HELDERSCHE-
NIEU WEDIEPER COURANT.
M 43.
Jaargang 49.
Vrijdag 10 April 1891.
Nieuwsblad voor Hollands Noorderkwartier.
J. H. VAN BALEN.
DOLORES.
,Kn descapereert nimmer!'
Jan Pielen:. Coen.
Hot Vaderlandt ghetroawa
Bliji ick tot in den doot;
Wilhelmuslied.
Versoliljnt ledoren Dlasdag, Donderdag ©n. Zaterdag.
Abonnementsprijs per 8
Voor de courant binnen de gemeente
ti nanr de overige plaatsen van Nederland
naar alle landen, die in het postverdrag
z'yn opgenomen (inbegrepen Oost-
Indië en Amerika)
naar Zuid-Afrika
maanden.
0.70, met Zondagsblad 1.05
1.75,
2.50,
2.10
-
RE D ACT E Q R-DITGE V BR
Molenplein 162/163.
HELDER.
Prijsderadvertentiën:
Van 15 regels 50 cent, elke regel meer 10 cent.Bij abonnement, nanr gelang van de
hoeveelheid rogels, aanmerkelijk lager.
Ingezonden mededeelingen en aanbevolingen, geplaatst tnssehen den tekst, per regel 15 et
Advertentiën voor liefdadige doeleinden5»
Dienstaanbiedingen voor den werkenden stand. n 5
g Agenten in het buitenland: België, Mr. N. Bertoux, Agence de publicité, 1"2 Rue Ste-Gudule, Bruxelles; N.-Jersey en Omstreken: Mr. P. Langeveld Mz., Okonite Co, Passaic.
NEDERLAND.
HELDER, 9 April.
Het program der vooruitstrevend liberalen.
Jl. Vrijdagavond hield de kiezers vereeniging
„Amstels Burgerij" een vergadering, waarin onze
plaatstgenoot dr. P. C. F. Frowein als spreker
optrad.
Spr. ving aan met een korte inleiding, waarin
hij zijn ingenomenheid betuigde met den vooruit
gang, dien de zaak van algemeen kiesrecht maakt,
in verband waarmede hij het programma van de
„Liberale Unie" met vreugde begroette, te meer
daar in de laatste jaren de sociaal-democraten zich
van de beweging voor algemeen stemrecht hebben
meester gemaakt, niet om het beginsel, maar om
den strijd en de propaganda, doch juist daarom
is het hun belang de overwinning te vertragen,
door inwilliging hunner eischen ten gevolge van
overdreven uitbreiding onmogelijk te maken.
Dat uitzonderingen noodig zijn, erkent spr.,
maar deze moeten ook als zoodanig behandeld
worden, waarom het beter ware geweest in de
Grondwet te bepalen dat de wet verklaart, wie
geen kiezers zijn. Of beperkt algemeen stemrecht
met het oog op de Grondwet mogelijk is, zou in
gewone omstandigheden uit de debatten moeten
worden beslist, maar daar de toenmalige Begeering
haar kracht zocht in schipperen en modderen tus-
schen de partijen kon of trilde men geen vast
beginsel in de Grondwet neerleggen. Geheel de
Grondwetsherziening had dan ook een destructief
karakter, in dien zin, dat men wel oude beginselen
overboord .wierp, maar er geen nieuwe voor in de
plaats stélde. De term „kenmerken van geschikt
heid en maatschappelijken welstand" is dan ook
de vrucht van compromis.
Spr. toetste vervolgens algemeen stemrecht aan
deze formule en trachtte aan te toonen, dat eigen
handige invulling van het stembiljet is te beschouwen
als een teeken van geschiktheid, niet-bedeeling een
van maatschappelijken welstand.
Komende op het ontwerp-manifest der L. U.,
ving spr. aan met een woord van sympathie, daar
eventueele aanneming getuigt van een overwinning
van het vooruitstrevende element op het behoudende.
Den eisch belangstelling in de publieke zaak te toonen
door eigen aanvraag, acht spr. echter verkeerd.
Opzweeping wordt er niet door voorkomen, maar
Wordt van de stembus naar het opmaken der kie
zerslijsten verplaatst. Beter was het wellicht, schoon
spr. het middel niet aanbeveelt, repressief in plaats
van preventief te werk te gaan, door hen die her
haaldelijk geen gebruik maken van hun stemrecht,
Feuilleton *an de Heldersche- en Nieuwedieper Courant.
