van het hof en zonder in een klooster te moeten gaan. Toen wasFalkner, die zij tot dien tijd eigenlijk niet tot de jongelui gerekend had, op Monrepos opeens op haar weg gekomen. Eerst had hij haar belang ingeboezemd en daarna was zij op hem verliefd geworden met de hartstochtelijke, maar weinig innige liefde van een bakvischje, dat verliefd wordt op haar leeraar, hem in stilte aanbidt en in het geheim verzen op hem maakt. Daar Lolo echter geen kostschool had bezocht, was zij.daartoe niet in de gelegenheid ge weest. Alfred was de eerste, die haar in den weg kwam en zijn flink, knap voorkomen, zijn koele, voorname houding en ernstig wezen betooverde haar. Zij toonde hem, zooals wij weten, duidelijk hare bedoeling en na het tooneel in de graf kelder schoot er voor hem niets anders over dan haar te huwen. En zoo kwam dan een huwelijk tot stand, dat op geen goede grondslagen rustte en dat nimmer ge lukkig kon zijn. De nieuwe Vrijvrouwe von Fallcn er aanvaardde hare vrijheid met een ijver en energie, die bewees, op -?Oürtatrigetr-vöet,--dat ons leger in staat is deel te nemen aan oorlogen buiten de grenzen, dan kunnen wij verdacht worden van het streven naar het voeren eener actieve politiek, welke voor ons onafhankelijk volksbestaan groote gevaren zou medebrengen. Andere mogendheden zouden ons als bondgenoot zoeken of vreezenhet belang der strijdvoerende partijen zou lichtelijk verbieden Nederland buiten het geding te laten en wij zouden gedwongen worden partij te kiezen. Intusschen, Nederland behoort te zorgen, dat het weerbaar zijmen mag niet over ons kunnen beschikken tegen onzen wil; in moeilijke omstan digheden moeten wij onze vrijheid van handelen behoudenons grondgebied mag niet openstaan voor den eersten den beste. Maar hierbij dient in het oog gehouden, dat onze kracht ligt op het gebied der defensie. Kunnen mobiele troepen voor eene actieve defensie en voor handhaving der neutraliteit niet gemist worden, hun samenstelling behoort een defensief karakter te dragen. Andere leden konden zich met eenige dezer beschouwingen geenszins vereenigen. Zij achten het niet aannemelijk, dat het kleine Nederland verdacht zou worden invloed te willen uitoefenen op den gang der algemeene Europeesche politiek, wanneer het voorzorgsmaatregelen neemt om zijne onafhankelijkheid, desgevorderd zoo krachtig mogelijk, te verdedigen. Tot het verkrijgen van zoodanigen invloed wordt trouwens vrij wat meer gevorderd dan het opnemen van enkele duizen den manschappen meer in het leger. En zoo er ooit gevaar bestond voor pressie tot het kiezen van partij, dan wordt die pressie toch zeker be denkelijker naarmate men zwakker is en minder bij machte zelfstandig den weg af te bakenen, die op een gegeven oogenblik het meest in over eenstemming is met 's lands belang. De Regeering verklaarde zich met de laatste opmerkingen te vereenigen. rHet „Journal de Bruxelles" meldt, dat de heer Greshoff, bestuurder der N. Afr. Handels vennootschap aan den Boven-Congo, die geen onderzoek van zijn stoombooten wilde toelaten, uit den Congostaat is verbannen. Naar de „N. R. Ct." verneemt, is reeds een weerlegging der grieven van den Vrijen Congo- Staat tegen den heer Greshoff, punt voor punt, in handen gesteld van onze Regeering met het verzoek, door bemiddeling van den Nederland- schen gezant te Brussel, te bewerken, dat de maatregel van verbanning, tegen den heer Gres hoff geheel ten onrechte genomen, niet door den Souverein worde