100)
Iloiiiaii van Gravin EUFEMIA BALLESTREM.
(Uit het Duitse h.)
Het spreekt vanzelf, dat men ook op den Valkenhof
over Lolo sprak en mevrouw Rusz gaf tegenover haren
man onomwonden hare ergernis te kennen over dit
huwelijk. Het was het instinct der moeder, het
instinct van de leeuwin, die hare welpen verdedigt
en van de hen die hare kiekens tracht te bescher
men. Dokter Rusz antwoordde slechts met schouder
ophalen en lachen.
„Als uw zoon geen pantoffelheld is, zal hij wel
weten wat hem te doen staat," zeide hij„zij zijn
nu nog in de wittebroodsweken en ofschoon ik
haar voor een kleine Satan houdt, geloof ik toch,
dat zij spoedig zal veranderen, als hij zich maar
flink laat gelden."
Maar mevrouw Rusz was te ongerust en nu zij
eenmaal haar gewoon zwijgen had verbroken, moest
zij ook haar hart uitstorten.
„O, denkt ge soms, dat Alfred een echtgenoot
zal worden van uw soort?" zeide zij, schouderop
halend, „een onderdrukker, een onbarmhartig mensch,
die eens anders wil en gevoelen niet toestaat zich
te uiten
„Ei, ei, mevrouw Adelheid Rusz, komt ge daar
werkelijk plotseling uwe meeuiug verkondigen
riep hij honend lachend en zeer vroolijk over deze
poging zijner vrouw, om hare boeien te verbreken.
„Heb ik geen recht?" vroeg zij, „heb ik mij
hedenavond niet als een klein kind naar binnen
moeten laten sturen
Deze woorden maakten aan des dokters pret op-
gedurende zekeren tijd van de uitoefening van
dat recht te ontzetten.
Voorstanders van algemeen stemrecht kunnen zich
dus bij deze paragraaf nederleggen, ten minste als
er ernstige wil naar samenwerking bestaat. De
Staatsgeschiedenis onzer eeuw reeds Thorbecke
heeft het gezegd tracht voortdurend naar alge
meen stemrecht te streven.
Thorbecke zelf had dan ook verder willen gaan,
zoo hij dit met het oog op de politieke meerderheid
slechts had kunnen doen.
Hiermede van het hoofdpunt zijner rede afstap
pende, wijst spr. op de noodzakelijkheid van een
flinke arbeidswetgeving, waartoe hij een uitvoerig
overzicht gaf van de veranderde toestanden in de
nijverheid, door den vooruitgang der techniek en
toenemende concurrentie, waardoor arbeidskracht
koopwaar werd er zoo in prijs daalde, dat langza
merhand vrouwen en kinderen mede naar de fabriek
moesten en zoo door meerder aanbod de loonen
nog meer deden dalen, waardoor het arbeidersgezin
begon te verdierlijken.
Het oude dogma van laissez aller is daarom
verlaten, en ook de groote voorstanders daarvan,
de liberalen, beseffen thans dat Staatstusschenkorast
noodig is.
Dit is geen philanthropisch, maar een economisch
vraagstuk, en de noodzakelijkheid wordt daaruit
geboren dat samenwerking der werklieden niet
voldoende is. Zulk een wetgeving moet omvatten
maatregelen in het belang van veiligheid en gezond
heid. aansprakelijkheid van den ondernemer voor on
gelukken, tenzij hij het voldoende der voorzorgs
maatregelen aantoont, regeling der loonquaestie
door toekenning eener beperkte rechtspraak aan
arbeid kamers, verzekering tegen ziekte, ouderdom
en overlijden, toekenning van een wekelijkschen
rustdag ook aan maunen, groote beperking van
den arbeidsduur voor mannen en kinderen, en
uitbreiding der bedrijven, waarin vrouwen en kinde
ren niet mogen arbeiden.
Verder besprak de heer Frowein liet toezicht en
de veiligheid aan boord van koopvaardij- en vis-
schersvaartuigen, waaromtrent Nederland zeer ach
terlijk is. Op de Scheveningsche vloot ontbreken
alle reddingstoestellen. Ook de maatregelen tegen
onzeewaardige schepen ontbreken zoo goed als
geheel.