bekrachtigd, voordat er een onderzoek hebbe plaats gehad. Het besluit tot verbanning van den heer Greshoff is door den Gouverneur inderdaad genomen zonder onderzoek en zonder eenigen vorm van proces, zoodat hem zelfs de gelegenheid tot verweer niet gegeven was. De heer Greshoff, die tot Nederlandsch consul aan den Boven-Congo was benoemd, was even hoe zij er altijd van verstoken was geweest en hoe lang zij daar naar verlangd had. Zij trad als slot- vrouw zeer beslist op en op den dag na hare aan komst op Monrepos gaf zij vele handen werk. Alles werd veranderdwant de tegenwoordige inrichting kwam niet met haar smaak overeen kortom, Mon repos onderging van onder tot boven als het ware eene gedaanteverwisseling, die niet altijd in het nadeel was vaD het slot, want Lolo had wel smaak. Dit hield bet onrustige vrouwtje een geheele week bezig als een lang begeerd speelgoed en een geheele week laug was zij ook gelukkig en tevreden met haar man, die alles deed om haar het leven aan genaam te maken en haar voortdurend gezelschap hield. Hare dolle invallen en plannen hoorde hij lachend aan en als hij de gelukkige en tevreden uitdrukking harer schoone blauwe oogen zag, dan meende hij bijna zijn leed te zullen kunnen ver geten en hoopte hij nog veel van de toekomst. Voor hem was echter dit nietsdoen een waar offer, dat hij aan de kwikzilverachtige kleine fee niet zonder stille zuchten brachtwant hij kende haast geen grooter genot dan geregelde arbeid en daar hij thans wachten moest op de hooge post, die hem als schoonzoon van den hertog zou gegeven worden, had hij gehoopt in de eenzaamheid op Monrepos eens flink te kunnen sludeeren, ten einde zich daartoe te kunnen voorbereiden, zoover dat nog noodig was. Maar dat was buiten den waard, of liever buiten Lolo gerekend, want nauwelijks had hij zijne boeken opengeslagen of hij hoorde Lolo in de naaste kamers bevelen geven en dan stak zij haar blond kopje om den hoek van de deur en deed hem duizend en één vragen, totdat hij wanhopig zijn boeken dicht deed en zich naar hare wensche» schikte. Maar een week is spoedig voorbij, vooral wanneer zij geluk en vrede brengt en Falkner was met den "vóor^ zijn "verbanning door den Congo-Staat het exequatur geweigerd. Een algemeene werkstaking is onder de veldarbeiders van St. Jacobiparochie ('t Bildt) uitgebroken.' „Burgerplicht," te Amsterdam, vergaderde jl. Maandagavond ter bespreking van het ont- werp-manifest aan de kiezers, door het bestuur der „Liberale Unie" rondgezonden. Met algemeene stemmen werd de volgende motie goedgekeurd „De vergadering, „Zich vereenigend met de strekking van het manifest der „Liberale Unie" als programma van regeeri ngsbeleid, „Spreekt het vertrouwen uit, dat de Wetgevende Macht het kiesrecht en de belastinghervorming met zoodanigen spoed ter hand nemen en in den geest van bedoeld programma oplossen moge, als het gewicht der bedoelde onderwerpen eischt." Het schijnt thans zeker te zijn, zegt de „Amst.", dat Z. E. Dyserinck zijne portefeuille ter beschikking der Koningin-Regentes heeft ge steld. Natuurlijk worden in de Haagsche socie- teitspraatjes reeds de vermoedelijke opvolgers van den minister van Marine aangewezen. In sommige kringen wordt de heer Land voor de vervulling der ontstane vacature genoemd anderen spreken over den schout-bij-nacht Mac-Leod en ook de vice-admiraal de Josselin de Jong wordt thans tot de candidaten voor den ministrieelen zetel gerekend. De „Kolnische Zeitung" deelt het bericht mede, dat de minister van Marine zijne porte feuille ter beschikking heeft gesteld, wegens het votum der Kamer na de interpellatie over het passeeren van den heer Land. Het blad voegt er bij: „dat tot dusver geen ongere geldheden plaats hadde n." De referendaris der afdeeling kunsten en we tenschappen, de heer Stuers, heeft, volgens den briefschrijver uit de hofstad aan de „Midd. Ct." den minister van Binnenl. Zaken een schriftelijk antwoord gezonden op diens circulaire aan de ambtenaren van het Departement, en dat antwoord is niet malsch. Van gebruik van stukken, die den heer de Stuers alleen in zijn betrekking bekend zijn, is geen sprakehij toont dit in dat antwoord aan. En wat betreft de hem betwistte vrijheid om de pen te voeren tot bespreking, desnoods tot afkeuring, van daden der Regeering, beroept de heer de Stuers zich op niemand minder dan op het Kamerlid de Savomin Lohman, die indertijd die vrijheid krachtig heeft verdedigd. Het aan het „Leidsche Dbl." ontleende bericht omtrent een Arabischen prins, die te Leiden zou hebben vertoefd, blijkt eene studenten grap geweest te zijn. besten wil daartoe bezield. En zoo gebeurde het dan, nauwelijks een week na hun huwelijk, dat de jonge vrouw op een heer lijke zomermorgen met haar man in de warande het ontbijt gebruikte, na de thee te hebben ge schonken, de handen in de schoot liet rusten en geeuwde. „Zoo, zoo, nogal moede, Lolo?" vroeg Falkner, want het was reeds niet vroeg meer „Moe? Neen, vervelend," antwoordde zij open hartig. „O, 0, dat is geen compliment voor mij," meende Alfred, schertsend. Maar dat nam Lolo kwalijk. „Er valt in het geheel niet mee te lachen," zeide zij gepikeerd. „Het is vervelend, dat kunt ge ook niet tegenspreken. Men is spoedig genoeg uitge praat met z'n tweeën." „Vindt ge?" „Ja, zeker. Ik ben nu met de verandering in huis klaar. Wat moet ik nu verder doen?" „Wel, laten we dan samen lezen, studeeren," stelde Alfred voor, die al menige leemte in de kennis zijner vrouw ontdekt had. Maar Lolo strekte afwerend de beide handen uit en zette van ontzetting groote oogen op. „Om Godswil!" riep zij uit: „lezen, studeeren, neen, ik dank je zeer. Ik ben nauwelijks die eeu wige lessen ontloopen en nu zou ik daar weer mede beginnen Denkt ge dat ik daarom gehuwd ben „Maar Lolotje, men houdt toch nooit op met leereu om zich meer te beschaven," zei Falkner. „Dat is pure onziuriep zij uit. „Ik heb met het leeren gebroken. Ik heb er genoeg van en wie mij een boek voor den neus duwd, die zou mij dol maken. Ik bid u, wat kan het mij schelen Het is mij volkomen hetzelfde of Colurabus het kruit heeft uitgevonden en Berthold Scharz Ameri Binnenlandsch nieuws. Schagen. Jl. Maandag vergaderde de liberale kiesvereeniging alhier, in het lokaal van den heer Kos, ter bespreking van een drietal punten, waarvan punt I zeker wel het belangrijkste was, nl.„bespreking van het door den Bond opgemaakt programma, in verband met eene wijziging van art. 1 der Statuten." De voorzitter was van meening, dat dit artikel zoo vaag en onbepaald klonk, dat het wel wenschelijk was, voor dit artikel een bepaald programma in de plaats te stellen. Dat programma, opgesteld door den bond der Liberale Kiesvereenigingen in het hoofdkiesdistrict Alkmaar, werd nu voorgelezen en punt voor punt besproken. I11 hoofdzaak kwam het overeen met dat van de „Liberale Unie," met uitzondering van het hoofdpuntkiesbevoegd heid. Wat de „Unie" daaromtrent in haar pro gramma