Verder wees spr. op de noodzakelijkheid, de
arbeidswetgeving internationaal te regelen, met
represaille-maatregelen tegen achterlijke staten.
Tot andere punten van het programma overgaan
de, stipte spr. aan dat leerplicht niet mag ont
breken.
Ten aanzien van de financiën toonde hij aan,
dat toeneming der Staatsuitgaven onvermijdelijk is
elke afgeschafte belasting moet dus vervangen
worden, 't Is wel gemakkelijk afschaffing der
accijnzen te vragen, maar dan zouden de directe
belastingen met 150 pCt. verhoogd moeten worden.
Dit, verlies te dekken door een inkomstenbelasting
eens een einde.
„Waarom keek je me toch zoo onafgebroken
aau vroeg hij.
Nu haalde zij de schouders op.
„Kijkt de hond zijn meester niet aan?" vroeg
zij koel.
„Ei, ei, zoo, ja, maar het hinderde mij, ziet ge,
liefste, en daarom stuurde ik je naar binnen."
Zij gaf geen antwoord, maar keek hem weder
uitvorscheud met eene zonderlinge uitdrukking aan.
Nu trad hij snel op haar toe en keek haar in
het thans plotseling weder zonder uitdrukking zijnde
gelaat.
„Ik tril weten," zeide hij, zacht eu bijna sissend,
„waarom ge mij zoo aankijkt." En toen zij ander
maal de schouders ophaalde, vervolgde hij: „Ikzal
je geheugen een beetje opscherpen. Het was juist
toen Dolores ons die geschiedenis van dat schot
mededeelde."
„Ja," zeide mevrouw Rusz, „ik wilde gaarne
weten of gij het voor waar houdt."
„En had dat aankijken verder geen beteekenis
„Ik zou niet weten welke."
„Dat is u ook geraden," mompelde hij, luid
genoeg, dat zij het verstaan kon en toen liep hij
een poosje op en neer in de kamer, zonder te be
merken, dat mevrouw Rusz telkens de steken van
haar breikous liet vallen, iets wat haar anders nooit
gebeurde. En zij raapte de steken niet op, maar
breidde onafgebroken door, ten einde het beven harer
groote witte handen te verbergen. Maar dokter Rusz
zag noch die handen, noch die sokken van Estra
madura-wol, welke voor hem bestemd waren, noch
de gevallen steken, welke hem een bewijs zouden
zijn geweest, dat het zenuwgestel zijner vrouw deer
lijk geschokt was.
Doch, zooals gezegd is, de snelheid waarmede zij
doorbreidde, verborg dat alles en na eene pauze
nam dokter Rusz weer het woord.
zou slechts mogelijk zijn door den als hoog be
kenden Frieschen hoofdelijken omslag te verdrie
voudigen. Wel zou het mogelijk zijn de accijnzen
op zeep, geslacht en wellicht dien op suiker af te
schaffenniet door één belasting, want niets is
onrechtvaardiger dan eenvormigheid in belasting
zaken, daar elke belasting haar fouten heeft. Verder
is noodig herziening der gemeentewet ten aanzien
van plaatselijke belastingen en wellicht algemeene
dienstplicht. Daarnaast behoort opgenomen midde
len tot verzekering der mobilisatie. Spr. wees
daarbij op de gebeurtenissen van 1866 en verwees
naar een te Helder gehouden rede van den kapt.
van den generalen staf De Waal. Ten aanzien van
de koloniale paragraat gat spr. te kennen, dat, in
tegenstelling met vroeger, dit land te veel door
ambtenaren wordt bestuurd, waardoor toenemende
ontevredenheid ontstaat. Naast den Raad van Indiê
behoorde dus een door de Nederlandsche ingezete
nen gekozen lichaam te bestaan. Ook het opium-
misbruik moet gekeerd worden.
Verder herinnerde spr. aan administratieve
rechtspraak, vrijhandel, scheiding van kerk en staat
en voegde er nog bij waarborg der burgerlijke
vrijheid van officieren en ambtenaren en betere
handhaving van het recht van vereeniging en ver
gadering tegen de willekeur van sommige burge
meesters.
Daar niemand het woord verlangde, werd de
vergadering hierop gesloten.
Naar de „Amsterd." verneemt zal, tijdens het
verblijf van H. H. M. M. de Koningin-Regentes
en de Koningin te Amsterdam in de Nieuwe
Kerk eene muziekuitvoering plaats hebben,
waarop onder anderen ten gehoore zal worden
gebracht eene cantate, voor welke Prof. Beets
de woofden en den heer B. Zweers de muziek
heett geschreven. Koor en orkest zullen staan
ouder leiding van den heer W. Kes. Eene
commissie uit den gemeenteraad is met de
organisatie van deze feestelijke uitvoering „ter
verwelkoming van Neerland's Koningin in Neder-
land's hoofdstad" belast.
De benoeming van dr. Smit Naar
aan de „Amsterd." wordt medegedeeld, bestond
de gemeenteraad van Apeldoorn, tóen de heer
Smit van de H. B. S. aldaar verdreven werd,
uit 8 anti-revolutionairen en 9 liberalen, van
welke laatste bij de stemming over deze aange
legenheid 3 zich tegen de voordracht van B. en W.
verklaarden terwijl 1 zich van stemming ont
hield. De verwijdering van dr. Smit was dus
het gemeenschappelijk werk van anti-revolutio
nairen en liberalen. De verdienste van den heer
Lohman, die zich door dat raadsbesluit niet
heeft laten weerhouden om dr. Smit voor War-
fum te benoemen, komt hierdoor nog sterker uit.
HH. MM. Koningin Wilhelmina en de
Koningin-Regentes zijn, na een nachtreis, jl.
„Het kan zijn, dat Dolores gelijk heeft en dat
het schot door iemand, die zich wilde wreken, is
gelost, maar dat een Braziliaansche bediende het
gedaan heeft, dat komt mij te romantisch voor om
waar te kunnen zijn. Onmogelijk is het echter ook
weer uiet en Ramo mag wel goed oppassen. Wat
mij betreft, ik denk, dat het kogelgat reeds in het
papier was, toen de brief hier aankwam en Engels
zal het niet gezien hebben, toen hij bemerkte dat
de brief in het Spuansch geschreven was en hij
hem dus toch niet kon lezen. Nu gelooft Dolores,
de knal van het schot te hebben gehoord en de
brief in hare handen te hebben zien bewegen. Beide
kan een vergissing zijn, wa.it er zijn vuurwapens
wier knal zoo licht is, dat het nauwelijks gelijk
staat met het klappen van den tong
„Dat weet ik," zeide mevrouw Rusz. „Dolores
heeft een pistool, waarmede zij vroeger schijf schoot;
men hoorde den knal nauwelijks."
„Zoo
„Heeft zij u dat pistool dan niet te bewaren
gegeven, toen zij op reis was
„Mij Hoe komt ge daaraan Hebt ge mij er
ooit mee zien schieten," zeide hij scherp en opeens
staan blijvend.
De naalden vlogen bliksemsnel en de steken vielen
in massa.
„Neen, ik dacht het, omdat gij er juist van
sprak. Ik dacht dat gij het geleend had."
Weder hervatte hij zijne wandeling door de
kamer.
„Neen, ik leende niets, ik zou niet weten waar
voor en zoo'11 wapen kan in ongeoefende handen
ligt een ongeluk veroorzaken, zooals Dolores zeide.
Ik was altijd een slecht schutter."
„Ja," zeide mevrouw Rusz, „Goddank
„Waarom P"
„Nu, er zijn reeds zooveel ongelukken gebeurd
met dat gevaarlijke schieten," zeide zij leuk.
Dinsdagochtend te 10 ure in goede gezondheid
te Gersau aangekomen.
De nieuwe minister van Marine, de heer
Kruys, maakte jl. Maandagavond zijn opwachting
in de vergadering der Eerste Kamer.
De gewone audiënties van de ministers van
Marine op Vrijdag 10 en van Binnenlandsche
Zaken op Zaterdag n dezer, zullen niet plaats
hebben.
Binnenlandsch nieuws.
Helder. De afdeeling Helder der Vereeniging
van oud-strijders van de jaren 183032, „Het
Metalen kruis," heeft opgehouden te bestaan. In
de vergadering van 27 Februari jl. werd door den
Secretaris der afdeeling, den heer W. Amse, het
voorstel tot ontbinding gedaan, op grond dat het
meerendeel der nog overgeblevene leden door ziekte
of gebreken, voortspruitende uit den gevorderden
leeftijd, verhinderd is de maandclijksche vergade
ringen bij te wonen. Met eenparige stemmen werd
dat voorstel aangenomen en de datum van ontbin
ding bepaald op 27 Maart jl. Wegens den Goeden
Vrijdag werd toen evenwel geen vergadering gehou
den en was men genoodzaakt de laatste samenkomst
tot op 3 dezer ter verdagen.