heeft opgenomen, ging verder dan wat genoemde bond wenschte, die slechts wilde spreken van „uitbreiding der kiesbevoegdheid." Hierover ontspon zich eene vrij langdurige discussie, die eindigde met de aanneming van de redactie van dit punt van den heer Winkel, luidende„uit breiding van de kiesbevoegdheid zoover ais binnen de grenzen der Grondwet mogelijk is." Op voorstel van den heer Plomp werd in het programma ook nog opgenomen: handhaving van het vrijhandelstelsel, zoodat de afgevaardigden van de Kiesvereeniging Schagen op de eerstvol gende vergadering van het bondsbestuur en van de afgevaardigden met een tamelijk gewijzigd programma zullen aankomen. Tot afgevaardigden naar die vergadering werden bij acclamatie her kozen de heeren J. Winkel en Ph. de Heer, (punt 2 van de agenda). Punt 3 van de agenda, oproeping van de leden der Kiesvereeniging door middel van de Schager Courant, werd met alge meene stemmen verworpen. Ook werd verworpen het voorstel van den heer Kloeke, om den heer Hugo Muller uit te noodigen eene lezing te willen houden over algemeen stemrecht. Verder niets meer aan de orde zijnde, werd de vergade ring onder dankzegging aan de aanwezigen voor hunne opkomst door den voorzitter gesloten. De vertegenwoordigers der pers waren na eene vrij lange discussie daarover toch toegelaten geworden. Is dit laatste liberaal Kolhorn. Den 23 dezer hield de vereeni- ging „Nut en gezellig verkeer" alhier hare laatste vergadering in dit seizoen. Bij deze gelegenheid gaf de rederijkerskamer S. u. u. d. W. A. L. een tooneelstukje ten beste, dat het genot van den avond zeer verhoogde. Spanbroek. De kiezerslijst van de Tweede Kamer bevat in deze gemeente 155 en die van de Prov. Staten en van den Gemeente raad ieder 153 namen. ka heeft ontdekt „Juist omgekeerd," zei Falkner vroolijk. „Daar heb je het nu," zeide Lolo, „Amerika is er en het kruit is er, wat komt het er nu op aan te weten hoe de lieden heeten, die het ontdekt hebben En dan die Romeinsche en Duitsche kei zers, het is mij volkomen hetzelfde of zij Nero of Ferdinaud heetten. En als ge met mij wilt begin nen met studeeren, dan verzeker ik je vooruit, dat je niets opschiet. Goethe b. v. vind ik de verve lendste kerel die er is en Schiller maakt mij zenuw achtig. In weerwil daarvau heb ik zijn Graaf van Habsburg nog wel uit het hoofd moeten leeren." „Misschien juist wel daarom, Lolo," zeide Falk ner. „Maar ik hoop, dat het mij gelukken zal u eene betere meening over die plaaggeesten van u te doen vormen. En bovendien zijn er toch ook van die dingen welke een beschaafd mensck weten moet." „Nu, dan dank ik wel voor uwe beschaving," zeide zij met verpletterende openhartigheid. „En dat was dus uw idee, mij te laten leeren en studeeren Alsof ik daarvoor gehuwd ben „En waarvoor zijt ge dan tosl gehuwd?" vroeg Falkner, deze openhartigheid nog altijd niet voor ernst houdend. „Waarom? Wel, dat is dunkt mij zonneklaar, om met u samen te zijn en mij te^vermaken." „Aha lachte hij. „Ik gevoel mij zeer gevleid, dat ge mij als eerste rede noemt. Wat het tweede aangaat zult ge toch nog wat geduld moeten oefe nen, want de hertog verlangt dat wij tot aan den herfst hier zullen blijven. Bovendien heeft hij zoo veel moeite gedaan om Monrepos aangeuaam voor ons te maken, dat het al zeer ondankbaar zou zijn, zijne gave zoo weinig te waardeeren. (Wordt vervolgd.)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche en Nieuwedieper Courant | 1891 | | pagina 1