Zoo kwamen dan 11 der 12 nog in leven zijnde
leden jl. Vrijdag bijeen om hunne Vereeniging, die
eenmaal 87 leden telde, te ontbinden. De toe
spraken die in deze vergadering gehouden, de
gesprekken, die er gevoerd werden, bewezen hoe
warm die oude harten nog kloppen voor Vaderland
en Vorstenhuis en hoe zij nog altijd vervuld zijn
van de in de jaren 183032 doorleefde bange
dagen. Er werd besloten om de eigendommen der
Vereeniging: de banier, vlaggen, schilderijen, de
busten v. d. Koningen Willem II en Willem III enz.,
aan de gem. in eigendom over te dragen. Deze zullen
blijkens inmiddels van het Gemeentebestuur ontvan
gen bericht, worden bewaard in de Bouwzaal aan
de Kerkgracht, waar de lotingen voor Militie en
Schutterij geregeld plaats hebben, om het thans le
vende geslacht en de nakomelingschap te herinneren
aan de benarde tijden, die onze oud-strijders heb
ben doorleefd. De overbrenging dezer bezittingen
naar hun nieuw verblijf zal op nader te bepalen
datum op plechtige wijze geschieden. De boeken
en schrifturen der afdeeling zullen aan het
Hoofdbestuur worden afgestaan, om in het archief
der Vereeniging te worden geplaatst.
De afdeeling Helder van „het Metalen Kruis"
die den 29 Juni 1865 op initiatief van de heeren
B. W. Polier en M. de Haas werd opgericht,
beleefde, gelijk wij hierboven reeds zeiden, eens
een tijd dat zich gelijktijdig 87 leden om haren
bauier schaarden. Gaandeweg is dat aantal klei
ner geworden en thans, bij de ontbinding der
Vereeniging, ziju nog slechts in leven de heer
E. Graat, eerelid (geb. 16 Maart 1809) en de
gewone leden: 0. Wijs (geb. 13 Jan. 1810); F.
Dat Dolores ook dien avond nog lang aan dat
schot dacht, spreekt wel vanzelf. Ramo, wien zij
het vertelde, was meer versclirikt dan hij wilde
toonen en bracht het terstond in verband met de
voetstappen in den noordelijken vleugel. Maar Dolo
res wilde daar niet van weten.
„Denk eens hoe lang dat geleden is," zeide zij.
Ramo moest haar gelijk geven en ofschoon Dolores
zichzelf trachtte wijs te maken, dat het gaatje reeds
in den brief kon geweest zijn, hielp haar dit niets.
Het onbehaaglijke gevoel, dat er iemand was, die
haar in het geheim naar het leven stond, kon zij
niet van zich zetten.
Toen zij door de bibliotheek ging, zag zij een
boek liggen, dat daar vroeger niet geweest was.
Op hare vraag daarnaar, vertelde Ramo dat dokter
Rusz het had gebracht en daar zij er niet was, had
hij het met een leeswijzer voorzien. In dien tusschen-
tijd was Ramo geroepen geworden en toen hij terug
kwam, was dokter Rusz reeds weer heengegaan.
„Ik heb niet gaarne, dat iemand in mijne ver
trekken komt, als ik er niet ben," zeide Dolores,
„gij kunt het nu niet helpen, mijn beste Ramo,
maar ik zou er in het vervolg aan denken."
„Ik weet dat mijne meesteres goed is," zeide
Ramo, maar als Therese mij ook niet juist had
geroepen, zou dokter Rusz hier niet alleen zijn
gebleven."
„O, ik bedoel niet, dat dokter Rusz of iemand
anders hier iets kwaads zal komen doen," zei
Dolores, lachend over de opvatting van Ramo,
„maar het is alleen, dat ik mijne kamers geheel
voor mij wil hebben; een ander heeft daar niet
noodig."
„Zeer wel," zeide Ramo, „het zal nooit meer
gebeuren." En daarmede ging de getrouwe met
een eerbiedig „Goeden nacht" heen.
(Wordt vervolgd.)